Terug naar overzicht

Overschuimers 05-2008

mei 2008

Overschuimers

 De Roerstok bestaat nu toch al wel heel lang, ongeveer zo lang als de helft van het leven van Pol de Schuimer, trouwens als Pol nog eens goed rekent is het niet eens ongeveer maar zelfs precies de helft.

De bierbrouwerij als hobby begon voor Pol in een voor sommige leden niet meer terug te roepen tijdperk.

Niet terug te roepen doordat ze zeer actief brouwende leden waren (wat niet echt een ondersteuning is voor de werking van het geheugen) of niet terug te roepen omdat ze toen simpelweg nog niet konden lopen, misschien zelfs nog niet geboren waren.

Dat brouwen was toen een nog grotendeels een bezigheid voor zich in onwetendheid wentelende welwillende amateurbrouwers.

Kennis was er weinig, materiaal en ingrediënten nog minder. Pol zelf klooide maar wat aan met zwarte mout die met een hamer werd geplet en veel te veel hop. Met het aldus verkregen mislukte en schuimloze dropwater gooide hij geen hoge ogen bij bierliefhebbers, het ministerie van defensie was wel geïnteresseerd in de mogelijkheden van eventuele biologische oorlogvoering maar daarvoor bleek de hoeveelheid van 5 liter toch weer te weinig.

Met vallen en opstaan begon het amateurbrouwen zijn vorm te krijgen. Zout bier, schuimloos bier, bier dat leek te concurreren met het ziekenhuis om het oproepen van de meest kwalijke geur. Bier met de smaak van appels, metaal, leer, stalmest, volgezogen geurvreters, spruitjes gekookt in petroleum, oma’s directoire na drie weken zonder douche, een na tien jaar geopende grafkist, de urine van een aan koudvuur overleden nijlpaard dat al drie weken in de brandende zon van Afrika ligt te ontbinden. Het zijn maar enkele voorbeelden van de in de loop der tijd ingeleverde beoordelingen.

Toch begon het erop te lijken. De amateurbrouwers van de Roerstok begonnen steeds betere bieren af te leveren. Er kwam schuim op het bier, het bier was helder en zelfs de geur werd beter. De kennis over brouwen nam in snel tempo toe. We gingen beluchten, roeren met motortjes in plaats van de met de hand aangedreven roerstok, we gingen koelen zonder daaronder te verstaan dat we het wort gewoon een nacht buiten lieten staan om gezellig wat infecties uit te nodigen, kortom, we gingen het leren.

Sommige amateurs wisten bieren te brouwen die beter waren dan de bieren die sommige zogenaamde professionele brouwers produceren. De kennis over het brouwproces nam een enorme vlucht. Sommigen onder ons, waarbij we niet in de laatste plaats moeten denken aan een inwoner van Loon op Zand met een omvang die evenredig toe lijkt te nemen met de almaar groeiende hoeveelheid kennis van het brouwen, lijken zelfs de vleesgeworden Wikipedia van het brouwen te zijn geworden. Nog meer dan ingenieur Lely wist van afsluiten en droogleggen, weet hij van doorbreken en natmaken.

De clubavonden staan op een niveau dat door een opfrissingscursus van de Heineken brouwmeesters niet wordt gehaald. Onze sprekers, niet zelden grootheden in het land der brouwers, zijn regelmatig verbaasd over het niveau van de amateurs.

En dat niveau is hoog! Sommige amateurbieren zijn beter dan wat er voor (te) veel geld wordt verkocht. Soms ook niet natuurlijk, flesjes die door Osama-bin-Laden graag zouden worden gekocht om hun in potentie aanwezige springkracht, blijven af en toe voorbij komen. De meerderheid der bieren is echter van goede kwaliteit.

Wat willen we nog meer? Is er nog wat te wensen?

Natuurlijk is er nog wat te wensen. We hebben veel geleerd over brouwen, we kunnen het brouwproces steeds beter sturen, we hebben een hoeveelheid kennis in huis waar de familie Swinkels U tegen zegt.

Wat is er dan te wensen?

Nou, Pol zal niet de enige zijn die merkt dat er meer gerst, mout en hop in theoretische zin over de tong gaan dan in daadwerkelijk concreet vloeibare zin. Dus als Pol iets mag wensen voor de komende vijfentwintig jaar dan is het: niet lullen, flessen vullen.

 Pol de schuimer

Terug naar overzicht