Artikelen over Brouwinstallaties en apparatuur
| Terug naar overzicht | |
Het demonteren van de tapstang uit een bierfust - Deel 3 |
juni 2010 |
Door: Henri Raaijmakers |
|
Het demonteren van de tapstang uit een bierfust - Deel 3
We gaan verder met een ander type tapstang. Type: Korf (o.a. Heineken). Hiervoor hebben we zoals bij andere tapstangen weer een sleutel gemaakt (zie foto). We draaien de tapstang met deze sleutel los en draaien daarna de tapstang met de hand weer handvast aan.
Leg nu en carrosserieringetje van M5 in de tapstangkop (zie foto) . Draai de tapkop op het fust. Er moet nu een beetje druk uitgeoefend worden om de tapkop te kunnen monteren. Dit komt omdat er nu het ringetje onderin gelegd is. Pak nu de buitenring van de tapstang stevig vast en draai tegelijk met de tapkop de tapstang linksom uit het fust.
De gedemonteerde tapstang met de blokkering (zie foto). Steek een passende schroevendraaier in een van de bovenste gleuven tussen de drukveer en het plaatje die deze veer tegenhoud en steek de schroevendraaier door een gleuf aan de andere zijde zodat deze blijft staan. Met de tweede schroevendraaier doe je het zelfde maar nu tussen de schroevendraaier die er al inzit en de veer. Dit herhaal je totdat de veer onder het blokkeerplaatje uit komt.
Draai nu het blokkeerplaatje van de veer gelijk met de blokkering linksom los.
Neem de blokkering eruit en monteer het blokkeerplaatje van de veer weer terug. Nu kunnen we de tapstang zonder problemen in en uit het fust draaien.
Zo ziet de tapstang eruit zonder blokkering.
De volgende keer wil ik het hebben over het reinigen van de tapstangen. Het is gebleken dat dit in principe nooit gebeurd op de juiste manier.
Henri Raaijmakers |
|
| Terug naar overzicht | |
Blichmann autosparge |
mei 2010 | ||
| Door: anoniem | |||
GEZIEN OP INTERNETBlichmann autosparge Tijdens het brouwproces (filteren/spoelen) ben je dikwijls druk bezig met allerlei dingen zoals afwegen van grondstoffen, schoonmaken van apparatuur en andere zaken. Meestal kom je er te laat achter dat de bostel is drooggevallen. Een probleem wat vanaf nu tot het verleden kan behoren als je de “Blichmann autosparge” aanschaft. In feite is het niets meer dan een vlottersysteem wat je in je klaringskuip monteert. Het maakt niet uit of je filtert d.m.v. een filterplaat of hevelfilter. Het apparaat is een beetje vergelijkbaar met het vlottersysteem wat vroeger in de stortbak van het toilet zat.
In de beschrijving wordt verteld dat je een gat van 20 mm in de wand van je filtratiekuip moet maken en daar de vlotter in moet monteren. De juiste hoogte bepaal jezelf aan de hand van de hoogte van de bostel. Omdat de bostel niet altijd even dik is moet je natuurlijk een beetje met de hoogte kunnen “spelen”. Dit kan eenvoudig door de stang waarop de vlotter gemonteerd is een beetje te verbuigen. Ook kun je zelf een hulpstukje maken, zodat je de inbouwhoogte van de vlotter traploos kunt instellen. Het simpelste hiervoor is een stukje rvs strip te nemen en hierin een aantal gaten van 20 mm vlak naast elkaar te boren. Deze strip klem je dan vast in je filterkuip. Aan de hand van de dikte van de bostel kies je het juiste gat voor montage.
|
|||
| Terug naar overzicht | |||
pH-meter |
mei 2010 |
| Door: anoniem | |
pH-METER
Afgelopen clubavond kwam tijdens het vragenhalfuurtje het gebruik en het kalibreren van de pH-meter weer eens ter sprake. Tijdens het rondsurfen op internet kwam ik toevallig onderstaand stukje tegen wat me wel iets leek voor het clubblad. Hopelijk hebben jullie hier iets aan. Binnen het bestuur zal bekeken worden om aan het begin van het nieuwe brouwseizoen een “IJk-avond” te gaan organiseren, zodat alle pH-meters en thermometers met een gerust hart in de brouwketel kunnen worden gedoopt!
Huub Soemers
Inleiding De zuurgraad of pH van een oplossing is een maat voor de concentratie aan waterstof (H+-)ionen. Volgens de definitie is de pH de negatieve logaritme van die H+-concentratie. Dat wil zeggen, als de H+-concentratie een duizendste molair is (10-3 M), dan is de pH=3. In zuiver water is een zeer klein deel van de watermoleculen (een tien miljoenste molair) gesplitst in een H+- en een OH--ion. Voegt men aan water zuur toe, dan bindt een deel van de toegevoegde H+-ionen zich aan OH--ionen tot H2O-moleculen. De concentratie van de OH--ionen neemt daardoor af, en wel zo dat het product van de H+-ionen concentratie en de OH--ionen concentratie gelijk blijft, nl. 10-14 (het zogeheten waterevenwicht). In zuiver water is de H+-concentratie dus een tien miljoenste molair, of 10-7 M, even hoog als de concentratie van de OH--ionen. Deze pH=7 noemt men daarom neutraal. Bij nog lagere H+-concentraties (en navenant hogere OH- concentraties), noemt men de oplossing basisch (of met een ouderwetse term alkalisch). Veel voorkomende pH-waarden liggen in het gebied tussen de 1 en de 14, zoals in onderstaande figuur geïllustreerd:
Meting van de pH De pH van een oplossing kan op verschillende manieren gemeten worden. De simpelste is door er een strookje pH-papier in te steken, en de kleurverandering te vergelijken met een reeks ijk-kleuren. Een klassiek pH-papier is het lakmoespapier, afgeleid van de lakmoesoplossing. Dit lakmoes is een organische kleurstof, verkregen uit korstmos. Ook de veel voorkomende kleurstof in planten, het anthocyaan is net als lakmoes rood in zuur milieu en blauw in basisch milieu. Voor een nauwkeuriger pH-bepaling zijn er speciale pH-papiertjes met verschillend bereik. Sommige met ruim bereik, van 1-14, andere met een beperkter bereik. Zie onderstaande afbeeldingen. Voor een veel nauwkeuriger meting kan men gebruikmaken van de elektrische pH-meter. Zie onderstaande afbeeldingen. De meest linkse is de goedkoopste. De exemplaren in het midden en rechts hebben een aparte elektrode en zijn daarom nauwkeuriger, betrouwbaarder en uiteraard duurder!
De pH/mV-meter Deze meter meet een spanningsverschil (m.b.v. een potentiometer). Het potentiaalverschil tussen een indicatie- en een referentie-elektrode kan op de schaal van de meter worden afgelezen; afhankelijk van het soort bepaling wordt het aantal mV (millivolts) of de pH afgelezen. De meter is in principe voorzien van twee aansluitpluggen: één voor de referentie-elektrode en één voor de indicatie-elektrode. Bij sommige pH-meters (zoals de onze, hiernaast afgebeeld) is één van beide pluggen zodanig uitgevoerd, dat er een gecombineerde glaselektrode in geplaatst kan worden. Veel meters zijn voorzien van een recorderuitgang, waarmee titratiecurven automatisch kunnen worden opgetekend.
De meting Sommige pH-meters moeten vóór gebruik enkele minuten opwarmen; digitale meters hebben geen opwarmtijd nodig. Voor het meten van de pH van een vloeistof wordt als indicatie-elektrode een glaselektrode gebruikt. Als referentie wordt meestal een kalomelelektrode gebruikt. Deze beide elektroden zijn ook als één elektrode verkrijgbaar: de gecombineerde glaselektrode. Voordat de pH kan worden gemeten, moet de pH-meter geijkt worden. Dit gebeurt met een bufferoplossing, waarvan de pH nauwkeurig bekend is. Het beste kan een bufferoplossing gebruikt worden, waarvan de pH in de buurt ligt van de pH van de onbekende oplossing (eventueel vooraf met pH-papier controleren). Omdat de pH temperatuurafhankelijk is, moet hiervoor bij nauwkeurige metingen gecorrigeerd worden. Op de pH-meter bevindt zich een temperatuurcorrectieknop, die op de temperatuur van de te meten oplossing wordt ingesteld. Na het ijken moet de elektrode zorgvuldig met gedestilleerd water worden afgespoeld. Laat de elektrode nooit droog staan. Voor korte tijd mag de elektrode in gedestilleerd water worden bewaard. Het ijken gaat als volgt: de rechterknop wordt op de 0-stand gezet en de wijzer op de schaal wordt met de linkerknop op 7,0 gezet. Dan wordt de rechterknop op de pH-stand gezet en de elektrode in een standaardbufferoplossing gestoken (bij voorkeur met een pH in het gebied waarin je wil meten). Met de middelste knop (vóór de temperatuurknop) wordt dan de schaalstand dan in overeenstemming gebracht met de pH van de oplossing. N.B. Spoel de elektrode tussen de metingen goed af! Bovenstaand artikel staat ook op internet:
|
|
| Terug naar overzicht | |
Het demonteren van de tapstang uit een bierfust - Deel 1 |
april 2010 |
Door: Henri Raaijmakers |
|
Het demonteren van de tapstang uit een bierfust - Deel 1
Aanleiding om iets te schrijven over het werken met fusten was het schrijven van Jacques Bertens in ons clubblad van januari 2010 over dit onderwerp en de reacties op onze clubavond van februari. Ik heb de gewoonte als het clubblad bij mij in de bus valt het direct in een in ruk uit te lezen. Wat me opviel was natuurlijk het verhaal van Jacques, daar o.a. techniek bij mij hoog aangeschreven staat. Na een en ander kortgesloten te hebben met Jacques ben ik met dit verhaal aan het werk gegaan. Dat resulteerde hierin dat ik een en ander had meegenomen om tijdens onze clubavond van januari 2010 te laten zien, hierover te vertellen en vragen te stellen tijdens ons vragen halfuurtje. Wat mij het meest verbaasde was, dat het reinigen van een tapstang zeker niet de juiste methode was. De bacteriën lachen zich dood. Misschien ook wel een reden waarom een fust bier dat aangesloten is geweest en wederom wordt aangesloten de houdbaarheid van het bier verkort. Laten we beginnen met enkele regels die we zeker in acht moeten nemen wanneer we werken aan een fust. - Ontlucht een fust te allen tijden voor hier handelingen aan worden verricht.
De tapkop De tapkop heeft een ingang en een uitgang. De ingang bedoeld om het koolzuur uit de koolzuurcilinder in het vat te drukken. Deze ingang heeft in de tapkop een terugslagventiel zodat wanneer de tapkop wordt verwijderd het koolzuur niet uit het fust kan ontsnappen. Dit is de reden waarom op een leeg fust nog altijd druk staat. De uitgang is om het bier in het fust naar de tapkraan (op de bar) te transporteren d.m.v. de druk die is ontstaan door koolzuurdruk in het fust. Het koolzuur zet druk op de oppervlakte van het bier, het bier wordt middels de tapstang omhoog gedrukt de bierleiding in naar de tapkraan (figuur 1). Tapstang demonteren Als eerste moet het fust drukloos gemaakt worden. Dit doen we door een tapkop te monteren met daarop de kraantjes. Deze beide kraantjes moeten voor het plaatsen van de tapkop gesloten zijn, vergeet dat niet! Wanneer dit niet gebeurt, spuiten de restanten in het fust naar buiten en meestal op je kleren of in je gezicht om maar niet te spreken over de ruimte waarin je bent. Leg het fust plat zodat zo dat de dode gist in het vat naar de zijwand stroomt en de tapstang vrijkomt van de resterende inhoud in het fust. Draai nu de kraan van de bieruitgang open zodat nu alleen het koolzuur kan ontsnappen. Het fust is nu drukloos. We zijn nu klaar om de tapstang te demonteren. Laten we beginnen met het fust die we ook gebruiken in de club voor het bier van de maand. Ik zal proberen een en ander uit te leggen. Als eerste moet de tapstang uit het fust worden gedraaid. Dit doen we met een speciale sleutel (de club heeft een ander model) maar kan ook best met een gemodificeerde tapkop. Ik zou het niet doen met de tapkop die gebruikt wordt voor de tapinstallatie (i.v.m. beschadiging). Op de foto is te zien hoe deze tapkop eruit ziet. Het pijpje aan de linkerzijde van de tapkop zit op de plaats van de koolzuur-ingang. Deze is verwijderd met het terugslagventiel. De sleutel wordt op de tapstangkop geplaatst en je draait tegen de klok in de kop los. Wanneer de tapstangkop niet los komt sla je met de palm van je hand tegen het pijpje aan terwijl je de tapkop goed aangedrukt houdt. Wanneer de kop los zit draai je de kop verder met de hand los. Deze tapstang heeft geen blokkering en kan met de hand verder uit het fust gedraaid worden.
Met deze tapkop/sleutel is het ook mogelijk om het fust te ontluchten. De uitgang van het bier boven op de tapkop moet afgedicht zijn. Plaats en draai de tapkop op de tapstang, druk de hefboom naar beneden zodat de tapkop is gekoppeld. Op dat moment ontsnapt de koolzuur in het fust door het pijpje naar buiten en het fust is drukloos. In dit geval kun je het fust gewoon rechtop laten staan. (wordt vervolgd) Henri Raaijmakers |
|
| Terug naar overzicht | |
Op bezoek bij de thuisbrouwerij van Wiebe van Terwisga |
maart 2010 |
Door: Paul Langenberg |
|
|
Op bezoek bij DE thuisbrouwerij VAN……….Wiebe van Terwisga
Glibberen En Glijden De winter weet nog steeds van geen wijken als de trouwe brouwerijbezoeker zijn step bestijgt en koers zet naar achtereenvolgens het station en het huis van Wiebe van Terwisga in Rijen. Jammer, dat Vancouver geen Olympische titel in het stepklunen te vergeven heeft want de verslaggever had zeker een kans gemaakt op goud. Vervaarlijk slingerend gaat het op de kleine wielen door Rijen. Een staaltje atletiek en balans waar Annette Gerritsen nog iets van kan leren. Na slechts even zoeken wordt het juiste adres gevonden. Er moet nog wel een klein stukje gekluund worden over de met een verraderlijk ijslaagje bedekte tegels in de tuin maar de koude reis blijkt de moeite meer dan waard.
Allure De brouwerij van Wiebe blijkt een thuisbrouwerij van allure. Binnengekomen in het ruimbemeten bijgebouw waar de brouwerij zetelt, springt de knisperende open haard in het oog. Daarna valt dat oog direct op een glanzend koelmeubel van RVS waarop de in Zuid-Duitsland gekochte brouwinstallatie staat te wachten op de volgende brouwsessie. Om de boel compleet te maken heeft Wiebe dan ook nog een gezellige bar geïnstalleerd waaraan het prettig toeven is. In een open kast lacht een batterij literflessen met beugelsluiting voorzien van mooi etiket mij toe. Natuurlijk lach ik spontaan terug, naar later blijkt met reden want met dit bier is het de moeite om vriendschap te sluiten.
Recent Wiebe is nog maar vrij recent lid van de Roerstok en brouwt ook nog niet zo lang. Het verlangen naar bierbrouwen bestaat echter al heel lang. Jaren geleden leek het hem al heel leuk om eens zelf bier te brouwen maar mede door zijn drukke werkzaamheden kwam het er niet van. Totdat de familiebanden hem de thuisbrouwwereld in trokken. Wiebe is namelijk verwant aan de ons welbekende Noud van Kempen, al jaren enthousiast lid van de Roerstok en nu moest het er toch van komen. Zo te zien houdt Wiebe niet van half werk, daarbij is hij klaarblijkelijk ook niet lui en al helemaal niet onhandig. Zijn brouwerijgebouw heeft hij grotendeels zelf gebouwd, voor het leggen van een stenen vloer, inclusief vloerverwarming, draait hij zijn hand niet om en ook een schroefdraadje tappen gaat hem gemakkelijk af. Daar zal zijn opleiding als werktuigbouwkundig ingenieur vermoedelijk wel iets mee te maken hebben.
Van Duitschen Bloed De brouwinstallatie waarmee Wiebe werkt, is afkomstig uit het zuiden van Duitsland. Het is even rijden maar dan heb je ook wat. De brouwketel zelf is aan de buitenkant van fraai koper en van binnen roestvrijstaal. De ketel is programmeerbaar, met wat drukken op de knoppen kun je de maischtemperatuur en tijdsduur inprogrammeren. De ketel verwarmt via een slang de maisch met stoom. Dat werkt prima al vindt Wiebe de overgang naar een andere maischtemperatuur soms iets te lang duren. Gelukkig is hij niet voor een gat gevangen en hij heeft dit opgelost door de maisch met een brander even op weg te helpen. Na het brouwen vindt de vergisting plaats in een via marktplaats voor een spotprijs aangeschaft koelmeubel, oorspronkelijk voor horeca gebruik. Het in RVS uitgevoerde koelmeubel is door Wiebe op wielen geplaatst en is bijzonder handig. Er kan gekoeld vergist worden, een deel kan worden verwarmd en alles is gemakkelijk schoon te maken. Toen hij toch in Duitsland was, heeft hij maar gelijk een batterij literflessen met beugel meegenomen, voorzien van zijn eigen etiket staat dat echt fraai.
Plakken Wiebe brouwt meestal met gedroogde gist die hij bij ons aller Sjef koopt, een enkele keer ook wel met Wyeast, het zelf opkweken van gist zou de volgende stap kunnen worden. In zijn koelmeubel geschiedt de vergisting goed gecontroleerd. Wiebe trekt een fles bier open die een Leffe zou moeten benaderen. Dat doet het bier zeker, sterker nog, naar mijn smaak is het beter dan het origineel want net iets minder zoet en plakkerig dan het origineel. Over plakkerig gesproken, in het dagelijkse leven is Wiebe commercieel directeur van een fabriek die plakband produceert, gelukkig zijn noch de velpon-achtige smaak van plakband noch kleverigheid in zijn bier te bespeuren.
Tap In zijn bar heeft Wiebe ook de mogelijkheid om te tappen, dat is deze avond niet nodig want er zijn flessen genoeg. Naast de genoemde Leffe heeft hij ook een imitatie van de Grand Prestige gemaakt en er staat ook nog een triple te rijpen. Ondertussen schuift de vrouw van Wiebe, Lianne, ook gezellig aan de bar aan. Zij wil ook wel voortbouwen op de hobby van haar man, ze houdt niet echt van bier maar wat haar wel leuk lijkt is destilleren en dan likeuren maken of een lekkere whisky stoken. Samen moeten de bar over enige tijd mooi kunnen vullen en van diverse zelfgemaakte dranken voorzien. Opkomen zal het wel want de ruimte is prima geschikt voor het geven van een feestje. Dat hadden Wiebe en zijn vrouw allang zelf bedacht. De thuisbrouwerij is natuurlijk wel zo’n beetje de heiligste plek van het huis. Schertsend roept Wiebe “This Is My Church”. De twee kinderen mogen er echter ook nog tafeltennis spelen in deze fraaie ruimte, dus zo serieus is het ook weer niet bedoeld.
Trein Het is dat de N.S. zelf de reistijden bepaalt want anders had de avond waarschijnlijk nog langer geduurd maar de verslaggever moet nog terug naar Tilburg. Op het perron is het koud maar van binnen voelt het lekker warm. Met dank aan de Leffe en niet minder aan het warme onthaal.
Paul Langenberg |
|
| Terug naar overzicht | |
Er weer bovenop komen na een bacteriebesmetting |
januari 2010 |
| Door: anoniem | |
Er weer bovenop komen na een bacteriebesmetting
Inhakend op het artikel “Desinfecteermiddelen” van Chris Bible, vertaald en bewerkt door Frits Haen. Een praktijkvoorbeeld van een plan van aanpak als je wordt getroffen door het onheil zuur bier en door gestructureerd te werk gaan deze teleurstelling te boven komen. Een geuze is (kan) lekker zijn… maar als al je bier naar geuze smaakt is het mis… Lange tijd lukte het mij om zonder gebruik van chemische hulpmiddelen een lekker, clean, biertje te brouwen. Toen het misging heb ik mijn gedachten hierover moeten bijstellen maar als je dat doordacht doet valt daar goed mee te leven en is het niet schadelijk voor de gezondheid.
Doelstelling Clean bier brouwen door vaten en slangen bacterievrij te maken en te houden. Op de juiste momenten in het brouwproces alert te zijn op clean-werken. Het clean brouwen is me werkend volgens dit plan van aanpak tot op heden gelukt. Waakzaam blijven blijft noodzaak.
Probleembeschrijving Vanaf brouwen Winterbier brouwsel 55 ontstaan problemen. Winterbier gaf geen schuim en ik ben extra gist gaan toevoegen voor het bottelen. Het bier smaakte zuur bleek later. Ook de brouwsels met Chimay gist waren niet denderend. Brabants Ale 5 (62) (pH 3.80) was te zuur. Bock 10 (63), pH 4.16, was op het randje. Brouwsel Blond 21 en Wit 2 (met Hoegaarden) waren drinkbaar. De drie opeenvolgende bieren met Westmalle gist schijnen goed (pH 4.28, 4.28 en 4.38). Helemaal mis was het met Blond 24 (69) (Saison) gebrouwen met Safbrew T-58, pH 3.82. Ook Brabant Ale 6 (70) met Safale S-04 klopte niet, pH 3.90. De reeks met La Trappe gist (72, 73 en 74) waren nog erger. Het bier was wazig en de zuurgraad 3.85. De serie met Rochefort bleef overmatig gasbellen afscheiden tijdens de lagering en had een zuurgraad van 3.80 pH. Vermoedelijk dermate besmet met de melkzuurbacterie dat alcohol werd omgezet naar melkzuur en vervelende nevenproducten. Microscopisch onderzoek maakte de bacteriën zichtbaar bij de Rochefort-reeks. Kleinere staafvormige bacteriën tussen de nog aanwezige ronde gistcellen. Door collega microbioloog herkend als zijnde de melkzuur bacterie.
Constatering Deze bacteriecultuur is ondanks het steeds spoelen (3x) met kokend water het vergistingscircuit ingeslopen met als resultaat zuur bier. Mogelijke oorzaken 1 Kokend water is onvoldoende om steriele vaten en flessen te krijgen en/of te houden. 2 Tot dusver geen middelen gebruikt om steriel werken te benadrukken uit oogpunt voedselhygiëne. 3 Het doen van extra toevoegingen brengt (kan) verontreiniging. 4 Herhaald brouwen met gist in het 1e vergistingvat verhoogt het risico van besmetting. 5 Bij het spoelen van de flessen, het in de week zetten van gebruikte flessen gedurende langere tijd kan een besmettingshaard zijn. 6 Artisanaal gebrouwen bieren gedronken en deze flessen in omloop genomen. Plan van aanpak Kiezen van reinigingsmiddel(en) en desinfecterend middelen om brouwmaterialen bacterievrij te krijgen en te houden. Mogelijke middelen:
Eigen veiligheid Het werken met bovenvermelde chemicaliën is niet zonder gevaar. Lees de bijsluiters en wat op de etiketten aan instructies wordt vermeld.
Het bacterie- en sporen -vrij maken van de ketels, vaten, slangen enz.
Tussentijds spoelen met warmwater Bij spoelen van meerdere zaken altijd vooruit spoelen om hernieuwde besmetting te vermijden. Spoelen met beperkte hoeveelheid vloeistof. Wel zorgen dat het gehele oppervlak is bevochtigd. Geef de vloeistof de tijd om in contact te komen met de wanden van de vaten. Vervolgens de tijd nemen om tussen de spoelbeurten de vaten goed uit laten lekken. * vooraf dienen de bacterievrij te maken vaten goed schoon (geborsteld, gepoetst) te zijn. Tijdens het schoonmaken er op bedacht zijn dat niet geschuurd wordt waardoor mogelijke krassen in het materiaal kunnen ontstaan waarin zich de microben zich bij uitstek willen nestelen. Dit 3 etmalen oprij herhalen. Hierna in deze vaten een laagje sulfietoplossing (ongeveer 4 liter) laten staan. Sulfietoplossing. Bereiden met Kaliumdisulfiet (Merk5056) molgew.222,33. Andere chemische namen Kaliumpyrosulfiet of Kaliummetabisulfit. Acros Potasiummetabisulfite (418275000) 5 gram kaliumdisulfiet en 1 gram Citroenzuur (C6H8O7) oplossen in 1 liter water. Sulfietoplossino opvangen voor hergebruik mits niet verontreinigd is. Handel als volgt bij het maken van oplossingen en/of verdunningen.
