Artikelen over Verhalen
| Terug naar overzicht | |
Van onze leveranciers |
november 2010 |
VAN ONZE LEVERANCIERSVakantie Sjef Groothuis / ’t Gruithuys / de 3 Horne Omdat Sjef aan het genieten is van een welverdiende vakantie in Thailand zijn de brouwerij en het winkeltje gesloten tot en met 17 november 2010.
Bier: Duvel Tripel HopHet bier uit Breendonk is de nationale trots van België. Niks is mooier dan uitpakken met een Duvel bij buitenlands bezoek. Maar het kan nog straffer met de Duvel Tripel Hop. Het gebeurde allemaal op een bierkaartje. Toen een delegatie van de biervereniging de Lambiekstoempers op bezoek was in Breendonk, ontstond aan de toog een discussie tussen de bierfanaten en Johan Van Dyck, de marketingmanager van Duvel Moortgat. Als ze er op Facebook minstens 10.000 mensen warm voor konden maken, zou Johan Van Dyck de Duvel Tripel Hop opnieuw laten brouwen. Opnieuw, want in 2007 was het een eenmalig brouwsel van 22.000 genummerde flessen. Alles werd in een contract gegoten, en Van Dyck liet de brouwmeesters veiligheidshalve al de nodige grondstoffen bestellen. Een vooruitziende beslissing: dankzij de kracht van het Facebookmedium liepen 17.000 mensen warm voor het idee. En zo kunnen we vandaag een flesje kraken van dit edele vocht. De kracht van een 'limited edition' blijft met andere woorden ongeëvenaard. Wat schaars is, ligt altijd goed in de markt. Opmerkelijk is dat ook in de erg traditionele bierbranche het internet een belangrijke rol begint te spelen: zo zijn heel wat microbrouwers groot geworden in de States. De kracht van sociale media is bekend. Het komt er, zoals bij andere kanalen die zich lenen tot hypes, gewoon op aan om een zo groot mogelijke 'community' te creëren. 'Rumour around the brand' heet dat in marketingturbotaal. Marketing via internet is heel goedkoop en als men er creatief mee omspringt, kan het voor heel wat kleine brouwers soelaas bieden. Zij hebben immers niet de middelen voor televisie- of baanreclame. Bron: http://www.demorgen.be
Bier: La Trappe Quadrupel Oak AgedOp eik of niet? Onder wijnkenners is het een geliefd thema, in de wereld van de whisky is het niet anders. Maar bier laten rusten op eiken vaten? De trend komt overgewaaid uit Amerika. Voor één keer steken we de grens over, zij het maar net. In het Nederlands-Brabantse plaatsje Berkel-Enschot staat de zevende trappistenbrouwerij ter wereld (naast zes in België): de abdij van Koningshoeven, bekend van de bieren 'La Trappe'. De cisterciënzermonniken besteedden hun brouwproces een tijdlang uit aan Bavaria, de Nederlandse brouwerij uit Lieshout, bekend van de Dutch Dress die op het WK voetbal voor opschudding zorgde. Maar die uitbesteding is inmiddels zowat tien jaar achter de rug en La Trappe verwierf opnieuw het label 'authentic trappist brewery', na dat een tijdje te zijn kwijtgespeeld. Er wordt immers 'intra muros' gebrouwen en de abdijbrouwerij is nog steeds eigendom van de trappisten. Die steken overigens een handje toe bij de productie (vooral bij de verpakking). Bovendien worden de beslissingen genomen door een dubbele directie van paters en leken. Het gamma van de brouwerij is omvangrijk: witte trappist, bockbier, blond, dubbel, tripel en quadrupel. Dit laatste bier heeft een alcoholgehalte van tien graden, het is roodkoper van kleur en een complexe mix van karamel, fruitige zoetheid en gistig-moutige toetsen.
Laten we dit bier op eik leggen, zo dacht lekenmanager Thijs Thijssen na een bezoek aan enkele craft brewers in de Verenigde Staten, waaronder The Lost Abbey in San Diego. Net één jaar geleden waren we er toevallig te gast en toen verklapte hij dat in een schuurtje La Trappe Quadrupel in portvaten werd bewaard. Vorige maand konden we eindelijk het afgewerkte product proeven, fraai gepresenteerd in flesjes van 37,5 centiliter met een kurken stop. We werden niet teleurgesteld. Dat dit zou werken, verbaasde ons niet. Experimenteren met bier op hout, is onder Amerikaanse microbrouwers een echte hype. Hoewel... alle bieren zijn er niet voor geschikt. Onvervaard en niet gehinderd door enige voorgeschiedenis proberen de Amerikanen alles uit, en dat lukt niet altijd. Zo slaan ze bij de oak aged stouts de bal behoorlijk mis, want hier brengt lagering op hout geen meerwaarde. De smaken van de gebrande mout zijn zo intens dat ze de subtiele houttoetsen gewoon plat slaan. Niet zo bij La Trappe Quadrupel, die door zijn verblijf van één jaar op hout een duidelijke meerwaarde krijgt. Leuk is ook dat het etiket een website vermeldt met informatie over het type eiken vat dat werd gebruikt. Nu nog portvaten, maar Thijssen gaat ook experimenteren met bourbon- en wijnvaten. Net zoals in de whiskywereld, waar heel wat single malts in 'boutique distilleries' na twaalf jaar eik nog een tokay- of sauternes-finishing krijgen, gaat het bier nog één jaar op een vat waarop deze of gene wijn heeft gerijpt. Voor dat extra toetsje in de smaak.
Bron: http://www.demorgen.be
|
|
| Terug naar overzicht | |
Bier in alle eeuwigheid |
oktober 2010 |
Door: Jacques Bertens |
|
|
Bier in alle eeuwigheid
In het voorwoord van dit prachtige jubileumboek draagt abt Bernardus Peeters (de 6e van de Abdij en geen familie van onze voorzitter)het boek op aan de oud-personeelsleden en hun familie van de abdij en van de brouwerij. Dankzij hun inzet en doorzetten is de abdij en de brouwerij kunnen overleven en mogen de paters leven op dit unieke stukje Tilburg. In de inleiding wordt verwezen naar het jubileumjaar, het jubileumbier Isi d’Or en naar de naamgever van de aartsvader Isidorus (Florian) Laaber:” Isid’Or is een hommage aan een eenvoudige broeder die met zijn gouden handjes onze brouwerij heeft groot gemaakt”. In grote lijnen wat opmerkelijke en interessante info uit het boek: Het eerste hoofdstuk gaat over einde 19e eeuw toen Franse monniken van de Katsberg richting Berkel-Enschot trokken om er te gaan bidden en brouwen als gevolg van een sterk antikerkelijke stroming in Frankrijk. Het boerenbedrijf op het voormalig domein van Koning Willem II, bracht ook niet genoeg op en zo moest de concurrentiestrijd worden aangegaan met de overige Tilburgse brouwerijen maar ook het drinkwater was van zeer slechte kwaliteit. De strijd werd beslist in het voordeel van de Trappisten want hen werd de hand boven het hoofd gehouden door de oppermachtige geestelijkheid in die tijd. Enkele kilometers verderop werd de abdij voor de Trappistinnen opgericht met geld van de verkoop van bier waarvoor de productie sterk werd opgevoerd. Op een bepaald moment besloot de abt dat de productie gehalveerd moest worden en daarmee trok hij ook een dikke streep door het opgebouwde cliënteel. De caféverkoop halveerde. De klanten boven de streep kregen nog bier, onder de streep niet meer. De toenmalige abt zag de brouwerij als eerder noodzakelijk kwaad om de schulden af te betalen. Kortom, de geschiedenis kenmerkte zich door toppen en vooral dalen door incompetentie, persoonlijke voorkeuren en onderlinge strijd door de leiding, verkeerde inrichting van de brouwerij, het aan het lijntje houden van leveranciers, verkeerde keuze van het type bier ed. Tot voor WO I was er echter ook sprake van export naar België, Frankrijk en Groot-Brittannië mede door de uitbreiding en modernisering van de brouwerij. Aardig om te lezen is dat op 27 oktober 1944 12 Engelse gevechtswagens de abdijpoort binnenreden waarbij de bevrijding in dankbaarheid werd aanvaard met een groot drankgelag. Na WO II begon de groei, na jarenlange verwaarlozing van de installaties en gebrek aan goede grondstoffen. Op dat moment werkten er 10 leken, voornamelijk ouderen en de eigen mouterij werd in 1947 gesloten. Er werd een straffer bewind 18 ingevoerd, jong personeel aangenomen en de gistkelder, laboratorium en bierketel werden vernieuwd, de bottelarij uitgebreid, de pasteurmachine werd vervangen en er kwam overal centrale verwarming. Men begon de productie van limonades. Met geleend geld werden cafés ingericht en overgekocht om verplichte afnemers het bier te kunnen verkopen en ook het gaan brouwen voor de Spar in 1952 is de redding voor de brouwerij geweest hoewel er niet altijd sprake was van constante kwaliteit. Intussen was er genoeg geld om ook charitatieve projecten in Indonesië, Uganda en Kenia te sponsoren. Met de brouwerij ging het iets te goed zelfs, ze werd veel groter dan commercieel nodig was en er moest dus een kandidaat-overnemer worden gezocht. Van 1969 tot 1979 kwam De Schaapskooi in in handen van het Leuvense Artoisconcern, ook alle cafés. Het pakte verkeerd uit want Artois zag de abdijbrouwerij vooral als pilsproducent en de consument zag Artois als ‘koppijnbier’. Eind jaren’70 dreigde de brouwerij stilgelegd te worden. In 1980 werd voor het eerst weer op eigen benen La Trappe gebrouwen. Deze beginjaren en de opgang van het speciaalbier (o.a. ook het loonbrouwen van de Chimay wit, eigen label Trappist Koningshoeven voor Oranjeboom , eigen label Tilburg Trappist voor Grolsch, eigen label voor John Martin en het brouwen voor Heineken van de Wieckse Witte in de jaren ’80) betekende de wederopstanding. In de jaren ’90 kwam er een commerciële lekendirecteur die rigoureuze kwaliteitsverbeteringen doorvoerde en hiervoor miljoenen moest gaan lenen. Opnieuw ging men op zoek naar een partner wat uiteindelijk – na moeizame en mislukte gesprekken met andere grote brouwers- in 1996 de grote Brabantse broer Bavaria werd. Dit familiebedrijf heeft grote veranderingen doorgevoerd met als doel het enige Nederlandse Trappistenbier definitief van de ondergang te redden en weer op de internationale (bier)kaart te zetten. De jaarproductie zou moeten gaan liggen op 60.000 hl, net zo groot als bv. Orval. De bieren van La Trappe zijn volwassener geworden en onderscheiden zich duidelijk van hun Belgische broeders. Export is een grote troef geworden. De La Trappe bieren worden uitgevoerd naar oa. België, Frankrijk, Italië, de USA, kortom de landen waar Bavaria een stevige poot aan de grond heeft. In de abdij wonen en werken nog altijd 13 monniken en in de brouwerij werken zo’n 25 personeelsleden. Het proeflokaal in de vorm van een schaapskooi is 1,5 jaar geleden volledig opnieuw opgericht en biedt binnen plaats aan zo’n 100 man. Buiten aan het dubbele antal. Meer info over de abdij, de La Trappe bieren en de bezoekmogelijkheden: www.koningshoeven.nl www.latrappe.nl Bier in alle eeuwigheid, 125 jaar Trappistenbrouwerij De Koningshoeven 1884-2009 ISBN: 9789460 320088 205 pagina’s met veel kleurenfoto’s. Uitgeverij: pix4profs.nl Tilburg. Prijs : € 24,95 o.a. verkrijgbaar bij de abdijwinkel, in de Tilburgse boekhandel en bij de Bierboom, de boekenshop van Willem Verboom
Dit artikel is overgenomen uit Obertje nr. 63. |
|
| Terug naar overzicht | |
”Romantik und Realiteit” op de hopboerderij in Tettnang |
oktober 2010 |
| Door: anoniem | |
”Romantik und Realiteit” op de hopboerderij in TettnangTijdens onze wandelvakantie in het Oostenrijkse Andelsbuch hebben we een zijsprongetje gemaakt naar de hopstreek Tettnang bij Friederichshaven aan de Bodensee. Zo presenteert het hopmuseum van Tettnang zich. Met uitzicht op de Bodensee liggen daar de hopvelden in een glooiend landschap. Appel- en perenboomgaarden wisselen de hopvelden af. Ook frambozen, aardbeien, rode, zwarte bessen en pruimen worden er geteeld. Te midden van de hopvelden ligt de hopboerderij. Rond de moderne tractoren en de oogstmachine is het hopmuseum uitgestald. Zo wordt terug gekeken op de nostalgie van de hopteelt. Ook vind je in het museum de ontwikkeling van het brouwen en het belang van bier vanaf de Steentijd tot heden een plaats. Natuurlijk wordt uitgebreid aandacht geschonken aan het Deutsche Reinheitsgebot. Verduidelijkt wordt wat hop doet in bier. Humulon- en lupulonzuren zorgen voor de bitterheid. Etherische oliën zorgen voor het aroma. Verder zorgen de polyphenolen voor de houdbaarheid en de schuimstabiliteit. Ook wordt stil gestaan bij de levendige handel in hop die wereldwijd plaats vindt. Hop wordt verhandeld als hopbellen (samen geperst in balen), in pellets (vermalen en diepgevroren geperst) en als hopextract (geëxtraheerd en onderdruk met koolzuur verwarmt als siroop) in blikken gedaan. De hopplant Humulus lupulus Familie van de Cannabis. Komt in de natuur voor aan randen van bossen en beken. Groeit in Europa en nabije Oosten. Heeft het overgangsklimaat nodig waar wijnbouw en tarwe voorkomen. Bodemgesteldheid: wortel doorlatend zijn tot 2 m diep en de bodem moet een goede water doorlaatbaarheid hebben. Bodemsoort: lemig zand. Levensduur van de hopplant; 50 jaar en meer. Groei-eigenschap: rechtsdraaiend (kan 30 cm groeien in een etmaal) wordt tot 8 meter hoog. Alleen de vrouwelijke planten worden gebruikt. Zij worden vermeerderd door stekken. Per hectare zijn 4000 planten nodig die op 1,5 meter afstand worden geplant. 99% wordt toegepast voor de brouw. Ook toepassing in de farmacie, cosmetica en als decoratie. De Tettnanger hop is een zeer nobele Duitse aromahop, veel gebruikt bij lagerbieren. Heeft een mild, kruidig aroma en een fijne, delicate smaak. Weinig hopvelden, wat hem wegens de lage opbrengst soms duurder maakt. Alfazuurgehalte: 3,0 - 5,0%. Vindt ook zijn toepassing in veel Weizenbieren.
