Terug naar overzicht

Excursie Westmalle

november 2010
Door: Rene Stenvert

EXCURSIE WESTMALLE

 

“Mamma, wat zijn die meneren daar aan ’t doen?”. Deborah en haar moeder lopen net uit het zwembad Stappegoor de parkeerplaats op. “Die mensen zijn een auto aan het vol stapelen met kratten bier. Ik ben benieuwd of dat allemaal in de auto past”. Deborah vult haar moeder aan: “Nou, ze nemen nog meer kratten mee dan pappa altijd doet…”.

 

En het begint die woensdagochtend nog zo rustig. Een groepje Roerstokvrijwilligers staat in de herfstzon te wachten op hun vervoer naar het Belgische dorpje Westmalle. Het bestuur van de vereniging heeft deze vrijwilligers uitgenodigd om deel te nemen aan een uniek bezoek aan de beroemde brouwerij in het Trappistenklooster West Malle. Deze gelegenheid werd natuurlijk door iedereen enthousiast aangegrepen. Even later stonden ze voor de poort van het klooster West Malle. De strenge muren en zware metalen poort hadden een Colditz-achtige uitstraling, maar dat veranderde allemaal plotsklaps toen de deur openschoof…de binnenplaats van de brouwerij werd zichtbaar. Behalve het prachtige uitzicht, bemerkten ze een mengeling van allerlei heerlijke geuren van het brouwproces welke hun meteen in een uitgesproken staat van extase brachten. De gids Patricia kreeg een kudde gasten rond te leiden die haar allemaal verliefd aanstaarden. Even dacht Patries dat de verliefdheid op haar eigen persoontje gericht was, maar later besefte ze dat alle Roerstokkers gewoon gelukkig waren. Toen iedereen zich een tijdje later tegoed deed aan twee bekers vol met gist, begon onze gids toch wel een beetje te twijfelen aan de gesteldheid van de groep…maar ik ga iets te snel.

 

Patricia bracht ons eerst naar een plek met uitzicht op het klooster, waar nog altijd twintig Trappisten en vier Trappisten-in-opleiding verblijven. Meer dan een blik werpen op de muren was niet toegestaan, maar dat deerde ons niet. Daar kwamen we niet voor. De volgende stap was veel interessanter: de brouwerij. Mét prachtige maischketel, mét twee schitterende (stoom)kookketels en mét brouwer, die ons geduldig te woord wilde staan. We proefden van de Saaz & Tsjechisch hop en we onderzochten de blikken vloeibare hop. We waren werkelijk in de hemel beland!

Vervolgens maakten we een tochtje langs de horizontale gistkamers. Daar werd je als amateurbrouwer weer eventjes terug op aarde gestort: zo’n hoeveelheid gist zag ik nog nooit bij elkaar. Ik sta al te juichen als ik spontane gistactiviteit bespeur in mijn eigen gistbakjes, maar van zo’n enthousiaste bende als bij de Trappisten kan ik alleen dromen. Hier bood Patricia ons ook wat gist aan, in 2 grote trappistenglazen. De inhoud werd natuurlijk in vele kelen opgeslorpt. De gids wist toen zeker dat ze met een stelletje fanatici van doen had!

 

Nadat we een paar Roerstokleden waren kwijtgeraakt op de schrootzolder, bedacht onze gids dat het misschien verstandiger was om ons in de gastenruimte te verwennen met een paar trappistenproducten: ik heb niemand horen klagen. Na een paar biertjes en een enorme berg kaas, was het tijd voor de cadeautjes voor Patricia en het afscheid van de brouwerij. Maar niet nadat we de hele voorraad Trappist Extra hadden opgekocht in het kloosterwinkeltje. En dat verklaart dan weer de opmerking van Deborah aan het begin van dit verslag. Toevallig bleek er aan de overkant van het klooster ook nog een uitspanning te zijn, alwaar we in recordtempo een paar Dubbels & Trippels moesten nuttigen. Och èrme. Na een lezing van Jacques werd duidelijk dat bier zonder esters hetzelfde is als Esther zonder borsten. Het is maar dat je ’t weet.

Omdat er nog meer tijd en een overvloed aan verschillende bieren over waren, moesten we daar maar eens gebruik van gaan maken. Waar kan je dat beter doen dan in Café Den Spijtigen Duvel in Turnhout? Nou, in Kandinsky of Burgermeester Jansen of Zomerlust, maar we kwamen toch langs Turnhout, dus de keuze voor Den Spijtigen Duvel was logisch.

We zijn later die dag weer netjes afgezet in Tilburg. En ik meld me alvast aan als vrijwilliger… het maakt me niet uit wat ik moet doen!

“Mamma, wat doet die meneer nou tegen dat heggetje aan?”, vraagt Deborah. Moeder roept: “Gètver Deborah, kijk maar snel de andere kant op!”

 

René Stenvert

Terug naar overzicht