Verbeterpunten voor mijn vergistingsproces. 0 Stomen Materialen, vaten, slangen, enz. die in aanraking komen met het steriele wort vlak voor gebruik steeds behandelen met stoom. Met stoomapparaat (Kärcher) gedurende 5 minuten stoom in blazen. 1 Vergistingsvat 1e vergisting en lagervat Voor/na gebruik grondig reinigen. Met warmwater de gistresten wegspoelen. Extra aandacht besteden aan de kraan. Demonteren en met borstel schoonmaken. Spoelen met Chemipro, spoelen met fosforzuur/waterstofperoxide, spoelen met 70% alcohol. Gedurende 5 minuten stomen. Of vat met gistoplossing zorgvuldig steriel houden door goed afgesloten van de buiten lucht te behandelen. 2 Te spoelen flessen In zeepoplossing (afwasmiddel, ontharder en soda) en poetsen met borstel. Maximaal een week in de oplossing laten staan. 3 Flessen drogen in droogstoof bij 120 0C. Ook de slangen, bypass, roerboon die in aanraking komen met het steriele wort minimaal een cyclus mee opwarmen voor gebruik. 4 Lege vergistingsvaten en lagerflessen vullen met een laagje sulfietoplossing als ze buiten gebruik zijn. In plaats van droog opslaan. 5 Materiaalkeuze. Het kunststofvat van Brouwland verruilen voor de rvs-ketel en inrichten als vergistingvat. 6 Sterk verontreinigde flessen met zeepoplossing en Natronloog 1 gram/liter. Of beter inleveren als leeggoed.
Procesgang en te nemen maatregelen Gistmangemant Glaswerk, erlenmeyers voor starter maken, met Chemipro spoelen, met alcohol naspoelen en in de stoof op 120 0C. Afdekken met alu-folie. Maischen Geen extra maatregelen. Filteren en spoelen. Geen extra maatregelen. Klaren Geen extra maatregelen Koken/ indampen Geen extra maatregelen. Meteen na koken Vanaf nu steriel werken. Deksel erop en zoveel mogelijk gesloten houden. Voorzichtig met transport, temperatuur in de ketel is 80 0C of meer. KoelenSpoelalcohol uit platenkoeler laten lopen. Mogelijk hergebruiken. Platenkoeler stomen en laten afkoelen. Met behulp van de platenkoeler het wort koelen naar ongeveer 20 0C (gist afhankelijk). Voorloop benutten voor meten van SG en pH. Indien nodig meer aftappen voor gebruik van volgende starter. Via gesloten slangsysteem het wort laten lopen in het vergistingvat. Van geringe hoogte laten kletteren om zuurstof opname te bevorderen waardoor extra belucht in vergistingsvat niet nodig is. Platenkoeler na gebruik goed spoelen met water. Vervolgens
VergistenHoofdvergisting Aan het afgekoelde wort de giststarter toevoegen. Een steriele trechter op de vatopening plaatsen. Vanaf begin afgesloten vergisten. Dit is de meest kritieke fase van het vergistingsproces. Ook is van essentieel belang dat een goede gistpitch (juiste hoeveelheid cellen van goede kwaliteit) wordt gegeven. Afsluiten met bypass die uitmondt in (gekookt) water aangezuurd met fosforzuur (pH 2) om onheil van buiten af te voorkomen.Als je genoeg headspace hebt kun je afsluiten met een waterslot. 2e vergisting Decanteerfles de sulfietoplossing eruit schenken en opvangen in vat om te hergebruiken. Spoelen met warm water. Gedurende 5 minuten stoom inblazen en klaar voor gebruik. Na gebruik borstelen en vervolgens 1 Brouwdag spoelen met Chemipro en laten uitlekken. 2 Na spoelen met kokend water en laten uitlekken. Aandacht voor de kraan. 3 Na spoelen met spoelalcohol en laten uitlekken. 4 Vergistingsvat bewaren met erin sulfietoplossing. Bottelen Plasticvat (Brouwland) met kraan, de sulfietoplossing eruit schenken en opvangen/bewaren voor hergebruik. Spoelen met warm water. Gedurende 5 minuten stoom inblazen, overtollig water er uit laten en gebruiken om het jongbier af te vullen. Na gebruik poetsen en vervolgens 1 Brouwdag spoelen met chemipro. 2 Na spoelen met warm water en laten uitlekken. Aandacht voor de kraan. 3 Bottelvat bewaren met erin sulfietoplossing. Benodigde flessen.Gebruikte flessen, zo snel mogelijk na consumptie de gist eruit spoelen. Etiket er al afhalen. Enkele dagen in de zeepoplossing zetten. Afwasmiddel T-pol (zonder parfum) met Soda oplossing en ontharder (b.v. Broxo Matic) Flessen hierna:
Enkele veel zeggende sheets uit de lezing (9 oktober 2009, Bergsche Bierbrouwers Gilde) van Gerard van Weezel van ECOLAB heb ik in dit verslag gebruikt. Wim van den Kieboom |
|
| Terug naar overzicht | |
Op bezoek bij de thuisbrouwerij van Herman Beeke |
januari 2010 |
Door: Paul Langenberg |
|
|
Op Bezoek Bij DE Thuisbrouwerij van…… Herman Beeke Koud Het is bitter koud op het station van Eindhoven en het wordt nog veel kouder als uw verslaggever op de bij de N.S. gehuurde fiets stapt (penningmeester mag ik ff claimen?). Onderweg naar de thuisbrouwerij van Herman Beeke voelen de vingers binnen de handschoenen als bevroren frietjes in de diepvries. Het onbeschermde voorhoofd van de reporter voelt pijnlijk aan nu het op de rand van bevriezing verkeert maar we zijn niet van porselein en trappen dapper door. Met enige hulp van een vriendelijke meneer die zelfs zijn vrouw belt om even op de computer te kijken waar het genoemde adres zich precies bevindt is de brouwerij toch vrij snel gevonden. Bij toeval stapt Herman net naar buiten om de bostel in de container te gooien dus het huis is snel gevonden. Anders had de bekende geur van kokende wort toch wel naar de juiste plek geleid. De damp die op deze koude winterdag naar boven krinkelt, verraadt de plaats delict toch wel. Slecht begin De dag was wel slecht begonnen maar daar had de kou niets mee van doen. Het bezoek was wat eerder gepland maar omdat uw reporter zijn fietssleutel kwijt was leek het bezoek al bij voorbaat niet mogelijk. Zonder fiets is het leven erg moeilijk, er moest dus alles op alles gezet worden om de sleutel terug te vinden. Gelukkig viel me net op tijd te binnen, dat ik de sleutel al eens eerder per ongeluk had weggegooid. De fietssleutel ligt namelijk gevaarlijk dicht bij het oud papier en inderdaad, ook deze keer vond ik na drie kwartier van vertwijfeling de sleutel terug in de papiercontainer. Leve de gescheiden afvalbakken, anders had ik het ding misschien wel tussen de rottende vissenkoppen vandaan moeten plukken, nu bleef het bij graaien tussen oud maar schoon papier. Karmeliet Herman brouwt vandaag de triple Karmeliet van het brouwpakket. Herman is een actieve brouwer die bijna maandelijks wel een keer brouwt, op het hoogtepunt van de zomer niet maar daarbuiten toch zeer regelmatig. Hij heeft niet direct een favoriet biertype maar probeert zoveel mogelijk verschillende types te brouwen. De eerste die me begroet is echter niet Herman zelf maar zijn nogal fors uitgevallen Rottweiler die, hoe kan het ook anders bij een brouwer, vernoemd is naar een bier en vrolijk kwispelend komt als je “Chouffe” roept. Het bijbehorende bier brengt hij nog net niet maar wie weet gaat hij dan nog leren want hij zit tenslotte op school en doet nu de cursus “speuren”. Dan moet de cursus serveren toch ook mogelijk zijn. Chouffe zal tijdens het bezoek gezellig aanwezig blijven. Gelukkig komt zijn staart niet in de brander die midden in de keuken van Herman zijn best staat te doen om 20 liter Karmeliet in wording aan de kook te brengen. Handigheidjes Iedere thuisbrouwer heeft wel zijn eigen handigheidjes gevonden om het brouwen wat makkelijker te maken. Herman heeft zijn brander heel stabiel en op comfortabele hoogte gezet door drie bierkratten te stapelen. Daarop heeft hij een plank waarin de randen zijn uitgefreesd zodat de plank goed op de kratrand valt. Aan de bovenkant zijn ook openingen gemaakt waarin de poten van de brander vallen. Simpel maar heel functioneel. Ook opvallend is het fraaie kleine digitale weegschaaltje, gekocht bij Brouwland, om kruiden en hop af te wegen. Dat Herman een technische achtergrond heeft, helpt er wel aan. Hij heeft een ingenieus systeem van koperen buis waarmee hij in een oogwenk een hevelfilter construeert maar deze ook net zo snel weer uit elkaar kan halen om schoon te maken. Ook heel handig en eigenlijk simpel te maken is een koperen peilstok in T-vorm, hierop heeft hij streepjes gegraveerd die de inhoud van de ketel weergeven. Een keer meten en dan weet je precies hoeveel er in het vat zit. Door de T-vorm blijft de peilstok gewoon op de rand van de ketel liggen. Docent Herman heeft een opleiding in de elektrotechniek en is bevoegd om les te geven. Momenteel werkt hij in het bedrijfsleven, hij werkt in Den Bosch, maar hij ziet wel kansen om op termijn toch les te gaan geven, iets wat hij graag zou willen. Herman komt oorspronkelijk uit Zeeland maar is 11 jaar geleden in Eindhoven gaan studeren en daar blijven hangen. Het huis wat hij nu bewoont heeft hij pas sinds een half jaar. Hij is er erg blij mee en dat is te snappen want hij heeft de beschikking over een grote woonkamer, ruime keuken en….. een eigen brouwkamer waar hij zijn bieren laat vergisten. Natuurlijk in een kast met temperatuurregeling, met behulp van een kamerthermostaat en een verwarmingselement waarop hij zelf een extra koeler heeft gemonteerd, blijft de gisting onder controle. Voorlopig blijft het bij bovengisting maar in de toekomst sluit Herman een ondergistend bier niet uit. Hij heeft in zijn nieuwe woning immers ook de beschikking over een schuur die daarvoor in de winter wel geschikt is. Met dit weer zou overigens een ijsbier ook geen probleem zijn. Brabant Zoals al gezegd komt Herman uit Zeeland en hij is zijn brouwcarrière begonnen bij de Deltabrouwers maar in Brabant heeft hij zich steeds verder bekwaamd in de edele brouwkunst. Hij brouwt altijd 20 liter, dat is nog een beetje handig te hanteren. Mocht het een keer wat minder zijn dan is het ook geen ramp, al is het soms natuurlijk wel jammer als je een heel lekker bier hebt, dan zou je willen, dat het meer was natuurlijk. Bestuur Het mag bekend verondersteld worden, dat Herman in het bestuur zit. Hij vindt het gezamenlijk brouwen een van de leukere activiteiten en wil zich sterk maken voor het bevorderen van de activiteit van de leden. De nadruk mag meer komen te liggen op het brouwen zelf wat hem betreft. Orval Bij hemzelf lukt het brouwen in ieder geval prima. Het bewijs hiervan wordt geleverd als hij een zelfgebrouwen Orval schenkt. Een bier wat door ondergetekende in de originele vorm zeer wordt gewaardeerd. De versie van Herman doet er niet voor onder. Met behulp van de originele gist die hij hiervoor heeft opgekweekt, heeft hij een fantastische imitatie gemaakt. De typische geur van Orval, de kleur, de bitterheid (mede bereikt door dry-hopping). Een mooi eind van dit bezoek en na zo’n aangenaam biertje deert het niet dat de tocht terug nog onder Siberische condities aanvaard moet worden. Gelukkig doet de trein terug het ook nog, wel jammer dat ik thuis geen Orval heb, die zal ik dan zelf moeten maken, het recept is gelukkig onderweg. Paul Langenberg |
|
| Terug naar overzicht | |
Het controleren van de vergistingstemperatuur |
oktober 2009 |
Door: Frits Haen |
|
|
Het controleren van de vergistingstemperatuur Het controleren van de temperatuur van het actief gistende wort kan een belangrijke uitwerking hebben op de smaak van het bier. Gisting boven de gewenste temperatuur kan buitensporige fruitige esters of foezelalcoholen produceren. Ik brouwde eens een ale tijdens de zomer en liet de vergistingstemperatuur boven de 27 °C komen. Het bier smaakte naar kauwgom! De meeste thuisbrouwers hebben weinig middelen om de vergistingstemperatuur goed te handhaven. Dit is de reden waarom er vroeger bier gebrouwen werd tijdens de wintermaanden en opgeslagen in grotten of kelders. Daarom vergist ik ale in de winter en mede (honingdrank) in de zomer, want mijn kelder heeft dan de juiste temperatuur voor de vergisting. De normale vergistingstemperatuur voor ale is 20 tot 22 °C en voor lagerbier van 7 tot 13 °C. Hou ook in de gaten dat door de warmte van een actieve gisting de temperatuur 5 tot 8 °C kan stijgen. Een kelder kan koud genoeg zijn voor een alegisting, maar meestal niet voor een lagergisting. Aan de andere kant kan een te lage temperatuur leiden tot een trage of onvolledige vergisting. Als de temperatuur niet zo hoog of zo laag als je zou willen, dan zijn er een aantal mogelijkheden om toch de gewenste temperatuur te houden. Keep it cool Een eenvoudige manier om je gistende wort af te koelen is door verdamping, op dezelfde manier als je lichaam dat doet. Omdat het wort zelf niet kan/mag verdampen zet je het gistvat in een grote kuip met water. Bedek het met een handdoek die het water kan opzuigen uit de kuip en het water verdampt, waardoor het wort afkoelt. Deze methode werkt het best als de omgevingslucht droog is en/of circuleert door middel van een ventilator. Met deze techniek kun je een gistvat 5 tot 8 °C koeler maken dan de omringende lucht. Een wat meer agressieve manier van koelen is het toevoegen van ijs aan de kuip met water waarin het gistvat staat. Deze techniek vereist dat regelmatig gecontroleerd moet worden of het ijs aangevuld moet worden. Ook is de temperatuur van het gistende wort moeilijker te controleren, waardoor het wort kouder kan worden dan gewenst. Een beetje experimenteren kan nodig zijn welke methode het beste werkt. Een zelfklevende temperatuurstrook op de buitenkant van het gistvat boven het waterniveau zorgt voor een eenvoudige en handige manier om de temperatuur te controleren. Als de methode met de handdoek of het ijswater niet voldoende is om de temperatuur in de hand te houden zijn er nog andere mogelijkheden om het voor elkaar te krijgen. Een thermostaat met losse voeler kan ook eenvoudig worden gebruikt om de temperatuur in een koelkast of diepvries te controleren. De thermostaat wordt aangesloten op een contactdoos en de koelkast of diepvries wordt op de thermostaat aangesloten. De voeler wordt aan de zijkant van het gistvat geplaatst of wordt in het wort ondergedompeld. De thermostaat kan dan worden ingesteld op een temperatuur die de koelkast of diepvries op een temperatuur houdt die geschikt is voor het soort bier dat je wilt laten vergisten. Thermostaten komen zowel analoog als digitaal voor en hebben een speling van 0,5 tot 2,2 graden Celsius en houden dus het systeem binnen een temperatuurbereik van 1,0 tot 4,4 graden Celsius. Een thermostaat is noodzakelijk om te voorkomen dat het gistvat kouder wordt dan je zou willen. Thermostaten met losse voeler zijn goed verkrijgbaar. Als je een koelkast of diepvries wilt gebruiken moet deze natuurlijk wel groot genoeg zijn om je gistvat in te kunnen zetten en lang genoeg beschikbaar zijn voor dit doel. Gebruikte koelkasten en diepvries kunnen dikwijls betrekkelijk goedkoop worden aangeschaft. Houdt het warm In sommige delen van het jaar kan een garage of kelder niet warm genoeg zijn voor ale of medegisting. Het wordt dan noodzakelijk wegen te vinden om een gisting goed te laten verlopen zonder energie (en geld) uit te geven om het hele huis of de brouwruimte op de gewenste temperatuur te houden. De gemakkelijkste methode is om het te verwarmen gistvat te bedekken met een deken of ander isolerend materiaal om de warmte vast te houden die door de gisting wordt geproduceerd. Een zelfklevende thermometerstrook maakt controle van de temperatuur van het gistvat eenvoudig. Als de warmte die de gisting veroorzaakt niet genoeg is, zijn er nog andere mogelijkheden. In het verleden heb ik een goedkope aquariumverwarmer gebruikt om water te verwarmen in een grote kuip vast waarin mijn gistvat werd geplaatst. Een zelfklevende thermometerstrook op mijn gistvat controleerde de temperatuur of ik de thermostaat van de aquariumverwarmer goed had ingesteld om de gewenste temperatuur te bereiken. Een andere manier om je gistvat op temperatuur te houden is het gebruik van een geïsoleerde doos waarin een gloeilamp geplaatst wordt voor de verwarming. Door middel van een thermostaat kun je de temperatuur instellen. Let er wel goed op dat de hete ballon van de gloeilamp niets kan raken dat kan smelten of anders brandbaar is. Voor een paar euro meer zijn er producten zoals een soepele elektrische deken die warmte levert over het volledige oppervlakte van het gistvat en daarom veilig op glazen of plastic gisvaten is te gebruiken. De elektrische deken zal de temperatuur van een gistvat 5 graden Celsius laten stijgen ten opzichte van de omgevingstemperatuur, afhankelijk van het vermogen. Ook kan de elektrische deken met een thermostaat worden gekoppeld om de temperatuur met meer nauwkeurigheid te controleren. Maar het kan ook anders Indien geld geen rol speelt, kun je voor een ultieme temperatuurgecontroleerde gisting een kegelvormig gistvat kopen met een glycolmantel met onafhankelijke koeling en verwarming voor $1.500 tot $2.500 (ik kan dromen, is het niet?). Deze eenheden worden thermostatisch afgekoeld of verwarmd en controleren het wort binnen een smal temperatuurbereik. Sommige modellen zijn programmeerbaar, geven een diacetyl rust en daarna een lagertijd. Welke methode je ook kiest om de temperatuur tijdens gisting te controleren, de tijd en geld die je gebruikt zal goed besteed zijn. De gist die je gebruikt en de omgeving waarin deze moet werken, hebben een belangrijke invloed op de smaak van het bier. Er zijn vele speciale en stijl-specifiek gisten verkrijgbaar voor de amateurbrouwer. Elke giststam heeft een temperatuurbereik waar het beste zijn werk kan doen. Door de gistingstemperatuur te controleren haal je het beste uit de gist waardoor je brouwprestaties op een hoger niveau komen of kun je andere soorten bier maken die je daarvoor niet hebt kunnen brouwen. Jon Stika Bron: Brew Your Own, maart/april 2009, vertaald en bewerkt door Frits Haen |
|
| Terug naar overzicht | |
Kalibreer je hydrometer en gistvat |
mei 2009 |
Door: Frits Haen |
|
|
KALIBREER JE HYDROMETER EN GISTVAT In deze aflevering over techniek zullen we een fysieke eigenschap van water – zijn dichtheid – gebruiken om brouwerij apparatuur te kalibreren. De dichtheid van water Dichtheid is het gewicht van een object gedeeld door het volume wat het bezit. Water heeft een dichtheid van een kilogram (kg) per liter (l) bij 4 °C. Met andere woorden, als jee precies een liter water van 4 °C hebt en je zet het op een (goed gekalibreerde) weegschaal dan zou dat precies 1 kg wegen. Bij 4 °C is water op zijn maximale dichtheid. Boven deze temperatuur zet het een beetje uit. Merkwaardig genoeg zet het ook een beetje uit als jet het water verder afkoelt. Als we onze hydrometer gebruiken meten we de dichtheid van het extract in onze wort of bier. (“Extract”betekent hier opgeloste stoffen en niet moutextract, hoewel moutextract een deel van je totale extract kan zijn.) Amateurbrouwers zijn geneigd dit aan te geven als soortelijk gewicht, wat de dichtheid is van een vloeistof ten opzichte van zuiver water. Vloeistoffen die dezelfde dichtheid hebben als water hebben een soortelijk gewicht van 1.000. Brouwers geven het soortelijk gewicht aan met drie decimalen. Omdat het soortelijk gewicht de verhouding aangeeft van een vloeistof ten opzichte van water heeftr soortelijk gewicht geen eenheden. Met andere woorden het soortelijk gewicht van water is 1.000 en niet 1.000 gevolgd door een gewicht en volume (zoals kg/l). Een-punts kalibratie Als je hydrometer goed gekalibreerd is moet het 1.000 aan moeten geven als het drijft in zuiver water. Omdat de dichtheid van water verandert met de temperatuur moeten hydrometers op een bepaalde temperatuur gebruikt worden (ofwel 16 °C of 20 °C). Deze temperatuur staat bijna altijd op het briefje wat in de hydrometer zit. Correctietabellen die de afwijking aangeven zijn in de meeste zelfbrouwboeken te vinden. Om te controleren of je hydrometer nauwkeurig het soortelijk gewicht van water meet, laat hem dan eenvoudig in water drijven (gedistilleerd of omgekeerd osmosewater) op de juiste temperatuur.
Draai de hydrometer om de luchtbelletjes los te maken die er eventueel aan vast kunnen zitten en breng het instrument op ooghoogte. Je zult zien dat het water in het glas in het midden vlak is. Aan de kant van het glas en tegen de hydrometer zal het water afgebogen worden in een U-vorm. Deze boogvorm van het water tegen het wandoppervlak noemen we de meniscus. Als je de hydrometer af wilt lezen neem dan het laagste punt van de meniscus. Als je geluk hebt lees je op de hydrometer 1.000 af op de juiste temperatuur. Als je een iets hogere (1.001 of meer) of een lagere waarde (0.999 of minder) afleest dan kun je de afwijkende waarde optellen of aftellen van jet metingen in wort of bier. Stel dat je in zuiver water 0.998 afleest op de juiste temperatuur. Dat betekent dat je 2 “punten” te laag zit en dus 2 punten af moet tellen van je meting in wort of bier. Met andere woorden: je aflezing van 1.050 wordt dan gecorrigeerd naar 1.048.