Het opkweken Hop snijden in april. De eerste opschot wordt afgesneden. Vroeger met de hand nu machinaal. Pas van af mei mogen per klimdraad 3 gezonde uitlopers gaan klimmen. In mei en juni is het mesten geblazen voor de hopboer. Vroeger was dat koemest nu is men overgestapt op kunstmest.
Van mei tot en met augustus moet de hopboer alert zijn op het bestrijden van luis en schimmel. Vroeger waren dat middelen als koperkalk, nicotine en zwavel. Nu zijn dat milieuvriendelijk organische preparaten.
Het oogsten Vroeger werd op natuurlijke wijze gedroogd wat veel brandgevaar met zich meebracht en wat dagen duurde. Nu gebeurt dat met moderne lopende band systemen ”Hopfenpflückmaschine” die na enkele uren al bruikbare hopbellen afleveren. Het hopmuseum is verder voorzien van een mooie Wirtschaft. Waar naast een fris Kellerbier of Weizen smakelijke Swäbische gerechten worden geserveerd. Aansluitend is het mogelijk het Hopfenpfad (4 km) te wandelen of een fietstocht (42 km) te maken passend bij dit thema. De wandeling is ingericht als leerpad waar steeds iets over hop en over het brouwen van bier wordt toegelicht.
Aan het eind van de wandeling lukte het mij om in gesprek te komen met een hopboer. Op de vraag of ik een stekje mocht, wroette hij meteen een dikke wortel uit de kleiachtige bodem. Deze wortel is nu aan het wennen aan de Prinsenbeekse zandige grond.
Hopelijk kan ik komend voorjaar Tettnanger hop aan mijn hopplantage toevoegen. Meer info over het hopmuseum www.hopfenmuseum-tettnang.de
Wim van den Kieboom, huisbrouwer en hopteler
|
|
| Terug naar overzicht | |
Verslag Sloterplasfestival te Amsterdam |
september 2010 |
Door: Herman Beeke |
|
Verslag Sloterplasfestival te Amsterdam
Het idee, het telefoontje, het recept, het brouwen en het bier Op een avond gaat mijn mobieltje en zie dat Henriette belt. Voor dat ik opneem probeer ik mij in een luttele seconde voor te bereiden op welke vraag er zou kunnen komen. Tijdens de inleiding naar de vraag, werd mij duidelijk dat dit echt iets bijzonders zou worden. De vraag was: heb jij een idee welk bier we met het water van de Sloterplas zouden kunnen brouwen? Het idee en de voorwaarden waren mij helemaal duidelijk, het wordt een uitdaging. Een heel duidelijke voorwaarde was dat het water van de Sloterplas duidelijk geproefd zou worden en het heel laag van alcohol zou zijn. De achterliggende gedachte was een middeleeuws bier, een bier gebrouwen van grachtenwater als alternatief drinkwater, omdat men van bier niet ziek werd. Zo, dat was mijn huiswerk. Na er eens ‘een nachtje over geslapen te hebben’, ontstond er een mogelijk recept. Het moest een blond worden, nee een blondje! Als basis heb ik het recept, een lichte blond, genomen dat Joep en ik hebben samengesteld voor ons hopexperiment. Van dit recept 60% van de mout gebruikt en er een fijne hop bijgezocht en als laatste een keuze van de gist. De voor handen zijnde hop waren Fuggles en Saaz. De gist moest de German Ale, Wyeast 1007, worden en dan lageren op wat lage gisttemperatuur, zodat er weinig esters vrij komen. Na enig overleg zijn we het over eens geworden is het recept ontstaan van ons Sloterplas Blondje. Een datum voor het brouwen was daarna snel gemaakt, de zaterdag na de clubavond van mei. ’s Middags is het water uit de Sloterplas geschept en meegereisd naar de clubavond in Tilburg en vervolgens naar Eindhoven. ’s Nacht in Eindhoven aangekomen moest snel het waterfilter in werking worden gebracht, het filter heeft namelijk maar een capaciteit van maximaal 4 liter per uur. Voor ons brouwsel hebben we totaal 40 liter nodig, maischwater en spoelwater. Na enige strubbeling druppelde het water uit het slangetje van het filter. Chouffe de hond moest alles ook een van heel dichtbij bekijken en dat bezorgde ons even een spannend moment, maar gelukkig er viel niets om. Na dit alles moment van rust, nog wat te drinken en de laatste puntjes en strategie voor de volgende dag te bespreken. Na een controle ronde van het filter en het gefilterde water proberen we te gaan genieten van een beetje nachtrust, vol verwachting wat de brouwdag zou brengen.
De volgende morgen begon al vroeg met het filter controleren en de hoeveelheid gefilterd water, Chouffe uitlaten en alles gereed zetten voor het brouwen. Na de eerste behoefte, veel sterke koffie en iets te eten kon het brouwen echt beginnen. De vlam onder de pan en ondertussen schroten. Al snel het mout gestort en er was voor ons geen weg meer terug, het moest een succes worden. Het brouwen is bijna volgens verwachting gelopen. Het ging niet volgens plan bij het filteren, te weinig water om te spoelen. Het filter had net iets te weinig capaciteit. Snel het plan aangepast, we gaan door en aan de hoeveelheid te komen koken we een deel water apart en doen dat in het gistvat erbij. Zodoende hebben we toch de hoeveelheid en het gewenste SG. Het brouwen was naar onze tevredenheid en de nodige improvisatie hadden het weer spannend gemaakt. Moe maar voldaan is Henriette naar huis vertrokken en ik ben in slaap gesukkeld op de bank. Die slaap heb ik vervolgens voorgezet op de reguliere manier, plat in bed. Bij het wakker worden uiteraard reuze benieuwd wat er in het gistvat gaande was en dus snel naar het gistvat. Bij het naar beneden komen rook ik al direct de geur van de Sloterplas, de gisting was duidelijk op gang, wat een genot om dat te kunnen zien, ruiken en dus beleven! De gisting is goed verlopen en de lagering, eigenlijk klaring, ook. Zes weken na het brouwen is ‘ons blondje’ gebotteld en zou drie weken later geserveerd worden op het festival in Amsterdam. Als voorproefje had ik twee flesjes gebotteld rechtstreeks uit het gistvat, een beetje suiker erbij en gekurkt. Deze twee flesje hebben we uitgebreid geproefd nadat we gebotteld hadden. Wat een verrassing, het was precies geworden wat we graag wilden! Een toppertje waar je mee voor de dag kan komen op een festival.
Het Sloterplasfestival Het festival viel aan het eind van mijn vakantie en dat kwam dus goed uit. Henriette had de vorige dag wat strubbeling gehad, hard aan het werk geweest met het opbouwen van haar waterfilter en ingesloten, daar gaat je kostbare tijd. Gelukkig kon ik een uurtje eerder vertrekken en zo een beetje tijd terugwinnen. Daar aangekomen was er al heel wat opgebouwd door diverse mensen die ook deelnamen aan het festival. Het eilandje lag op afstand en bereikbaar via een lange loopbrug. Na een verkenningsronde samen met Chouffe en de diverse kennismakingen, spullen uitladen en bespreken wat er nog gedaan moet worden. Er moest nog van alles gebeuren, de mobiele brouwerij moest nog gehaald worden en het waterfilter nog afgebouwd. De brouwerij ophalen was de meest gemakkelijke klus en was zo geklaard. Het opbouwen van het filter was een grotere uitdaging, maar de schouders eronder en vooruit met de geit. Het waterfilter was iets groter geworden, het leek meer op een watertoren met de bijna zes meter hoogte. Het water moest opgepompt worden uit de Sloterplas met een handpomp, verder zou de zwaartekracht zijn werk doen. De pomp was gloedje nieuw en dus nog nooit gebruikt. Het viel niet mee om de pomp aan de gang te krijgen, na het nodige onderzoek bleek de pomp afgesloten met kartonnetjes te zijn tegen vuil. Toen dat verholpen was het water zo boven in de bak. Helaas lekte de bak, water er weer uit, de kitspuit erbij, wachten en opnieuw proberen, gelukt! Helaas bleek even later de pomp een flinke slok zand te hebben aangezogen, pomp uit elkaar, schoonmaken, slag aanpassen, opnieuw proberen, en opnieuw succes! Na een lange dag vol uitdagingen waren we zover dat de waterfiltertoren aan de gang was met water zuiveren voor onder andere het brouwen en de keuken.
De keuken was een geheel openlucht keuken. Gestookt op diverse houtvuren, potten in de grond als koelkast en een gestampte-aarde-oven, een ‘fornuis’ van klei en op hout gestookt. Wat kon de kok geweldig koken en dat met minimale voorzieningen. Er is nog zo veel meer over te schrijven, … Een geïmproviseerd damestoilet was in de bosjes van het eiland met een wc-rol aan een tak. Van de heren werd verwacht elders op het eiland een geschikte boom te zoeken. Op vrijdagavond is het festival officieel geopend en werd een deel van het Sloterplas Blond geserveerd aan de curator, de wethouders cultuur en vele anderen van Amsterdam. Het werd alom gewaardeerd, wat een mooie frisse, volle en hoppige smaak en dat met maar 3,5%. Van het water hier uit de plas? Ja. De tent opgezet, we bleven slapen op het eiland. Een heel weekend zonder stromend water, elektriciteit en gas. Dat was ook een van de essenties, de stadsmens opnieuw dicht bij de natuur en aangewezen op hetgeen wat er is. De volgende morgen een frisse duik in de plas als douche en ontbijten, maar wat. Geen ontbijt, ik heb maar een biertje genomen, maar hier ga je ’s morgens vroeg toch wat rare dingen van zien. Gelukkig is toen voor ontbijt gezorgd door Henriette, we konden de dag weer aan! Als eerste een gat gegraven voor onze ‘koelkast’, een speciekuip met een deksel, water erin en een blok ijs. Werkte perfect en bleef echt heel lang koel. Daarna het brouwen opgestart. Heb ik die dag gebrouwen met de installatie van Henriette terwijl zij vooral veel mensen te woord stond over het project, er was nog zoveel meer dan het bierbrouwen. Het bier zou opnieuw iets speciaals worden. Een amberkleurig bier, niet al te bitter en met distelwortels die ter plaatse gestoken waren. Wat zou dat worden? Geen idee, we hebben eerst maar eens wat distelworteltjes geproefd. Of we goed gemikt hebben? Dat weten we over een paar weken. Tijdens het brouwen nog een korte lezing gegeven over bierbrouwen en een bierproeverij met het Sloterplas Blond met uiteraard het verhaal waarom dit bier. Vele verbaasde gezichten over het gebruikte water en brouw je zo bier, nooit geweten! In de loop van de dag is een goede vriend van mij langs gekomen, hij test o.a. auto’s, ik had hem uitgenodigd. Ook hij vond het bier en de plek fantastisch en zou ’s avond terug komen voor de gezelligheid. En dan kon ik een rondje maken in de auto die hij te testen had. Ik nam eerst opnieuw een duik in de plas en maakte me gereed voor een ritje in een heel leuke auto, de Nissan 370Z roadster, 3,7 liter V6, 300+ pk. Ja, dat doet een mens goed om even te kunnen planken. In minder dan 6 seconden naar de 100, 200 km/uur en nog 2 versnellingen over. En wat een fantastische wegligging en handeling! Wat een ontlading na de zware dag werken op het eiland en toen eindelijk tijd om een biertje nuttigen. Bij terugkomst speelde er een bandje en was er een kampvuur aangelegd. De kok en anderen hadden oesters klaargemaakt en die waren lekker! Na de nodige uren vermaak en bier, kwam de moker slaap en ben knock-out gegaan. Uit betrouwbare bron heb ik vernomen dat ik als een grizzly beer heb liggen snurken naast het vuur, tot groot vermaak van de andere aanwezigen. Zondag was een rustige dag en wat hand en spandiensten gedaan bij diverse festivaldeelnemers. Een korte evaluatie, voorzichtig onszelf een schouderklopje gegeven en vooral een heel tevreden gevoel. Als afsluiter een rondvaart op het vlot van versgekapte boomstammen. Even bezinning midden op de plas. Op een auto-accu speelde de platenspeler er oude platen; wat een mooi geluid! Nog een laatste keer klinken we de glazen, wat kan het leven mooi zijn! Henriette Waal en Herman Beeke |
|
| Terug naar overzicht | |
Verslag bezoek mouterij Boortmalt |
juni 2010 |
| Door: anoniem | |
VERSLAG BEZOEK MOUTERIJ BOORTMALT
Uitnodiging Enige tijd geleden werd ik door mijn Belgische vriend Louis Meulders gevraagd of ik interesse had om samen met hem en een aantal huisbrouwende vrienden een bezoek te brengen aan een Belgische mouterij. Ik dacht natuurlijk meteen aan Dingemans in Stabroek maar al snel bleek het om mouterij Boortmalt in Antwerpen te gaan. Na even "gegoogeld" te hebben bleek dit de grootste mouterij van Europa te zijn en nummer 5 van de hele wereld! Al bij al een reden te meer om op Louis zijn uitnodiging in te gaan. Zeker toen bleek dat ik ook nog eens 2 andere Roerstokkers mocht meebrengen. De keus viel al snel op mijn collega bestuursleden Gerrie Hage en Theo Stapels. Op zaterdag 15 mei jl. brachten wij samen een bezoek aan mouterij Boortmalt, waarvan hier verslag.
