Artikelen over Bottelen
| Terug naar overzicht | |
Kroonkurken |
juni 2008 |
Door: Frits Haen |
|
KROONKURKENEen kroonkurk is een metalen dopje dat dient om een fles af te sluiten. Doordat de talrijke inknijpingen in de rand van de kroonkurk zich stevig om de flesopening klemmen, is het dopje slechts met grote kracht te verwijderen. Dit maakt de kroonkurk bij uitstek geschikt voor het afsluiten van flessen die met koolzuurhoudende drank zijn gevuld. De kroonkurk dankt zijn naam aan zijn uiterlijk: door de inknijpingen lijkt het dopje op een kroon. De naam werd bedacht door de in 1858 naar de VS geëmigreerde Ier William Painter (1838 - 1906), die de crown cork op 2 februari 1892 patenteerde. GeschiedenisEen voorloper van de kroonkurk werd bedacht door de Amerikaanse wijnimporteur Alfred Louis Bernardin. Geconfronteerd met het probleem van spontaan losspringende champagnekurken bedacht hij het systeem van een metalen draadwerkje, bijeengehouden door een metalen strip rond de flessenhals, dat de kurk op zijn plek hield. In 1881 richtte hij voor de productie van dergelijke afsluitsystemen de Bernardin Bottle Cap Company op, die later werd omgedoopt tot de Bernardin Metallic Cork Company.In de jaren 1880 werden, tijdens de opkomst van in flesjes verkrijgbare frisdrank (soda pop) in de VS, tientallen andere systemen gepatenteerd. Het probleem werd echter niet bevredigend opgelost. De doppen waren ofwel te ingewikkeld, ze weerstonden de koolzuurdruk niet, ze lekten, of de drank werd door contact met het metaal van de dop aangetast. William Painter liet, als oplossing voor het probleem, in de periode 1889 - 1892 diverse varianten patenteren op een dopje met inknijpingen dat net als Bernardins vondst op een traditionele kurk werd geplaatst. In het midden van deze eerste kroonkurken bevond zich een gaatje waar de kurkentrekker doorheen gestoken kon worden. De kurk en het metalen dopje werden vervolgens in één handeling verwijderd. In latere versies bracht Painter de hoeveelheid kurk terug tot een bescheiden ringetje dat juist groot genoeg was om de flesopening af te sluiten. Contact tussen de drank en het metaal van het dopje werd vermeden door een stukje papier. Hiermee was de moderne kroonkurk een feit: een eenvoudige oplossing die aan alle eisen voldeed. Painter opperde de mogelijkheid dat deze kroonkurk kon worden verwijderd door de inknijpingen te verbuigen met een mes, met de punt van een kurkentrekker, of met behulp van hefboomachtig gereedschap. (Op de illustraties bij het patent zijn vage ideeën over dit hefboompje al te onderscheiden; zie linksonder op bijgaande illustratie.) Het verwijderen van kroonkurken bleek in de praktijk echter een lastig klusje, dat beschadigingen aan mes of kurkentrekker kon veroorzaken. Painters uitvinding kon daarom pas een succes worden nadat hij op 8 februari 1894 een handig hefboompje patenteerde om zijn kroonkurk te verwijderen: de Capped-Bottle Opener, oftewel de thans overbekende flesopener. Opvallend genoeg had de al eerder vermelde Alfred Louis Bernardin luttele tijd eerder al een vergelijkbaar hefboompje gepatenteerd. In tegenstelling tot Painters flesopener zat die van Bernardin echter aan een tafel bevestigd. Het feit van de twee patenten heeft geleid tot verwarring over de vraag wie de ware uitvinder van de kroonkurk was. Kennelijk hielden zowel Painter als Bernardin zich met de ontwikkeling van een dergelijk systeem bezig. Painter was in elk geval degene die het systeem tot een commercieel succes wist te maken. Na het patenteren van zijn draagbare flesopener