Een twee-punts kalibratie Het aflezen van je hydrometer in zuiver water is een een-puntscalibratie, wat alle amateurbrouwers wel eens ooit zullen doen. Maar wat moet je nu doen als de aflezing precies 1 is, maar het papiertje binnen in de hydrometer is samengedrukt of juist langer geworden? Om te bepalen of je hydrometer ook goed afgelezen kan worden in een ander bereik moet je de twee-punts kalibratie toepassen. En om de twee-puntsbepaling te kunnen doen moet je iets weten over Plato. Niet de Griekse filosoof, maar een maat van extractgewicht die meestal door professionele brouwers wordt gebruikt. Graden Plato (°Plato) is het gewichtspercentage van sucrose (tafelsuiker) opgelost in een wateroplossing. Bijvoorbeeld, als je 10 gram suiker laat oplossen in 90 gram water dan heb je een 10 °Plato oplossing, dat wil zeggen 10 gram suiker in een oplossing die in totaal 100 gram weegt is 10% suiker (gewicht/gewicht). Er is een vlugge en iets onnauwkeurige manier om graden Plato en soortelijk gewicht om te rekenen. Vermenigvuldig de graden Plato met vier en je krijgt de waarde in soortelijk gewicht. Andersom als je het aantal punten van het soortelijk gewicht deelt door vier dan krijg je het aantal graden Plato. Bijvoorbeeld de hierboven genoemde oplossing van 10 °Plato geeft 40 “soortelijk gewicht punten”, dus 1.040. Deze “maal 4”regel is alleen een benadering, omdat het soortelijk gewicht en graden Plato geen lineaire verhouding hebben. Een wort van 10 °Plato heeft echt een soortelijk gewicht van 1040. Als je verder wegraakt van 10 °Plato wordt deze benadering minder nauwkeurig. In een aantal brouwboeken vind je een tabel met de verhouding tussen graden Plato en soortelijk gewicht. In zijn boek, “New Brewing Lager Beer” (1996, Brewers Publications), geeft Greg Noonan een vergelijking waarmee soortelijk gewicht kan worden omgerekend in graden Plato. De vergelijking is:
P(°Plato) = 135.997(SG)3 - 630.272(SG)2 + 1111.14(SG) - 616.868
Waarin P het extractgewicht in °Plato is en SG het soortelijk gewicht. Het tweede punt Als je een (gekalibreerde) schaal hebt, kun je een suikeroplossing maken met een dichtheid die overeenkomt met de gemiddelde dichtheid van je wort. Je kunt dat gebruiken om te controleren of je hydrometer goed afgelezen kan worden in dat bereik. Stel dat je meestal pale ales of porters brouwt met een soortelijk gewicht van 1048. Het soortelijk gewicht van 1048 komt overeen met 12 °Plato. (Eigenlijk is 12 °Plato 1.04838, maar het verschil is hier slechts 0,38 “soortelijk gewichtpunten”.) Als je 12 gram sucrose oplost in 88 gram water krijg je een oplossing van 12 °Plato of een SG van 1.048. (Om genoeg vloeistof te hebben om je hydrometer te kunnen laten drijven, zul je 24 gram sucrose en 176 gram water moeten gebruiken.) Als je deze suikeroplossing maakt moet je wel sucrose (tafelsuiker) gebruiken en geen maissuiker. Waarom? Omdat maissuiker vermengd is met water. De meeste maissuiker die in thuisbrouwwinkels wordt verkocht is dextrose (D-glucose) monohydraat. Dit betekent dat het water is gemengd met de suiker en dus een deel van het gewicht uitmaakt. Terwijl sucrose alleen sucrose is. Je kunt waarschijnlijk de volgende stap al raden: laat de hydrometer drijven in de testoplossing. Onthoud dat je een correctie moet toepassen vanuit de aflezing van zuiver water. In het vorige voorbeeld lazen we op de hydrometer twee punten te weinig af, dus moeten we twee punten van het af te lezen soortelijk gewicht af trekken. Als de schaal van je hydrometer correct is moet de (verbeterde) aflezing 1.048 zijn (of 12 °Plato). Als je tweede aflezing goed is hoef je alleen de eerste correctie (meting van water) toe te passen. Als je hydrometer ook bij de tweede aflezing afwijkt zul je een grafiek moeten maken. In ons voorbeeld is de aflezing 1.047 is in plaats van 1.048 (12 °Plato). Dit betekent dat de totale aflezing 1.045 (11,2 °Plato) is, terwijl het 1.048 had moeten zijn. Het maken van de grafiek Begin met de x-as (de horizontale lijn) te verdelen van 1.000 tot het soortelijk gewicht van je zwaarste bier. Als je zwaarste bier een Scotch ale is van 1.080, dan laat je de x-as lopen van 1.000 tot ,pakweg, 1.090. Op de y-as (de verticale lijn) begin je bij de waarde die je afgelezen hebt in zuiver water. In ons voorbeeld loopt de schaal op de y-as van 0.998 tot 1.090. Trek nu met een liniaal een rechte lijn tussen de punten van de zuiver watertest en de test van de sucroseoplossing. Deze lijn is de kalibratiecurve. Om de juiste aflezing van je hydrometer te krijgen neem je de gemeten waarde en telt er niets bij of af. Zet de afgelezen waarde op de (verticale) y-as en trek een horizontale lijn naar de kalibratiecurven en van dat snijpunt een verticale lijn naar de (horizontale) x-as. Hier vind je het verbeterde soortelijk gewicht. Was dat nou gemakkelijk? Om eerlijk te zijn niet. Als je hydrometer veel afwijkt lijkt het verstandiger een nieuwe hydrometer te kopen. Toch is het kalibreren van je hydrometer met de twee-puntskalibratie nuttig om te controleren of je aflezing wel klopt. Volume Amateurbrouwers willen het soortelijk gewicht meten zodat ze hun rendement kunnen schatten – hoeveel extract ze krijgen uit hun graankorrels en andere toevoegingen. Ze drukken dat dikwijls uit in punten per kilo per liter. Met andere woorden: hoeveel soortelijk gewichtspunten zij halen uit het gewicht van hun ingrediënten, gedeeld door het volume van hun wort. Hoe je dit berekent vind je elders in je brouwboeken. Om dit zo nauwkeurig mogelijk te schatten moet je in staat zijn het volume van het wort goed te meten. Bovendien is het nuttig het volume van je brouwketels te kalibreren, omdat je dan tijdens het brouwen het juiste volume van je vloeistof kunt meten. Het basis idee om je ketels te kalibreren is simpel. Doe een bekende hoeveelheid water in een ketel en teken het af op de wand. Doe bijvoorbeeld vijf liter water in je emmer en plak aan de buitenkant een stukje tape dat overeenkomt met die hoeveelheid water. Herhaal dit proces een paar keer om de 10, 15 en 20 liter te markeren. Het enige probleem bij het bovenstaande is: hoe meet ik precies 5 liter water af? Standaard maatbekers in de keuken zijn niet heel nauwkeurig. Je hebt dus iets nodig waar je wel nauwkeurig mee kunt meten. Wetenschappers gebruiken hier volumetrisch glaswerk voor. Helaas is goed volumetrisch glaswerk erg duur. Voor amateur brouwers is er iets wat redelijk nauwkeurig is, maar veel goedkoper. Gelukkig wordt zo’n ding in de brouwwinkel verkocht – een cilinder met maatverdeling. Scheikundigen gebruiken deze maatcilinder als ze een nauwkeurig volume nodig hebben wat nauwkeuriger is dan op bekers en flessen staat aangegeven, maar niet zo nauwkeurig dat ze hun dure (en kwetsbare) volumetrisch glaswerk moeten gebruiken. Voor amateurbrouwers is een 250 mL maatcilinder voldoende (en kan ook als hydrometerglas gebruikt worden. Op een goede maatcilinder staat aangegeven hoe nauwkeurig het is. Op de mijne staat 250 mL +/- 2 mL bij 20 °C. De nauwkeurigheid is ongeveer 1%, wat goed genoeg is voor de meeste brouwtoepassingen. Om een 20 litervat te kalibreren door er steeds 250 mL in te schenken wordt een vervelende zaak. Je moet dit 80 keer doen om het 20 literteken te krijgen. Om grotere vaten te kalibreren kun je gebruik maken van een tussenliggend gekalibreerd vat van bijvoorbeeld 2,5 liter. Om brouwemmers te kalibreren kun je een permanent teken maken op de buitenkant van de emmer. Voor glazen flessen kun je stukjes tape plaatsen voor elke twee liter. Bij watertanks en andere vaten met peilglas kun je het markeren op het peilglas. En voor alle ketels die niet doorzichtig zijn kun je een peilstok maken. Schalen en gewichten Met een redelijk nauwkeurige maatcilinder van 250 mL kun je makkelijk een liter water afmeten. Onthoud dat 1 liter water van 4 °C (koelkasttemperatuur) precies 1 kilogram weegt. Met deze informatie kun je alle schalen en weegschalen in je brouwerij kalibreren. Als je de apparatuur hebt gekalibreerd dan weet je dat metingen van temperatuur, soortelijk gewicht, volume en gewicht nauwkeurig zijn. Dat helpt je om steeds bier van goede kwaliteit te brouwen. Chris Colby
Bron: Brew Your Own, maart/april 2006, vertaald en bewerkt door Frits Haen
Chris Colby
Bron: Brew Your Own, maart/april 2006, vertaald en bewerkt door Frits Haen
|
|
| Terug naar overzicht | |
Refractometers |
april 2009 |
Door: Frits Haen |
|
|
REFRACTOMETERS Als je kijkt naar het brouwproces, dan is het moeilijk om steeds het juiste begin soortelijk gewicht te krijgen. Verschillen in de opening van je schrootmolen, de maischtemperatuur, de maischdikte, pH van het water en de samenstelling van het water spelen allemaal een belangrijke rol om het gewenste begin soortelijk gewicht te krijgen. Een probleem bij het meten van het soortelijk gewicht tijdens het spoelen of het filteren is dat je snel een monster moet hebben van voldoende omvang en genoeg gekoeld (tot ongeveer 20 °C) voor je hydrometer. Ik gebruikte altijd een literfles in een bad van ijswater tot een vriend voorstelde om het eens met een refractometer te proberen. Ik dacht dat dit het ei van Columbus was, omdat ik maar een paar druppels wort nodig had om te kunnen meten. Ik ontdekte snel dat refractometers heel handig zijn, al vereisen ze enige wiskundige correctie om nauwkeurig te zijn. Refractometers worden vaak gebruikt om snel het soortelijk gewicht van onvergiste wort te meten. Met een beetje meer inspanning kun je informatie krijgen over gegiste wort, inclusief het alcoholpercentage van het bier en het begin soortelijk gewicht van een afgewerkt bier! Het gebruik van de wiskunde kan misschien afschrikken, maar er zijn softwareprogramma’s verkrijgbaar zodat het geen probleem hoeft te zijn. Gelukkig waren er al veel mensen voor mij die hun huiswerk goed hadden gedaan om dit handige instrument te kunnen gebruiken. Jeffrey Donovan van de Sausalito Brewing Company had een mooi programma geschreven, ProMash, dat – samen met een boel andere dingen - een refractometer rekenmachine voor brouwers heeft. Ik gebruik dit programma altijd. Louis Bonham heeft ook veel professionele literatuur onderzocht en veel informatie verspreidt onder amateur brouwers over refractometers. Wat is een refractometer? Een Brix refractometer is een optisch instrument dat de sucroseconcentratie in een sucrose- en wateroplossing meet als functie van de brekingsindex van de oplossing. Het soort refractometer dat de meeste brouwers gebruiken bevat geen elektronische componenten. Refractie of breking is de boog die je ziet als je een potlood in een glas water zet. De brekingsindex is technisch gezien de verhouding van de snelheid van het licht in vacuüm gedeeld door de snelheid van het licht in het te onderzoeken monster. Het is gelijk aan de sinus van de hoek van intrede (de hoek waaronder het licht het water binnengaat) gedeeld door de sinus van de hoek van breking (de mate waarin het licht wordt afgebogen) van een lichtstraal. De formule is dan: RI = sin(I)/sin(r) Als je het potlood zou zetten in een rij glazen met steeds meer geconcentreerd suikerwater dan zou je zien dat het potlood schijnbaar meer gebogen zou zijn naarmate de suikerconcentratie hoger was. Een refractormeter maakt deze meting gemakkelijk en zet deze brekingsindex om in Brix, die gelijk is aan procenten sucrose. In de refractometer wordt het licht in het wortmonster omgebogen en geprojecteerd op een netwerk van lijnen en nummers, waardoor we de hoek kunnen meten waarin het licht werd afgebogen. Een refractometer lijkt op een kleine telescoop. Je tilt een raamwerk op, doet er een druppel vloeistof in en wacht 30 seconden om te zorgen dat de refractometer thermisch stabiel is (ook de vloeistof kan zich dan gelijk over de plaat verdelen) en leest dan het resultaat in Brix. Brix kan ongeveer naar de specifieke zwaartekracht (SG) worden omgerekend met een eenvoudige formule: SG = 1 + (0.004 x Brix) De meeste mensen zullen zich herinneren dat je de uitlezing in Brix met vier moet vermenigvuldigen om het soortelijk gewicht te krijgen. Bijvoorbeeld, als je 11 Brix afleest en je vermenigvuldigt het met vier, dan krijg je 44, wat overeenkomt met een soortelijk gewicht van 1.044. Een enigszins nauwkeuriger formule is: SG = 1,000019 + [0.003865613(brix) + 0.00001296425(brix) + 0.00000005701128(brix)] Met deze formule geeft een Brix van 11 een soortelijk gewicht van 1.043. Kiezen van een refractometer Er zijn veel soorten refractometers. Het type dat brouwers gebruiken is het type wat fruittelers gebruiken om de suikerconcentratie in het fruit te meten om te kijken of het al rijp is. Het meet meestal van 0 tot 30 Brix (1000 tot 1120 SG) en dat is een bruikbare reeks voor amateur bierbrouwers. Het is belangrijk om er geen te krijgen die batterijzuur of andere chemische oplossingen meet, omdat die een niet beschikbare vergelijking nodig heeft om naar Brix om te zetten en zal waarschijnlijk een verkeerd bereik aan brekingsindexen hebben. Refractometers zijn verkrijgbaar met of zonder automatische temperatuurcompensatie (ATC). ATC is een mooie luxe, maar niet noodzakelijk indien je een temperatuurcompensatiegrafiek gebruikt. In eenvoudige refractometers wordt ATC optisch gedaan en niet elektronisch. Ze kosten overal tussen de 75 en 300 euro, afhankelijk van de kwaliteit en het land van herkomst. Ik heb de minder dure exemplaren gebruikt met prima resultaat. Omdat het monster een hele kleine massa heeft ten opzichte van de refractometer is alleen de temperatuur van de refractometer bepalend voor een juiste aflezing. Gebruik van de refractometer Het gebruik van een refractometer is heel eenvoudig. Je kalibreert de refractometer door het raampje te reinigen en er een druppel gedestilleerd water op te doen. Sluit het raampje en let er op dat het glas geen droge plekken of luchtbellen heeft. Wacht 30 seconden. Houd de refractometer met het raam naar een lichtbron en kijk door het ooggat. De meter zal een lijn laten zien tussen blauwe en heldere tonen. Deze lijn zal corresponderen met een schaal aan de kant van het scherm. Daar wordt de aflezing gedaan. Regel dan de kalibratieschroef naar 0 Brix. Als de meter is gekalibreerd, maak dan het raam schoon en breng een of twee druppels van het monster aan op het raam en lees de waarde af door het ooggat. Temperatuurkalibratie Als je een model gebruikt met ATC dan kun je de aflezing direct gebruiken. Als je geen ATC hebt dan moet je de grafiek gebruiken die bij de refractometer wordt geleverd. Je kijkt eenvoudig naar de omgevingstemperatuur en bepaalt aan de hand van de grafiek hoeveel je er bij of eraf moet tellen om de juiste waarde te krijgen. Gebruik geen temperatuurcorrectie bij het kalibreren van de meter. De kalibratie moet voor de meeste meters gebeuren bij een temperatuur van 20 °C. Begrip van de aflezing Als het monster bestaat uit sucrose en water dan kun je de aflezing direct gebruiken. Als je wort gaat meten, wat meestal maltose is, moet je een correctie doen die ik wortkalibratie noem. Wortkalibratie Metingen van het soortelijk gewicht van wort met behulp van een refractometer zijn niet hetzelfde als metingen met een hydrometer. Brix refractometers zijn bedoeld om het suikergehalte van een pure sucroseoplossing te meten. Omdat wort niet alleen bestaat uit suiker en water moet je een kleine correctie maken vanwege de niet-suikercomponenten van het wort. De correctiefactor is verschillend voor verschillende brouwerijen. Bier dat heel donker is of een zeer hoog begin soortelijk gewicht heeft kan ook een andere correctiefactor hebben. Om de correctiewaarde te berekenen meet je het soortelijk gewicht met de refractometer. Koel dan een monster van het wort en meet het soortelijk gewicht met de hydrometer. Zet dan de meting met de hydrometer om in Brix met de formule: Brix = (SG-1)/0.004. Deel dan de aflezing van de refractometer door de aflezing van de hydrometer. Je krijgt dan een getal tussen 1,02 en 1,06. Als je dit doet voor een paar soorten wort en daar het gemiddelde van neemt dan krijg je de correctiefactor die je voor jouw brouwerij kunt gebruiken. ProMash gaat uit van 1,04 en dat getal gebruik ik ook altijd. Als je eenmaal die correctiefactor hebt kun je alle metingen met de refractometer delen door dat getal om de juiste aflezing te krijgen. Als je aflezing bijvoorbeeld 14,6 Brix is, dan is je gecorrigeerde aflezing 14,04 Brix (14,6 gedeeld door 1,04 is 14,04). Dan kun je de meting in Brix omzetten naar soortelijk gewicht. Als je eenmaal je refractometer gekalibreerd hebt en je correctiefactor hebt bepaald, kun je steeds het soortelijk gewicht bepalen zonder dat je genoeg wort hebt laten afkoelen om met de hydrometer te kunnen meten. Je kunt de refractometer gebruiken om het soortelijk gewicht te meten van je wort tijdens het filteren en bepalen wanneer je moet stoppen met spoelen. Je kunt ook snel meten tijdens het koken om te bepalen of je de barleywine nog verder moet laten koken of dat je nog water toe moet voegen om juiste soortelijk gewicht voor je witbier te krijgen. Bij zorgvuldig gebruik is een 0-30 Brix refractometer nauwkeurig tot 0,2-0,3 Brix. Dat is minder nauwkeurig dan een goede hydrometer. Toch kan een snelle meting van het soortelijk gewicht nuttig zijn, als het laten afkoelen van een flink monster voor de hydrometer te veel tijd in beslag neemt. Meting van het alcoholpercentage (ABV) Hier begint het ingewikkeld te worden. Gelukkig deed Louis Bonham goed werk door deze methode voor amateur brouwers te onderzoeken. Je gebruikt de aflezing van de refractometer en van de hydrometer en gebruikt de volgende vergelijking: ABV = [277.8851 - 277.4(SG) + 0.9956(Brix) + 0.00523(Brix2) + 0.000013(Brix3)] x (SG/0.79) In deze vergelijking is Brix de aflezing van je refractometer en SG de aflezing van je hydrometer. Als je dit probeert is het belangrijk nauwkeurig af te lezen. Ontgas het monster met een mixer of door het tussen twee glazen te gieten tot het niet meer schuimt. Als het mogelijk is moet de aflezing gebeuren op een temperatuur van 20 °C. Als je hydrometer is gekalibreerd in Brix, gebruik dan de langere formule die eerder vermeld staat om te rekenen naar SG. Meting van het alcoholpercentage ABV kan binnen 0,3% als je voorzichtig bent met meten. Schijnbare en echte extract Je hydrometer meet het schijnbare extract (AE) van je bier. Het echte extract (RE) is het eigenlijke percentage van de onvergiste suiker. Je kunt dit meten door de aflezing van de refractometer om te zetten naar de brekingsindex met de vergelijking: RI = 1.33302 + 0.1427193(Brix) + 0.000005791157(Brix2) Dan moet je de brekingsindex (RI) invullen in de vergelijking: RE = 194.5935 + 129.8(SG) + RI[410.8815(RI) - 790.8732] Ik wil het echte extract (RE) weten omdat het beter overeenkomt met de waargenomen zoetheid dan het schijnbare extract (AE). Als je het soortelijk gewicht van het gistende wort wilt weten en je hebt het begin SG gemeten, dan kun je de refractometer nemen met een paar druppels van het gistende bier, de resultaten in de vergelijking zetten en het specifieke soortelijk gewicht uitrekenen. Dit heeft het voordeel dat je kunt bepalen of de vergisting klaar is zonder dat je een flink monster moet nemen voor de hydrometer. Het is ook mogelijk het begin soortelijk gewicht van een vergist bier te bepalen. Stel je hebt een fles Samuel Smith’s IPA en je wilt het begin soortelijk gewicht weten. Je kunt de aflezing van de refractometer nemen en die waarde invoeren in nog een andere formule (ik gebruik ProMash om deze twee berekeningen te maken). Ik kan een refractometer erg aanbevelen om het soortelijk gewicht van het wort snel te kunnen bepalen tijdens het spoelen en het koken en om het alcoholgehalte te bepalen van je uiteindelijke bier. Hoewel de formules af kunnen schrikken, kunnen ze door iemand met een beetje wiskunde van de middelbare school worden opgelost. Als alternatief kun je brouwsoftware gebruiken als ProMash of een spreadsheet maken om het op te lossen. Colin Kaminski Bron: Brew Your Own, november 2003, vertaald en bewerkt door Frits Haen |
|
| Terug naar overzicht | |
Het kalibreren van thermometers |
februari 2009 |
Door: Frits Haen |
|
|
HET KALIBREREN VAN THERMOMETERS Amateurbrouwers meten van alles op een brouwdag. We wegen onze mout en hop af. We meten de maischtemperatuur. We meten het pH van onze wort. We meten of we genoeg wort hebben verzameld na het koken en we meten het begin soortelijk gewicht. Als je de meetapparatuur niet hebt gekalibreerd, kunnen de resultaten fout zijn of in ieder geval met een flinke marge. Hieronder zal ik aangeven hoe je de thermometers kunt kalibreren. Thermometers De meeste brouwers hebben verschillende soorten thermometers. We kunnen bimetaalthermometers hebben op onze maischketel, glazen of digitale thermometers om de temperatuur in de maischketel of kookketel te meten. Er zijn thermometerstrips die je op je gistvat kunt plakken. Veel brouwers hebben er geen idee van hoe onnauwkeurig thermometers kunnen zijn. Goedkope thermometers kunnen wel 11 °C afwijken. Zelfs duurdere thermometers kunnen genoeg afwijken om een ander brouwsel te krijgen dan de bedoeling was. Elke amateurbrouwer zou moeten weten hoe hun thermometers gecontroleerd en gekalibreerd moeten worden. Elke serieuze amateurbrouwer zou een goede thermometer moeten hebben - een laboratoriumkwikthermometer of digitale thermometer - om de andere thermometers te controleren. Zelfs de meest dure thermometers moeten gecontroleerd worden op nauwkeurigheid. Om een thermometer te controleren moet je de temperatuur nemen van twee oplossingen, waarvan je de temperatuur weet. Hoe weet je nu de temperatuur van een oplossing? Die vind je door de eigenschappen van gewoon water. Het vriespunt mete Het beste punt om te beginnen is het vriespunt van water. Zuiver water bevriest bij 0 °C. Als je een oplossing maakt van ijs en water kun je aflezen of je thermometer daar de juiste temperatuur aangeeft. Ga als volgt te werk om een 0 °C oplossing te maken: Neem een schone piepschuim beker en vul die met ijsschilfers. Eigenlijk zou het van gedestilleerd water moeten zijn, maar kraanwater wijkt te weinig af om een verschil te maken voor je brouwproces. Voeg geen water toe aan het ijs. Zet de beker in de koelkast en wacht tot er genoeg ijs gesmolten is zodat je thermometer naar de bodem zakt. Glazen laboratoriumthermometers hebben een lijn die aangeeft hoever de thermometer moet zijn ondergedompeld in de vloeistof. Het duurt een paar uur voor het ijs zover is gesmolten. Zorg dat je de temperatuur meet van een oplossing van veel ijs en weinig water. Denk niet dat je even een (warme) beker kunt nemen, daar wat (warm) water en ijsblokjes in kunt doen en dan denken dat de temperatuur 0 °C zal zijn. Je moet echt wachten tot het ijs is gesmolten om de juiste temperatuur te kunnen meten. Als het ijswater klaar is neem dan de temperatuur van de oplossing. Bedenk dat de thermometer warmer is dan het ijswater en het plaatselijk iets zal verwarmen, dus roer er een beetje mee door het ijswater voordat je de temperatuur afleest. Het kookpunt meten Het tweede punt wat gemeten moet worden is het kookpunt van water. Water kookt op 100 °C op zeeniveau bij een normale luchtdruk. Aangezien we in Nederland overal op zeeniveau zitten hoeven we hier geen correctiefactor toe te passen. Alles wat je hoeft te doen is het koken van wat water, liefst gedestilleerd, en de temperatuur meten. Als je de volgende keer je thermometer in het kokende wort houdt dan zul je zien dat het kookt op een hogere temperatuur dan water (101 °C) door de opgeloste stoffen in het wort, zoals suikers en eiwitten. Als je geluk hebt zal je thermometer op beide punten de juiste temperatuur aangeven. Als dat zo is kun je de thermometer met een gerust hart gebruiken, hoewel het altijd mogelijk is dat er een niet-lineaire afwijking is. Misschien was de afwijking op beide meetpunten hetzelfde. Bijvoorbeeld dat de afwijking steeds twee graden te laag was. In dat geval moet je bij elke meting twee graden optellen om de juiste temperatuur af te lezen. Maar wat moet je doen als de ene meting goed was en de andere niet? Of de ene meting was te hoog en de andere te laag? In dat geval zul je een kalibratiecurve moeten maken. De kalibratiecurve Als je het resultaat hebt van het meten bij vriezen en koken van water dan kun je een kalibratiecurve maken. De gemakkelijkste manier is een grafiek. Neem een stuk millimeterpapier en zet een horizontale x-as en een verticale y-as van 0 tot 100. Zet nu twee punten op de grafiek die overeenkomen met je metingen. De eerste coördinaat geeft aan wat je gemeten hebt en de tweede was je had moeten meten. Als je vriespunt bijvoorbeeld op 1 °C lag zet dan een punt op 0 van de horizontale x-as en op 1 van de (verticale) y-as. Als je kookpunt op 97 °C lag zet dan een punt op 97 van de verticale y-as boven 100 van de horizontale x-as. Teken nu een rechte lijn tussen deze twee punten. Deze lijn is je kalibratiecurve. Er zijn twee manieren om deze curve te gebruiken. De eerste is te bepalen wat de werkelijke temperatuur is van wat je thermometer aangeeft. Neem je gelezen waarde en zet die op de verticale y-as. Trek een horizontale lijn tot je de curve snijdt en trek dan een lijn loodrecht naar beneden. Op de horizontale x-as lees je dan de werkelijke temperatuur. De tweede manier om de kalibratiecurve te gebruiken is om te bepalen wat je thermometer aan moet geven bij een bepaalde temperatuur. Je wilt bijvoorbeeld een waarde van 66 °C bepalen. Om te weten wat je meter aan moet geven ga je naar de horizontale x-as en trekt bij 66 een lijn loodrecht omhoog tot de curve en via een horizontale lijn lees je op de verticale y-as welke temperatuur je thermometer dan aan moet geven. Andere thermometers Nu je de beste thermometer hebt gekalibreerd volgens bovenstaande methode kun je die gebruiken als referentie voor je overige thermometers. Wijzerthermometers hebben dikwijls een schroefje aan de achterkant waardoor je de naald wat kunt verplaatsen. Als je een wijzerthermometer wilt kalibreren die vastzit aan je maischvat dan wil je die waarschijnlijk kalibreren op een temperatuur tussen 63 °C en 73 °C, de temperaturen waarbij de zetmeelomzetting plaatsvindt. Stel dat je dikwijls maischt op 67 °C. Om je meter op deze temperatuur te kalibreren moet je water verhitten tot je gekalibreerde thermometer aangeeft dat de eigenlijke temperatuur 67 °C is. Meet dan de temperatuur met de wijzerthermometer en regel het schroefje tot die ook 67 °C aangeeft. Je kunt dezelfde thermometer ook controleren op andere temperaturen. Je wilt dan zien wat de thermometer die gekalibreerd is op 67 °C aangeeft bij andere belangrijke temperaturen, zoals 53 °C (beta-glucaanrust) of 78 °C (afmaischtemperatuur). Als de waarde niet goed is geef dan met een permanent teken op de meter aan waar de afwijking zit. Onthoud dat wijzerthermometers regelmatig gecontroleerd moeten worden omdat ze in de loop van tijd af kunnen wijken. Ook voor glasthermometers kun je de gekalibreerde thermometer gebruiken om afwijkingen op te sporen. Geef met een permanent teken (bijvoorbeeld nagellak) aan waar de thermometer op belangrijke temperaturen afwijkt. Ook voor digitale thermometers, die niet direct kunnen worden gekalibreerd kun je een indexkaart maken met twee kolommen In de ene kolom een lijst met vaak gebruikte temperaturen en in de tweede kolom wat je digitale thermometer aangeeft. Evenals wijzerthermometers moeten digitale meters regelmatig gecontroleerd worden. Chris Colby Bron: Brew Your Own, januari/februari 2006, vertaald en bewerkt door Frits Haen |
|
| Terug naar overzicht | |
Op bezoek bij de thuisbrouwerij van Jan in't Groen |
februari 2009 |
Door: Paul Langenberg |
|
|
OP BEZOEK BIJ DE THUISBROUWERIJ VAN JAN IN ’T GROEN
Zoekt en gij zult vinden Nieuwbouwwijken en mensen met een beperking op het gebied van richtingsgevoel, het blijft een moeizame combinatie. De routeplanner braakt wel een mooi papier uit maar de aangegeven straatnamen zijn in het donker niet te lezen en de afslagen die worden aangegeven lijken eerder te vinden op IJsland dan in de gemeente Dongen waar Jan woont (en brouwt). Ook de nummering van dit type wijk lijkt te zijn verzonnen door een overspannen wiskundige maar met hulp van leesbril (niet handig bij het parkeren, dat paaltje stond er toch eerder), binnenlampje, routebeschrijving en de door de gemeente geplaatste kaart wordt huize In’t Groen toch gevonden.