Wat cijfers Boortmalt is gevestigd in het noordelijk havengebied van Antwerpen. Op het terrein van een voormalig overslagbedrijf maakte de mouterij een doorstart nadat het bedrijfspand in hun voormalige vestigingsplaats Boortmeerbeek te klein was geworden. Daar begon men ooit in 1924 met het mouten van gerst. Eind jaren 80 verhuisde men naar Antwerpen en werd daar de eerste mouttoren gebouwd. Deze was nog maar amper 4 jaar in bedrijf toen er al werd gestart met de bouw van een tweede mouttoren. Onlangs is toren nummer 3 opgeleverd en is de totale productie hierdoor gestegen naar 320 duizend ton mout per jaar! Op dit moment worden er in de nieuwe toren enkel nog maar proefbatches gemaakt, dit om de apparatuur te leren kennen en na analyse van de mout te bekijken of de uiteindelijke kwaliteit wordt gehaald. Op het moment van ons bezoek was men bezig met de tweede test-batch. Alle gerst die meestal via grote zeeschepen binnenkomt bij Boortmalt wordt in een aantal dagen omgezet naar 3 EBC mout, beter bekend als pilsmout. Kleurmout wordt er in Antwerpen niet gemaakt, hoewel dit dit technisch wel zou kunnen. Enkel een kwestie van bij hogere temperatuur afeesten.
Het bezoek Op zaterdag vertrokken wij samen met onze vrouwen richting Antwerpen. Rond het middaguur lieten wij daar de dames op de Grote Markt los. Antwerpen heeft een ruim aanbod van winkels dus ook zij hadden een leuke middag in het vooruitzicht. Gerrie, Theo en ondergetekende spoedden ons naar het havengebied en wachtten zoals afgesproken voor het kantoor van Boortmalt op wat komen zou. Tijdens het wachten kregen we al een goede indruk van de omvang van het complex. We voelden ons heel erg klein tussen de betonnen silo’s van wel 70 tot 80 meter hoog! Tegen half twee arriveerde onze gastheer de heer Jan Limbos die verantwoordelijk is voor alle technische zaken bij mouterij Boortmalt. Dat hij naast techniek ook heel erg veel verstand heeft van het gehele moutproces zou tijdens de rondleiding blijken! Na kennismaking met de brouwmaten van Louis en een boeiend inleidend verhaal van gastheer Jan liepen we naar de imposante fabriek.
Mouttoren 1 Daar aangekomen begonnen we met de rondleiding in de mouttoren waar het ooit jaren geleden allemaal begon in de Antwerpse haven. Met een lift gingen we via de controlekamer naar het bovenste gedeelte van de toren, waar het weekbassin staat opgesteld. Hier wordt de ruwe gerst met water vermengd en gedurende bijna 2 dagen geweekt. Het bassin is net zo groot als de gehele doorsnede van de toren, ongeveer 30 meter in diameter! De mout en het water worden geheel automatisch naar het week bassin getransporteerd. De weekcyclus bestaat uit een aantal natte en droge periodes en kan soms wel 3 keer worden herhaald. Als de gerst voldoende bevochtigd is wordt het water weggepompt en wordt de vochtige gerst naar de daaronder gelegen kiemkast getransporteerd. Hier verblijft de gerst ongeveer 5 dagen om te kiemen. Ook hier komen geen mensenhanden aan te pas. Hooguit de rechterhand van de operator die met een paar muisklikken een paar ton mout een verdieping in de mouttoren laat zakken. Het transport van de mout tussen de verschillende verdiepingen verloopt bij toren 1 en 2 via een soort schoorsteen die zich in het midden van de toren bevind. Deze schoorsteen loopt vanaf de bovenste (10e) verdieping helemaal verticaal naar beneden. Het gedeelte waar de mout ligt te kiemen noemt men de kiemkasten en bestaat uit een aantal roterende vloeren die ook de gehele doorsnede van de toren beslaan. De vloer is voorzien van RVS roosters waarop de bijna 2 meter dikke moutlaag ligt te kiemen. Het transport van de warme lucht die de kiemruimte op temperatuur dient te houden, gebeurt d.m.v. reusachtige ventilatoren met een waaierdiameter van wel 3 meter! Nadat ons gezelschap weer een verdieping was gezakt kwamen we via een aantal zware hermetisch afsluitbare deuren onder de roostervloer. Hier zagen we dat de draaiende roostervloer (1 omwenteling in 12 uur) met behulp van 5 vertragingskasten werd aangedreven. Voor mij als techneut een erg imponerend gezicht om te zien hoe zoveel gewicht van staal en mout in beweging wordt gehouden. Bijna alles wat we daar die middag zagen was buiten proportie! Nadat we weer een aantal verdiepingen naar beneden waren gelopen kwamen we bij het eestgedeelte terecht. Hier wordt de mout d.m.v. warme lucht gedurende 22 uur gedroogd en bij een temperatuur van 60 à 85 graden Celsius afgeëest zodat de kleur uiteindelijk op 3 EBC uitkomt. Ook hier mochten we even in de zeer warme droogkamer kijken en zagen grote hoeveelheden mout langzaam onder ons door draaien. Nadat de mout is afgeëest wordt deze d.m.v. transportbanden naar de opslagsilos getransporteerd en wacht daar op transport naar de brouwerij. Niet alle mout wordt overigens voor bierbrouwen gebruikt. Ruim 20% gaat naar klanten als Nestlé en verdwijnt daar in allerlei producten zoals energiedrank.
Mouttoren 2 Mouttoren 2 verschilt nauwelijks met toren 1. Ongeveer dezelfde diameter en even hoog. Het transport van gerst, mout en water geschiedt ook hier via de “schoorsteen” middenin de toren. Alle ruimtes in de kiemkasten en droogkamers zijn in toren 2 met RVS bekleed terwijl die in de 1e toren waren betegeld! Een kostenoverweging zou later blijken toen we in de nieuwste mouttoren ook tegelwerk zagen. Soms zijn tegels goedkoper, soms RVS beplating.
Mouttoren 3 Als laatste bezochten we de nieuwste aanwinst van Boortmalt. In 2009 startte de bouw van dit imposante bouwwerk. De onlangs in gebruik genomen toren was tijdens ons bezoek met een 2e test-batch bezig. Bovenin de (blauw gekleurde) dakopbouw staat de weekkuip. Uiteraard ook weer van RVS. Vanaf deze toren hadden we een schitterend uitzicht over het havengebied en de stad Antwerpen. Opvallend was dat middenin de toren de transport “schoorsteen” ontbrak. Het transporteren van de mout gaat hier via de buitenkant van de toren. Hierdoor is het vloeroppervlak een behoorlijk stuk groter dan in toren 1 en 2. Ook in diameter is toren 3 iets groter dan zijn beide voorgangers, ruim 35 meter in diameter! In deze toren bevinden zich in tegenstelling tot de beide andere mouttorens geen draaiende vloeren. Het transporten en keren van de mout gebeurt d.m.v. een grote arm die in het midden van de toren een draaipunt heeft en zo het gehele vloeroppervlak van de toren kan bestrijken. Met behulp van transportschroeven kan men de gerst of mout tot in de moutruimte brengen. Met de arm wordt de mout over de vloer uitgespreid of buiten de ruimte van de kamer gebracht om verder getransporteerd te worden.
Aan alles komt een eind Na ongeveer 4 uur kwamen we weer terug bij het beginpunt van onze rondleiding en werden door onze gastheer nog verrast met een heerlijk (Belgisch) biertje. Tot onze verbazing bleek de mouterij ook te beschikken over een schitterend bierassortiment waar menig ABT-café jaloers op zou zijn. Onder het genot van een heerlijke Chimay-Wit praatten we nog wat na en beantwoorde Jan nog een aantal vragen. Vol trots vertelde hij ook dat Boortmalt aan alle Trappistenbrouwerijen mout levert. Tijdens het afscheid kreeg Jan Limbos nog een aantal thuis gebrouwen bieren overhandigd, waarschijnlijk gebrouwen met mout die ooit onder zijn supervisie in Antwerpen is gemaakt! Ook voor Louis en zijn brouwmaten hadden we een aantal flessen Roerstok lustrumbier meegenomen. Moe maar voldaan namen we van iedereen afscheid en spoedde ons naar het centrum van Antwerpen, waar onze dames na al dat shoppen toch wel een beetje ongerust waren geworden. Na een paar Bollekes bij café Den Engel (of was het toch Den Bengel?) en een heerlijk diner op de Grote Markt, zijn we toch nog maar even naar huisbrouwerij “Het Pakhuis” gereden en daar deze geweldige dag afgesloten met een paar heerlijke “Bangelijke” biertjes. Hierbij wil ik mede namens Theo en Gerrie zowel Louis Meulders als Jan Limbos hartelijk bedanken voor dit zeer indrukwekkende en leerzame bezoek aan Europas grootste mouterij: Boortmalt!
|
|
| Terug naar overzicht | |
Verslag Zythos en KBC 2010 |
juni 2010 |
Door: Herman Beeke |
|
Verslag Zythos en KBC
Het Zythos is een bijzonder mooi festival, zo kijk ik er bijna een jaar lang naar uit. De gezellige sfeer in de zaal, het aanbod van de vele mooie bieren, je voelt je haast een kleine jongen in de snoepwinkel.
Zythos: vele beproevingen De avond vooraf aan het festival hadden wij een vergadering voor de feestavond. Onze gastheer verzorgde ons buitengewoon goed, er waren ruim inkopen gedaan en het mocht ook nog op. Tussen het vergaderen door werd er ook veel gesproken over brouwen, ja want onze gastheer ging brouwen. Om het ‘makkelijk’ te maken een Märzen, een ondergistend bier als eerste brouwsel. Ondertussen werden wij op de proef gesteld, de glazen werden gevuld in de keuken en aan ons het te raden wat het is, type of zelfs naam. Na het tot drie keer goed te hebben, werd de beproeving zwaarder. De alcohol deed ook al zijn werk na een week hard werken en moest er gezorgd worden voor verdunning, dus water er tussendoor. Een ware beproeving die avond het vergaderen en al het geserveerde bier. We moesten haast met het glas in de hand tot de voordeur gaan om het leeg terug te geven, hard weglopen anders was het al weer gevuld. Dat beloofde de volgende morgen wat :-(. De morgen van vertrek was inderdaad een beproeving. De man met de hamer was aanwezig, maar het was zo gezellig en het bier zo lekker en de nacht zo kort. Een ware beproeving om uit bed te komen en we ‘moeten’ nog een hele dag bier gaan proeven. Met het prettige vooruitzicht van bier toch uit bed gesprongen, de nodige verfrissingen doorstaan, de hond gewandeld, ontbijten en gaan er weer voor. Bij de bus aangekomen bleken de andere commissie leden ook niet helemaal ongeschonden de avond en nacht te hebben doorstaan. Aangekomen bij het festival was alle ellende vergeten van de man met de hamer en gaan we opnieuw met frisse moed tegenaan. Munten en een glas zijn noodzaak dus daar eerst voor zorgen, dan het boek doorworstelen of … toch maar eerst een glaasje bier en dan het boekje lezen. Al snel zijn we weer in ons element en lopen we in meerdere kleine clubjes over het festival, kris kras kom je overal Roerstokkers tegen. Vol verwachting wordt vaak de vraag gesteld: Heb je dit al geproefd, wat vond je ervan, is het iets? Zo kan het zomaar gebeuren dat je meer dan dertig verschillende bieren proeft, een ware beproeving van de reuk- en smaakpupillen. Tussendoor liepen we nog een charmante Belgische dame tegen het lijf. Plezier alom … De frieten, de broodjes met worst, enz. waren gelukkig ook aanwezig om de inwendige mens van iets vasts te voorzien. Helaas tikte het klokje door en kwam er een einde aan het fijne verblijf en het proeven van het kostelijk vocht om de dorst te laven. Alhoewel dorst, lekker dorst dan, wat hebben we een mooie hobby. Op de terugreis was het rustig in de bus, de alcohol doet zijn werk en wordt er door menigeen geslapen om de roes een beetje kwijt te zijn en het geen beproeving hoeft te worden om thuis te komen. Wat een heerlijk festival, maar volgend jaar geen vergadering vooraf, de nieuwe datum staat al weer in de agenda.
KBC: vooral veel nat Het KBC is ook een jaarlijks terug kerend festival, de eerste zondag van mei. Dit jaar is het festival al weer voor de zevende keer georganiseerd. Niet zo groot al het Zythos maar zeker de moeite waard om eens iets anders te proeven dan wat er standaard te verkrijgen is. Vele kleine brouwers presenteren zich hier. Helaas worden er ook steeds meer bieren ingekocht met ‘eigen’ recept en verkocht onder eigen naam. Op een bierfestival kom je meestal niets nats tekort, maar dit jaar was het wat overdreven. Met vlagen regende het vreselijk hard en zocht iedereen een ‘droog’ onderkomen onder de tenten. In de diverse tappen en flessen was mooi bier aanwezig en vond ondanks alle weer gretig aftrek. Viel wel op dat er heel veel zeer bittere bieren aanwezig waren. Gelukkig doet niet iedere brouwer hieraan mee en die wisten we te vinden zonder te zoeken. Aan het eind van de middag knapte het weer wat op en hebben we zelfs even op een bankje kunnen zitten in de zon. Eenmaal gezeten zagen wij medebrouwers, de Deltabrouwers. Dus snel aangeschoven bij hun en was het snel een plezier van jewelste met het nodige bier, worst en kaas. Er wordt een glas in een enthousiast verhaal omgestoten en er komen er twee voor terug, dat is nog eens een goedmakertje. Dit gaf mij even de gelegenheid om weer eens heerlijk in het Zeeuws te praten, net of je even een beetje thuis bent. Het festival was ten einde en werden de banken opgeruimd, we moesten weg. Maar er was iemand die wist nog wel een kroegje, dus daar naar toe getogen. Een piepklein kroegje, met onze komst was het zo een beetje voor de helft gevuld. Na een fijne pint gedronken te hebben op naar de friettent en een doorstart maken naar de trein, wel zo veilig. Het laatste stuk op de fiets en oppassen dat het geen praktijkles thuiskomen met hindernissen wordt. Om vervolgens thuis te komen en te moeten opbiechten dat je geleden hebt, helaas blijft medelijden vaak uit.
