Terug naar overzicht

Rampzalige toestand mout en hop

januari 2007
Door: anoniem

RAMPZALIGE TOESTAND MOUT EN HOP

Euromalt, de overkoepelende organisatie van de Europese moutindustrie, bestempelt de graanoogst van 2006 als rampzalig. Juni en juli waren in het grootste gedeelte van West- en Centraal Europa zeer warm, waardoor al verwacht werd dat de opbrengst lager zou zijn en rijker aan eiwitten. Augustus was een van de natste en koudste ooit, zeker in grote delen van Centraal Europa. De oogst van de wintergerst verliep in Frankrijk en Engeland nog in goede omstandigheden en de opbrengst was goed. De zomergerst kon grotendeels ook nog zonder problemen geoogst worden in Spanje, Frankrijk, Zuid-Engeland en delen van Zuid-West-Duitsland. De kwaliteit was teleurstellend in Spanje, maar beter dan verwacht in Frankrijk. Probleem waren de eiwitten.

Begin augustus viel in Centraal Europa tot 100 mm regen op 2-3 dagen tijd op het rijpe en extreem droge graan. Dat slorpte de regen op als een spons en begon bijna ogenblikkelijk te kiemen. In Tsjechië, Polen en Duitsland ging daardoor 50 tot 75% van de oogst verloren en was amper nog geschikt als veevoer.

Daardoor is er voor de mouterijen een tekort zowel aan winter- als aan zomergerst. Daardoor zal er een tekort aan mout zijn, tenzij de brouwerijen bereid zijn hun kwaliteitseisen te verlagen, wat betekent dat wintergerst het tekort aan zomergerst zal moeten opvangen. Invoer is geen optie, want de oogst in het voornaamste bufferland, Oekraïne, was teleurstellend. De oogst in Rusland was goed, maar er is geen overschot. Op Australië moet ook niet gerekend worden.

Normaal verwerken de Europese mouterijen maar 20% wintergerst, maar het zou wel eens nodig kunnen zijn om dat te verhogen tot 30% om het tekort op te vangen. Zoveel is er waarschijnlijk niet. Er zal waarschijnlijk een tekort zijn van 508.000 ton brouwgerst. De mouters pleiten er daarom voor een gedeelte gekiemde gerst te vermouten. De vraag is alleen of die in de lente nog vermout kan worden.

Bij dat alles is nog geen rekening gehouden met minstens 300.000 ton mout die normaal wordt geëxporteerd. De mouterijen maken zich ook zorgen over een toenemend areaal dat in gebruik zal worden genomen voor de productie van biobrandstoffen.

Tekort aan alfazuren

Niet alleen voor de mout, maar ook voor de hop is de toestand zorgwekkend. Volgens Stephan Barth, voorzitter van de Duitse Hopunion, is er in 2006 tussen 700 en 1.300 ton te weinig aan alfazuren geoogst, of circa 8.6% - 15.5% van de jaarlijkse vraag. De warme maanden juni en juli hadden in Centraal Europa een vernietigend effect op de vroege soorten en de natte augustus deed de rest. In geen enkel gebied werden de vooropgestelde resultaten gehaald.

Komt daarbij dat veel grote brouwers hun voorraad al hadden verminderd, China meer hop invoert, er de voorbije 5 jaar 9.400 hectaren minder werden verbouwd door de lage prijzen, veel brouwers kochten op de vrije markt i.p.v. via contracten en er de voorbije 5 jaar 222 miljoen hl meer bier werd gebrouwen. In de USA gingen 130 ton alfazuren verloren bij een magazijnbrand en er was een vraag naar 150 ton buiten de brouwnijverheid.

Als gevolg hiervan verkeren veel brouwerijen in een precaire situatie. De hopproducenten pleiten daarom voor meer verantwoordelijkheidszin vanwege de brouwerijen, die te veel rekenden op een overaanbod.

Kost mout is te verwaarlozen in bierprijs

Euromalt becijferde de prijs van mout in de kostprijs van het eindproduct bier. In november bedroeg de prijs van een ton mout € 395,00. Indien er 15 kilo mout gebruik wordt voor een hectoliter bier, kost die € 5,93 aan mout of € 0,0015 per glas bier van 25 cl dat verkocht wordt aan € 2,50 of 0,59%. In juni was dat nog maar 0,34% en de verwachtingen zijn dat dit eerlang zal stijgen naar 0,79%.

Louis Meulders

Terug naar overzicht