Met onderbrekingen Jan was er al vroeg bij met het brouwen en met het lidmaatschap van de Roerstok. Al in 1986 werd hij lid maar hij was niet vaak bij de clubavonden. Hij experimenteerde wat met brouwen. Omdat hij toen nog bij zijn ouders woonde ging dat nog zonder problemen. Geknoei in de keuken werd toegestaan en dat moeder soms aan de vloer vastplakte werd hem niet al te kwalijk genomen. Hij was zo af en toe met brouwen bezig maar het verwaterde ook weer. Jan ging zich bezig houden met andere zaken, ging trouwen, kinderen krijgen en dan is er weinig tijd voor de edele kunst van het brouwen. Maar het bier kruipt waar het niet gaan kan en na een onderbreking is Jan weer lid geworden nu zo’n 4 jaar geleden.
Ruimte Jan verontschuldigt zich voor de beperkte ruimte die zijn brouwerij in beslag neemt maar het valt alleszins mee. De meeste amateur-brouwers moeten het met een beperkte ruimte doen (sommige professionele brouwers ook) en dan is het onderkomen van Jan nog heel redelijk. In die beperkte ruimte staat overigens wel een complete en compacte installatie namelijk de voor de club gebouwde RIMS. In fraai roestvrij staal uitgevoerd staart een complete micro-brouwerij me aan. Prachtig afgewerkt met een rvs- onderstel, pompen, kranen, etc. is een in een stationcar te vervoeren brouwerij gemaakt. Jan is van beroep projectleider bij een bedrijf dat rvs-installaties bouwt waaronder brouwerijen, hij heeft ook een paar jaar bij de Heineken gewerkt. Staal heeft geen geheimen meer voor hem.
Brouwen en Bouwen Voor Jan is het bouwen van apparatuur minstens zo leuk als het brouwen zelf. Na een drukke werkdag vindt hij het prettig om lekker in de schuur iets te gaan knutselen. Hij heeft al een goed werkzame schrootmolen, prachtig uitgevoerd, toch is hij er nog een aan het bouwen maar de capaciteit daarvan lijkt eerder richting Heineken te gaan dan afslag Sjef. Genoeg capaciteit om een hoeveelheid te schroten die de gewone amateur eigenlijk niet nodig heeft. Maar ja, als je rvs kunt lassen, waarom zou je het dan laten? In ieder geval is het heel wat anders dan het geknoei van de beginjaren, met gewone emaillen pannen werd toen een paar liter meestal niet drinkbaar vocht gemaakt. Als hij brouwt dan is het bij voorkeur een wat steviger en liefst donker bier. Bokbier behoort wel tot zijn favorieten en een Westmalle dubbel wordt zeker niet versmaad. Ooit begon hij met het brouwen met blikken maar nu is het toch meer ambachtelijk geworden.
Liters Jan brouwt meestal zo’n twintig liter, niet per maand want de frequentie is wisselend. Het hang ook af van het weer want omdat hij grotendeels buiten brouwt is brouwen bij Elfstedentochttemperatuur of bij tropische aanvallen niet echt leuk. Jan gebruikt ook liters water. Niet zozeer om te brouwen maar omdat zwemmen zijn hobby is. Ooit was hij een heel goed zwemmer maar dat dit voorbij is, is geen drama want hij heeft het zwemvirus (niet te verwarren met zwemmerseczeem) kunnen overdragen op zijn kinderen. Het zwembad van Dongen drijft eigenlijk op de familie In’t Groen (misschien was In’t Blauw toepasselijker). Zijn vrouw leidt de activiteitencommissie van het zwembad, Jan traint de zwemmers waaronder zijn drie kinderen die allen echte waterratten zijn. De oudste van 13 traint zelfs de jongste van 9. We hoeven ons dus niet druk te maken over de opvolging van Pieter van den Hoogenband.
Bezig De familie is zeker bezig, dat is wel duidelijk. Jan traint de zwemmers, doet een trainersopleiding en houdt zich daarnaast ook bezig met het examineren van jachthonden. Zijn vrouw doet naast het werk op de zwemvereniging ook nog aan schilderen. Geen stilzitters dus en het brouwen lukt ook goed. Uw verslaggever kan het getuigen want Jan schenkt een zelfgebrouwen winterbier dat goed smaakt. Dat er van een brouwsel wel eens iets ontploft, dat kan, maar dit bier mag er wezen. Na een gezellige avond is de terugweg makkelijker te vinden dan de heenweg. Misschien omdat je leert van herhaling en na de rotonde meerdere malen te hebben gerond, blijkt Tilburg niet eens zo ver weg. Kwestie van de bordjes volgen, als je die kunt zien tenminste…..
Paul Langenberg
|
|
| Terug naar overzicht | |
Het drogen van hop |
januari 2009 |
| Door: anoniem | |
|
HET DROGEN VAN HOP Het drogen van hop kun je het beste doen op een Stockli droogapparaat van Brouwland, dat is een apparaat met een thermostaat van 0-70 graden instelbaar. Hop is een kruid en dat droog je op een zift, een rooster, wat bij dat apparaat leverbaar is. Kijk maar op de site van Brouwland, staat ie nog steeds. Ik heb deze al ruim 25 jaar en droog er alles op. Ik heb er erg veel plezier van. Ik gebruik het met 12 ziften op elkaar en wissel de ziften na een half uurtje drogen van onder naar boven, zo ga je steeds door en dan heb je alles gedroogd. Het is een zeer goed apparaat. Ik heb er van alles op gedroogd, van bessen en bananen tot perziken (hop op 45 graden zetten, niet warmer). Kruiden droog je allemaal op 45 graden. De andere dingen, zoals bessen, pruimen, enz. duurt een langere tijd. Och ik heb zoveel gedroogd in de afgelopen jaren, met veel succes. Antoinette Reijnen |
|
| Terug naar overzicht | |
Op bezoek bij de thuisbrouwerij van Sietze Koopmans |
januari 2009 |
Door: Paul Langenberg |
|
|
OP BEZOEK BIJ DE THUISBROUWERIJ VAN……..
Sietze Koopmans
Nieuw Sietze is nog redelijk nieuw in de wereld van het amateur bierbrouwen maar dat is eigenlijk nergens aan af te lezen. Met kennis van zaken vertelt hij over zijn hobby en voor de reporter is het grote verschil merkbaar met de beginners van twintig jaar geleden. Toen werd er heel wat afgeklooid in pannetjes op het fornuis en vergist in vaatjes van niks die onderhevig waren aan allerlei weersomstandigheden. Dat is nu wel anders als we kijken naar hoe het er in deze thuisbrouwerij aan toe gaat. Het helpt natuurlijk wel als je technisch onderlegd bent, Sietze is werkzaam als constructeur-tekenaar bij een fabrikant van bakkerij machines. Wat hij zelf niet kan, kunnen zijn collega’s wel dus rvs lassen is wel binnen zijn bereik.
Glas Tot voor drie jaar woonde Sietze nog in Leerdam, u weet wel, van het glas. Het is echter niet de overgang van glas naar staal die hem deed verhuizen maar het feit, dat de vrouw in zijn leven in Tilburg is geboren en getogen. Verplaatsen van Tilburgers schijnt niet gezond te zijn dus is hij maar deze kant op gekomen. Hier aangekomen is hij via de cursus van Martin Hofhuis aan het brouwen geslagen en niet te flauw. Waar meer ervaren brouwers het er bij 1 tot 2 brouwsels per jaar houden, gaat Sietze niet voor minder dan zo’n 8 tot 9 brouwsels per jaar. Ook zijn smaakvoorkeur heeft de veelvoorkomende evolutie van zoet naar bitter ondergaan, een beetje meer hop mag wel wat hem betreft.
Doe het zelf Over hop gesproken, Sietze verbouwt zijn eigen hop en droogt die ook zodat de hop ook echt bruikbaar is. Als handigheid heeft hij een met horrengaas bespannen raamwerk waarop hij de hopbellen te drogen legt. Doordat er lucht onderdoor kan, droogt de hop in een paar dagen tot kurkdroog. Het bewijs wordt gevormd door de zakjes vacuüm verpakte hopbellen die in de vriezer liggen te wachten op hogere temperaturen. Met gepaste trots laat hij zijn zelfgemaakte schrootmolen zien, een compacte walsenmolen van roestvrij staal met een grote capaciteit, zijn boormachine kan de aandrijving maar net aan, maar spuugt dan wel zo’n tien kilo in 5 minuten uit. Ook zijn hevelfilter is een slimme constructie met een groot oppervlak waarover hij zeer tevreden is. Sietze betreurt wel het voortijdig overlijden van de magneetroerder de hij ter beschikking gesteld kreeg maar het klinkt alsof het hem wel gaat lukken het wondere apparaat weer aan de praat te krijgen. Het ding was van grote waarde bij het opkweken van gist en dat doet hij ook regelmatig, de gist van Chimay bijvoorbeeld.
Fysiek Sietze brouwt per keer 24 liter, met zijn apparatuur zou hij wel meer aankunnen maar met de drie kratjes die dit oplevert kan hij vooruit en het geeft de ruimte om meerdere typen te brouwen. Een ander voordeel is, dat hij deze hoeveelheid nog kan tillen en dat speelt natuurlijk ook een rol, het moet fysiek ook nog te doen zijn. De andere hobby’s van Sietze vragen overigens niet om een topconditie maar toch. Kijken naar autoraces en voetbal vragen misschien wel iets van het hart maar echt moe wordt je er ook weer niet van. De overgebleven energie kan dan wel weer in het brouwen gestoken worden. Als hij de beschikking zou hebben over een takel dan zou hij meer kunnen brouwen maar de vraag is of hij dat echt wil. Met meerdere kleine brouwsels kun je ook een breder smaakpalet brouwen.
Onder of boven Sietze heeft zich tot nog toe beperkt tot bovengistend bier maar zijn koelkast biedt de mogelijkheid om ook ondergistend bier te brouwen. Zijn koelkast wordt bestuurd door een thermostaat die het bier door middel van een lamp op temperatuur houdt maar mocht de temperatuur te hoog worden dan treedt het koelmechanisme in werking. Gewoon koelen kan ook. Naast de kennis die hij al bezit breidt hij zijn kennis uit via het internet, de site van ons aller biergoeroe Jacques Bertens helpt hem daarbij. Via hobbybrouwen.nl is hij ook aan de hopplantjes gekomen die nu zijn tuin in bezit nemen. Een goeie tip voor de lezers dus van dit blad.
Durven Sietze schuwt het experiment niet, zelf hop kweken en drogen, zijn eigen schrootmolen bouwen, gist opkweken, kennisverwerving via internet, mout toevoegen bij 72 graden om een wat zoeter bier te krijgen, hij draait er zijn hand niet voor om. Heel anders dan in de begintijd van het amateurbrouwen en ontegenzeggelijk beter. “Vroeger was het beter” gaat in dit geval niet op en volgens Sietze is dit eigenlijk altijd zo. Als je de ontwikkelingen ziet op het gebied van het amateur bierbrouwen, kun je hem alleen maar gelijk geven.
Paul Langenberg
|
|
| Terug naar overzicht | |
Een magnetisch gekoeld biertje |
november 2008 |
|
EEN MAGNETISCH GEKOELD BIERTJE De schadelijke gassen die in de koelkast en airco voor verkoeling zorgen, zullen plaatsmaken voor speciale koelmagneten, meent prof.dr. Ekkes Brück. Als het aan hem ligt komen de eerste elektrische auto's en wijnkoelkasten met deze toepassing in 2012 op de markt. In laboratoria staan wereldwijd al koelsystemen die werken met magneten en zogenaamd magnetocalorisch materiaal. Al sinds 1933 lukt het om daarmee te koelen tot één graad boven het absolute nulpunt. Het principe is simpel: leg een magnetisch veld aan en de magnetocalorische stof warmt op; schakel het veld uit en hij koelt af. Hoewel deze koeltechniek relatief energiezuinig is en weinig vervuilend, heeft hij de huiskamers nog niet weten te veroveren. De huis-, tuin- en keukenkoelkast werkt volgens het zogenaamde gascompressie en -verdampingsproces. "Dat is heel vervuilend, omdat daarbij in het koelsysteem broeikasgassen zoals CFK's en butaan circuleren, die uiteindelijk altijd weglekken", zegt prof.dr. Ekkes Brück van de vakgroep fundamental aspects of materials and energy van Technische Natuurwetenschappen. "Bovendien verslinden zulke ijskasten energie." Brück werkt samen met BASF aan de ontwikkeling van een milieuvriendelijker alternatief: een magneetkoelkast 'waaruit je op een warme dag een koud biertje kunt halen'. Brück: "We zoeken magnetocalorische materialen waarmee we koelsystemen kunnen maken voor hogere temperaturen dan die in het lab gangbaar zijn. Temperaturen tussen -20 graden Celsius en +20 graden." Maar die temperatuurreikwijdte is niet het enige criterium. Om energie en ruimte te besparen moet het materiaal bij kleine veranderingen in magneetveldsterkte al een groot koeleffect vertonen. Daarnaast moet het materiaal goedkoop zijn en zeer gangbaar op aarde om niet binnen de kortste keren uitgeput te raken. Enkele jaren geleden ontdekte Brück zo'n materiaal. De legering die hij onderzocht, van mangaan, ijzer, fosfor en arseen, vertoonde veelbelovende magnetocalorische eigenschappen. Volgens Brück kunnen koelkasten er tweemaal zo zuinig van worden. Het was een doorbraak die hem een Nature-publicatie opleverde. Voor het samenwerkingsproject met BASF, dat ook door de Stichting voor Fundamenteel Onderzoek der Materie wordt gefinancierd, bestudeert de Delftenaar nu de kristalstructuren van deze stof en het effect dat de korrelgrootte van de verschillende deeltjes heeft op de koeleigenschappen. BASF onderzoekt of het materiaal op grote schaal te produceren is. Met zijn ontdekking hoopt de onderzoeker andere koudekenners de loef af te steken. Verschillende universiteiten en bedrijven hebben de afgelopen jaren prototypes magneetkoelkasten gemaakt met de stof gadolinium. Maar deze koelkasten zouden op de markt vier maal zo duur zijn als gangbare ijskasten. Brück en BASF willen met de legering koelsystemen maken die wel kunnen concurreren met de hedendaagse ijskasten. "In het begin zal het koelsysteem wat duurder zijn, maar voor luxueuze producten hoeft dat niet zo'n probleem te zijn", aldus de onderzoeker die denkt dat hun koelsysteem als eerste zal worden gebruikt door wijnliefhebbers die speciale koelboxen hebben voor dure flessen. "Koelsystemen trillen en dat is slecht voor de wijn. Met een magneetkoelkast heb je dat probleem niet." Volgens Brück kan het koelsysteem ook mooi meeliften met elektrische auto's wanneer die de weg veroveren. "Airco's verbruiken ontzettend veel energie, ze gebruiken immers hetzelfde koelmechanisme als koelkasten. Dat gaat allemaal ten koste van de afstand die je met de wagen kunt afleggen. Als je dankzij onze airco verder kunt rijden, zal daar wel vraag naar zijn." En wanneer komen die koelsystemen op de markt? "Nou, laat ik een voorzichtige schatting maken", zegt Brücks collega bij BASF, Bennie Reesink. "Ik verwacht dat tegen 2012 de eerste magneetairco's en -wijnkoelkasten verkocht worden." Engineers Online, woensdag 24 september 2008 |
|
| Terug naar overzicht | |
Slangen en koppelingen |
september 2008 |
Door: Jacques Bertens |
|
|
SLANGEN EN KOPPELINGEN Het is mij opgevallen dat wij hobbybrouwers steeds vaker slangen gebruiken in onze brouwerijtjes. Zeker degenen die een RIMS of een HERMS gebruiken maar ook als je een platenkoeler gebruikt kun je niet zonder slangen. Vaak worden deze slangen met snelkoppelingen aangesloten. Hierdoor krijgen we te maken met schoonmaakproblemen waarmee de professionele brouwers al langer kampen. In Brauwelt International, 2008 nr 3, werd hieraan aandacht besteed. Basis voor het artikel was een vraaggesprek dat had plaatsgevonden met Willi Emde, manager bij ContiTech Fluid te Hannover. Op grond van de HACCP, de Europese richtlijn voor de voedingsindustrie moet alles wat in aanraking komt met levensmiddelen altijd schoon zijn en makkelijk ontsmet kunnen worden. Om dit te bereiken is het van belang dat het materiaal van de slangen bestand is tegen reinigingsmiddelen en dat de slangen regelmatig gecontroleerd worden op beschadigingen. Grote zorg moet worden besteed aan slangenklemmen en koppelingen. Slangenklemmen kunnen in slangen kleine scheurtjes veroorzaken waardoor een infectierisico ontstaat. Ook kan het zijn dat er ruimte bestaat tussen de aansluitpijp en de slang. Doordat er geen stroming is in deze ruimte kan zich hier vuil ophopen zonder dat de reinigingsmiddelen daar bij kunnen. Een goed alternatief zouden klembanden kunnen zijn zoals die gebruikt worden in de farmaceutische en chemische industrie. De klembanden zijn vanuit een hygiënisch oogpunt vooral beter als ze gebruikt worden met geschikte koppelstukken. Bij goede koppelstukken is de mantel om het ontvangende deel van de ene koppeling langer dan het instekende deel van het ander koppeldeel. Op deze manier kunnen bij het buigen van de slang geen dooie ruimtes ontstaan. Niet alleen over de koppelingen maar ook ten aanzien van het materiaal waarvan de slangen gemaakt zijn moet men kritisch zijn. Er bestaat veel variatie in rubber, vulstoffen, weekmakers en andere toevoegingen zoals anti-verouderingsstoffen. Veel slangen zijn niet geschikt voor de levensmiddelenindustrie. In het Brauwelt artikel wordt brouwerijen aangeraden bij de leveranciers van de slangen het hemd van het lijf te vragen. Er zou uitgebreide documentatie worden gevraagd ten aanzien van de resistentie tegen reinigings- en ontsmettingsmiddelen. Daarbij horen ook fundamentele reinigingsmiddelen zoals water, stoom, loogoplossingen en andere bijtende stoffen. Ook hoort inzicht te worden gegeven in de maximale temperatuur waarbij de slangen gebruikt kunnen worden en concentraties van de reinigingsmiddelen. Een overzicht met vrijwel alle reinigings- en ontsmettingsmiddelen is echter niet mogelijk door de diversiteit en de voortdurend veranderende samenstelling van de beschikbare producten. Indien daartoe aanleiding bestaat kan bij een fabrikant aanvullende informatie worden gevraagd met betrekking tot een specifiek reinigingsmiddel. Om te voorkomen dat er enige schade ontstaat aan slangen wordt aangeraden in het weekend of een andere periode dat de brouwerij buiten gebruik is de slangen vol te zetten met de helft van de aanbevolen concentratie van het reinigingsmiddel. Rubberen en kunstrubberen slangen zijn onderhevig aan veroudering. Door thermische en mechanische belasting wordt de veroudering versneld. Daarom is het nuttig regelmatig de slangen te controleren op beschadigingen, knikken en scheurtjes. Je moet er niet aan denken wat er allemaal kan gebeuren als een slang van een RIMS of HERMS los raakt. Op slangen mag dan ook niet worden bezuinigd. Een wat duurdere slang kan heel wat problemen voorkomen. Overigens heb ik onlangs zelf ook de nodige meters slang aangeschaft. Voor de aankoop van slangen kun je natuurlijk terecht bij Brouwland. Maar ik zag bij het ONK 2008 dat Van de Kooy Jubbega ook mooie siliconen slangen verkoopt. Verder kun je ook heel goed terecht bij Wildkamp (www.wildkamp.com). Bij deze laatste leverancier met vestigingen door heel Nederland kun je ook diverse koppelsystemen kopen. Zo nodig kun je een deskundig advies van hen krijgen. Jacques Bertens |
|
| Terug naar overzicht | |
Alles over cylindroconische tanks |
maart 2008 |
Door: Frits Haen |
|
|
ALLES OVER CILINDROCONISCHE TANKS Ik vergistte mijn eerste brouwsels in een emmer. En ik gebruik deze emmer nog steeds voor mijn zure bieren en fruitbieren. Na mijn eerste brouwsels gebruikte ik een glazen fles en in de loop der jaren heb ik er al veel versleten. Vorig jaar heb ik, na er een aantal jaren over gedacht te hebben, een roestvaststalen cilindroconische tank gekocht. Een cilindroconische tank is een kleine versie van wat commerciële brouwers een “uni-tank” of “apollo” noemen. Het “uni” geeft aan dat het bier in dezelfde tank zowel de vergisting als de lagering plaatsvindt. Bij gistvaten met een platte bodem moet het bier van de gisttank overgepompt worden naar de lagertank. Unitanks zijn populair in grote en kleine brouwerijen en brouwcafés en een paar jaar geleden zijn ze op de markt gekomen op hobbybrouw-formaat. Een cilindroconische tank heeft de vorm van een cilinder met een kegel aan de onderzijde. Door middel van een kraan onder aan de tank kan de gist verwijderd worden (en alle overige bezinksels) van de bodem van de tank. Een tweede kraan bevindt zich iets hoger en dient om monsters van het bier te nemen of om het bier over te pompen in een ander vat. Er zitten veel voordelen aan een roestvaststalen conisch gistvat. De belangrijkste reden waarom ik de mijne kocht was het gemak waarmee de gist van het bier gescheiden kon worden. Met een aparte gistemmer of een glazen fles moet je ook een lagervat en slangen schoonmaken en desinfecteren. Met zo’n tank hoef je alleen de kraan twee seconden open te zetten. En ook het nemen van monsters voor de hydrometer kan eenvoudig door een kraantje even open te draaien. Een ander voordeel is dat de tanks gemaakt zijn van roestvaststaal. Bij plastic emmers en vaten ontstaan er meestal vlekken en krasjes die niet goed schoongemaakt kunnen worden. Ook kunnen er in plastic vaten geuren opgenomen worden die niet meer weg te poetsen zijn. Daarom moeten plastic gistvaten regelmatig vervangen worden. Een roestvaststalen vat blijft “eeuwig” te gebruiken, neemt geen geuren op en kan prima gereinigd worden, waardoor het schone oppervlak het bier niet kan aantasten. Tot slot kan een plastic vat enigszins zuurstof doorlaten waardoor het niet geschikt is om het bier er lang in op te slaan (tenzij je een zuur bier wilt maken). Net als roestvaststaal is glas inert. Het kan worden gereinigd, eindeloos hergebruikt worden en zal nooit geuren opnemen. Het laat ook geen zuurstof door (behalve dan de plastic stop en het waterslot). Maar glas is ook breekbaar. Dit kan bij breuk niet alleen een grote knoeiboel veroorzaken, maar ook verwondingen door de glasscherven. Een laatste voordeel is dat je bij sommige tanks onder druk vloeistof kunt overpompen. Als je het bier over wilt pompen naar een vat is een beetje CO2 druk op het waterslot genoeg om het bier uit de tank te drukken, waardoor het bier niet blootgesteld wordt aan zuursof in de lucht. Het grootste nadeel van een cilindroconische tank zijn de kosten. Het meest eenvoudige model kost meer dan 500 euro. Emmers en glazen flessen kosten maar het 1/20 deel hiervan. Gezien het prijsverschil kiezen de meeste brouwers toch maar voor het extra schoonmaken van vaten en slangen om het bier over te hevelen naar het lagervat. Maar voor degenen die er toch over denken een cilindroconische tank aan te schaffen is hier een overzicht wat je er mee kunt doen. Hoe te gebruiken Als je een cilindroconische tank hebt gekocht bewaar dan de gebruiksaanwijzing goed, want die heb je nodig omdat je het vat steeds uit elkaar moet halen om het schoon te maken en te desinfecteren. Gelukkig is het uit elkaar halen en in elkaar zetten heel eenvoudig en je kunt alle delen van het vat bereiken om goed schoon te maken. Mijn manier van schoonmaken is het uit elkaar halen van de tank, schoonmaken van de kleine onderdelen en het verwijderen van al het zichtbare vuil aan de binnenkant van de tank. Dan zet ik hem weer in elkaar en vul de tank met een loogoplossing van 71 °C die ik 15 minuten in laat werken en laat het dan weg lopen door de beide kranen. De loogoplossing bewaar ik om weer andere spullen schoon te maken. Daarna vul ik de tank met een desinfecteervloeistof. Na de benodigde contacttijd laat ik het er weer uitlopen (meestal in een emmer of vat dat ook gedesinfecteerd moet worden). Het vullen Als je het gistvat vult met gekoelde wort zorg er dan voor dat je genoeg ruimte overhoudt voor de schuimvorming. (Je moet er natuurlijk ook op letten dat de kranen dicht zijn voordat je het wort er in doet.) Als het gistvat is gevuld kan het deksel gesloten worden en het waterslot worden geplaatst. Als de vergisting gestart is heb je een paar mogelijkheden. De meeste brouwers houden het simpel en laten het waterslot zitten om een gesloten vergisting te krijgen. Je kunt ook kiezen voor een open vergisting (zoals je trouwens met elk gistingsvat kunt doen). Er wordt wel gezegd dat bij een aantal populaire Belgische bieren er een belangrijk verschil kan ontstaan in vergisting als de vergisting in een open of gesloten vat gebeurt. Sommige thuisbrouwers experimenteren hiermee. Als de vergisting minder wordt en het schuim zakt in, dan moet het deksel weer op de tank en het waterslot worden geplaatst. Als je een echte bovengist gebruikt en je wilt deze oogsten dan is het simpel om het deksel eraf te halen, zoals je bij een emmer zou doen, en de gist eraf scheppen met een gedesinfecteerde maatbeker. Aftappen van de gist Als de hoofdvergisting voorbij is duurt het nog een dag of twee voordat de gist uitgezakt is en het tijd wordt de gist te dumpen. En dat is nu waar je het apparaat voor gekocht hebt: je opent de onderste kraan en het is gebeurd. Voordat je dat doet zijn er twee dingen waar je aan moet denken. Het eerste waar je aan moet denken is dat het gistvat een gesloten omgeving is. Als je de onderste kraan opendraait zal de druk in het vat dalen. Als je een waterslot op het vat hebt zitten zal het vocht uit het waterslot in het gistvat worden gezogen. De oplossing hiervoor is simpel: verwijder het waterslot. Er zal wel wat lucht in je gistvat gezogen worden, maar er zijn nog genoeg actieve gistcellen die de zuurstof weer op zullen nemen als het vat weer gesloten is. Het tweede ding waar je op moet letten is het feit dat niet alle gist neerslaat op het onderste deel van het gistvat, zoals je wel zou willen. Sommige gistsoorten slaan neer op de zijkanten van de kegel. Dus als je de kraan opendraait zal niet alle gist er uitkomen. Daarom is het beter, verdeeld over een paar dagen, een paar keer de kraan te openen. Open de kraan en tap een beetje gist af. Daarna krijgt de gist de kans om weer naar de bodem te zakken. Bovendien, als er wat gist achterblijft is dat niet schadelijk voor het bier. Je kunt beter wat laten zitten dan dat je de halve tank leegmaakt om alle gist er uit te halen. Een andere methode om zoveel mogelijk gist er uit te halen is door een paar uur voordat je de gist af wilt tappen zachtjes met een rubber hamer tegen de kegel te kloppen zodat de gist als een “lawine van gist” naar de bodem kan zakken. Omdat je niet kunt zien wat er precies gebeurt zul je dat op je gevoel moeten doen. Als je het waterslot er af hebt gehaald plaats dan een maatbeker onder het gistvat en bevestig een stuk heldere slang aan de kraan. Open de kraan en het duurt een paar seconden voor de gistprop naar buiten komt. Dit hangt af van de temperatuur en van de gistsoort. Het eerste deel zal de typisch beige kleur hebben van de gist. Hoe langer de kraan openblijft zal de kleur meer “bierig” worden. De eerste keer tap ik ongeveer een halve liter gist en bezinksel af. De tweede keer zal dat ongeveer de helft zijn. Als ik nog een derde keer aftap zal dat nog minder zijn. Biermonster aftappen Als je een monster bier af wilt tappen om met de hydrometer het SG te meten hoef je enkel een slangetje te bevestigen aan het tweede kraantje en de kraan een beetje open te zetten. Net als bij het aftappen van de gist moet je het waterslot er even uithalen om te voorkomen dat het water uit het waterslot naar binnen wordt gezogen. Bottelen van het bier Op een zeker moment zal je bier - gerijpt en ontdaan van gist - klaar zijn om te worden gebotteld. Er zijn twee manieren om dit te doen: door zwaartekracht of door druk. Voor het bottelen op zwaartekracht moet de onderkant van je (gist)vat hoger zijn dan je bottelfles of -vat. Desinfecteer een stuk slang en je kunt bottelen vanaf de onderste kraan in je fles of vat. Verwijder eerst het waterslot en zet de kraan een stukje open. En dat is het dan. Bij sommigen tanks kun je met druk bottelen. Als je dat kunt zal het wel in de gebruiksaanwijzing staan. Dan zit er ook een aansluiting voor de druk in het deksel, meestal dezelfde aansluiting als voor je waterslot. Sluit je CO2-fles aan op deze aansluiting, open de onderste kraan en je kunt bottelen. Je hoeft je vat dan natuurlijk niet op te tillen, laat het gewoon op de grond staan. Bovendien wordt je bier niet aan de buitenlucht blootgesteld. Dus als je een veelzijdig en professioneel lijkend stuk apparatuur wilt hebben in je brouwerij, dan is een cilindroconisch vat het beste wat je kunt hebben. Chris Colby Bron: Brew Your Own, november 2007, vertaald en bewerkt door Frits Haen |