Ga met plezier naar een festival drinkt niet teveel, anders kom je ten val Maak er ook geen thuiskomen met hindernissen van de partner is hiervan geen fan
Herman Beeke
|
|
| Terug naar overzicht | |
Het schuimend mini-brouwerijtje van Inter-Pol |
maart 2010 |
| Door: anoniem | |
Het schuimend mini-brouwerijtje van Inter-PolIndien er brouwketels gesloten worden in het Groothertogdom, dan kan de Belgische provincie Luxemburg er prat op gaan dat zopas een veertiende brouwerijtje officieel aan de slag is gegaan. En volgens mijn bronnen zullen er nog volgen! Mont, een klein & authentiek Ardens dorpje in tweeën gesneden door de baan die naar Achouffe leidt! Dus een steenworp verwijderd van de bekende brouwerij met de kabouter die onrechtstreeks aan de basis ligt dat Pol Ghekiere de roerstok in handen heeft genomen waarmee hij serieus doorpeddelt in zijn minuscuul, piepklein, maar ô zo degelijke half-automatisch brouwinstallatie. Pol en Tine baatten destijds een eetcafé uit in Dadizele, vlakbij Menen. Binnen was er plaats voor 110 hongerige gasten. In 1999 waren ze na 18 jaar hard werken een beetje uitgekeken en wensten ze hun longen te vullen met Ardense lucht. Via een verkoopsaankondiging kwamen ze eerder toevallig in Mont terecht, waar het zeer oude “huis van de smid” te koop was aangeboden. De volgende dag waren ze er de gelukkige eigenaars van. Na zes maanden hard labeur was de typische B & B klaar om aan het groeiend aantal Chouffelse toeristen een bijkomende en attractieve verblijfsmogelijkheid te bieden. Maar van bier was er nog geen sprake. Dat kwam 5 jaar nadien, toen de « Brasserie d’Achouffe » op zoek was naar vooral Nederlandstalige gidsen om véél meer bezoekers te kunnen ontvangen. Een prachtige opportuniteit opende zich voor Pol en hij twijfelde geen seconde om een onvolprezen loopbaan te beginnen als brouwerijgids. Pol die in zijn eetcafé een bierkaart had met een aanbod van 140 bieren vond dit uiteraard een kluif naar zijn hand. Al vlug kwam hij er achter dat in bepaalde groepen er steeds « Bierkenners » waren die hem vragen stelden waarop hij het antwoord schuldig bleef. Dus verdiepte hij zich in de mysterie van het brouwen in de keuken van Tine en dan vooral in haar kookpannen. Pol werd meer en meer bezeten door het bier en verbouwde eerst de helft van de oude “smisse” tot een klein & gezellig kaffeetje. Het klein cafféétje werd naar Belgisch surrealisme “Le Grand Café” gedoopt. Nadien, in de andere helft van de oude “smisse” begon Pol aan een ongelooflijke onderneming om een zuiver lokaal te maken waarin nadien zijn uiterst moderne 70 liter brouwzaaltje terecht kwam. Pol bleef ondertussen ook brouwen en onderwierp zijn bieren regelmatig aan de smaakpapillen van de brouwers van Achouffe en Duvel-Moortgat. Pol hield heel goed rekening met de opbouwende kritiek van de collega’s en de bieren konden door de gasten van de B & B worden geproefd. Pol besliste dan recentelijk om alles te officialiseren en kon het op een akkoord brengen met de accijnzen.
Zijn dossier is daar nog ergens in de administratieve gistmolen aan het gisten. Hij kan nu uit de schaduw stappen met zijn brouwerijtje dat hij met een knipoog de naam heeft gegeven van “INTER-POL”. Maar Pol wenst niet de “Polleke” uit te hangen in de stappen van de Chouffe-kabouter. “Ik ga alleen maar brouwen voor mijn plezier en, mijn passie en ik heb helemaal geen zin om te groeien. De brouwsels van 70 HL die ik nu kan brouwen zijn meer dan genoeg voor mij.” Een hobby om de bar van zijn Brewery Bed & Breakfast ( B.B&B)te voorzien in twee originele bieren: de Witte Pol, bestemd voor de tarwebierliefhebbers en de Zwarte Pol, een soort van milkstout waarin cacaopoeder is verwerkt… een lekkernij niet alleen in de winter maar ook tijdens de zomeravonden. Pol vermaakt zich dus uitstekend in zijn moderne en klinisch zuivere brouwerijtje. Indien u, als caféganger, het bier wenst te proeven, dan is “Le Grand Café” open op dinsdag- en woensdag-avond.
Voor de B.B.&B. liefhebbers die in “La Vieille Forge verblijven zijn de Witte en de Zwarte pol tijdens hun verblijf eveneens te proeven. B.B.&B. La Vieille Forge. GSM : 0476 369 639 |
|
| Terug naar overzicht | |
De stilte was maar schijn rond brouwerij van abdij |
januari 2010 |
|
BIER IN ALLE EEUWIGHEID
De stilte was maar schijn rond brouwerij van abdij Hans Wiegel, voorzitter van het Centraal Brouwerij Kantoor, nam op 18 december het eerste exemplaar in ontvangst van ‘Bier in alle eeuwigheid’, het boek over het 125-jarig bestaan van trappistenbrouwerij Onze Lieve Vrouw van Koningshoeven in Tilburg (Berkel-Enschot). Paul Spapens tekende de kleurrijke geschiedenis op van de enige trappistenbrouwerij van Nederland. Jan Stads en John Kraijenbrink maakten de actuele foto’s en maakten een selectie uit het historische beeldmateriaal, dat voor een groot deel nog nooit eerder is gepubliceerd.
Abdij Onze Lieve Vrouw van Koningshoeven dateert van 1881. De Trappisten moeten zoveel mogelijk in eigen onderhoud voorzien. De boerderij die de monniken hadden op het voormalig domein van Koning Willem II leverde veel te weinig op. Daarom werd er een brouwerij ingericht als alternatieve bron van bestaan. In dat opzicht is de brouwerij altijd uiterst belangrijk geweest voor de abdij. Met veel vallen en opstaan hebben de monniken de brouwerij geëxploiteerd. In de jaren dertig van de vorige eeuw bouwden ze de Trappistinnenabdij van Berkel-Enschot. Om deze abdij te kunnen bekostigen, werd de bierproductie fiks opgevoerd. Toen de abdij er eenmaal stond, vond de abt dat de productie weer naar beneden moest. Hij zette letterlijk een rode streep door de helft van het klantenbestand (toen rond de 400 caféhouders). Na de Tweede Wereldoorlog ging het zo goed met de brouwerij dat de monniken het niet meer konden behappen. Ze gingen in zee met Stella Artois. Dit avontuur betekende op een haar na de ondergang van de enige Nederlandse Trappistenbrouwerij. In 1980 begonnen de monniken weer voor zichzelf. Sindsdien brouwen ze het bovengistend bier La Trappe. Daarmee hebben ze tot op de dag van vandaag veel succes in binnen- en buitenland.
Het boek ‘Bier in alle eeuwigheid’ is een uitgave van Pix4Profs. Het boek telt 208 pagina’s en het kost € 24,95. ISBN-nummer: 978-94-6032-008-8.
|
|
| Terug naar overzicht | |
Duvel ‘whisky’ |
januari 2010 |
| Door: anoniem | |
|
Duvel ‘whisky’ Wat te verwachten was is gebeurd, er had een (beschaafde) stormloop plaats op de verkoop van de 2.750 flessen Duvel Distilled, gemakkelijkheidshalve ‘whisky’ genoemd. De marketingmachine van de brouwerij Moortgat zette na de zwaarder gehopte Duvel van een jaar geleden weer een nieuwe hype neer. Vrijdagavond al maakten de eerste gegadigden hun opwachting aan de brouwerij om twee flesjes van 50 cl à 40% alcohol te kopen voor de niet onaardige prijs van € 30 per stuk. Nog geen twee uren na de start van de verkoop zaterdagmorgen bleven al een 50-tal gegadigden met lege handen achter. Wie ‘geluk’ had kon aan de poort meteen voor € 60 een flesje over kopen. Prompt verschenen ook de eerste aanbiedingen op tweedehandssites. Op Ebay werd vlotjes € 400 geboden en op een andere site stond een flesje te koop voor € 1.500. Iedere gek heeft recht op zijn pleziertje, zouden wij zeggen, maar is het dit waard? Een van mijn hebbelijkheden bestaat erin op zaterdagavond het verstand op nul te zetten, een grote handgemaakte stinkstok – neen, liever geen Cubaan of Davidoff – uit een mijner humidors in brand te steken en op te paffen onder het genot van een glas (of twee) van dat gerookte Schotse levenswater, 12 tot 18 jaar gerijpt op porto- of sherryvaten. Voor minder dan € 20 heb je al 70 cl treffelijke scotch, maar in de regel spendeer ik daar het dubbele aan (of wat meer). Dat maakt mij geen kenner, maar om € 30 te geven voor een bierbrandewijn die 3 jaar op vat heeft gelegen, zo gek krijgen ze mij niet (meer). Gelukkig stak Moortgat miniflesjes van 50 ml in een aantal kratten Duvel. Ik had het geluk dat een fervente Duvel-drinker, die ook het sterkere spul niet schuwt, nog een flesje over had. Hij vond het zelf maar niets. Ik kan hem geen ongelijk geven. De Duvel Distilled geeft eerst een alcoholgeur vrij, pas daarna vanilletoetsen, die wel blijven hangen. De smaak is zoet in de aanzet, mondverwarmend, maar ook vrij scherp (de bourbonvaten?) en met een bittertje. De nasmaak is lang, eerst wat scherp, daarna vooral zoetig. Ik ben blij dat ik het heb kunnen proeven, maar ook dat ik er geen geld aan heb gegeven. Whisky is het van geen kanten. De voorbije zomer kocht ik in Bamberg 50 cl Aecht Schlenkerla Rauchbier Edelbrand (40% alcohol) voor ca € 12 en in Bayreuth 70 cl Weisser Blitz (42%) van de brouwerij Maisel. Dat heeft me wel wat kilometers gekost, maar dat is voor mij alle twee echt heerlijk en eerlijk spul. De brouwer-stoker van Maisel liet ook Blitz proeven die al enkele jaren op houten vaten lag, maar een verrijking van de smaak kon je ook dat niet echt noemen. Louis Meulders |
|
| Terug naar overzicht | |
Verslag kerstbierfestival Essen 2009 |
januari 2010 |
Door: Huub Soemers |
|
|
VERSLAG KERSTBIERFESTIVAL ESSEN 2009
Elk nadeel heeft zijn voordeel Dit spreekwoord van Johan Cruijff ging ook deze keer weer op. Doordat er te weinig animo was voor de excursie naar Keulen werd deze op de clubavond van 14 november officieel afgelast. Jammer van het vele werk wat voornamelijk door Theo Stapels hierin is gestoken! Maar dankzij Kees van Haaren ontstond er tijdens diezelfde clubavond spontaan het idee om het lustrumjaar toch nog feestelijk te gaan afsluiten en een reis richting Kerstbierfestival in Essen op poten te gaan zetten. Er werd snel een intekenlijst gemaakt en wonder boven wonder melden zich meteen een behoorlijk aantal mensen aan. De weken daarna steeg het aantal deelnemers tot 34 man!
De heenreis Deze mensen stonden op zaterdag 12 december op 2 locaties in Tilburg op onze Belgische bus te wachten. Om 12.30 uur vertrok de bus in Tilburg Noord en pikte een kwartiertje later de rest van het gezelschap op vlak voor het Centraal Station van Tilburg. In de bus werden we verwelkomd door excursieleider Kees van Haaren. Hij was diezelfde zaterdagmorgen al vroeg naar Essen gereden om daar de festivalboekjes op te halen waarin alle 157 kerstbieren werden beschreven. Dit monnikenwerk werd evenals vorig jaar weer gedaan door Jan Michiel van Bragt en Derek Walsh. Een bijzonder woord van dank voor beide heren die hier ontzettend veel tijd en energie in hebben gestoken! Tijdens de reis naar Essen kon dus iedereen in de bus al in het festivalboekje zijn favoriete kerstbiertje opzoeken en eventueel een plaatsingnummer toekennen. Het festival Na een voorspoedige reis (dit is wel eens anders geweest) kwamen na een klein uurtje in Essen aan. Nadat we voor de deur waren uitgestapt sloot het Roerstokgezelschap aan in de rij die zich al aan het vormen was. Na het kopen van de jetons en de glazen reserveerden we een aantal stoelen en ging het op een drafje naar de toog met kerstbieren. Alle 157 kerstbieren (waarvan ruim 20 op tap) stonden keurig in rangorde opgesteld, wachtend op wat komen zou. Om onnodig risico te voorkomen begon ondergetekende met de winnaar van vorig jaar en wel Sint Bernardus Christmas Ale van brouwerij St. Bernardus in Watou. Wederom weer een van de toppers zou later blijken. Gedurende de middag werd er volop van elkaars glaasjes geproefd. Naast schitterende bieren zoals Gouden Carolus Christmas werd er ook regelmatig een glaasje onder mijn neus geduwd met daarin een vloeistof die de naam bier niet zou mogen dragen. Na het nummer van het betreffende bier te hebben doorgestreept in het boekje liet ik mijn glas weer met iets anders vullen. Halverwege de middag liet ik mijn proefglas vullen met mijn persoonlijke favoriet van vorig jaar: Kerstpater van brouwerij van den Bossche uit St. Lievens Esse. Ook hier een lichte teleurstelling! Jammer genoeg zat er in de fles een licht zuurtje wat er volgens mij niet in thuis hoorde. Maar niet getreurd er was genoeg lekkers te proeven. De terugreis Aan alles komt een eind, dus ook aan deze heerlijke middag in Essen! Om 19.30 uur stond Ceriel met de bus op de afgesproken plaats klaar. Iedereen was gelukkig op tijd zodat we na een zeer rustige reis (het was weer lekker stil in de bus) tegen 20.30 weer in Tilburg aankwamen. Hierbij wil ik de organisator van de reis Kees van Haaren nogmaals danken voor zijn inspanningen en hopelijk gaan we volgend jaar weer!
Huub Soemers |
|
| Terug naar overzicht | |
Duitser brouwt erectiebier |
oktober 2009 |
Door: Eugene Straver |
|
|
Hot News ...
Duitser brouwt erectiebier De Duitser Jürgen Hopf heeft een biertje gebrouwen waarvan het effect, naar eigen zeggen, sterkter is dan Viagra. Het brouwsel ontstond bij toeval tijdens een defect in zijn brouwerij in Beieren. Hopf heeft de ambitie om in één ruk de Europese markt te veroveren. De brouwer werd 's nachts gealarmeerd door een defect in zijn fabriek. Hopf woont tegenover de brouwerij en nam geen moeite zich aan te kleden. Gehuld in een leren schort roerde hij in de ketel. "Ik kreeg ineens een heel apart gevoel van binnen. Meteen wist ik dat dit een speciaal biertje zou worden." De mensen die het gerstenat geproefd hebben, zeggen dat het effect fenomenaal is. "In plaats van tv te kijken, doken de proefkonijnen meteen de koffer in", beweert Hopf.