begon Painters Crown Cork and Seal Company of Baltimore de kroonkurk grootschalig aan de man te brengen. Bij wijze van mediastunt liet Painter een lading bier per schip over een grote afstand vervoeren om aan te tonen dat de kurken niet lossprongen en het bier niet bedierf. Amerikaanse bierproducenten raakten in de daaropvolgende jaren meer en meer overtuigd van de voordelen van de kroonkurk, zeker toen Painter in 1898 een machine uitvond waarmee een geschoolde arbeider in één minuut maar liefst 24 flesjes kon vullen en afsluiten. Rond 1910 behoorden bierflessen met een traditionele kurk definitief tot het verleden. De kroonkurk was de norm geworden. Tijdens de Amerikaanse drooglegging verlegde de Crown Cork and Seal Company zijn aandacht naar het bottelen van frisdranken. Het bedrijf groeide uit tot een multinational die in 1930 de helft van de wereldwijde flessendoppenmarkt in handen had. TegenwoordigDe huidige kroonkurk is nog nagenoeg gelijk aan Painters originele ontwerp. De kurk- en papierdelen zijn echter vervangen door kunststof (Polyetheen) en het aantal inknijpingen is teruggebracht van 24 naar 21. Volgens de industriële DIN-norm 6099 heeft een kroonkurk de volgende afmetingen (in millimeters): hoogte - 6,00 ± 0,15; diameter binnenkant - 26,75 ± 0,15; diameter buitenkant - 32,10 ± 0,20. TriviaPainters uitspraak Als je rijk wilt worden moet je iets uitvinden wat de mensen weggooien werd later eveneens in de praktijk gebracht door een van de eerste werknemers van zijn Crown Cork and Seal Company: King Camp Gillette, de uitvinder van het verwisselbare scheermesje. Zie ook: http://www.crowncork.com Bron: Wikipedia, de vrije encyclopedie |
|
| Terug naar overzicht | |
Bier bottelen |
juni 2012 |
Door: Huub Soemers |
|
|
BIER BOTTELEN |
|
| Terug naar overzicht | |
Hergebruik bierfusten en bierflessen |
maart 2024 |
Door: Jacques Bertens |
|
|
HERGEBRUIK BIERFUSTEN EN BIERFLESSEN Duurzaam Fustenpool Retourflessen Ten eerste moeten de flessen aangekocht worden bij speciale leveranciers. Ten derde moet de deelnemende craftbrouwer doorgeven hoeveel flessen hij op de markt heeft gezet zodat bekend is hoeveel BRN flessen in omloop zijn. Ten vierde moet er een kleine bijdrage betaald worden voor de absorptiekosten. Dat wil zeggen de kosten voor de inname en eerste reiniging van de flessen. De aanschafkosten per BRN fles zijn wat hoger dan die van een longneck. Daar staat tegenover dat je als craftbrouwer € 0,10 terug ontvangt (statiegeld). Van het statiegeld moet € 0,035 betaald worden voor de absorbtiekosten. Per saldo zijn de kosten per fles nagenoeg gelijk dan wel iets lager. De kosten hoeft dus geen drempel te zijn om mee te doen. Overigens wordt er geen geld verdient door de Nederlandse Brouwers door deze deal. De genoemde € 0,035 is kostendekkend. De craftbrouwers zijn niet verplicht om meteen mee te doen, maar de verwachting is dat de druk vanuit de overheid (verplichte hogere afvalverwijderingsbijdrage) en retail steeds hoger wordt. Vooral dat laatste is belangrijk omdat het bier verkocht moet worden. Jacques Bertens |
|
| Terug naar overzicht | |
Hergisting op fles |
oktober 2012 |
| Door: anoniem | |
|
Presentatie
Er blijken maar enkelen van de aanwezigen te zijn, die rekening houden met deze factoren.
Resumerend kunnen we stellen, dat de metingen van Piet en Wim ons wel aan het denken gezet hebben. We zullen voortaan anders tegen het fenomeen van de hervergisting op fles aan kijken en krijgen als advies mee om de hoofd- en na-vergisting zorgvuldiger in de gaten te houden. Waarvan acte.