|
| Terug naar overzicht | |
Metaalkunde voor thuisbrouwers |
maart 2008 |
Door: Frits Haen |
|
|
METAALKUNDE VOOR THUISBROUWERS Elke thuisbrouwer komt in aanraking met keuze van apparatuur, als ze het zelf maken of als ze het in een winkel kopen. De beslissing wordt meestal genomen op basis van prijs, uitvoering en te verwachten onderhoud. Er zijn brouwers die denken “Hoe eenvoudiger hoe beter”. Anderen denken “Hoe goedkoper hoe beter”. Maar er zijn er ook een aantal die zeggen “Ik wil alleen het allerbeste”. Maar wat is goed? Hoe kun je beslissen? Allereerst moet je een basiskennis hebben van de beschikbare materialen en dan kun je bepalen wat de sterke en zwakke punten zijn van de materialen voor de apparatuur. Corrosie Alle corrosie is galvanisch (dat wil zeggen elektrische stromen die ontstaan als twee metalen in contact komen met een elektrolyt). Hoewel dit wat overdreven is kan het helpen om uit te leggen hoe en waarom corrosie ontstaat. Het elektrochemische verschil tussen twee tegen elkaar liggende metalen vormt een batterij. Als er dan een elektrolyt aanwezig is, zoals water of bier, zal er een elektrisch stroompje gaan lopen en de meest actieve van de twee metalen zal ioniseren. Deze metaal-ionen zullen samengaan met zuurstof om oxide of andere corrosieproducten te vormen. Corrosie kan dus ook ontstaan tussen twee stukken van hetzelfde metaal als er vuil, een chemische stof of een kras aanwezig is waardoor het lijkt alsof de twee delen verschillend van elkaar zijn. Het oppervlak van de twee metalen is ook van invloed op de mate van corrosie. Als het meer passieve metaal een groter oppervlak heeft dan het actieve metaal zal de corrosie van het actieve metaal toenemen (en omgekeerd). Alle metalen zijn elektrochemisch verschillend van elkaar van heel actief (b.v. magnesium, zink, aluminium) tot zeer passief (b.v. titanium, goud). Het meer actieve deel zal meer corroderen dan het meer passieve deel. Deze eigenschap wordt dikwijls gebruikt voor corrosiebescherming. Anodische bescherming gebeurt door een actief metaal (b.v. zink) te koppelen aan een meer passief metaal (b.v. staal). Het zink zal corroderen in plaats van het staal. Het probleem met anodische bescherming in de brouwerij is dat het actieve metaal vastzit aan de omgeving (in dit geval ons bier). Kathodische bescherming gebeurt als een meer passief metaal wordt omgeven door een meer actief, zoals goud op een stalen deel. Het probleem met kathodische bescherming is dat een breuk in de bekleding er voor zorgt dat het meer actieve metaal dat er onder zit snel zal corroderen. Nikkel en chroom worden dikwijls gebruikt op bronzen producten om het koper te beschermen tegen corrosie en het zorgt tevens voor een mooi uiterlijk. Brons, koper, roestvaststaal en zilversoldeer liggen, galvanisch gezien, dicht bij elkaar zodat er niet veel onderlinge corrosie zal ontstaan. Metalen kunnen ook beschermd worden tegen corrosie door een oxide(roest)film. De effectiviteit van de oxide varieert en is geen garantie tegen corrosie. Sommige oxides zijn zeer passief en voorkomen bijna alle corrosie, zoals chroomoxide het roestvaststaal beschermt. Andere oxides zijn meer reactief , zoals rode roest en hittevlekken op roestvaststaal en voorkomen geen verdere corrosie. Roestvaststaal wordt “gepassiveerd” genoemd als de beschermende chroomoxide laag niet stuk is. Wordt de oxidelaag stuk gemaakt door ijzer (door een staalborstel of door boren) of opgelost door een chemische actie (zoals bleekwater) of aangetast door hitte (solderen of lassen) zal het gaan roesten. Het probleem van corrosie van roestvaststaal is meestal geen smaakafwijking, maar vooral aantasting van een duur stuk materiaal. De meeste andere oxides zitten er ergens tussen in en kunnen worden gebruikt om het metaal te beschermen tegen een bepaalde omgeving. De oxides van koper, brons en aluminium vallen in die categorie. Brons en koper ontwikkelen op de duur een stabiele oxidelaag die bestand is tegen corrosie door wort, maar door het metaal glimmend te poetsen verdwijnt de passieve film. Om de passieve film op aluminium, koper en brons te handhaven, maak het dan meteen schoon, droog het goed af en zet het dan (droog) gedurende 10 minuten in een oven met een temperatuur van 177 °C. Hierdoor wordt de oxidelaag weer wat dikker. De passieve oxidelaag die corrosie voorkomt is ook van invloed bij het samensmelten van metaal en moet worden verwijderd voor het solderen of lassen. Aluminium Aluminium is gemakkelijk te vervormen, machinaal te bewerken en kan worden gelast met de juiste apparatuur. De thermische geleidbaarheid van aluminium is goed, maar toch maar de helft van koper. De aluminiumlegeringen die gewoonlijk gebruikt worden om te koken zijn legering 3003 en 3004 en hebben een goede weerstand tegen corrosie. Onder normale brouwomstandigheden zal aluminium niet corroderen en geeft het geen enkele metaalsmaak aan je bier. Je mag het metaal niet flink poetsen na gebruik anders krijg je een verhoogde kans op een metaalsmaak. Aluminium zal corroderen als het in aanraking komt met een ander metaal, zoals koper in wort of bier, maar de contacttijd tijdens je brouwdag is zo kort dat het geen probleem geeft. Aluminium en koper/brons mogen niet samen gebruikt worden om je bier voor langere tijd op te slaan. Reukloos afwasmiddel wordt aanbevolen voor algemene schoonmaak. Gebruik geen bleekmiddel of een bijtend middel want dat veroorzaakt putjes in het oppervlak. Koper Koper heeft de beste warmtegeleiding, is gemakkelijk te vervormen en werd vroeger al gebruikt voor het maken van brouwketels. Koper kan gesoldeerd worden en gelast met de juiste apparatuur. Hardsolderen is meestal voldoende voor brouwapparatuur. Koper is tamelijk inert voor zowel wort als bier. Bij regelmatig gebruik zal het een stevige oxidelaag opbouwen (doffe koperkleur) waardoor het beschermd wordt tegen verdere aantasting door het wort. Alleen minimaal schoonmaken om het oppervlakkige vuil, hopresten en eiwitten te verwijderen. Het is niet nodig het koper blinkend te poetsen na elk gebruik of voor dat het in contact komt met je wort. Het is beter dat je er een doffe laag op laat zitten. Hoewel je er voor op moet passen dat het koper geen giftige blauw-groene oxidelaag krijgt. Deze blauw-groene laag bevat verschillende stoffen (koperacetaat, kopersulfaat, koperchloride, enz. ) die niet in contact mogen komen met je bier of ander voedsel, want ze zijn gemakkelijk oplosbaar en kunnen leiden tot kopervergiftiging. Om zeer sterke oxidatie te verwijderen gebruik dan azijn of een ander op zuur gebaseerd schoonmaakmiddel. Voor het normale schoonmaken van koper en brons kun je het beste een reukloos afwasmiddel gebruiken. Schoonmaakmiddelen met bleekwater en waterstofperoxide veroorzaken snel aantasting van het materiaal en beschermen niet tegen verdere corrosie. Koperen koelspiralen mogen niet opgeslagen worden als ze vol zitten met ontsmettingsmiddel of met water. Een beetje biologische vervuiling kan leiden tot corrosie. Koper moet goed worden afgespoeld met schoon water en de kans krijgen om uit te druppelen voordat het opgeslagen wordt. Brons Brons is een legering van koper en zink met wat lood erbij voor een gemakkelijke bewerking. Het loodpercentage varieert, maar voor legeringen die gebruikt worden in koppelingen, e.d. is het 3% of minder. Dit lood kan worden opgelost door het wort. Hoewel dit hele kleine beetje niet schadelijk is voor de gezondheid, zouden de meeste brouwers er blij mee zijn als het er niet inzat. Brons kan goed worden gesoldeerd aan koper en roestvaststaal. De thermische geleiding van brons is hetzelfde als voor aluminium, maar de corrosie-bestendigheid is gelijk aan die van koper. De reden dat bronzen fittingen niet in een commerciële brouwerij worden gebruikt is dat de chemicaliën van een CIP-systeem (Cleaning In Place) te corrosief zijn voor koper en brons. Als amateurbrouwers gebruiken we niet zulke agressieve middelen, dus komt corrosie bijna niet voor. Roestvaststaal Roestvaststaal is een ijzerlegering met chroom en nikkel. De meest gebruikte soort roestvaststaal in de levensmiddelen- en drankenindustrie is de 300-serie en bevat 18% chroom en 8% nikkel. De meest gebruikte soorten zijn AISI 304 en 316, die zeer corrosiebestendig en inert voor bier. De legering uit de 200-serie bevat mangaan in plaats van nikkel en kost veel minder dan de 300-serie. Ze hebben dezelfde corrosiebestendigheid en vervormbaarheid, maar kunnen niet gelast worden. Roestvaststaal is het meest duurzaam van alle brouwmaterialen, maar is ook het duurste. Roestvaststaal kan redelijk goed worden vervormd, maar is moeilijker te bewerken dan andere metalen. De thermische geleidbaarheid is ongeveer 10 keer minder dan aluminium. Om een passief oppervlak te houden is het belangrijk het oppervlak schoon te houden en vrij van aanslag. De makkelijkste manier om dit thuis te doen is een sponsje of zachte borstel te gebruiken en een schoonmaakmiddel om roestvaststalen pannen te reinigen. Het actieve bestanddeel in dit spul is oxaalzuur. Als het oppervlak is geschuurd tot het blanke metaal zal de passieve oxidelaag meteen weer gevormd worden. Deze schoonmaakmiddelen zijn een effectieve manier het metaal te repassiveren nadat het gezaagd, gelast of gesoldeerd is en werken ook prima om koper schoon te maken. Gebruik geen staalwol of een roestvaststalen krabber; ze veroorzaken roest. Roestvaststaal is niet onkwetsbaar, elke kras in de oxidelaag door een ander metaal of de vorming van niet-passieve oxides door solderen of lassen kan corrosie bevorderen, vooral in aanwezigheid van chloride. Biologische vervuiling (trub-deeltjes) en biersteen (calciumoxalaat) kunnen ook corrosie veroorzaken. Het metaal onder de vervuiling kan door biologische of chemische acties passiviteit verliezen en putjes veroorzaken. Biersteen is een combinatie van eiwitten en mineralen, dus het verwijderen gaat het beste door de eiwitten af te breken met een bijtmiddel, zoals natriumhydroxide en de overgebleven mineralen op te lossen door een zuur schoonmaakmiddel. Roestvaststalen platenkoelers mogen niet opgeslagen worden als ze gevuld zijn met water of een schoonmaakmiddel vanwege de mogelijkheid van galvanische of biologische corrosie. Platenkoelers moeten worden gespoeld met schoon water en daarna moet al het water eruit worden gehaald. Blazen met perslucht helpt zeker om corrosie tijdens de opslag te voorkomen. Wisselwerking met vloeistoffen De belangrijkste vraag die brouwers beantwoord willen zien is: “Welke invloed hebben deze metalen op mijn bier?”. Zoals al eerder is aangegeven zijn veel metalen nodig als voedingsstof of zorgen voor een goede vergisting maar soms geeft de wisselwerking met metaal een probleem. De eerste is de welbekende bloedachtige smaak van ijzer. De bron van het ijzer uit bronwater zijn, roest van roestvaststaal of van ijzer in een beschadigde geëmailleerde pan. De gesuggereerde rol die aluminium speelt bij Alzheimer is allang achterhaald en kan buiten beschouwing blijven. Een metalige smaak proef je allang voordat het maar enigszins giftig kan worden. Dus poets je aluminium niet glanzend, laat het maar dof en je krijgt zeker geen smaakafwijking. Koper is een metaal met twee kanten bij het brouwen. Enerzijds is het goed voor de vergisting, maar heeft ook nadelen. Koper-ionen reageren met de waterstofsulfide, die vrij komt bij de vergisting, tot kopersulfide, die achterblijft bij de koude trub. Keuze van apparatuur Laten we eens kijken naar specifieke brouwapparatuur. Waar moet je op letten bij de aanschaf van een nieuwe brouwketel, koppelingen of buizen? Een aantal factoren zijn geleidbaarheid voor warmte, kosten en gebruik. Sommige brouwers vinden de kosten het belangrijkste onderwerp, maar kosten op korte termijn moeten worden afgewogen tegen kosten op lange termijn en gebruiksgemak. Bij elke materiaalkeuze moet worden gekeken naar het gebruik en hoe het gebruik in de loop van de tijd kan veranderen. Wat betreft de kosten lijkt een geëmailleerde pan een goede oplossing, maar een geëmailleerde pan die groter is dan 30 liter is moeilijk te vinden en de kans is groot dat er binnen een paar jaar stukken van het email af springen. Het is bijna onmogelijk om een gat te boren in een geëmailleerde pan zonder het email aan te tasten. Geëmailleerd staal heeft een slechte warmtegeleiding en kan hete plekken veroorzaken waardoor het wort kan verbranden. Aluminium is het op een na goedkoopste materiaal. Het heeft een goede geleidbaarheid en is goed schoon te maken. Aluminium is moeilijk te solderen, maar kan door een specialist worden gelast. Aluminium is heel makkelijk te bewerken, zodat een gat boren voor een kraan simpel is. Een grote aluminium ketel blijft altijd goed als je niet te hard poetst (geen basisch reinigingsmiddel) en kost maar de helft van roestvaststaal. Roestvaststaal heeft niet de goede warmtegeleidbaarheid van koper en aluminium. Desondanks kan het wort gemakkelijk verbranden, maar het is gemakkelijk schoon te maken. Roestvaststaal van de 300-serie kan prima worden gelast en bewerkt. Grote roestvaststalen ketels zijn nogal duur, zeker als ze een aluminium bodem hebben voor een betere warmteverdeling. Maar een goede roestvaststalen ketel gaat “eeuwig” mee. Een nuttig onderdeel van grote brouwketels is een kraan waardoor de hete vloeistof gemakkelijk kan worden overgedaan in een koeler of een ander vat. Er zijn kranen in brons, brons met nikkel en roestvaststaal. Een bronzen kraan gaat heel erg lang mee bij het juiste onderhoud. Als het regelmatig schoonmaken en onderhoud moeilijk is, dan zijn vernikkelde en roestvaststalen kranen een oplossing omdat ze minder onderhoud vergen. Vernikkelde kranen kosten ongeveer het dubbele van bronzen kranen, maar 304 roestvaststalen kranen kunnen wel drie keer zo duur zijn.De 200-serie RVS kost minder dan de 300-serie en kan ook gebruikt worden als er niet hoeft te worden gelast. Roestvaststalen kranen zijn natuurlijk het mooiste, maar als je wat aandacht besteed aan het schoonmaken dan zijn bronzen kranen eigenlijk net zo goed. Met de stijgende koperprijzen is koperen buis duurder dan roestvaststaal, maar koper is gemakkelijker te vinden in de doe-het-zelfzaak. Brons is er alleen maar in starre buizen en koppelstukken. Voor wortkoelers is koperen buis de beste keus. Samenvatting Elk materiaal heeft zijn voordelen en zijn nadelen, afhankelijk van de vorm en waarvoor je het wilt gebruiken in je brouwerij. Aluminium en brons is meestal de meest economische keuze, maar hebben meer aandacht nodig bij het schoonmaken. Koper is lang het favoriete materiaal geweest voor doe-het-zelvers, omdat het makkelijk te maken is en een goede warmtegeleiding heeft. Maar door de stijgende koperprijzen is roestvaststaal dikwijls goedkoper. Roestvaststaal is altijd de gouden standaard geweest voor brouwapparatuur vanwege de bijzondere bestendigheid tegen corrosie en duurzaamheid, maar de kosten zijn dikwijls een probleem. Weeg je verlangens en noodzaak tegen elkaar af en gebruik de informatie uit dit artikel om de brouwerij te bouwen die het beste is voor jou. John Palmer Bron: Brew Your Own, november 2007, vertaald en bewerkt door Frits Haen
|
|
| Terug naar overzicht | |
Jaarlijkse controle van de brouwerij |
december 2007 |
Door: Frits Haen |
|
|
JAARLIJKSE CONTROLE VAN DE BROUWERIJ Is dat vat schoon of vies? Heb ik Iers mos bij de hand? Je thuisbrouwerij heeft een heel scala aan apparatuur, ingrediënten en schoonmaakspullen. Alles goed op orde houden is een vervelende taak, maar door er een keer per jaar een beetje tijd en energie in te steken bespaart dat een hoop tijd en energie op een later tijdstip. Dus zet alles opzij, rol je mouwen op en geef je brouwerij eens een goede beurt. Je bent jezelf later dankbaar dat je het hebt gedaan…..onder het genot van een biertje uit je opgeruimde brouwerij. Schoonmaken Als amateurbrouwer weet je natuurlijk al dat het belangrijk is je apparatuur regelmatig schoon te maken. Maar wist je dat er steeds meer aanslag kan komen, ook al houd je de apparatuur schoon? Deze aanslag is algemeen bekend als biersteen (calciumoxalaat), wat dikwijls niet te zien is met het blote oog. Biersteen kan zich ophopen in je ketel of gistvat en op alles wat in contact is geweest met wort of bier. Standaard schoonmaakmiddelen krijgen het biersteen er niet af. Maar wordt maar niet bang! Biersteen kan verwijderd worden met schoonmaakmiddelen op zuurbasis. Je kunt je leverancier natuurlijk ook vragen om een schoonmaakmiddel dat biersteen oplost. Je weet natuurlijk dat het belangrijk is om je brouwspullen goed schoon te houden, maar ben eens eerlijk, zijn we niet allemaal soms wel een beetje lui. Misschien wordt er wel eens een vat weggezet om later schoon te maken. En wanneer was de laatste keer dat je de hevelslangen goed schoongemaakt hebt? Dingen die zolang worden weggezet worden gemakkelijk vergeten bij het schoonmaken. Een grote schoonmaak is simpelweg het in een keer schoonmaken van een heleboel onderdelen. Een manier om de grote schoonmaak op een economische manier te doen is door bier te brouwen en dan het hete water uit je wortkoeler op te vangen. Voeg een goed schoonmaakmiddel toe en dompel alle onderdelen in de hete oplossing. Dan goed schoonpoetsen. Door alles onder te dompelen in een schoonmaakoplossing kan het vuil gemakkelijk verwijderd worden en door het flink aan te pakken zal alles in je brouwerij weer als nieuw gaan blinken. Weggooien is geen zondeHoe pijnlijk het ook kan zijn, er komt een tijd dat je dingen weg moet gooien die in de loop der jaren versleten zijn geraakt. Maak een risico-analyse van al je brouwspullen en weeg de kosten van het vervangen af tegen de mogelijkheid dat het een fout brouwsel kan veroorzaken. Als een goedkoop deel van de apparatuur versleten is en er is een risico dat het op korte termijn een mislukt brouwsel kan veroorzaken, vervang het dan zo spoedig mogelijk. Elke brouwer heeft zijn eigen niveau van acceptabel risico, maar als je goed nadenkt wil niemand riskeren dat het mislukt door emmers met krassen of vervuilde slangen. Er zijn veel kleine onderdelen van apparatuur of gereedschap dat je ieder jaar moet nakijken. Dus ook je slangen (zijn ze vuil of bros?), emmers (zitten er vlekken of barsten in?), flessenborstels, schuursponsjes (zijn ze vuil of versleten?), houders voor filters, afsluitdoppen en watersloten. Bij teststrips en oplossingen kijk naar de uiterste gebruiksdatum en let er op hoe ze zijn opgeslagen. Is alles opgeslagen bij de juiste temperatuur en vochtigheid. Als bepaalde oplossingen verkleurd zijn of er zit neerslag in, kan dat een teken zijn dat het niet meer goed is. Als je iemand bent die niks weg kan gooien zorg er dan in ieder geval voor dat de oude spullen niet bij de goede spullen liggen. Dit voorkomt dat je op de brouwdag tijd verliest door uit te zoeken wat nu wel goed is en wat niet. Je wilt toch niet per ongeluk oude slangen of borstels gebruiken als je nieuwe hebt! OpslagNiet iedereen woont vlakbij een winkel waar je brouwspullen kunt kopen. Daarom is het handig een aantal standaard dingen in voorraad te hebben, zoals gips, Iers mos, kroonkurken, enz. Het bespaart je een hoop ellende als je een brouwdag of het bottelen van je bier uit moet stellen. Opslag van standaard dingen heeft een aantal voordelen. Ten eerste hoef je niet iedere keer als je in de winkel komt steeds allerlei dingen te kopen. Ten tweede zijn veel dingen goedkoper als je ze in grotere hoeveelheden koopt, en wie wil er niet wat geld besparen? Ten derde als de afstand tot de winkel groter is hoef je per jaar minder op en neer te rijden. En tot slot hoef je niet iedere keer Iers mos te kopen omdat je niet weet hoeveel je nog hebt. Je hebt immers volop! Veel in voorraad hebben heeft ook een aantal nadelen. Ten eerste de kosten. Je zult een paar extra emmers aan moeten schaffen om alles in op te slaan, maar onthoudt dat het alleen in theorie is want je verdient het terug omdat je de volgende keer minder hoeft te kopen. Ten tweede, als je planning minder ambitieus wordt dan je gedacht had moet je meer materiaal opslaan wat voorlopig niet gebruikt wordt. Dus laten we aannemen dat je van alles wilt opslaan. Als je naar je brouwwinkel gaat wil je de gebruikelijke dingen inslaan zoals Iers mos, brouwzouten, schoonmaakmiddelen, kroonkurken, maar wat doe met de ingrediënten? Als je ingrediënten wilt opslaan moet je een paar vuistregels in acht nemen. Het belangrijkste is te bepalen wat je het komende jaar ongeveer nodig denkt te hebben en wat de houdbaarheidsdatum is. Als je het goed opslaat (in de diepvries in een luchtdicht verpakking) blijft hop een heel jaar goed. Mout blijft ook een jaar vers als het bewaard wordt op een koele, droge plaats. Geschrote mout wordt binnen een paar weken muf. Vloeibaar moutextract blijft ongeveer drie maanden vers. Droog moutextract blijft acht maanden goed als het droog wordt bewaard. Tenslotte, vloeibare gist heeft een tamelijk korte bewaartijd. Controleer daarom de houdbaarheidsdatum als je de gist koopt. Verse vloeibare gist heeft, als het gekoeld wordt, een houdbaarheid van ongeveer vier maanden. Gedroogde gist kan langer bewaard blijven, een gekoeld ongeopend pakje blijft wel twee jaar goed. Daarom moet je op al je ingrediënten een sticker plakken met de aankoopdatum of het er duidelijk opschrijven met een viltstift. Als je dat doet hoef je jezelf nooit af te vragen hoe oud iets al is. Met een paar minuten werk nadat je de ingrediënten gekocht hebt weet je zeker dat je verse spullen hebt en dat je brouwsel daardoor niet zal mislukken. Aan de jaarlijkse check-up van je brouwerij kun je nog andere activiteiten vastkoppelen. Je kunt bijvoorbeeld je brouwschema opstellen, waardoor je kunt bepalen welke ingrediënten je moet opslaan. Door simpel in te delen wanneer je tijd hebt en wanneer je een bepaald bier wilt hebben om te drinken. Bijvoorbeeld bokbier in oktober, witbier in de zomer en je bier waarmee je zeker prijs hebt op tijd voor de clubkampioenschappen. In ieder geval, nu je de apparatuur en goede schoonmaakbeurt hebt gegeven, je versleten dingen hebt vervangen en je ingrediënten goed hebt opgeslagen, heb je niets meer te doen. Behalve natuurlijk weer beginnen met brouwen. Kristin Grant Bron: Brew Your Own, mei/juni 2007, vertaald en bewerkt door Frits Haen |
|
| Terug naar overzicht | |
Whirlpoolkoeler |
april 2007 |
Door: Frits Haen |
|
WHIRLPOOLKOELERZoals de meeste brouwers ben ik altijd op zoek naar een betere manier om mijn wort te koelen. De beste koelmethode zorgt ervoor dat: - het gehele wort snel gekoeld wordt; - de “koude-breuk”materiaal niet in het gistvat komt; - de temperatuur gemakkelijk te controleren is tijdens het koelen; - het wort koelt naar de gewenste vergistingstemperatuur.