De Telegraaf, dinsdag 15 september 2009, met dank aan Eugene Straver
|
|
| Terug naar overzicht | |
Oogstfeest of nog meer Kunst en Brouwen |
oktober 2009 |
Door: Paul Langenberg |
|
|
Oogstfeest Of Nog Meer Kunst En Brouwen In het weekend van 12 en 13 september was het oogstfeest op het terrein van de Moerenburg. Voormalig waterzuivering, vervolgens vooral het toneel van kunstuitingen en naar het zich laat aanzien straks ook een vaste stek voor diverse thuisbrouwers. Ze waren er weer, inmiddels besmet met het kunstvirus, altijd beter dan de Mexicaanse griep of gewoon omdat het altijd leuk is als het over brouwen gaat. Zondag was het ook nog eens prima weer dus dat hielp ook mee. Traditie Het vieren van een oogstfeest is een oude traditie in waarschijnlijk zo’n beetje iedere cultuur in de wereld waar wel eens iets geplant en gezaaid wordt. Dat sluit dan misschien de eskimo’s uit maar die zullen daarvoor in de plaats wel een zeehondenvangstdag hebben bedacht, neem ik aan. Te planten valt er op de Pool vrij weinig lijkt me of het moeten ijsbloemen zijn. IJsbloemen waren er niet op Moerenburg, maar verder waren en diverse planten en bloemen aanwezig. Sommige groeiend en bloeiend op het terrein in de eetbare bloementuin maar sommige ook verwerkt in een heerlijke bonbon die al heel snel was uitverkocht. Een bonbon gevuld met goudsbloem bleek een doorslaand succes en ook ondergetekende heeft ervan gesmuld. Heemplanten Het heette anders maar ook aanwezig waren diverse heemplanten zoals volgens mijn niet al te tuingeleerde brein rondspookt. Planten die van de streek zijn en dus niet geïmporteerd hoeven te worden uit exotische oorden. Er waren diverse broodsoorten gebakken van allerlei granen en er was een veldkeuken die gemaakt was in een van de zogenaamde bezinkbakken van de waterzuivering. Daar had de kunstenaar een houten vlonder in de bak gemaakt drijvend op het water en ook nog eens overkapt, het zag er allemaal heel degelijk uit en het dak gemaakt van riet en bladeren was naar zijn zeggen voldoende om een niet al te grote hoosbui boven de keuken weg te houden. Gelukkig hoefde dit niet op deze dag getest te worden want de zon scheen en in de veldkeuken werden de pannenkoeken lekker bruin zonder regen. Muziek In het hoofdgebouw waar ook de bar is gevestigd, geen onbelangrijk detail natuurlijk, werd het feest opgeluisterd door een driekoppige band die op zeer aangename manier licht versterkte muziek ten gehore bracht. De stadsdichter Cees van Raak bracht enige gedichten ten gehore en dus waren de bezoekers zo te zien tevreden. Fijn is dan ook dat er bezoekers waren, in redelijke aantallen bovendien. Brouwerij Maar wat zou het oogstfeest zijn zonder de brouwerij want waarom anders zou er in ons blad een artikel over moeten staan? Misschien is het mijn niet onbevooroordeelde blik van de brouwer dat ik het idee had, dat juist de brouwerij veel belangstelling trok. De diverse bieren die in de afgelopen periode waren gebrouwen vonden gretig aftrek. De Roerstokkers die er bij betrokken waren geweest waren voor een groot deel ook aanwezig of al langs geweest. Van diverse kanten hoorde ik dat het Lindenbloesembier nogal werd gewaardeerd maar dat ook het bier gemaakt met klaver het goed deed. Dat laatste is natuurlijk wat meer experimenteel en des te leuker, dat het toch een goed geslaagd bier is geworden en dat bouwmeester in wording Henriëtte Waal zo enthousiast is geworden, dat ze gewoon doorgaat met brouwen. Ook heel fraai was de rijdende brouwerij die ze met hulp van nog een andere vrouw uiterst professioneel in elkaar had gelast. Niet alleen de brouwinstallatie maar ook de aanhanger zelf hadden ze zelf gemaakt. Voor de brouwerij had die van Kees Rommelse model gestaan. Heel handig alle vaten boven elkaar bevestigd in een stalen rek. Compact en goed gebruik makend van de zwaartekracht. Met dit geslaagde oogstfeest werd een mooi festijn afgesloten en uit betrouwbare bron heb ik vernomen, dat de Roerstok weer een vrouwelijk lid rijker is geworden. Paul Langenberg |
|
| Terug naar overzicht | |
125 Jaar Koningshoeven |
september 2009 |
Door: Huub Soemers |
|
|
125 JAAR KONINGSHOEVEN Open weekend Ter gelegenheid van het 125 jarige bestaan van de brouwerij De Koningshoeven, organiseerde deze in het weekend van 4 en 5 juni j.l. een open weekend. Tijdens dit weekend kregen de bezoekers de kans om de brouwerij eens van binnen te bekijken. Ruim 5000 mensen maakte hier gebruik van. Naast het brouwerijbezoek kon men ook nog een historische film bekijken, de onlangs gerealiseerde devotie kapel bezoeken en het bijna in bloei staande hopveld aanschouwen. In de vrouwentuin kon men een rondje maken langs de diverse stalletjes van diverse kloosters uit de regio. Presentatie Isidór bier Op zaterdag werd het nieuwe bier van de brouwerij gepresenteerd. Het Isid’or-bier is vernoemd naar de 1e brouwer van de brouwerij, broeder Isidorus. Om klokslag 12.00 uur hielden Thijs Thijssen en Vader Abt Dom Bernardus een inleidend praatje waarin zij o.a. vertelden dat de opbrengst van La Trappe Isid’or geheel ten goede zal komen voor de bouw van een nieuw klooster in Oeganda. Hierna was het de beurt aan de Oegandeese ambassadrice Mirjam Blaak die de eer had om het 1e fust aan te slaan. Niet een heel eenvoudige klus zou al snel blijken! Na een aantal ferme klappen van de ambassadrice nam broeder Isaac het van haar over. Ook hem lukte het niet om het kostelijke vocht te laten stromen. Uiteindelijk bracht brouwmeester Lodewijk Swinkels redding. Met een paar flinke klappen sloeg hij de kraan in het houten vat en stroomde het eerste Isid’or-bier uit het eiken vat. Uiteraard mochten eerst de gasten van het nieuwe bier proeven. Uit hun reacties maakte ik op dat het uiteindelijke resultaat er mocht wezen. Na het officiële gedeelte controleerde ik dat natuurlijk zelf ook even en ik moet zeggen dat het een uitzonderlijk heerlijk bier is geworden! Het amberkleurige bier heeft 7,5 % alcohol en een zoetige afdronk met een lichte karameltoon. Het bijzondere hoparoma heeft het bier dankzij de eigen gekweekte Perle hop. Toen ik later naar huis terug fietste (ja jullie lezen dit goed) maakte ik me geen zorgen meer over het nieuw te bouwen klooster. Met een dergelijk heerlijk bier is dat binnen de kortste keren gerealiseerd. Huub Soemers
|
|
| Terug naar overzicht | |
Bezoek aan ‘Us Heit’ in Bolsward |
september 2009 |
| Door: anoniem | |
|
Bezoek aan ‘Us Heit’ in Bolsward In het voorjaar (nou ja, juni) weer eens een keer een weekje op stap geweest in eigen land. Omdat de reistijd er dan niet veel toe doet, was een camping gevonden op het punt waar Drente, Friesland en Groningen bij elkaar komen. Na een lange rit met de caravan op een hele mooie locatie aanbeland, maar daar zal ik jullie verder niet mee vermoeien. Na enige dagen uitrusten was de tijd aangebroken om eens te gaan kijken wat er in de omgeving allemaal te doen was. Op aanraden van de beheerder hadden we ons voorgenomen om naar Bolsward te gaan. In Groningen bestond volgens hem op papier weliswaar een brouwerij, maar die liet al zijn bier in Duitsland brouwen. En da’s natuurlijk voor een amateurbrouwer niet bijster interessant. Maar volgens hem deed brouwerij ‘Us Heit’ in Bolsward dat wel. Voor informatie over de brouwerij via het net afstemmen op de site //www.bierbrouwerij-usheit.nl Wij dus naar Bolsward gereden en geconstateerd dat er nog enkele uren te gaan waren voordat de rondleiding om 16:00 uur van start zou gaan. Voordien was blijkbaar niet mogelijk omdat er dan gewerkt werd. Deze uren overigens aangenaam besteed in de stad zelf, waar een kermis gaande was en een grote jaarmarkt werd gehouden. Ruim voordat de rondleiding zou beginnen waren al weer terug op het terrein en konden daar alvast een zogenaamd Twels pilsener proberen. Een aangenaam, niet al te zwaar gehopt bier. Vervolgens werden alle bezoekers bij elkaar geroepen en kon de rondleiding beginnen. Die begon meteen al met de mededeling dat er in de brouwerij geen foto’s gemaakt mochten worden. Iets wat ik niet goed begrijp, want wat is er nou geheim aan de apparatuur van een brouwerij, waarvan foto’s op de eigen site getoond worden? De apparatuur is overigens geheel in roestvrij staal opgebouwd, op één ketel na die gebruikt wordt voor het destilleerproces. Dan maar geen foto’s en maar zo veel mogelijk onthouden en opschrijven. Zo werd verteld, dat er zo’n 3000 hl per jaar werd gebrouwen. De daarvoor benodigde gerst wordt blijkbaar zelf gemout in een ter plaatse staande mout-‘ketel’. Hierdoor wordt het mogelijk om het benodigde type mout volgens eigen criteria aan te maken. Ook het maken van de mout voor de huisgestookte whisky (volgens de Schotse methode) is een van de mogelijkheden door bij het drogen van de groenmout gebruik te maken van specifieke houtkrullen. Het schroten wordt overigens weer uitbesteed. Ik heb dan ook geen opslagplaats voor mout gezien op het terrein. En de benodigde gist wordt elke keer ingekocht en weggegooid nadat die zijn werk gedaan heeft. Het hele brouwproces wordt vervolgens in sneltreintempo uitgelegd waarbij nauwelijks vragen uit het groepje komen. Het leek er wel op alsof iedereen alleen voor de derde helft gekomen was. Toch moeten mij enkele zaken van het hart die mij een beetje vreemd toeschijnen.