Kees Emmen |
|
| Terug naar overzicht | |
Het op juiste wijze afvullen van fust op gewicht met bovengistend bier |
juni 2020 |
Door: Henri Raaijmakers |
|
|
HET OP DE JUISTE MANIER VULLEN VAN EEN FUST OP GEWICHT MET BOVENGISTEND BIER. Dikwijls wordt op een fust ongeveer 2 -5 gram suiker per liter toegevoegd voor de nagisting van het bier. Niemand kan me vertellen hoe deze hoeveelheid suiker tot stand is gekomen. Ik heb daarover na zitten denken, om er achter te komen waar deze hoeveelheid suiker op gebaseerd is. Ik denk dat het voor velen een gok is in de hoop dat bij het begin van het tappen zo min mogelijk schuim uit de tapkraan komt in plaats van bier. Raar is natuurlijk ook, dat je op een flesje ongeveer 8 gram/ltr. suiker toevoegt en in een fustje 2 – 5 gram/ltr. Ook wordt verteld dat er smaakverschil is tussen bier uit een flesje en bier uit een fust. Eerst wil ik nog een stukje informatie meegeven wat betreft de vulhoogte van het bierflesje. Onder op de rand van het flesje staat een gegeven waarvan velen niet op de hoogte zijn. We lezen hier (zie foto) 330 ml - 47 mm. Wat betekent dit? Als eerste geeft het de hoeveelheid bier aan dat er in het flesje moet zitten (330 ml). Als tweede wordt aangegeven wat de vulhoogte van het bier vanaf de bovenzijde van het flesje moet zijn . Dit zegt niet dat dit de 330 ml is. Ik heb precies 330ml in het flesje gedaan. De vulhoogte bleek te liggen op precies 50 mm vanaf de boven zijde van het flesje. Hieruit blijkt dus dat de minimale vulhoogte hoger ligt dan de werkelijke hoogte vermeld op het flesje. De brouwer doet dus altijd iets meer in het flesje dan de 330 ml. zodat er nooit te weinig bier in het flesje zit. Wat heb ik gedaan. We gaan nu verder met het vullen van de fust, In dit geval een fust van 10 liter. Alles wat ik nu wil vertellen gaat over een fustje waarbij de tapstang is verwijderd. Hoe berekenen we de hoeveelheid bier en de vrije ruimte boven het bier. Hier draait nu alles om bij het vullen van het fust met bier. Het vullen van het fust Met een tarrastand: Let op! Voorbereiding van het fust. Let op! De navergisting van het bier controleren op het fust d.m.v. een drukmeter. Henri Raaijmakers. |
|
| Terug naar overzicht | |
Hoeveelheid toe te voegen suiker voor de nagisting |
maart 2011 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoeveelheid toe te voegen suiker voor de nagistingDe hoeveelheid van koolzuur in zelfgebrouwen bier en gebotteld in een fles is afhankelijk op twee dingen: de overblijvende hoeveelheid koolzuur na de hoofdgisting en de hoeveelheid koolzuur door de bottelsuiker. Om de hoeveelheid koolzuur te bepalen die je wilt in je zelfgebrouwen bier, kies dan de hoeveelheid koolzuur (Tabel 1) en trek hiervan af de hoeveelheid overblijvende koolzuur in je bier na de hoofdgisting (Tabel 2) af. Dit is de hoeveelheid koolzuur die bepaalt hoeveel suiker nog moet worden toegevoegd. De hoeveelheid koolzuur die door de verschillende stoffen (glucose en sucrose) in 19 liter bier wordt geproduceerd is gegeven in Tabel 3. Als je bijvoorbeeld een Amerikaanse pale ale hebt vergist op 20 °C en je wilt sucrose toevoegen voor de nagisting. In Tabel 1 bepaal je dat je een koolzuurniveau wilt van 2,4 volume CO2. In tabel 2 zie je dat er nog 0,85 volume CO2 in je bier zit na de hoofdgisting op 20° C. Als je 0,85 aftrekt van 2,4 dan zie je dat je nog 1,55 volume CO2, nodig hebt om de gewenste hoeveelheid koolzuur te krijgen. In Tabel 3 zie je dat je 113 gram moet toevoegen om 1,57 volume CO2 te krijgen. Tabel 1
Tabel 2
Tabel 3
Bron: Brew Your Own |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Terug naar overzicht | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door: Frits Haen
Door: Huub Soemers
Door: Jacques Bertens
Door: Henri Raaijmakers 