De twee meest populaire type koelers zij de dompelkoeler en de tegenstroomkoeler. Dompelkoelers geven een betere controle over de worttemperatuur en laten het breuk-materiaal in de kookketel, maar ze werken wat langzamer en verbruiken meer water dan tegenstroomkoelers. Tegenstroomkoelers en ook platenkoelers zijn sneller dan dompelkoelers, maar ze koelen maar een klein gedeelte van het wort tegelijk, laten alle koude breuk in het gistvat en de temperatuur is niet gemakkelijk te regelen. Veel brouwers geven de voorkeur aan het grote koelend oppervlak van de platenkoeler, omdat ze snel koelen. Toch kwam de gedachte bij me op dat het langzame koelen van een dompelkoeler niet ligt aan het gebrek aan koelend oppervlak. Het probleem bij een dompelkoeler is dat het wort niet beweegt. Een dompelkoeler koelt erg snel een laagje wort dat dicht bij het oppervlak zit. Verdere koeling gebeurt door geleiding tussen het gekoelde laagje en de rest van het wort. Brouwers met een dompelkoeler weten dat het koelwater in het begin erg heet is, maar al snel koud wordt bij het verdere koelproces. We moeten dus een manier vinden om het gekoelde laagje te verplaatsen en te vervangen door hete wort. Wat ik nu heb gedaan is het combineren van een dompelkoeler met een whirlpool (draaikolk). De draaikolk verplaatst het hete wort snel langs de koelspiraal en het resultaat is een snelle koeling van het wort. Ontwerp van een whirlpoolkoelerHet ontwerp is een simpele combinatie van een dompelkoeler en een pomp. De pomp haalt het wort onder uit de ketel en pompt het boven in de ketel schuin terug, zodat een whirlpool ontstaat. Het whirlpool-effect verplaatst het gekoelde laagje van de dompelkoeler en de resultaten zijn verbluffend. Een hoeveelheid van 23 liter wort koelt 38 graden Celsius terug in drie minuten met een dompelkoeler met een totale lengte van 15 meter en een dikte van 12 millimeter. Verdere koeling tot de vergistingstemperatuur gaat langzamer, maar de totale koeltijd is nog steeds veel sneller dan welke dompelkoeler. Wat je nodig hebt is een dompelkoeler, een pomp en ongeveer 30 centimeter koperen buis van 12 millimeter. Om alles aan te sluiten gebruik ik siliconenslang van 12 mm inwendig. Siliconenslang is bestand tegen hoge temperaturen. Om je whirlpool uit te proberen vul je de kookketel met koud water uit de kraan tot de hoogte die je ook met het wort hebt. Je moet het uitproberen met een veilige koude vloeistof tot alles goed is ingesteld. Zet de dompelkoeler in de ketel en verbindt de ingang van de pomp met de siliconenslang. Vanaf de uitgang van de pomp neem je een ander stuk slang en verbindt dat met het stuk koperen buis. Het stuk koper moet in een juiste hoek staan ten opzichte van de wand van de ketel. Plaats het uiteinde van de koperen buis ongeveer 50 millimeter onder het wortoppervlak, net binnen de spoel van de dompelkoeler. Zet de pomp aan en stel de hoek en de diepte van de koperen buis zodanig in dat er een whirlpool ontstaat, zonder dat het oppervlak opspat. Ik had de beste resultaten met mijn systeem met een hoek tussen 30 en 45 graden ten opzichte van de wand van de ketel. Als je alles goed hebt ingesteld, kun je de koperen buis vastzetten aan de dompelkoeler met klemmen, tie-raps of soldeer. Ik heb ook nog een versie geprobeerd met een koperen T aan het eind met twee bochtjes aan de T in verschillende richtingen. Dit werkt iets beter, maar ik vraag me af of het de moeite waard is. Sommige brouwers hebben geëxperimenteerd met het wort laten circuleren door een tegenstroomkoeler en terug in de ketel om een soortgelijk effect te krijgen. Volgens hen zijn de resultaten goed met minder whirlpooleffect door de beperkte eigenschappen van de tegenstroomkoeler. Het voordeel is dat er geen obstakel in de ketel zit die de vorming van de kegel met koude-breuk verstoort. Als ik aan het brouwen ben plaats ik de koeler ongeveer 20 minuten voor het einde van de kooktijd in de kookketel en recirculeer het kokende wort een paar minuten om de pomp en de leidingen te desinfecteren. Pas op als je de pomp voor het eerst aanzet. De aanwezige lucht in de pomp en de slangen kunnen behoorlijk opspatten. Als de kooktijd voorbij is, zet ik de koudwaterkraan open, zet de pomp aan en doe het deksel op de ketel. Als het wort op de gewenste temperatuur is zet ik de pomp uit en de koudwaterkraan dicht. De whirlpool brengt de deeltjes in het wort naar het midden en door het wort even te laten staan blijft het daar liggen. Ik laat alles meestal 20 minuten staan, waardoor ik heldere wort naar het gistvat kan pompen en het koudebreukmateriaal en de hop in de ketel achterlaat. Sinds ik hoppellets gebruik heb ik er ook geen problemen mee dat de pomp verstopt raakt. De hopresten en het koudebreukmateriaal kunnen zonder problemen door de pomp. Als je hopbloemen gebruikt of als er een filter in je pomp zit kan de pomp verstopt raken door de vaste stoffen in je wort.
Voordelen van de whirlpoolkoelingBehalve het snel koelen zijn er verschillende opmerkelijke voordelen aan de whirlpoolkoeling: - beter hoparoma - betere hopsmaak - vermindering van DMS - vermindering van de koude breuk in het gistvat - betere controle van de worttemperatuur. De eerste twee voordelen komen door het snelle koelen van de gehele wort. Met een tegenstroomkoeler blijft het meeste wort op kooktemperatuur, terwijl je maar een heel klein deel koelt. Het wort op kooktemperatuur gaat door met het isomeriseren van de hopzuren en het verdrijven van de vluchtige oliën waar de hopsmaak van afhankelijk is. Een algemeen probleem is dat het hoparoma daalt bij omschakeling van een dompelkoeler naar een tegenstroomkoeler. Een whirlpool, echter laat de temperatuur van het wort de eerste minuten genoeg zakken om het mooie hopkarakter te behouden. Het derde voordeel is de vermindering van het DMS (Dimethyl Sulfide). Deze koeltechniek zorgt ervoor dat het gehele wort binnen enkele minuten daalt tot minder dan 60 °C. Onder de 60 °C wordt SMM (S-methylmethionine) niet omgezet in DMS. DMS wordt meestal omschreven als gekookte groente en komt meer voor bij pilsbrouwers, omdat lichter geëeste pilsmout meer SMM bevat dan hoger geëeste moutsoorten. Een ander voordeel van deze techniek is dat er veel minder koudebreukmateriaal in het gistvat terecht komt. Met een tegenstroomkoeler komt alle koudebreuk in het gistvat. Met de whirlpoolkoeler vormt het een mooie kegel in de kookketel wat je achter kunt laten bij het overpompen. Het grootste voordeel vind ik dat je beter de worttemperatuur kunt controleren. Met de tegenstroomkoelers die ik heb geprobeerd kon ik temperatuur nooit goed regelen. Bij de whirlpoolkoeler is dat erg gemakkelijk. Of je nu een Belgisch ale brouwt of een pilsener, let op de thermometer en stop als de juiste temperatuur is bereikt. Je staat er versteld van hoe de temperatuur op lagertemperatuur (bijvoorbeeld 10 °C) komt met deze methode. Het principe van alle koelers is dat de warmte van de ene vloeistof wordt overgedragen aan een andere en het wort wordt gekoeld tot de temperatuur van de koelende vloeistof. Voor lagerbier gebruik ik een tweede pomp om ijswater door de koeler te pompen en terug in een emmer. De emmer begint met een hoeveelheid ijs uit mijn vrieskast en een paar liter water. Als de warmte uit het wort in de emmer komt dan smelt het ijs. Als ik meer koeling nodig heb doe ik er meer ijs in. Sinds mijn eerste proeven met dit systeem zijn de resultaten geweldig. Ik heb alle soorten tegenstroomkoelers weggegeven die in mijn brouwhok lagen en gebruik alleen nog maar deze techniek. Een aantal collega-brouwers zijn ook overgestapt op deze methode en hebben er prima resultaten mee bereikt. We zijn het er allemaal over eens dat we niet meer terug willen naar een koeler zonder whirlpoolkoeler. Jamil Zainasheff Jamil’s SchwarzbierIngrediënten voor 10 liter bier: 1430 gram munichmout 715 gram pilsmout 100 gram caramout 100 EBC 100 gram chocolademout 50 gram Carafamout 800 EBC 50 gram geroosterde gerst 23 gram Hallertauer Mittelfruh hoppellets (4,5% alfazuur) (60 minuten koken) 7,5 gram Hallertauer Mittelfruh hoppellets (4,5% alfazuur) (20 minuten koken) 7,5 gram Hallertauer Mittelfruh hoppellets (4,5% alfazuur) (1 minuten koken) Wyeast 2206 Bavarian Lager Yeast Begin SG 1055 IBU: 30,5 Maischen op 68 °C gedurende 60 minuten. Verhoog de temperatuur gedurende 10 minuten naar 76 °C. Spoelen op 77 °C. 90 minuten koken en hoppellets toevoegen op 60, 20 en 1 minuut voor het einde van de kooktijd. Twee weken vergisten op 12 °C. Bier overhevelen en 24-48 uur lageren op 18 °C. Daarna 4 tot 6 weken lageren op 0 °C. Bron: Zymurgy januari/februari 2007, vertaald en bewerkt door Frits Haen |
|
| Terug naar overzicht | |
“join us in the tasty Beermovement…” |
april 2011 |
| Door: Chris Bauweraerts | |
“join us in the tasty Beermovement…”In september 2009 stapte mijn brouwvriend Chris Bauweraerts de New-Yorkse “Blind Tiger” binnen. Hij had er pas een vlucht Brussel – Newark opzitten. Na ½ uur kwam er Sam Calagiano, de oprichter van Dogfish brewery binnen. De twee figuren begroetten elkaar, later zouden ze elkaar terug onmoeten in Denver voor het G.A.B.F. (nee, niet het Groot Aantwaerps Bier Festival, wel het Great American Beer Festival J). In de “Blind Tiger” hadden ze iets speciaals dat ooit door Sam Calagiano werd bedacht: een “Hoprandal”. Door de hoprandal vloeide de DogFishhead 60 IPA naar de tapkraan. Sam Callagione, de CEO kwam in “The Blind Tiger” dus in eigen persoon een babbeltje doen. Voor zijn toespraak ging hij gewoon op de bar staan en dit maakte zijn publiek nog enthousiaster. Publiekelijk begroette hij Chris met de volgende woorden : Thank you Chris for joining us in the tasty Beermovement… Wat Chris betrof was dit de “quote” van zijn Bierpredikantentrip de SLOWBREW Tour de Belgique 2009. Die “hoprandal” is een leeggehaalde luchtfilter waarin droge hopbellen worden geplaatst. Het getapte bier loopt eerst door de hop heen en bekomt alzo een ter plekke bekomen “doorstroomdryhopping”. Later zou Steven Pauwels, de Vlaamse brouwer van de Boulevard Brewery gevestigd in Kansas City, dit nieuw woord aan Chris voorstellen. In het Engels had hij het over: “thruestreamdryhopping”. Het bier zo getapt is een vernieuwende zegen voor hopliefhebbers. De Blind Tiger organiseert op gepaste tijden een “hoprandalfest”: zesmaal hetzelfde bier wordt er dan aangeboden en elk bier stroomt dan doorheen zijn eigen hoprandal. Elke randal is dan gevuld met een andere hop zodat de hoparoma en smaakperceptie voor de getapte bieren verschillend is. Elke dag wordt de hop in de hoprandal vervangen. Brouwerij SMISKE is nu de eerste Belgische brouwerij die de “doorstroomdry-hopping” toepast, een primeur voor het ZBF! Bestel dus een SMISKE naast een SMISKE R-ALE en ervaar het verschil Gezondheid ! Sam Calagiano, de bedenker van de Hoprandal. De Hoprandal in “The Blind Tiger”. Steven Pauwels & Chris Bauweraerts. |
|
| Terug naar overzicht | |
Bier(platen)koeler |
juni 2021 |
Door: Huub Soemers |
|
|
BIER(PLATEN)KOELER Een tijdbesparende upgrade Als je 19 liter batches bier brouwt is een kleine koeler met 20 platen voldoende. Maar wil je minder water gebruiken is een platenkoeler met meer platen een goede investering, zeker met het oog op de toekomst. Ons (drink)water zal enkel maar duurder worden! Hier in New England krijgen we in de winter erg koud water uit de kraan. Als ik mijn kraan helemaal opendraai, kan ik met mijn platenkoeler met 20 platen het wort terug koelen tot 21 °C en rechtstreeks in mijn gistingsvat pompen. In de zomer duurt het wat langer, dus dan recirculeer ik het nog niet genoeg gekoelde wort gewoon terug in mijn brouwketel ketel totdat de Blichmann thermometer aangeeft dat het wort op de juiste temperatuur is om direct de gist toe te kunnen voegen. Het gebruik van deze Blichman thermometer is optioneel, maar het maakt het koelproces een stuk eenvoudiger, omdat je in een oogopslag ziet hoe koud jouw wort precies is, dus geen giswerk meer! Het gebruik van camlock snelkoppelingen is naar mijn mening aan te bevelen. Zo kun je makkelijk alle onderdelen op je koeler en (eventuele) pomp rechtstreeks aansluiten. Nog beter zijn de zogenaamde Tri-clamp koppelingen (zie clubblad van De Roerstok maart 2021 blz.24). Om een optimale doorstroming te krijgen raad ik je aan om over te stappen op een silicone slang met (binnen)diameter van ½ duim (12 a 13 mm). Je krijgt hierdoor een veel beter debiet (volume/snelheid). Ik heb gekozen voor 2 mannelijke koppelings-helften (zogenaamde adaptors) aan de wortzijde van de koeler om een paar redenen. Hierdoor kun je de pomp aan beide kanten van de koeler aansluiten. Zo kun je de reinigingsvloeistof in beide richtingen laten recirculeren tijdens het schoonmaken. Wees wel voorzichtig, want dit betekent ook dat je het wort in de verkeerde richting kunt laten stromen en hierdoor niet erg efficiënt meer koelt. De beide vloeistoffen (koelwater en wort) moeten altijd tegen elkaars stromingsrichting stromen, vandaar de naam tegenstroomkoeler! Zorg er wel voor dat je de juiste soort (dikwandige) silicone slang (foodgrade) koopt. Dunwandige slang is minder geschikt voor hete vloeistoffen. Die zijn zo dun dat de slangen onmiddellijk zullen gaan knikken en de wortstroom zullen stoppen. Je moet er ook voor zorgen dat je een stevige slang gebruikt voor de waterzijde. Als je goedkope slang gebruikt die minder sterk is, kan de slang ook knikken of zelfs kapotgaan. Geloof mij maar, door schade en schande wijzer geworden! Ik gebruik nu een iets duurdere maar stevigere tuinslang. Het gebruik van (Gardena) snelkoppelingen aan de waterzijde van de platenkoeler is ook optioneel maar wel heel erg aan te bevelen. Gereedschap en materialen om de koeler te kunnen aansluiten Let op! Voor het aansluiten van het koelwater op jouw drinkwaterkraan moet je zelf even kijken wat je precies nodig hebt. Dat geldt natuurlijk ook voor de aansluiting van je brouwketel. In mijn opstelling heeft de persleiding van mijn pomp een rvs ½ duim adopter als aansluiting. 1. Plaatkoeler in elkaar zetten 2. Slangen 3. Waterkant tuinslangen 4. Testen en voorbereiden 5. Brouwdag 6. Reinigen Bron: BYO Mei-Juni 2021 |
|
| Terug naar overzicht | |
Brewfather, moderne brouwsoftware |
oktober 2020 |
Door: Jacques Bertens |
|
|
Brewfather, moderne brouwsoftware Brouwsoftware is een geweldige hulp bij het brouwen van bier. Al heel wat jaren gebruik ik met veel plezier dergelijke software. Het maakt dat je alles veel beter kunt sturen. Voorwaarde is dat de gegevens van jouw installatie én jouw manier van werken goed verwerkt zijn in de instellingen van de software. Dat zul je zelf moeten doen, maar erg moeilijk is dat niet. Het is een kwestie van meten en inschatten. Als blijkt dat het SG en volume van je brouwsels sterk afwijkt. zal je de inschattingen van de verliezen die je hebt met jouw installatie en werkwijze moeten bijstellen. Overstap Mijn oude mobiel ging stuk. Dat was een geluk bij een ongeluk. De nieuwe mobiel die ik gekocht heb heeft een groter scherm, meer geheugen en is veel sneller dan mijn oude mobiel. Ik ging op zoek naar brouwsoftware die zowel goed op een mobiel als op een desktop werkt. Via het forum Hobbybrouwen werd mij Brewfather aanbevolen. Zelf had ik eerst een voorkeur voor BeerSmith omdat dit programma grafisch er net wat beter uitziet. Bij BeerSmith moet je een app aanschaffen voor je mobiel en moet je ook nog een keer betalen voor het gebruik van het programma op je computer. Het gaat om twee verschillende programma’s die er wel ongeveer hetzelfde uitzien. Maar toen ik ontdekte dat de recepten gemaakt op je mobiel niet dezelfde zijn als de recepten op je computer was de keuze snel gemaakt. Ik wilde namelijk optimale synchronisatie en af van het steeds overzetten van bestanden. Bij Brewfather heb je het probleem van overzetten van bestanden niet. Dit komt doordat alles in de cloud staat. Anders gezegd: je slaat niets op op een lokale schijf. Het voordeel hiervan is dat je overal ter wereld bij je recepten kunt komen als er verbinding is met internet. Een ander voordeel is dat er regelmatig backups gemaakt worden van de bestanden door de hoster van de software. De kans dat je recepten kwijt raakt door een crash van je computer is er niet. Thomas zag in dat het aantal gebruikers groter is als het programma meertalig is. Een Nederlandse hobbybrouwer die op het forum Hobbybrouwen.nl schuil gaat achter de forumnaam ErwinBrouwt heeft enthousiast de vertaling van het Engels naar het Nederlands gemaakt. Sinds een aantal weken is deze versie beschikbaar. Als je ergens in het programma een foute vertaling ziet kun je dat doorgeven aan Erwin. Opzet programma Invoeren nieuwe grondstoffen Een optie die het programma biedt is alle grondstoffen en hoeveelheden die je in huis hebt in te voeren. Bij het maken van een recept kun je dan meteen zien dat je alles in huis hebt dan wel dat je nog wat moet bestellen. Natuurlijk kun je het recept ook aanpassen. Niet alleen veel moutsoorten maar ook veel hopsoorten, gisten en andere grondstoffen kent het programma. Zo staan bij de gisten tal van gistleveranciers waarvan ik nog nooit gehoord had. De database met grondstoffen wordt continu geactualiseerd. . Ondanks de enorme hoeveelheid grondstoffen kan het voorkomen dat een grondstof niet in de database staat. Het invoeren van een nieuwe grondstof gaat ook eenvoudig. Je typt de naam en de gegevens van de grondstof in. Volgens klik je op de knop “Toevoegen” . Hoeveelheid gist Lallemand adviseert zelfs bij de kveik gist Voss om niet te hydrateren omdat dit een beter resultaat geeft. Mijn advies is de hoeveelheid gist aan te houden die het programma berekent voor gehydrateerde gist zonder de gist te daadwerkelijk te hydrateren (waarom zou je overbodige stappen uitvoeren). Als je de hoeveelheid gist gebruikt die berekend wordt voor niet-gehydrateerde gist geef je te veel gist wat kan leiden tot een leeg bier (weinig body).