Al met al heb ik dus wat vraagtekens bij deze brouwerij. Niettemin, als iemand nog eens in de buurt komt is het toch de moeite om een kijkje te gaan nemen, al was het alleen al voor de locatie en de museumspullen die her en der staan opgesteld. Kees Emmen |
|
| Terug naar overzicht | |
De Kunst en het Brouwen |
september 2009 |
Door: Paul Langenberg |
|
|
De Kunst En Het Brouwen De vakantie heeft natuurlijk Nederland nog in zijn greep, of in ieder geval een groot deel van Nederland, het schijnt dat op sommige mistroostige plekken de vakantie alweer voorbij is. Niet fijn met dit weer want het is wel een zomer en die zomer is net zo hevig op het terrein van Moerenburg, het oude rioolgemaal waar de kunst welig tiert nu het zuiveren van water tot bijzaak is geworden. De meeste Roerstokkers hebben nog wel meegekregen dat we op een van de laatste clubavonden bezoek kregen van Henriëtte Waal, kunstenaar, die zich deze zomer bezighoudt met haar interpretatie van het eetbaar landschap, thema van dit project aan het kanaal. Eetbaar hier wat meer te interpreteren als drinkbaar maar aangezien iedereen weet dat een bier minstens twee boterhammen is, mag dat geen probleem zijn. Raar? Gewoon bier brouwen is natuurlijk wel een kunst maar gewoon bier is voor een habbekrats te koop in de supermarkt en waarom gewoon doen als je ook ongewoon kunt doen. Dus hop kan maar waarom geen gras? Het landschap is bezaaid met bloemen, zaden, bladeren, planten, kruiden, etc., dus waarom zou je die niet gebruiken om eens wat anders te maken? Kortom, doe eens iets anders. Ondergetekende was er wel voor te porren en mocht als eerste zijn installatie transporteren naar het terrein van Moerenburg om aldaar op locatie te brouwen. Officieel was er geen stromend water maar de natuur dacht daar anders over en besproeide ons rijkelijk met regen. Brouwen met regenwater zou ook best kunnen en wie weet wat het oplevert. Gewoon Het eerste bier was nog gewoon bier, althans, er werden geen bijzondere toevoegingen gebruikt of je moet spelt als iets bijzonders beschouwen. Voor Henriëtte ging het erom de kunst van het brouwen machtig te worden, kennis van het proces en kennis van het gebruik van de diverse materialen. Omdat de voorbereidingstijd nogal beperkt was had ik niet zo goed nagedacht over de receptuur. Het gevolg was dat ik een te zware hopsoort gebruikte voor een speltbier. Bij een eerste proef na een week op de fles stond mijn gezicht dan ook niet in de “lekkerstand”. Dat had ook te maken met de reeds genoemde zomer die de gisttemperatuur tot grote hoogte opdreef. In eerste instantie leek het bier meer geschikt als velgenreiniger maar de tijd heelt alle wonden en na enige weken evolueerde het bier tot een smakelijk zomerbier. Aankoop De boer, hij ploegde voort, en Henriëtte bleef ook niet stilzitten. Diverse leden toonden zich bereid om zich in te zetten voor het project. Zij toonden hun materialen, vertelden over hun manier van brouwen en gingen mee om spullen in te kopen. Op naar Brouwland in België en het lukte Henriëtte om in korte tijd veel spullen te verzamelen. Het is nog lang niet klaar want het moet ook nog een rijdende brouwerij gaan worden dus er zal nog wat gelast, geschroefd en geprobeerd moeten worden voor het zover is. Ondergetekende mocht nog een keer meedoen met brouwen en dit keer hoefde hij al veel minder mee te nemen want veel was er al, bijvoorbeeld een glanzend gistvat van roestvrij staal. Bij wijze van experiment werd op het laatst wat rode klaver toegevoegd, die rook best lekker. Evenals de eerste keer was er weer regen genoeg, toch gek in zo’n mooie zomer. Of het ook smaakt moet nog blijken maar het lijkt zeker niet onmogelijk. Drinken en eten Het thema van dit kunstproject is eetbaar landschap dus drank alleen kan niet voldoende zijn. Naast de brouwerij is er dan ook iemand die ter plekke een veldkeuken heeft gemaakt en vissen bakte door er klei omheen te kneden en de vissen dan in het vuur te leggen. Er is een eetbare bloementuin (nooit geweten, dat je zoveel bloemen kunt eten), er was een chocoladeproeverij van chocola met diverse kruiden ( lavendel chocola blijkt erg lekker te zijn) en nog veel meer. Kortom, er is veel te doen. Anders Het kunstproject in de Moerenburg lijkt in ieder geval een brug te slaan tussen de ambachtelijke brouwers en de wereld van de kunsten. Het gewone wordt anders, het andere wordt gewoon. Het terrein op zich is al de moeite waard om te bekijken en er waren op de Zondagen dan ook veel Roerstokleden te zien naast de kunstminnaars (die vaak ook wel een lekker bier lusten). Nu maar hopen dat veel mensen zich geroepen voelen om op een mooie Zondag, die zijn er dit jaar veel, eens even langs te rijden en zich te laten verbazen over wat een landschap te bieden heeft aan smaken. Komt dat zien, iedere zondag en café Zomerlust is vlakbij, dat moet toch een geruststelling zijn. Paul Langenberg |
|
| Terug naar overzicht | |
Doe mij maar een Bierschnaps |
september 2009 |
| Door: anoniem | |
|
Doe mij maar een Bierschnaps Een aantal jaren geleden maakten een biervriend en ik op weg naar München een ommetje langs Bamberg. Het bleef beperkt tot Schlenkerla en dat vroeg dus om een uitgebreider bezoek. Dit jaar kwam het er van en ik heb het mij niet beklaagd. De Bierschmecker Touren met rugzak en bierpul heb ik aan mij voorbij laten gaan. Met een stadsplannetje in de hand trok ik het erop uit door de wirwar van straatjes en steegjes – de GPS voor de auto lijkt overigens ontworpen door Esso of Shell om je zoveel mogelijk rond te laten rijden in de eenrichtingsstraten van de Welkulturerbe. Voor de meeste brouwerijbezoeken doe je best flinke stapschoenen aan, want de minuten opgegeven door Bamberg Tourismus lijken wel afgeklokt door een betere marathonloper. Helaas lijkt het ook een specialiteit van de Bamberger brouwerijen en andere Biergarten om heel uiteenlopende openingsuren te hebben. Zodus loop je een kwartier om vast te stellen dat de tent die dag gesloten is of pas enkele uren later opengaat. En, minder prettig, de volgende ook nog eens. Tot grote ergernis ook van een nog jonge, stevige Beier. ‘Bij ons zijn ze allemaal al van ’s morgens open, waarom hier ook niet Frühschoppen’, zegt hij. De dorstwekkende uitstap bracht mij wel langs de Stephansberg en dus langs de eigenlijke brouwerij van Schlenkerla waar de gerookte geur opsteeg. Door de open poort was op de binnenkoer een cubitainer te zien met een zeer donkere inhoud. Ze zullen hier toch niet hun voeten vegen aan het Biersteuergezets van 1516, vroeg ik mij af. Over het bier en de brouwerijen wil ik niet uitweiden, dat is hier zeker al vaker gedaan, behalve dan dat ik Schlenkerla die dag tweemaal bezocht. Zo speciaal en uitdagend is dat bier. Een man die opstaat van de Stammtisch en zeker niet dronken lijkt, zegt dat hij mij nog gezien heeft. Een straf geheugen, want dat moet 7 jaar geleden zijn. Nog meer opvallend dan de brouwerijen, en dat zijn er tien, is een veelvoud aan Nervenkliniken. Of zouden dat vooral ontwenningsklinieken zijn? Wat mij het meest verraste, was de Bierschnaps die in het restaurant op de kaart stond. En hij smaakte nog ook, en naar meer… De meeste, of misschien alle brouwerijen hebben er wel een. En door die van Schlenkerla proef je de rooksmaak dwars doorheen. Eens wat anders dan peat in een whisky en dat in verhouding voor een prijsje. Een bezoek aan Kulmbach en Bayreuth kon er nog wel bij. De Kulmbacher Bierbraurei, nu van Heineken, imponeert al van ver, maar daar blijft het bij. Gelukkig is er, na een eindje stappen, nog de Kommunbräu. Een huisbrouwerij die niks te maken met communes van na mei ’68, maar een coöperatieve met 480 aandeelhouders die dit jaar haar vijftienjarige bestaan viert. Bayreuth dan, nog zo’n exponent van de grootheidswaanzin van Duitse prinsen die wel prachtige gebouwen heeft nagelaten. Lekker, of eerder met kippenvel, door de voetgangerszones op zoek naar een parkeergarage. Aan rand van de stad het Brauerei Museum van Maisel. Volgens het Guinness Book ‘das umfangreichste der Welt’. En dat is niks gelogen. Een complete brouwerij van een eeuw oud, precies Oud Beersel, maar dan in het heel groot en netjes afgestoft. Sorry, familie Martens uit Bocholt, jullie hebben een mooi museum, maar hier valt mijn mond open. Op het einde van de rondleiding wacht in de oude bottelarij een keuze aan witbieren, want Maisel is daarin dé specialist. Wil het toeval toch dat daar een van de oudere brouwingenieurs komt doorgestruind. Hij blijkt een fan van Belgisch bier te zijn en zeker ‘bolleke’ heeft op hem een grote indruk nagelaten. Blijkt hij naar het einde van zijn carrière ‘stoker’ te zijn geworden. Hij troont het vijfkoppige gezelschapje mee naar zijn heiligdom. We mogen de vinger soppen in de warme alcohol van 70 graden (alcohol!) die traagjes uit de distillatiekolom vloeit. Van 100 liter Weisse maakt hij 4 liter Bierschnaps. Door de geringe bitterheid is Weisse hiervoor zeer geschikt. Niet van retourvaten die op café zuur zijn geworden of vaten met een fout. Alleen van goede Weisse, want fouten proef je ook na het afstoken, zegt hij. Ter afronding proeven we een lekje Bierschnaps die 3 jaar op eiken vat heeft gelegen. De verleiding is te groot om ook hier niet een fles schnaps mee te nemen. Weegt ook vele minder. Dat wordt deze winter nog nagenieten. Louis Meulders |
|
| Terug naar overzicht | |
Een reisje naar Canada |
september 2009 |
| Door: Chris Bauweraerts | |
|
EEN REISJE NAAR CANADA Introduktie: Den Ollandse Wittezoemer dacht op terugkeer van zijn vakantie (vakansie, de sjansaar J ) de grootste en de tweede grootste brouwerij van Achouffe te komen bezoeken. Maar de twee personen die hij wenste groeten waren er niet, ze waren een continent verderop… hier volgt het relaas van dit verhaal. Brewery, Bed & Breakfast… Wees maar gids in een kabouterbrouwerij… dikwijls is er in een groep steeds iemand die graag hoort zeggen « die kent er wat van » en dus steeds zijn hersens pijnigt om de een of de andere moeilijke vraag te stellen. Met 15.000 bezoekers per jaar worden er dus regelmatig moeilijke vragen gesteld. Onze gids Pol Gekyre werd het beu en loste het « mond vol tanden » probleem op een originele wijze op: hij begon zelf te brouwen, zodat hij nu over het brouwproces heel goed kan meespreken. Zijn Bieren die hij brouwt, de Witte Pol en de Zwarte Pol zijn héél lekker en de 20 liter die hij wekelijks brouwt vinden gretig aftrek in het kaffeetje van zijn Brewery Bed & Breakfast dat hij, samen met zijn vrouwtje Tine, uitbaat. Persoonlijk ga ik jaarlijks naar het Quebecqiaanse Biermekka dat luistert naar de « Mondial de la Bière ». Een Bierfestivalletje dat juist voor en tijdens het eerste weekend van juni wordt georganiseerd. Dit festivalletje kent een opkomst van zo’n 80.000 bezoekers. Mijn reizen boek ik gewoonlijk tijdens het begin van het jaar. Twee weken voor ik vertrok besliste Pol om mee te gaan. Voor mij geen probleem en alzo zat Pol in hetzelfde Air-Transat vliegtuig van Brussel naar Montréal. Een paar dagen voor de vlucht dacht ik: « wat moet ik met deze PiPo nu aanvangen? Wat kan ik hem zinvol laten doen? »… Brouwen verdomme, in de oudste brouwkaffee van Montréal: « Le Cheval Blanc » gelegen in de « Rue Ontario ». Jérôme Denys, Le Cheval Blanc en « Les Brasseurs RJ »… De eigenaar van Cheval Blanc is Jérôme Denys. Jérôme en ondergetekende kennen elkaar al sinds 1992. Hieruit is ondertussen een goede band ontstaan. Jérôme ontwikkelde héél goede bieren die hun inspiratie in België haalden. Hergisting dus. De brouwzaal van Jérôme werd destijds door Jérôme en Pierre Rajotte (niet onbekend voor de Roerstokkers) bedacht en gebouwd. Deze brouwzaal wordt nu nog steeds gebruikt en werkt héél eenvoudig & efficiënt. Dit kan Pol beamen. Jérôme kende met zijn brewpub zo’n succes dat zijn klanten hem vroegen om flessenbieren te produceren… De Canadese wetten zijn ietwat vreemd ( * ) en staan o.a. niet toe dat bier buiten een brouwkaffee worden geconsumeerd. Jérôme die aan de vraag wenste te voldoen zag zich dus verplicht om een tweede Cheval Blanc brouwerij op te starten in « rue St-Patrick » te Montréal waar hij vaten en flessenbier produceerde. Hij vroeg toen ook om de recepturen van « LA CHOUFFE » en « Mc CHOUFFE » onder licentie te mogen brouwen. Dit werd hem toegezegd… want nog een eigenaardigheid van de Canadese wetgeving is als volgt: alle alcoholhoudende dranken die in een bepaalde provincie worden geproduceerd mogen vrij in die provincie worden verkocht, de buitenprovinciale alcoholhoudende dranken dienen via een provinciemonopolie hun weg naar de consument te vinden. De twee distributiesystemen goed begrepen? Dus de originele CHOUFFE-Bieren zijn gedistribueert via de provinciemonopolie, de licentiebieren « Blonde d’Achouffe » en « Brune d’Achouffe » worden nu gebrouwen en uitsluitend in Québec gedistribueerd door « Les Brasseurs RJ », want ondertussen werd CHEVAL BLANC II verkocht aan Roger Jaar. Roger Jaar is waarschijnlijk de rijkste Palestijn die er rondloopt, hij woont in Miami heeft er meerdere activiteiten en hij heeft ooit een rondschrijven gestuurd naar alle micro-brouwerijen in Quèbec met de vraag of ze hun brouwerij niet wilden verkopen. Jérôme die het moeilijk had met twee brouwerijen heeft, net als brasserie GMT, op het voorstel toegehapt en is nu als productieleider te werk bij « Les Brasseurs RJ » een brouwerij dat een jaarproductie kent van 125.000 hl + (50.000 hl productie van de verleden jaar aangekochte brasserie Mc Auslan) … Technisch gezien zijn die 125.000 hl, geproduceerd in de vroegere locatie van GMT, een exploot, want het 18 HL brouwzaaltje van CHEVAL BLANC II en de 35 hl brouwzaal van GMT werden parallel gekoppeld. Om die 125.000 hl te halen wordt er om de 3 uur een nieuw brouwsel gestart, 7 dagen op 7, zo goed als heel het jaar rond! Ik kan nog meer over « Les Brasseurs RJ » verhalen, maar dan wordt dit artikel te lang.
Witte Pol Jérôme Denys is nu nog steeds eigenaar van het pand waar de originele Cheval Blanc is gevestigd, hij is met meer dan 80% hoofdaandeelhouder en verleden jaar verdubbelde de oppervlakte van CHEVAL BLANC. Sinds Jérôme Cheval Blanc II heeft verkocht heeft hij ook niet meer gebrouwen in zijn brouwkaffee en is het Eloi Deit die de roerstok heeft overgenomen. Eloi vertelde dat zijn jaarproductie 750 hl bedraagt. Eloi dacht om een nieuw Tarwebier te brouwen, het werd de « Witte-Pol ». Na samenspraak met Pol Gekyre kwam Eloi er achter dat het nieuw tarwebier dat hij wilde brouwen in veel opzichten leek op de Witte-Pol. Het relaas van het brouwen laat ik aan Pol over. Wat ik weet is dat Pol dit jaar tot nu toe, in éénmaal meer heeft gebrouwen in Montréal dan in Mont. De dagproductie die Pol op 6 juni heeft gebrouwen in de brouwketels van Cheval Blanc was dan ook 940 liter. Het bier is bij het schrijven van deze regels aan het lageren. Volgens Eloi is de vergisting door het jonge « Belgian Wit » gist véél langzamer verlopen dan verwacht omdat in het receptuur van Pol niet wordt belucht… normaal, Pol overgiet zijn 20 liter brouwsels en de luchtcontact is voor deze beperkte volume voldoende voor een goede gisting. Bij 940 liter is dit natuurlijk wat anders. Verder meldt Eloi dat de smaak héél lekker is, wat fenolen en eucalyptus waarneemt en dat de gebruikte curaçao en citroenschillen nu sterker worden waargenomen dan in het begin.