Brouwen Een gemis vind ik dat je niet standaard refractometingen kunt invoeren tijdens het brouwen die dan meteen omgerekend worden in SG-waarden. Aan de hand van die waarden kun je de omzetting van het zetmeel in de gaten houden. Daar zou zelfs een grafiek van gemaakt kunnen worden gemaakt door het programma. Je krijgt dan inzichtelijk of een bepaald maischschema zorgt voor een snellere omzetting en of verlenging van de maischtijd gewenst is. Nu moet je de refractometer tool openen voor het omrekenen van Brix-waarden in SG-waarden. Dat kan veel makkelijker. Verder zou het handig zijn indien je de refractometerwaarden tijdens het maischen op eenzelfde wijze als temperatuur, pH en SG kunt invoeren tijdens de vergisting. Bij de vergisting is dat echt heel erg netjes. Je kun ook een koppeling maken met een TILT-hydrometer, iSpindel of Plato waterslot. Het volgen van de vergisting is een groot pluspunt van deze software.
|
|
| Terug naar overzicht | |
Brouw Beviale |
januari 2024 |
Door: Huub Soemers |
|
|
BRAU BEVIALE 2023 Bezoek 28 november 2023 Fermzilla/Ferminator Tank Volli 30 liter Huub Soemers |
|
| Terug naar overzicht | |
Brouwen in het klein |
juni 2012 |
Door: Frits Haen |
|
|
BROUWEN IN HET KLEIN
|
|
| Terug naar overzicht | |
Filter, koeler en beluchter in één apparaat |
oktober 2020 |
Door: Huub Soemers |
|
|
FILTER, KOELER EN BELUCHTER IN EEN APPARAAT Toen ik op aanraden van mijn vrouw met mijn brouwerij eenmaal uit de keuken was vertrokken, vond ik het moeilijk om 20 tot 40 liter wort op de ideale gistingstemperatuur te krijgen. Bovendien vergat ik na een lange brouwdag vaak mijn zuurstoffles klaar te zetten en haatte ik het om alle verschillende onderdelen afzonderlijk te reinigen en te ontsmetten. Ik heb in een vroeg stadium geïnvesteerd in een goede kwaliteit plaatkoeler (Blichmann Therminator™) om te proberen een efficiënte koeling te bereiken. De doorstroming ervan werd echter ernstig belemmerd door de hoeveelheid warme trub onderin mijn brouwketel, ondanks het feit dat een krachtige pomp het er doorheen probeerde te drukken. Het plaatsen van een inline trub-filter leek het antwoord, maar zelfs de beste versie die ik tegenkwam (Brewers Hardware's Wort Strainer) was nog steeds ongeveer halverwege het koelproces verstopt. Iets in mijn proces moest worden aangepast omdat ik wist dat ik niet de enige was die een platenkoeler gebruikte. Ik had mijn oplossing, nu moest ik nog een manier vinden om het allemaal samen te voegen in een enkele unit, zodat het einde van het brouwproces wat praktischer werd. Mijn “Worterator” zorgt ervoor dat alle laatste stappen van het brouwproces op een handige wijze verlopen, zodat het koelen, beluchten, reiniging en steriel maken van het wort vlekkeloos verloopt. Materialen: Schoonmaken: Op het einde van het brouwproces sluit ik gewoon de watertoevoer aan op de wort uitgang van de koeler en spoel alles zeer grondig door. Vervolgens kan ik doorgaan met de reiniging van de brouwerij door de kookketel te vullen met PBW-schoonmaakmiddel en alles goed door te spoelen. Ik heb me voorgenomen om het apparaat af en toe uit elkaar te halen, omdat er zich aan de driewegklep en de filter nog steeds verontreinigingen vastklampen.
Geschreven door Ben Hamlin, vertaald en bewerkt door Huub Soemers. |
|
| Terug naar overzicht | |
Het demonteren van de tapstang uit een bierfust - Deel 1 |
mei 2010 |
Door: Henri Raaijmakers |
|
Het demonteren van de tapstang uit een bierfust - Deel 2Even terug naar de regels die we zeker in acht moeten nemen wanneer we werken aan een fust. Ontlucht een fust te allen tijde voor hier handelingen aan worden verricht.
We gaan nu verder met een ander type tapstang. Type: Schijf rond We laten nu even de tapkop vast in het fust zitten. Dus nog niet losdraaien. Voor deze tapkop moeten we eerst een hulpstuk maken. Hiervoor hebben we een combinatietang nodig die we eerst nog moeten aanpassen. Dit om beschadiging van de tapstang te voorkomen. Ik heb in de bekken van deze tang 2 groefje geslepen waarmee we het metalen binnengedeelte vast kunnen grijpen zonder deze te beschadigen. (zie figuur 1en 4).
Druk de rubberen ring met de bekken van de tang zover naar beneden tot dat de ingeslepen gleufjes van de tang het metalen binnengedeelte kunnen grijpen van de tapstang (zie figuur 4 en 5). Trek nu de tang met het metalen binnengedeelte 1mm. terug en draai dan het binnengedeelte met de tang geheel naar rechts. Neem de tang los en het metalen gedeelte valt naar beneden. De blokkering is los. Plaats nu de speciale sleutel op de schijf die nog in de fust aanwezig is, (zie figuur 3) en draai deze uit de fust. Het binnengedeelten is met de hand en enige druk weer terug te plaatsen in de buitenring. (wordt vervolgd ) Henri Raaijmakers |
|
| Terug naar overzicht | |
Javal hevelfilter |
maart 2011 |
| Door: anoniem | |
Javal hevelfilterBazookavlechtwerkgleufjeshevelfilter Evenals veel clubleden, en waarschijnlijk vele andere amateurbierbrouwers, ben ik van mening dat "goed gereedschap het halve werk is". Na veel zoeken en proberen heb ik mijn traditionele hevelfilter zo aangepast het aan mijn verwachtingen voldoet: eenvoudig, betrouwbaar, bruikbaar voor moutfilteren en hopfilteren, doeltreffend en (als het kan) niet te duur. Ik wil die constructie graag met jullie delen. Ik heb wat nagedacht over de naam: "bazookavlechtwerkgleufjeshevelfilter" komt nog het dichtst in de buurt, maar niet echt vriendelijk. Daarom maar gekozen voor het JAVAL filter, een samentrekking van mijn voor- en achternaam.
De constructie De constructie bestaat uit 12 mm roodkoperen waterleidingbuis, 2 haakse knietjes, een T-stuk, een 15 mm T-stuk en 70 cm RVS vlechtwerk dat als ommanteling van een rubberen slang heeft dienst gedaan. Het filter hevelt 10 liter schoon kraanwater over in 1 minuut 40 bij een hoogteverschil van 90 cm. Ruim voldoende om de filtercapaciteit van het filterbed bij te houden. Betere filtering Het principe achter dit Javal hevelfilter is het gegeven dat alléén filtering plaatsvindt op plaatsen waar het wort doorstroomt. Als dat één gat zou zijn van een vierkante centimeter met filtermateriaal erover zal alle wort daar naartoe lopen en alle uit te filteren stoffen zullen zich daar verzamelen, waardoor het filtermateriaal op die ene centimeter snel verstopt is. Als je een "traditioneel" hevelfilter gebruikt van 12 mm. buis met zaagsneetjes (bv. 50 sneetjes van 1 mm. breed) zal het doorstroomoppervlak 50 x 10 mm. x 1 mm. = 5 cm2 groot zijn. Door het filteroppervlak te vergroten zal de stroming zich over een groter oppervlak verdelen en bij elke opening minder residu verzamelen. De RVS filterslang is 70 cm. lang en plm. 4 cm. in omtrek, waardoor 280 cm2 aan filteroppervlak ontstaat. Langs de omtrek van de slang zitten 18 vierkante gaatjes van plm. 0,5 mm. (0,25 mm2 oppervlak) en 5 gaatjes per strekkende cm. Mijn filterslang bevat dus plm. 70 x 5 x 18 = 6300 gaatjes van 0,25 mm2; en dus een doorstroomoppervlak van 15,75 cm2. Mocht die capaciteit onvoldoende zou zijn kun je in plaats van een ring ook kiezen voor een spiraalmodel, waarin je net zoveel buis verwerkt als je ketelbodem toelaat. Daardoor ontstaat meer filtercapaciteit maar ook (in je beslag) een beter verdeeld stromingspatroon. De praktijkervaringen tot nu toe Ik heb 2 keer gebrouwen en dit hevelfilter gebruikt na het maischen en na het koken, zonder kaasdoek. De hop heb ik meegekookt in hopkookzakken, plm. 30 gram hop per zak en regelmatig tegen de zijkant van de ketel leeg gedrukt met de roerspaan. Bij de volgende brouw ga ik de hop los meekoken, kijken hoe het filter daarmee omgaat. Schoonmaken doe ik door alle onderdelen los te nemen en in kokend water af te wassen/door te spoelen. Ik zet het hevelfilter 10 minuten voor het einde van het koken in de kookpan om het te steriliseren en daarbovenop zet ik mijn koelspiraal die de filterring (het gedeelte met het RVS vlechtwerk) op de bodem duwt. Doordat de hevelbuis helemaal de binnenwand van de pan volgt kan de koelspiraal er volledig bij in. Het is overigens niet nodig de filterring naar de bodem te duwen, deze valt vanzelf op zijn plaats. Mocht dat niet het geval zijn geweest dan kan één kant van de filterring aan het T-stuk van de filterbuis vast worden gesoldeerd, zodat de juiste positie gefixeerd wordt. Dan blijft het nog steeds mogelijk de RVS mantel er langs de losse kant af te schuiven en de hele zaak schoon te maken. Jaap van Alphen |
|
| Terug naar overzicht | |
Kostbare metalen |
januari 2020 |
Door: Frits Haen |
|
|
KOSTBARE METALEN Stel je bent de trotse bezitter van een nieuwe wortkoeler of roestvaststalen vat. Het ziet er prima uit en maakt het brouwen gemakkelijker. Denk je dat je er over een jaar nog plezier van hebt? Terwijl je waarschijnlijk meteen ja zegt, weet je nog niet welke problemen je misschien te wachten staan. Hoewel het er onverslijtbaar uitziet kan het worden aangetast door verkeerd gebruik. Om je hiertegen te beschermen moet je kennis nemen van de verschillende metalen die bij het brouwen gebruikt worden en de manier waarop ze reageren op je bier en de verschillende schoonmaak- en desinfecteermiddelen. Aluminium Koper Brons Roestvaststaal Conclusie John Palmer |
|
| Terug naar overzicht | |
Meer bier |
april 2023 |
Door: Fons Michielsen |
|
|
MEER BIER Soms hoor ik het verwijt dat ik over te moeilijke onderwerpen schrijf. Dus ik dacht: pakkende titel, dan begin je misschien te lezen. Ik heb een Grainfather van 30 liter (G-30). Ik weet dat er veel leden zijn die een G-30 of een Brew Monk of Arsegan hebben met allemaal hetzelfde principe: ketel, korf, bodemzeefplaat, overloopbuis, bovenste zeefplaat. Als je nu geen zin hebt om de rest van dit verhaal te lezen, dan geef ik eerst even de conclusies: En dan nu de uitleg. Heb je veel water, dan zit er veel ruimte om de mout-deeltjes heen. Bij het rondpompen kan het water/het wort goed om de moutdeeltjes heen spoelen en zo alle opgeloste stoffen meenemen. Maar heb je weinig water, dan krijg je waarschijnlijk kanaalvorming: het water/wort dat wordt rondgepompt Meten Ik maak een pils met 1045, heb 4,6 kg mout en 13,8 l water. De mout neemt 3,7 liter ruimte in (nl. 80 % van 4,6 kg) in het water. Het totale volume is daarmee 17,5 liter. De ketel is ongeveer voor de helft gevuld. Onder de korf zit 3,5 liter water en naast de korf zit ongeveer 3,0 liter water. Dan zit er in de korf slechts 7,3 liter water (en 4,6 kg mout). Dat is niet echt de verhouding die ik wenste: ik wil 1 : 3, niet 1 : 1,6. Met andere woorden: het moutbed in de korf is vééél te compact. Dat kun je op twee manieren oplossen. Het eerste is: voeg meer water toe. In ieder geval die 3,5 liter die onder de korf staat en liefst ook nog die 3,0 liter die naast de korf staat. De tweede maatregel is om rijsthulzen te gebruiken. Hieronder een tekening met links de oude situatie en rechts de nieuwe. Volgens mij kun je dit doen in alle 30 liter automaten. Ik moet toegeven dat er wel een beperking zit aan dit verhaal. Als je 6,5 liter extra water wilt toevoegen kom je niet verder dan een brouwsel van 19 liter met een begin s.g. van 1065. Je kunt wel naar 1080 gaan met 19 liter maar dan moet je 3,5 liter water toevoegen in plaats van 6,5 (nou ja, in mijn G-30). Maar dat is dan wel zo’n beetje de grens. Fons Michielsen. |
|
| Terug naar overzicht | |
Omgekeerde osmose |
december 2019 |
Door: Frits Haen |
|
|
OMGEKEERD OSMOSE WATER |
|
| Terug naar overzicht | |
Ontwerp van een brouwcomputer |
september 2020 |
Door: Ton de Kok |
|
|
ONTWERP VOOR EEN BROUWCOMPUTER Wat zijn de criteria voor het ontwerp van een brouwcomputer? A: Stijgende infusie. B: Dalende infusie. C: Decoctie Conclusie: Arduino Ik gebruik daarbij het display uit de kit. Er zijn ook varianten die minder uitgangen gebruiken door gebruik te maken van een seriële bus. Ik heb echter genoeg I/O (Inputs/Outputs). De tijd wil ik in de software bijhouden en dus geen RTC (Real Time Clock) gebruiken. Deze zijn ook met een bus verkrijgbaar en dan met een display met bus en drukknoppen te combineren. De temperatuur meet ik met een LM35, een goedkope opnemer die een spanning afgeeft welke lineair is met de gemeten temperatuur. Keuze Menu 0123456789012345 Positie karakter op het display Er verschijnen de eerste 2 stappen. X is de stap waarin geprogrammeerd wordt of waar in het brouwproces zich bevindt. h staat voor de numerieke waarde van het aantal uren. H is de aanduiding om te zien dat het hier om de tijd gaat. In het Programmeermenu staan hier de geprogrammeerde waarde oftewel het setpoint. Reacties aan alcadekok@ziggo.nl. |
|
| Terug naar overzicht | |
Op bezoek bij de thuisbrouwerij van Cor van der Schans |
november 2011 |
Door: Paul Langenberg |
|
DE THUISBROUWERIJ VAN……Cor van der Schans |
|
| Terug naar overzicht | |
Op bezoek bij de thuisbrouwerij van Fon de Laat |
april 2009 |
Door: Paul Langenberg |
|
|
OP BEZOEK BIJ DE THUISBROUWERIJ VAN FON DE LAAT Werk Fon de Laat is nu anderhalf jaar met pensioen en hij is zeker niet achter de geraniums gaan zitten. Misschien heeft hij die wel maar hij heeft wel wat beters te doen. Al snel blijkt, dat we min of meer collega’s zijn geweest. Fon heeft ook heel lang in de zorgsector gewerkt maar dan in de zorg voor verstandelijk gehandicapten, als dat tenminste de laatste versie van de politiek correcte benamingen is. Misschien moet je wel zeggen “zorg voor mensen met een verstandelijke uitdaging” want Nederland is goed in eufemismen. Fon heeft oorspronkelijk een technische opleiding. Hij heeft ooit de LTS gedaan en is als automonteur begonnen. Omdat hij ook best kon rekenen, had hij al snel in de gaten dat dit niet het beroep met het beste salaris was. Daarom werd hij rijinstructeur. Of het een boodschapper is geweest die door hogere machten is gezonden zullen we in het midden laten maar feit is dat hij rijles gaf aan iemand die hem voorstelde in de zorg te gaan werken. Hij kwam terecht bij wat nu Amarant is en toen nog Piusoord heette. Hij zou daar bij de zogenaamde arbeidstherapie gaan werken maar werd verpleegkundige. Na enige tijd werd hij praktijkbegeleider en heeft hij het mobiliteitspunt opgezet. Dat is een bureau dat mensen in de zorg begeleidt in het maken van een carrièreplan. Initiatief genoeg dus. Meer werk Fon is dan wel gestopt met werken maar vervelen doet hij zich niet. Omdat hij van alle markten thuis is, hoeft dat ook niet. Momenteel verbouwt hij het huis van zijn zoon, die wilde wel een ander huis kopen maar in deze crisis tijd is dat niet aan te raden dus is besloten om dan het bestaande huis maar te vergroten. Dan is het wel fijn als je een vader hebt die kan lassen, met elektriciteit kan werken, met hout overweg kan, kan metselen en ga zo maar door. Gelukkig heeft hij ook nog tijd om bier te brouwen en niet alleen dat, ook om een goed geoutilleerde brouwerij te bouwen want zijn installatie is wel bovengemiddeld. Brouwen Fon brouwt niet in de zomer maar in de rest van het jaar zo’n 1 keer per maand 60 liter bier. Vreemd genoeg is zijn brouwcarrière begonnen met een wijnrank. Dat zit zo, hij had een wijnrank in de tuin en een buurman vond dat hij dan ook maar eens wijn moest gaan maken. Dat leek hem niets maar zijn oren stonden wel open toen iemand hem vroeg waarom hij dan geen bier ging brouwen. Hij kwam in contact met Ton de Kok en die vertelde hem een en ander over de edele kunst van het brouwen. Ton troonde hem mee naar de clubavond en al direct kwam hij aan tafel met Noud en Karel die hem weer meesleepten naar Brouwland. Daar aangekomen, heeft hij zijn portemonnee omgedraaid en van alles gekocht want Fon houdt niet van half werk. Na een begin met 25 liter maakt hij nu brouwsels van 60 liter en dat in een jaloersmakende installatie want lang niet alles is gekocht, integendeel, veel is zelfgemaakt of aangepast. Heilige der Heiligen Na een poosje gepraat te hebben betreden we het “Heilige der Heiligen”, de brouwerij die blinkt van het schoongepoetste roestvrij staal en imponeert met alle metertjes en wondere apparaten. Hier blijkt dat Fon niets heeft gelogen over zijn vaardigheden. Een bier staat te gisten in een gistkast die volledig wordt gestuurd door een schakelaar met thermostaat. Een föhn dient als warmtebron. Prachtig is zijn koperen pijp die de maisch op zwaartekracht over laat gaan naar de filterkuip. Helemaal geweldig is zijn handaangedreven wandlift waarmee hij een vat met hulp van een katrol met gemak de lucht in laat gaan. Ook heel mooi is zijn spoelsysteem, een koperen constructie waarmee hij een krat van 24 flessen in 1 keer kan spoelen. En dan te bedenken, dat hij pas 4 jaar brouwt! Laborant Hij is het niet maar had het kunnen zijn: laborant. Fon maakt zijn eigen desinfectans, oxonia maar draait ook zijn hand niet om voor het opkweken van gist. Hij gebruikt daarvoor het Cryo-systeem. Kleine bolletjes voorkomen dat de gist die wordt ingevroren kapot gaat. Misschien moet hij het maar eens uitleggen op een clubavond want het is een mooi systeem en hij kan dat beter uitleggen dan ondergetekende die voor scheikunde een schamele 3 haalde. Fon is iemand die als hij iets doet, ook echt de diepte ingaat, hij wil precies weten hoe het werkt. Hij werkt ook graag met het programma “ Brewvision, of biervisie” dan kun je beter voorspellen wat voor bier je brouwt. Hoe bitter het wordt, welke kleur het heeft, etc. The Proof Of The Pudding Is In The Eating Fon heeft veel gevoel voor taal, hij schrijft graag stukjes in het Tilburgs, maar hij is niet goed in andere talen. Om hem wakker te houden daarom deze kop. Wakker houden is eigenlijk niet nodig want zoals gezegd is Fon erg actief. Hij heeft dan wel een prachtige brouwerij maar kan hij dan ook brouwen? Op deze vraag is maar 1 antwoord mogelijk: ja, dat kan hij en ondergetekende kan het weten want hij heeft diverse bieren mogen proeven. Die bieren smaken heel goed, zuiver, goede geur en volgens type. En dan kan hij ook nog eens goed koken, getuige de feestavond, some guys have all the luck. Paul Langenberg
|
|
| Terug naar overzicht | |
Op bezoek bij de thuisbrouwerij van Henri Raaijmakers |
april 2012 |
Door: Paul Langenberg |
|
|
DE THUISBROUWERIJ VAN…… |
|
| Terug naar overzicht | |
Op bezoek bij de thuisbrouwerij van Jacques Bertens |
mei 2011 |
Door: Paul Langenberg |
|
|
OP BEZOEK BIJ DE THUISBROUWERIJ VAN……
Jacques Bertens
Amateur? De zon schijnt al is het nog wel aan de frisse kant, als ik Loon op Zand binnenrijd en aanleg bij het huis van Jacques Bertens. Voor iedereen die ook maar een heel klein beetje weet van de wereld van het amateur bierbrouwen is Jacques al lang geen onbekende meer. Eigenlijk is het raar dat zijn thuisbrouwerij nog niet echt in het clubblad is besproken want Jacques is al lid vanaf de oprichting van de Roerstok, ik kan het weten want ik was erbij. Een verdere introductie lijkt me dan ook niet aan de orde. Zijn ontwikkeling heeft in al die jaren niet stilgestaan, sterker nog, Jacques behoort al sinds jaar en dag tot de voorhoede van de vernieuwers in de amateur brouwwereld. Je vraagt je soms af of het woord amateur hier eigenlijk nog wel van toepassing is.
Vogel De vogel die voor de redactie van het clubblad geen onbekende is, verwelkomt me luidkeels, hij heeft echter vandaag geen snipperdag. Die heeft hij wel zodra hij uit de kooi mag want zijn grote hobby is het versnipperen van allerlei papieren. Niet altijd tot genoegen van de eigenaars maar het blijft een leuk beestje als hij gezellig op je hoofd landt, maar nu even niet dus. De koffie staat klaar en we begeven ons naar het heilige der heiligen, de brouwerij die op zolder is gesitueerd. Tijdens een der redactievergaderingen had ik de brouwerij al eens vluchtig gezien maar nu is er tijd genoeg om alles eens goed te bekijken. En niet alleen dat want vandaag mag ik meebrouwen met Jacques.
Witbier Jacques had me uitgenodigd om mee te doen met brouwen om zo het artikel over het bezoek aan de thuisbrouwerij weer nieuw leven in te blazen. Omdat vrijdag mijn vrije dag is, was dat geen enkel bezwaar, integendeel want van meedoen leer je meer dan van alleen kijken. De mout is al geschroot met behulp van de Maltmill, een walsenmolen, in dit geval voorzien van een motor want gemak dient de mens. Het recept van vandaag is een witbier met als variatie op het bekende thema een wat steviger hopsoort, twee zelfs, te weten Cascade en Amarillo. Al eerder had ik van Jacques een bier met deze hopsoorten mogen proeven en die waren bijzonder lekker. De hop heeft toch een grotere invloed op de smaak dan ik tevoren dacht, vooral de citrussmaak in sommige hopsoorten is opvallend (en lekker).
Stilstand is achteruitgang Jacques heeft zoals al eerder vermeld constant vernieuwingen toegepast en nieuwe ontwikkelingen gevolgd. Hij doet regelmatig experimenten die de lezers van het blad natuurlijk allemaal kunnen lezen. Het is zelfs zo, dat hij na iedere keer dat hij brouwt een aanpassing bedenkt die het brouwproces verbetert en/of vergemakkelijkt. Dat kan iets groots zijn, zoals de aanschaf van een pomp die de maisch rondpompt, maar ook iets kleins als het vastzetten van een slang met een klem. Helaas vergat hij die heel even waarna een slang met het voorbijlopen even een eigen leven ging leiden. Gelukkig zonder desastreuze gevolgen maar het nut van de klem is direct bewezen. Jacques heeft zijn installatie in de loop der jaren steeds verder uitgebreid. Naast de al genoemde pomp die een hoop overgieten met de bijbehorende ongewenste zuurstofinslag voorkomt, is er de koelkast, gekocht via E-bay. Deze koelkast is voorzien van de bekende UT-100 (of de 200) thermostaat waarmee met behulp van een lamp zowel verwarmd als gekoeld kan worden. Op deze manier is de vergistingtemperatuur tot op de graad nauwkeurig te regelen. Een groot voordeel is dat op deze manier de vergisting veel beter te regelen is en ongewenste vorming van esthers goed te beperken is.
Zolder Dat de brouwerij op zolder is geplaatst heeft als nadeel dat je wat meer trappen moet lopen maar Cruijff indachtig,”ieder nadeel hep se voordeel” en in dit geval betekent het dat Jacques op deze manier gelijk aan fitness kan doen. Hij is zelfs lid geworden van een fitness club om de conditie op peil te houden en dat helpt wel bij het af en toe met een vat de trap op en af sjouwen. Met het gesjouw valt het uiteindelijk ook wel weer mee want hij heeft een spoelbak gemonteerd zodat hij de waterafvoer gewoon ter plekke heeft. Daarnaast werkt de pomp heel goed en voorkomt een hoop gesjouw en tillen van vaten. Dat de pomp ook nog eens geruisloos werkt is mooi meegenomen. Niets wordt aan het toeval overgelaten, regelmatig wordt met de refractometer het soortelijk gewicht bepaald, het apparaat corrigeert zelf voor temperatuur. Het water wordt behandeld met zuur om de juiste zuurgraad te verkrijgen, in dit geval fosforzuur. Ook wordt een snufje Calciumchloride toegevoegd om een wat zoetere smaak te verkrijgen. Wel fijn is, dat het brouwen toch ook nog gewoon ouderwets handwerk is want de roerstok krijgt zeer regelmatig een zwier en is nog gewoon van hout.
Voorspoedig Het brouwproces verloopt voorspoedig, natuurlijk gaat er wel eens een kleinigheidje mis maar dat is dan ook vaak te wijten aan menselijk falen. Jacques is de trotse eigenaar van een fraai cilinderconisch vat van RVS, de pomp brengt het gekoelde wort feilloos naar dit vat maar jammer genoeg staat de kraan open en klettert het kostelijke vocht in de koelkast. Door razendsnel ingrijpen blijft de schade beperkt maar het vat moet er even uit om de boel schoon te maken. Met behulp van een uit Amerika geïmporteerd schoonmaakmiddel (Starsan, Jacques heeft er al eens over verteld op de clubavond) is dat zo gepiept. Het filteren loopt ook heel goed door de recent gefabriceerde hevelfilter. De basis is een koperen hevel maar omkleed met vlechtwerk uit slang die voor waterleiding e.d. wordt gebruikt. Een experiment met een filter van alleen deze slang is ook geprobeerd maar daardoor werd de filter te licht en bleef minder goed liggen. De combinatie van koperen buis en vlechtwerk is echter heel goed en het wort komt er na enig rondpompen door de tegenstroomkoeler kraakhelder uit. Voor het aansluiten van de diverse slangen op de pomp heb je wel enige studie nodig maar dan heb je ook wat.
Gist Jacques is altijd te vinden voor een experiment en het vergisten van een brouwsel met meerdere gisten of onder verschillende condities is voor hem een uitdaging die hij regelmatig aangaat. Ook in dit geval gaat hij weer eens variëren om te ontdekken hoe de hoeveelheid gist die toegevoegd wordt het bier beïnvloedt. Een deel van het brouwsel wordt dan ook apart gehouden en ook leuk is dat ondergetekende een vaatje meekrijgt om zelf thuis te laten vergisten. Dat gebeurt nu nog onder minder gecontroleerde toestand (al beschik ik wel over een warmkast) maar dat gaat op termijn wel veranderen.
Velpon Aan het eind van de dag dalen de brouwers de trap nog een keer af om een lekker zelfgebrouwen bier te gaan proeven. Een lekker volmoutig en toch niet te zwaar bier, gemaakt met Vienna mout, wordt met smaak geproefd. De brouwgast heeft ook een fles van zijn laatste brouwsel meegenomen maar dat blijkt hevig schrikken want een ongelofelijk smerige walm van Velpon stijgt op en het bier gaat dan ook snel richting gootsteen. Te hoge vergistingstemperatuur zal de oorzaak zijn. Gelukkig blijkt bij thuiskomst dat dit flesje niet exemplarisch is voor de hele brouw. Misschien komt het omdat ik het apart in de schuur had gezet, het betreft een nog heel jong bier van 10 dagen in de fles, en was het daar te warm. Hoe dan ook, ik neem me voor volgende keer een ander en hopelijk beter exemplaar mee te nemen voor Jacques.
Brouwzin Het meebrouwen met een brouwer die zoveel weet van brouwen en zich steeds vernieuwt werkt heel inspirerend. De volgende dag al kijk ik op de site van Jacques en de diverse links naar adressen. Vooral het idee van de koelkast staat me aan en daar ga ik dan ook zeker naar op zoek. Het gebruik van de nieuwe hopsoorten is ook aantrekkelijk en de Amarillo is reeds onderweg. Rest mij om Jacques nogmaals heel hartelijk te danken want het was een heel leuke en ook heel leerzame dag.
Paul Langenberg
|
|
| Terug naar overzicht | |
Op bezoek bij de thuisbrouwerij van Ollie Lem |
maart 2012 |
Door: Paul Langenberg |
|
|
OP BEZOEK BIJ DE THUISBROUWERIJ VAN…… |
|
| Terug naar overzicht | |
Op bezoek bij de thuisbrouwerij van Raymond van Gils |
maart 2009 |
Door: Paul Langenberg |
|
|
OP BEZOEK BIJ THUISBROUWERIJ VAN RAYMOND VAN GILS Technisch vernuft Dit keer valt het wel mee om de weg te vinden naar het huis van Raymond, het kan gelukkig ook op de fiets en het is een beetje koud maar wel lekker zonnig weer en dan is het naar Goirle prettig fietsen. In de tuin staat nog een pan met daarin de nog wat nadampende bostel. De ketel is om de maischtemperatuur zo goed mogelijk constant te houden, met folie omwikkeld. Raymond staat gewoon in de keuken met het kokende wort op het fornuis, de kinderen zitten rustig aan tafel en zijn vrouw lijkt er ook geen moeite mee te hebben dat er wat damp het huis in komt. Ze lust gelukkig ook bier dus dat helpt er wel aan om het brouwproces in huis lijdzaam te ondergaan. Apparatuur Bij iedere brouwer zie je wel een handigheidje of iets wat een ander niet heeft. Raymond zit goed in de apparatuur, dat heeft ook wel te maken met zijn opleiding en werk. Raymond heeft de laboratoriumschool gedaan en werkt nu bij Eurovet in Bladel. Misschien suggereert de naam dat dit iets met overgewicht heeft te maken maar dat is niet zo. Het gaat om een veterinair bedrijf waar hij de kwaliteitscontrole doet. Raymond is zelf trouwens ook niet vet maar dat zal ook wel komen omdat hij meestal op de fiets naar Bladel gaat, toch iedere dag een respectabele 50 kilometer, waarvan acte. Hij heeft ook bij IFF gewerkt en zijn laboratorium verleden heeft als voordeel dat er wel eens een afgeschreven apparaat ergens staat te verstoffen. Bij binnenkomst springt dan ook een buitenmaatse pH meter in het oog. Ook een thermostaat met schakelaar en timer is een handig hulpmiddel. Je kunt er je elektrisch verwarmde ketel mee regelen. Voor gas kan dit niet maar je zou het ding ook kunnen gebruiken om je gistkast op temperatuur te houden. Ook wel handig is zijn roerwerk dat eigenlijk wel wat op een mixer lijkt en bij ondergetekende het idee wakker roept of het misschien met een mixer ook niet mogelijk is een roerwerk te maken. Die vraag moet eens naar de technische commissie in de hoop dat het niet afgedaan wordt met de opmerking dat er dan maar even een vertraging op gezet moet worden want dat valt niet binnen de mogelijkheden van schrijver dezes. Brouwverleden Raymond heeft ooit rondleidingen verzorgd bij brouwerij de Roos in Hilvarenbeek. Toen hij daar een tijdje rondliep raakte hij steeds meer geïnteresseerd in het brouwen. Hij ging zijn eerste aankopen doen bij Brouwland en trof daar toevallig Gerard Weterings die hem een en ander vertelde en en passant ook kon vertellen dat veel wel goedkoper kon worden bemachtigd. Daarna is hij verslingerd geraakt aan het brouwen en brouwde een bier dat hij bij de Roos liet proeven. Het bier viel erg in de smaak en Raymond wilde er wel gaan werken als brouwer. Uiteindelijk liep dit toch niet helemaal goed omdat hij te weinig vrijheid kreeg om naar eigen inzicht te brouwen en is hij er gestopt. Nu werkt hij dus in Bladel en beperkt het brouwen tot zijn eigen keuken. Soms brouwt hij met zijn broer, soms met een vriend, echter vandaag is hij alleen heer en meester achter de ketels. Niet teveel Raymond brouwt niet meer dan twintig liter, dat vindt hij wel genoeg omdat het bier dan niet te lang staat, hij is geen voorstander van oude bieren. Bovendien heeft hij wel een beetje een hekel aan bottelen (daarin zal hij niet de enige zijn) en dan is honderd liter echt niet te overzien. Dit keer wordt trouwens de Witte Trappist gemaakt, het kloonbier voor het komende ONK. Hij heeft wel zelf de gist opgekweekt van het origineel. De aanzet van opkweken heeft hij trouwens gedaan met een beetje vruchtensap als voeding voor de gist, daarna is er wort bijgevoegd. De gist in de fles ziet er actief uit dus dat belooft wel iets. Niet bij bier alleen Maar de mens zal niet alleen bij bier leven. Raymond heeft nog wel andere hobby’s en geen alledaagse. Hij heeft zelf een vlieger gebouwd en denk dan niet aan het liedje van André Hazes (al zou met de vlieger van Raymond best een brief verplaatst kunnen worden naar hogere regionen) en ook niet aan zo’n lullig van kranten gevouwen dingetje met een frame van eetstokjes. Nee, hier is een echt ontwerp aan vooraf gegaan gemaakt op de computer en daarna op de naaimachine in elkaar gezet nadat de onderdelen met behulp van mallen zijn uitgesneden. Het resultaat is een veelkleurig en schitterend vormgegeven vliegend gevaarte dat met behulp van een soort gyroscoop in de lucht kan worden gehouden. Onnodig te zeggen, dat hij hiermee veel bekijks trekt in de buurt. Nog leuker is, dat hij aan de vlieger een camera heeft vastgemaakt die met behulp van een ingenieus mechaniekje bestuurd door een eierwekker, luchtfoto’s maakt. Zo zie je nog eens of de buren een zwembad in de tuin hebben. En verder, ook niet bij bier alleen want brood bakken doet hij ook graag. En mocht hij nog tijd over hebben dan wordt die gestoken in de volgende te ontwikkelen hobby namelijk de elektronica. De boeken liggen al klaar. Paul Langenberg |
|
| Terug naar overzicht | |
Peilglas Brewmonk / Easybrew |
april 2024 |
Door: Huub Soemers |
|
|
PEILGLAS BREWMONK/EASYBREW Modificatie oude modellen Vergeet niet de kogelkraan open te zetten als je het peilglas gaat aflezen. Succes met de verbouwing! Huub Soemers |
|
| Terug naar overzicht | |
Platenkoeler |
februari 2023 |
Door: Huub Soemers |
|
|
PLATENKOELER De platenkoeler ook voor de thuisbrouwer. De werking van de platenkoeler. Huub Soemers.
|
|
| Terug naar overzicht | |
Pompen in de (thuis) brouwerij |
mei 2011 |
|
POMPEN IN DE (THUIS) BROUWERIJ
Een handig hulpmiddel Tijdens clubavonden, discussies op diversen brouwforums en in artikelen in ons clubblad zijn pompen dikwijls onderwerp van gesprek. De meeste brouwers kunnen zich nog wel iets voorstel bij een centrifugaalpomp of een ouderwetse waterpomp bij een volkstuincomplex, maar dan houdt het bij de meeste mensen al gauw op. Onderstaand stukje vond de redactie op internet en vertelt het een en ander over verschillende pompen en hun eigenschappen.
Pompen Een pomp is een machine waarmee een vloeistof of een gas kan worden verplaatst. Pompen verplaatsen de vloeistof of het gas direct, of creëren een drukverschil waardoor de te verplaatsen materie gaat stromen. Globaal onderscheiden we de volgende types pompen:
Deze types zijn weer onder te verdelen in verdringerpompen en impulspompen.
Verdringerpompen Als de pomp gevuld is met het medium dat verpompt moet worden wordt deze door de verdringer (bijv. een zuiger) weggeperst of verdrongen. De pompwerking van verdringerpompen berust altijd op volumevergroting en verkleining.
Impulspompen Bij impulspompen wordt de pompwerking opgewekt door een snelheidsverandering van het te verpompen medium. Over het algemeen bestaat er bij deze pompen een open verbinding tussen de zuig en de pers van de pomp, waardoor de persdruk zelden ontoelaatbaar hoog kan worden. Dit type pomp heeft over het algemeen maar weinig bewegende delen en mede hierdoor zijn ze minder gevoelig voor slijtage.
Centrifugaalpomp Een centrifugaalpomp heeft een zogenoemd slakkenhuis, daarin is een waaier gemonteerd. Deze waaier draait en heeft gebogen schoepen (zie afbeelding). De waaier zit niet in het midden van het slakkenhuis maar excentrisch (uit het midden). Door het draaien van de waaier wordt de vloeistof als het ware naar buiten geslingerd, in het midden van de waaier ontstaat daardoor een onderdruk en wordt door de zuigaansluiting nieuwe vloeistof aangezogen. Dit type pomp heeft een mooie constante opbrengst. Een nadeel is dat deze pomp niet zelfaanzuigend is, de pomp moet van te voren worden gevuld met vloeistof. Het leeglopen van de pomp na stilzetten kan je voorkomen door het monteren van een zo genaamde voetklep. Deze klep laat de vloeistof maar aan één kant door namelijk naar de pomp toe en dus niet terug.
Dompelpomp Een dompelpomp is een pomp die geheel in de te verpompen vloeistof wordt ondergedompeld. Doordat de pomp zich altijd onderaan bevindt, kan deze de vloeistof omhoog pompen tot elke gewenste hoogte binnen de beperkingen van het vermogen van de aandrijving en de druk die de pomp en de daarop aangesloten persleiding aankunnen. De bij veel mensen bekende kelderpomp heeft meestal een schakelaar die door een vlotter wordt bediend en waarmee wordt voorkomen dat de pomp droogloopt.
Membraanpomp Membraanpompen zijn enkelwerkende, zelfaanzuigende zuig-perspompen voor water, olie en soms lucht. Het verdringerlichaam is een membraan, meestal van rubber of metaal maar in ieder geval flexibel, die de pompruimte lekvrij afsluit. De pomp kan aangedreven worden door handkracht, een elektromotor of een draaiende nok van een verbrandingsmotor. Als een regelmatige opbrengst nodig is moeten twee pompen worden samengebouwd. De werking kan vergeleken worden met die van een blaasbalg.
Schroef van Archimedes De schroef van Archimedes (ook wel tonmolen of wormwiel genoemd) is een uitvinding van Archimedes waarmee vloeistoffen, of poeders kunnen worden getransporteerd. De verplaatsing is het gevolg van de draaiende beweging van een spiraalvormige schroef in een buis. Het transport gebeurt meestal opwaarts, maar ook toepassingen voor horizontaal transport bestaan. de schroef heeft een speciale vorm, zodat het water in een ronde ingang van de schroef niet kan teruglopen naar beneden. Deze vorm, in combinatie met de schuine stand van de schroef, zorgt ervoor dat het water in losse pakketjes omhoog wordt getransporteerd. Op de tekening is een handbediende tonmolen te zien. Bij een tjasker (een primitieve poldermolen) is op de plek van de slinger een wiekenkruis aangebracht. Grotere poldermolens en veel poldergemalen hebben als watertoevoerwerktuig een grotere aangepaste variant van de schroef van Archimedes, een zogenaamde vijzel.
Slangenpomp Het principe van de slangenpomp is gebaseerd op het verplaatsen van het product door de slang, door deze afwisselend in te drukken en los te laten, net als de werking van onze keel en darmen. Een gladde, flexibele slang ligt in het pomphuis en wordt volledig dichtgedrukt tegen de wand van het huis. Dit gebeurt door twee schoenen die op een rotor zijn gemonteerd. Door de ronddraaiende rotor wordt het product, met een constant volume en zonder lekverlies, door de slang verplaatst. Dit maakt de pomp geschikt voor doseerapplicaties. Na het loslaten van de slang ontstaat er een bijna volledig vacuüm, wat er voor zorgt dat het product in de slang wordt getrokken. Bovendien is het mogelijk om een persdruk te bereiken van 16 bar/220 PSI. Dit maakt het mogelijk om viskeuze vloeistoffen zonder problemen te verpompen met de slangenpomp. Het pomphuis is voor de helft gevuld met het speciaal ontwikkeld smeermiddel. Dit zorgt voor de smering en de koeling van de slang, waardoor de levensduur van de slang wordt verlengd. Het product komt niet in contact met eventuele roterende delen, alleen de slang komt in contact met het te verpompen product.
Tandradpomp / tandwielpomp Een tandradpomp is een verdringerpomp en bestaat uit twee of meerdere tandwielen. De tandwielen grijpen in elkaar en draaien in de tegengestelde richting van elkaar. Het pomphuis heeft een zuig- en een persaansluiting. Eén tandwiel (drijvende) wordt direct aangedreven door de motor en de ander wordt aangedreven door het drijvende tandwiel. De vloeistof wordt door de tanden meegenomen van de zuig- naar de perszijde van de pomp. Deze pomp is geschikt voor het leveren van hoge drukken.
Zuigerpomp De zuigerpomp is een van de meest gebruikte pompen. Een fietspomp is er bijvoorbeeld een. Een zuigerpomp heeft een op- en neergaande zuiger in een cilinder, meestal is er een zuigklep en een persklep aanwezig. Deze pomp is ook zelfaanzuigend en hoeft van te voren dus niet gevuld te worden. Wanneer de zuiger, afhankelijk van het model, omlaag beweegt wordt er door de zuigklep lucht of vloeistof gezogen en wanneer de zuiger omhoog beweegt wordt de aangezogen lucht of vloeistof langs de persklep geperst. Bij een compressor is dat het moment waarop de windtank gevuld wordt. Maar bij een fiets pomp je dan je band wat harder.
Plunjerpomp De plunjerpomp is vergelijkbaar met de zuigerpomp, de plunjerpomp heeft meestal massieve kleine zuigers en is geschikt voor hoge drukken. Een vetspuit bijvoorbeeld heeft een plunjerpomp.
Schottenpomp De hoofdbestanddelen van de pomp zijn de rotor en de schotten. Bij het draaien van de pomprotor worden de schotten, door de centrifugaalkracht, aan de zuigzijde naar buiten gedrukt en wordt de pompkamer vergroot. Door het vacuüm wat wordt gecreëerd wordt de pompkamer met vloeistof gevuld. Vervolgens wordt de vloeistof tussen de schotten getransporteerd van de zuigzijde naar de perszijde. Aan de perszijde wordt de vloeistof uit de pompkamer weggedrukt en wordt de pompkamer weer gesloten.
Cavitatie bij een pomp Cavitatie ontstaat wanneer een pomp een product niet aanzuigt en gas verpompt in plaats van het product. Oorzaken zijn onder andere:
Door bovengenoemde oorzaken zal de vloeistofstroom onvoldoende zijn om de pomp te vullen met het gevolg dat er dampbellen aan de zuigzijde de pomp instromen. Deze dampbellen worden gecomprimeerd en imploderen aan de perszijde. Deze implosies veroorzaken beschadiging aan de pompdelen. Dit zal de pomp uiteindelijk zo erg beschadigen dat deze onbruikbaar wordt.
Bron: http://home.kabelfoon.nl/~koenders/pomp/pompen.htm |
|
| Terug naar overzicht | |
Propaanbrander |
september 2011 |
Door: Henri Raaijmakers |
|
PROPAANBRANDERIk heb een filmpje gemaakt hoe onze propaanbranders dienen te branden met het hoogste rendement. Op deze brander is een vaste drukregelaar gemonteerd van 50 Mb. Daarna de gassproeier aangepast. Zowel in de hoogste als laagste stand een mooie blauwe lam. Ter controle heb ik de brander binnen gezet daar anders de vlam slecht zichtbaar is en geen invloed heeft op de wind. Het filmpje is ook te zien op Youtube. Adres: http://www.youtube.com/watch?v=QShaLzEyFFU of zoeken op "propaanbrander".
Groetjes, Henri Raaijmakers
|
|
| Terug naar overzicht | |
Separators voor craft brouwers |
september 2022 |
Door: Jacques Bertens |
|
|
SEPARATORS VOOR CRAFTBROUWERS
Conference
Hier een filmpje van een concurrent. https://www.youtube.com/watch?v=19U5-uwjkK8 Momenten Jacques Bertens |
|
| Terug naar overzicht | |
Tips om je pH meter gezond te houden |
september 2020 |
Door: Huub Soemers |
|
|
TIPS OM JE PH-METER GEZOND TE HOUDEN Tips om langer plezier te hebben van je pH-sensoren Tip 1: Hou je pH-sensor nat Tip 2: Reinig je pH-sensor
In biologische laboratoria waar eiwitten worden gebruikt, kan de glazen punt vrij vuil worden. Doe in dit geval het volgende:
Tip 3: Onderhoud je pH-kalibratieoplossingen |
|
| Terug naar overzicht | |
Vergisting in tapvaten |
juni 2022 |
Door: Huub Soemers |
|
|
VERGISTING IN TAPVATEN (CORNELIUS KEGS)
Wat betekent hoofd- en nagisting eigenlijk? Wat zijn de voor- en nadelen van gisting in een vat? Nadelen van gisting in het vat:
Degenen onder jullie die toch al begonnen zijn met het afvullen van bier in vaten, hebben misschien al iets of zelfs alles van de lijst in huis. Dan is het gewoon een kwestie van je proces aan te passen. Zoals met alles wat je verandert, kan er veel misgaan. Maak je daar geen zorgen over, de meest grappigste dingen zijn mij al ooit overkomen! Hoe ga je te werk bij het gisten in vaten?
Hoe meet ik het restextract tijdens de gisting in het vat? Moet ik het bier na de gisting overhevelen in het vat? Welke gisten zijn geschikt voor gisting onder druk? Kan ik de gist na de vatvergisting ook oogsten en hergebruiken? Wanneer moet je niet gisten in het vat? Mijn conclusie over gisting in een fust. Bron: https://malzundhopfen.net |
|
| Terug naar overzicht | |
Whirlpool-aansluiting maken |
mei 2022 |
Door: Huub Soemers |
|
|
WHIRLPOOL AANSLUITING MAKEN Benodigde gereedschap Benodigde materialen (zie foto bij punt 3) 1. Een gat boren 2. Gebruik van de uitbreekpons 3. De dubbele-draadnippel inbrengen en vastdraaien 4. Monteer de resterende onderdelen 5. Buig en breng de RVS buis in ![]() De brouwdag wordt nu een stukje makkelijker. Als het aan het eind van het brouwproces tijd is om het wort te koelen, kun je in plaats van het wort een keer door de koeler te laten lopen, of een slang boven in de kookketel te steken, de uitgang van de koeler aansluiten op de gemaakte whirlpoolaansluiting, de kogelkraan openen, en beginnen met whirlpoolen! Ik start hier al mee voordat het kookproces voorbij is, om er zeker van te zijn dat ik mijn hele platenkoeler volledig ontsmet heb. (Zorg er wel voor dat je pomp geschikt is voor temperaturen boven de 100 graden Celsius) Zodra de temperatuur van het wort die uit de koeler komt de gewenste (vergistings)temperatuur heeft, zet ik simpelweg de pomp uit, sluit ik de kogelkraan van de whirlpoolaansluiting, en hang ik de slang over naar mijn ontsmette vergistingstank. Vervolgens pomp ik het afgekoelde wort naar de vergistingstank.
https://brouwland.com/nl/koppel-verloopstukken/1210-doorvoerkit januari/februari 2019 Geschreven door: Kurt Dresner Vertaald en bewerkt door: Huub Soemers |
|
| Terug naar overzicht | |
Door: Henri Raaijmakers 

Door: Paul Langenberg
Door: Frits Haen 
Door: Jacques Bertens 
Door: Huub Soemers 










Door: Fons Michielsen 
Door: Ton de Kok 






