Cheval Blanc: een paar opvallende technische punten Het meest vernuftige in heel de zaak was de opbergruimte van de looptrede: onderaan een podium in het Kaffee. Ik heb daar alle foto’s van genomen omdat ik het zo vernuftig vond. Een bruikbaar idee voor iemand dat een kaffeeinterieur ontwerpt met een verhoogd podium (komt voor de gezelligheid veel voor en natuurlijk ook om er muzikanten op te laten treden). De verwarmingseenheid voor de kookketel bestaat uit twee elektrische verwarmingselementen van 16,5 kW elk. Niet te verwonderen want elektriciteit is heel goedkoop in Québec, ze hebben er enorme stuwdammen (de grootste is 80 km lang!) die HydroQuébec benut voor elektriciteitswinning. Deze maatschappij produceert zo veel « hydroelektriciteit » dat ze het overtollige aan de USA verkopen. De gerstemout komt van Malterie Frontenac, twee jonge bierliefhebbers die geen brouwerij wilden opstarten, maar wel een ambachtelijke mouterij, waar de mout nog handmatig met de schop wordt gekeerd. Québec: wat ons zoal opviel In de Pub St-Alexandre te Québec City plaatsen ze ballonnen over de kraan om hun kranen overnacht te vrijwaren van de « vliegendepot ». Als je bedenkt dat hier te lande menige tappers de kraan gewoon in het bier houden… Hygiënisch wordt er wel getapt, alle cafés beschikken er over een glazenwasser dat uitsluitend dient om glazen te reinigen. Jammer genoeg krijgen de glazen de tijd niet om te koelen en wordt het bier soms in zeer warme glazen geschonken. Tappen met een mooie schuimkraag kunnen ze in Québec niet. Of is het omdat de consument dit zo wenst en hun glas liever tot het randje vol wensen zien. Al eens een bomvol glas pils gezien? Er smakelijk uitzien is wat anders. In de tijd van INBEV werd op festivals hierop de aandacht getrokken en werden er aan het publiek tapcursussen gegeven. De Brazilianen willen dit, om bezuinigingsredenen, blijkbaar niet meer. ( * ) Vreemde wetgeving 1: Zelfs op terrassen van cafés mag niet worden gerookt. De buurman heeft het recht om dit aan te klagen wanneer hij niet passief wenst te roken, zelfs al woont hij op de 4e verdieping. ( * ) Vreemde wetgeving 2: Op de bus van Québec naar Montréal mag dan, tijdens de 250 km lange rit geen fles wijn of bier worden gedronken. Dit wordt gewoon in beslag genomen. Wat ons natuurlijk, ook is overkomen. From Mont to Montréal, Brewery Inter-Pol @ Brasserie Le Cheval Blanc. Chris Bauweraerts |
|
| Terug naar overzicht | |
From Mont to Montreal |
september 2009 |
| Door: anoniem | |
|
From Mont to Montreal
Enkele weken terug, begin juni, had ik de kans om met Chris Bauweraerts naar Canada mee te reizen. Chris reist gemiddeld 2 maal per jaar naar de Quebecquanen. Door de jaren heen heeft Chris er heel wat zakelijke en vriendschappelijke relaties opgebouwd zodat hij er een graaggezien en bekend bierfenomeen is geworden. Eén van zijn pappenheimers Jerôme Denis, eigenaar van het oudste brouwcafé van Montreal 'Le Cheval Blanc', gaf toestemming om met zijn brouwmeester, Eloi, samen te brouwen. Zelf had ik een aantal flessen van verschillende eigen brouwsels meegebracht, een Witte Pol, een Zwarte Pol en een chocoladebier. Eloi was van plan een nieuw tarwebier te brouwen en de gelijkenis met mijn recept leek onwaarschijnlijk op elkaar, dus na het proeven van de Witte Pol was het beslist dat dit het witbier zou worden. Thuis brouw ik wekelijks 20 liter en nu zou ik in 1 dag mijn jaarproductie overstijgen, niet te geloven, in één keer 940 liter brouwen. Op zaterdag 6 juni was het zover, dus vroeg uit de veren. De brouwerij ligt op een loopafstand (20 min) van het hotel. Om 8 uur aangekomen en onmiddellijk beginnen schroten. Het schroten gebeurde in de kelder en werd zo naar boven gestuurd. Na de storting hadden we een zeer dik beslag en daarna werd er bij elke stap een hoeveelheid heet water toegevoegd. Naarmate de temperatuur hoger wordt, wordt het beslag dunner. De brouwzaal bestaat uit een beslagkuip die ook dienst doet als filterkuip. Daarnaast staat de kookketel die eerst voor de hoeveelheid heet water zorgt voor het uitspoelen van het wort, nog 4 cilinderconische tanks maken de brouwzaal compleet. De brouwzaal is ontworpen door Jerôme Denis en Pierre Rajotte. Ze werkt heel eenvoudig en efficiënt. Een glazen wand scheidt de brouwzaal van het café. In het brouwcafé wordt jaarlijks 750 hl gebrouwen die ter plaatse gedegusteerd en vooral geconsumeerd worden. Le Cheval Blanc (gelegen in de Ontariostreet) is open van 15u tot 3u. Een groot krijtbord vermeldt alle bieren, 4 constante bieren en nog een 5-tal creaties van Eloi, waaronder dus binnenkort ook de Witte Pol. Zijn voorkeur gaat duidelijk naar een hoog EBU-gehalte dat we weliswaar appreciëren. Enkele Belgische bieren pronken ook op het grote krijtbord; als nieuwkomer de Houblon Chouffe, die voor velen een ontdekking blijkt te zijn. In principe is het brouwproces voor iedere brouwer gelijk: schroten, maischen, filteren, koken, gisten, lageren en afvullen. De laatste tijd heb ik enkele brouwerijen en huisbrouwers bezocht en toch heeft iedereen zijn eigen stijl en manier van brouwen. Dat brouwers vindingrijk zijn is hier het mooiste bewijs van. En wanneer is het bier lekker? Als men nog een tweede bestelt, zo simpel is het of niet soms. Pol & Tine Gekyre |
|
| Terug naar overzicht | |
Hernieuwde interesse in het zelf brouwen van bier |
september 2009 |
| Door: Jan van Pelt | |
|
Hernieuwde interesse in het zelf brouwen van bier Uit een onderzoek, uitgevoerd bij 1.500 Vlaamse studenten (18 tot 25 jarigen) door Guido magazine in samenwerking met Brouwland, waarin gepeild werd naar de drank- en in het bijzonder de biercultuur bij jongeren, blijkt dat de Vlaamse studenten “genieten” in de eerste plaats associëren met het drinken van alcohol. Vooral mannen zijn die mening toegedaan en denken daarbij in eerste instantie aan een frisse pint. Ook sterke en duurdere bieren zoals Duvel en abdijbieren (o.a. Leffe en Westmalle) blijken zeer populair bij de Vlaamse jongeren. Op de vraag naar hun favoriete biermerk verkoos 22% van de respondenten Jupiler boven Stella Artois (16,5 %). Op geruime afstand volgt Lindemans en Duvel. De top 5 wordt vervolledigd door Kriek. Breezer is “out”, speciaalbieren zijn “in” Ook in het drankgebruik spelen trends een rol en hebben alcoholische dranken bij de Vlaamse jongeren af te rekenen met een bepaald imago. Zo wordt Breezer beschouwd als “passé”, te jong en plat commercieel. Jenever krijgt dan weer het etiket van “oubollig” opgeplakt. Schuimwijn of Cava, witte wijn, normale pils, bieren van hoge gisting (vb. Duvel) en trappisten of abdijbieren (bv. Leffe en Westmalle) zijn daarentegen erg in trek. Deze laatste twee worden, samen met whisky, bovendien als zeer authentiek beschouwd. Eigen bier eerst Uit de enquête blijkt ook dat maar liefst 43% van de respondenten zelf graag zijn of haar eigen alcoholische drank zou willen brouwen. De voorkeur voor welke drank is echter verschillend tussen jongens en meisjes. Zo bestaat de top drie van de vrouwelijke respondenten uit respectievelijk schuimwijn, witte wijn en een eigen speciaalbier. Jongens zetten het brouwen van een eigen speciaalbier op de eerste plaats, nadien volgt de eigen pils en pas op de derde plaats vinden we schuimwijn terug. Slechts enkelen verkiezen het creëren van een eigen frisdrank of denken (onterecht) dat het zelf brouwen van alcohol illegaal is. Deze interesse verklaren ze deels vanuit de behoefte om hun eigen ding te doen (65%). Maar ook de prijs speelt een belangrijke rol. Zo is thuis brouwen, zeker nu de commerciële bieren voortdurend prijsstijgingen doorvoeren, een pak goedkoper. Daarnaast speelt ook de smaak een rol. Een zelf gebrouwen bier is immers veel lekkerder doordat je onder andere zelf smaakaccenten kan toevoegen (zoet of bitter, fruitig of niet fruitig). Maar ook programma’s als “Katarakt”, “De smaak van de Keyzer” en “Tournée Générale” spelen een rol in de heropleving van het zelf brouwen van alcoholische dranken.
De resultaten bevestigen het vermoeden van Brouwland, Europa’s meest gespecialiseerde leverancier voor wijnmakers, likeurbereiders en bierbrouwers. Het bedrijf biedt grondstoffen, toestellen en alle mogelijke accessoires aan voor het artisanaal bereiden van bieren, wijnen, fruitsappen, likeuren en kaas en levert zowel aan professionals (o.a. kleine brouwerijen) als hobbyisten.
De laatste tijd zagen zij ook de interesse, vanuit de jongerenhoek, sterk stijgen. Om die reden organiseert Brouwland een grote biercompetitie waarbij jongeren uit heel Vlaanderen zullen strijden om de titel van “Beste zelf gebrouwen bier van Vlaanderen”. Alvorens de geïnteresseerden aan de (bier)slag kunnen, krijgen zij een professionele opleiding bier brouwen en de volledige infrastructuur voor het zelf brouwen ter beschikking. De gelukkige winnaars zien hun bier op kosten van Brouwland in grote hoeveelheden geproduceerd worden. Op vrijdag 10 juli vindt in de gebouwen van Guido in Gentbrugge een eerste biercursus plaats. Ondanks de start van de vakantie en het mooie weer, schreven reeds 50 enthousiaste deelnemers zich in om deze eerste kennismaking met het zelf brouwen van bier bij te wonen.
Bron: Field Communication / http://www.ezpress.be/news/8983 Met dank aan Jan van Pelt |
|
| Terug naar overzicht | |
Vakantie en bier |
september 2009 |
Door: Huub Soemers |
|
|
VAKANTIE EN BIER Kleinste brouwinstallatie ter wereld Zoals gebruikelijk zijn Els en ik in mei weer een aantal dagen naar Duitsland en Oostenrijk geweest. Het zal jullie niet verbazen dat we ook weer “toevallig” bij een aantal bierbrouwerijen terecht kwamen. Iets waar mijn echtgenote niet meer raar van op kijkt, sterker nog ze vindt het ook altijd goed toeven bij dit soort etablissementen. Naast een goed glas bier en heerlijk eten zijn ook de kamers meestal van bijzonder goede kwaliteit. Ook de gastvrijheid kent meestal geen grenzen. Na onze 1e overnachting in de buurt van Bamberg reisden we via Neurenberg richting Allgau. In het plaatsje Missen kwamen we bij Gasthof/brouwerij Schaffler terecht. In het restaurant viel mijn oog meteen op een wel heel bijzondere brouwinstallatie. In eerste instantie leek deze wel een beetje op onze RIMS, maar bij een nader onderzoek bleek het om een complete mobiele brouwerij te gaan. Dus met maisch/kookketel, filterkuip, 2 kleine Apollotanks van 50 liter en units om te verwarmen en te koelen. De installatie is door eigenaar/brouwer Dieter Graßl zelf ontworpen en gebouwd. In 1996 kreeg deze kleine brouwinstallatie een vermelding in het Guinness book of records! Voor degene die zelf aan de slag wil moet onderstaande foto maar eens goed bestuderen of ook maar eens zelf dit kleine wonder op wielen gaan aanschouwen. Voor meer informatie: http://www.schaeffler-braeu.de Huub Soemers |
|
| Terug naar overzicht | |
Clubkampioen 2009 Peter van Iersel |
mei 2009 |
Door: Peter van Iersel |
|
|
VAN DE CLUBKAMPIOEN PETER VAN IERSEL Op paaszaterdag werd ik gehuldigd als clubkampioen van de Roerstok. En eerlijk gezegd was dat het laatste wat ik had verwacht. Ik kwam wat later op de feestavond, het was paaszaterdag en van te voren nog had ik gitaar gespeeld samen met mijn dochter Simone op de fluit bij het ontsteken van het paasvuur voor zo’n 100 mensen buiten op een erf van een boerderij. Vorig jaar was ik ook al in de prijzen gevallen, ik was eerste en tweede in de categorie donker-dik en vierde in de categorie donker-smal. Dat was al heel wat en ik wist zeker dat ik toen heel veel geluk heb gehad en dat ik dat wel nooit meer zou kunnen evenaren. Ik heb een klein huisbrouwerijtje in de bijkeuken dat misschien wel schril afsteekt tussen de “grotere” brouwers en ik maak zo’n 18 liter bier. Meer heb ik ook niet nodig want ik ben zelf de enige drinker en alleen in het weekend drink ik bier. En bovendien vind ik het leuk om mee te doen met de clubkampioenschappen maar het is niet mijn voornaamste doel om te winnen. Maar ik ben toch al lang aan het brouwen. Ik brouwde al voordat de “Roerstok” was opgericht. Mijn vader zei altijd dat ik dit niet van vreemden heb, zijn opa brouwde al voor de tweede wereldoorlog zelf bier. En hij mocht het dan drinken als hij dat maar niet thuis vertelde… Hoe ik zelf begon Zelf ben ik begonnen, ergens begin jaren tachtig in mijn studententijd. Ik was natuurkundestudent en zoals het dan gaat, leer je in een studentencafé buitenlandse biertjes drinken. En dan komt de vraag,kun je dat zelf ook maken? Ja, natuurlijk, er was nog geen internet maar wel een drogist in Tilburg die daarvoor van alles verkocht. Ik ben gewoon begonnen met een blik, dat kon immers niet fout gaan. Nee, fout niet, maar als je te veel suiker in de flesjes doet dan klappen de bodems eronderuit. Zo lagen mijn ouders te bed en hoorden ze boven hun hoofd in de nacht de bodems van de flesjes afklappen. Ze hadden nog meer te verduren; het ontsmetten van de flesjes deed ik met sulfiet in de badkamer, en jawel op de badmat stond op een gegeven moment de afdruk van een bierkratje….. In die tijd heb ik veel bier gebrouwen, ook had ik een nieuwe leverancier gevonden voor mijn ingrediënten namelijk in Beverlo in België zat een uitgebreide winkel (de voorganger van Brouwland!). Ik brouwde voortaan bier van moutextracten, hoppellets en gist en ik werd lid van de Roerstok en bezocht de bijeenkomsten in de Kasteelhoeve. Toen ik met Marianne trouwde en we kinderen kregen stopte de hobby. Ik zei ook mijn lidmaatschap op van de Roerstok maar ja, het virus krijg je niet weg en toen de kinderen groter werden kwam ik weer terug. Maar nu wilde ik verder gaan, niet meer van moutextract brouwen maar echt van mout! Ik ging bij Martin Hofhuis op biercursus en weldra kwam er weer leven in de brouwerij. Ik wil het liefst alles zo kleinschalig houden. Ik werk nog steeds met weckketels op een gasspin die ik van een tante heb gekregen toen ze haar viswinkel sloot. Er werden kreukels op gekookt…! Mijn bieren Het liefst brouw ik donkere bieren. Zelf drink ik het liefst donker bier en daardoor is dat misschien bij mij wat beter ontwikkeld. Ik brouw meestal wel een meibock, die goed smaakt maar blijft staan, en verder ben ik nog steeds bezig om een goed witbier te brouwen en dat is me nog steeds niet goed gelukt. Ik heb veel vertrouwen in de witte trappist die we als club brouwen. Alle bieren krijgen een naam en een etiket. Ik moet wel zeggen dat het veel werk is om etiketten te plakken. En wat de namen betreft; zo heb ik “zonnestraaltje” voor het witbier, “Vallend Blad”voor bokbier, “Verse Sneeuw”voor een winterbier, ”Meizoentje” voor een Meibock. Aangezien ik in het onderwijs werk brouw ik meestal alleen in de schoolvakanties. Bij deze clubwedstrijd had ik veel bieren ingestuurd, gewoon om mee te doen; de meibock “Het meizoentje”, en verder de “Cinquente”gebrouwen vanwege mijn 50e verjaardag, “De verse sneeuw”, dit was dit jaar een amberbier vanwege de zachte winters die we hebben gehad, “Brabants Bruin” dit is een kruising tussen een Belgische Ale en een Engelse Ale en tenslotte “Celtic Dream”een Iers stout bier. “De verse sneeuw” werd derde in de categorie donker-smal. Maar de verrassing was erg groot toen “Celtic Dream” de eerste prijs had gehaald. Voor zover ik weet wint een stout bier niet zo vaak. Het idee om “Celitic Dream”te brouwen komt door mijn belangstelling voor Ierland en Schotland. Ik speel met mijn gitaar ook vaak Keltische nummers en onlangs was ik ook samen met Simone in een Keltische winkel in Bergen op Zoom waar Simone haar “Irish Whistle” heeft gekocht, waar ze nu vaak opspeelt. Eigenlijk zijn we geïnspireerd door een groep uit Tilburg, ze heten “Ogham” en ze spelen allemaal Keltische nummers. We hebben ooit eenmalig samen met deze groep gespeeld en de plannen zijn om dat dit jaar weer te gaan doen. Het bier is dan ook voor die gelegenheid gebrouwen. Stout bier is een typisch Iers bier, het is zwart met een stevig schuim (bijvoorbeeld Guinness). Je hebt hier wel heel veel varianten van zoetig tot heel erg bitter. Aangezien dat Guinness erg duur is, dacht ik dat het mogelijk zou moeten zijn om het zelf te gaan brouwen. En zo is Celtic Dream-bier ontstaan, inmiddels is er al een tweede brouwsel beschikbaar. Bij dit tweede brouwsel is het recept van het winnend bier toch weer aangepast (met onder andere rozijnen toe te voegen). En stiekem vind ik het tweede brouwsel weer beter dan het eerste dat gewonnen heeft….!! En nu clubkampioen!! En nu mag ik genieten om clubkampioen te zijn van de 25-jarige amateurbierbrouwvereniging “De Roerstok” met een grote beker op de schoorsteen! Een paar foto’s heb ik op mijn hyves gezet en dinsdagochtend kreeg ik een spontaan applaus van een klas en werd ik ook gefeliciteerd door collega’s. Want ook op school ben ik daar mee bezig, onlangs heb ik daar een artikel over geschreven in het clubblad. En ook dit jaar is er weer een heerlijk bokbiertje gebrouwen door mijn leerlingen! En de toekomst? Natuurlijk ga ik verder met brouwen. Ik heb nog plannen genoeg. Zo wil ik ook eens een speltbier gaan brouwen en misschien ook wel een roggebier. En ook heb ik een lekker fris zomerbier bedacht dat binnenkort gebrouwen gaat worden. Ook heb ik plannen om een Afrikaans bier te brouwen. Het blijkt dat naast de grote bierbrouwerijen uit het westen daar veel vrouwen bier brouwen om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien. Maar hoe zien die recepten er dan uit? Het blijkt dat ze daar “Sorghumgierst” gebruiken. Ik wil me daar nog eens verder in verdiepen en hoe ik met enkele compromissen daar een goed bier van kan maken. Ik vind dat leuk om uit te zoeken en mee te experimenteren. Naast bierbrouwen kan ik mijn schaarse vrije tijd ook nog op andere manieren vullen. Voor mijn beweging ben ik bij een zwemvereniging OZC 57 waar ik twee keer in de week trimzwem. Verder dans ik zowel stijldansen als moderne dansen, ik speel ook gitaar, popsongs maar ook Celtic en Spaans gitaar en ik doe aan astronomie, sinds kort heb ik een nieuwe telescoop, een flinke celestron die mij het heelal van zijn mooiste kant laat zien. En soms drink ik ook daarbij een glas eigen bier, ‘s winters buiten in de vrieskou! Ik ben ook weleens een glas bier ‘s nachts achter een struik kwijtgeraakt die ik ‘s morgens weer vond toen het licht werd…
Helaas, heeft de Roerstok mij dit seizoen wat moeten missen omdat ik de afgelopen tijd verstek heb moeten laten gaan op de clubavonden. Maar dat komt door een danscursus die alleen op vrijdagavond wordt gegeven. En soms moet je kiezen. Maar binnenkort is die cursus weer afgelopen en een nieuwe danscursus wordt ook op andere tijdstippen gegeven en dan zullen jullie mij weer vaker en actiever zien bij de Roerstok!
Recept voor 10 liter “Celtic Dream”bier 1250 gram palemout 7 EBC 1250 gram Muncher 17 EBC 500 gram Pilsmout 3 EBC 250 gram Caramout 120 EBC 250 gram aromamout 150 EBC 65 gram Chocolademout 800 EBC 65 gram Zwarte mout 1400 EBC 1 kg rietsuiker 10 laurierdropstukjes 22 gram Goldingshopbloemen 3,9 % 17 gram Northen Brewer 6,6 % SO4 Stout korrelgist (van Sjef) Maiswater 11 liter Spoelwater 80 graden: 10 liter
Maischschema: 45 graden 5 min 52 graden 20 min 63 graden 60 min 72 graden 20 min 78 graden 5 min
Begin SG :1080 Eind SG: 1015 |
|
| Terug naar overzicht | |
Mestreechts aajt |
mei 2009 |
Door: Jacques Bertens |
|
|
MESTREECHTS AAJT Dankzij een tip op het forum Hobbybrouwen.nl heb ik onlangs een paar oude bierboeken kunnen kopen via Marktplaats. Eén van die boeken was: “Mestreechts Aajt, geschiedenis van Maastrichtse brouwers en hun bier” geschreven door dr. Rudolf Philips. Het is een vrij bescheiden boekje van 80 pagina’s van 22,5 x 22,5 cm. Jaar van uitgifte: 1982. ISBN: 90 70356 12 0. Er staan in het boekje vele afbeeldingen die ik ook in andere historische boeken gezien heb, maar ook veel oude foto’s en plaatjes van de brouwerijen die Maastricht rijk was. Zo waren er in het jaar 1900 nog 29 brouwerijen in Maastricht actief. Heel befaamd was het bier van Rutten’s Bierbrouwerij De Zwarte Ruiter. Deze in 1871 opgerichte brouwerij was één van de weinige Maastrichtse brouwerijen die op tijd de overstap maakte van bovengistend naar ondergistend bier. Dit was noodzakelijk omdat volgens de schrijver van het boekje de jeugd de voorkeur gaf aan pils boven het oude bovengistende bier. De succesvolle brouwerij investeerde net iets te veel waardoor deze in financiële problemen kwam. Heineken zag zijn kans schoon en nam de brouwerij over om zo een groter marktaandeel binnen te halen. Dat zelfde lot onderging ook De Ridder, de laatste brouwerij van Maastricht. Naast de geschiedenis van de Maastrichtse brouwerijen wordt er ook een algemeen beeld gegeven van de geschiedenis van het brouwen van bier in Nederland. Dit beeld komt niet altijd overeen met het beeld dat ik daarvan gekregen heb in de loop der jaren na bestudering van diverse boeken over dit onderwerp. Zo heb ik uit diverse bronnen begrepen dat het fenomeen loonbrouwen na 1300 echt opgang deed (daarvoor bestonden er in feite alleen thuisbrouwers). Volgens het boekje zou dat al 2 eeuwen eerder het geval zijn. Verder is ook wel opmerkelijk te noemen hetgeen vermeld is ten aanzien van het gebruik van kruiden. “Ter aromatisering wendde men diverse kruiden aan, zoals kamille, thijm en vooral gruyt (een soort bewerkt gagelkruid). Vóór de gisting van het bier werd dit kruidenmengsel aan de vloeistof toegevoegd, voornamelijk om zodoende het vlugge bederf te voorkomen.” Mijn inziens heeft de schrijver de klok horen luiden maar niet geweten waar de klepel hangt. Gruit was een kruidenmengel met een wisselde samenstelling in de tijd en plaats. Wel was gagel een belangrijk bestanddeel. Om de samenstelling geheim te houden werd het gruit vaak vermengd met mout door de gruiter. Pas toen men het beslag ging filteren (hiermee begonnen de Duitse brouwers pas na 1400 en dit gebruik was niet meteen in onze contreien gemeengoed) werden kruiden toegevoegd aan het wort in plaats van aan het beslag. De voornaamste reden waarvoor ik het boekje graag wilde hebben heeft te maken met het feit dat ik wel eens in PINT-nieuws had gelezen dat in het boekje het productieproces van Maastrichts Aajt beschreven staat. Dit was een bovengistende bierspecialiteit die waarschijnlijk vergelijkbaar is met het huidige Rodenbach. Volgens het boekje gaat het om een versnijbier bestaande uit vers bier en oud bier (soms tot 50% toe). Ik citeer: “Het oud bier was gebruikelijk 3 tot 5 jaar bewaard in grote foeders, houten staande vaten, waarin alle restanten bier werden opgeslagen. Deze voorraad, die wel duizend liter kon belopen, werd voordurend opnieuw aangevuld met resten bier, die in de gistkelder achterbleven en bij het leeg maken van de kuipen werden verzameld. Verder werd die voorraad op peil gehouden met de zendingen retourbier, dat van de klanten werd teruggekocht, als het daar onverkoopbaar was geworden. Zo ontstond het snijbier, dat in Maastricht startebier werd genoemd. Tijdens de opslag in de brouwkelders werd het snijbier aan de lucht bloot gesteld, zodat het verder kon verzuren. Intussen werd er een dubbele portie mosterdmeel en enige ketels vislijm bijgevoegd teneinde de verzuring van de alcohol te bevorderen. Het was een procedé dat permanent werd voorgezet. Als laatste fase werd de zuurgraad van het bier beoordeeld en eventueel gecorrigeerd. Maar eigenlijk moest het door het liggen die juiste zuurgraad ontstaan, omdat daardoor het bier zachter van smaak werd, doordat het scherpe azijnzuur door verdamping verdween. Die zuurgraad was ook van betekenis voor de houdbaarheid. Immers hoe zuurder het bier, hoe houdbaarder. In die factor ligt het geheim waarom het Maastrichts oud bier over verre afstand kon worden verstuurd en waarom het later zelfs naar Nederlands Oost-Indië kon worden geëxporteerd.” Verder wordt nog vermeld dat het bier een mindere schuimhoudbaarheid had en dat het een donker rode kleur had. Met behulp van karamel werd de kleur zo nodig bijgesteld. Al met al redelijk veel gedetailleerde informatie dus. Mocht je toevallig dit boekje tegen komen bij een antiquariaat, boekbeurs of te koop worden aanboden op het internet: kopen! Prijs: wat de gek er voor geeft. Jacques Bertens
|
|
| Terug naar overzicht | |
Weer brouwerij in de Raaf |
april 2009 |
Door: Frits Haen |
|
|
WEER BROUWERIJ IN DE RAAF Graaf van Heumen: dat wordt de naam van de nieuwe biersoort die vanaf 15 maart 2009 uit de tap stroomt op het Heumense landgoed Bergzicht/De Raaf. Met de brouwerij annex partyzaal blazen Fred en Marieke Kruissen een rijke Heumense traditie nieuw leven in. Vanaf 1814 werd er immers al bier gebrouwen in de toenmalige brouwerij Bergzicht. Met een moderne brouwinstallatie gaat landgoed Bergzicht op bescheiden schaal het Graaf van Heumenbier produceren onder deskundig toezicht van brouwmeester Constant Keinemans. Groepen feestvierders kunnen straks hun eigen pilsje gaan brouwen en uiteraard proeven. De merknaam Graaf heeft een dubbele betekenis. Het portret van Jan J. Luden, graaf van Heumen, wordt gedrukt op de flesetikettten. De merknaam roept ook herinneringen op aan De Raaf, de brouwerij die in 1983 op landgoed Bergzicht begon en uitgroeide tot de eerste en grootste producent van Nederlands witbier. Witte Raaf werd zo populair dat bierbrouwer Herm Hegger de groei niet meer kon bijbenen en zijn bedrijf verkocht aan brouwerij Oranjeboom. Hegger begon in 1996 in Nijmegen stadsbrouwerij De Hemel. Landgoed Bergzicht behield een biermuseum en een proeflokaal, maar Heumens bier wordt er al lang niet meer gemaakt. Brouwerij Graaf van Heumen krijgt ook een feestzaal voor groepen tot tachtig mensen. Naast het bierbrouwen wordt in dezelfde ruimte ook een keuken ingericht waar de chef slow-food bereidt met streekproducten. Het complex krijgt een lagerkelder voor het geproduceerde bier en een wijnkelder. In de weekeinden worden er allerlei activiteiten gehouden op het terras van de brouwerij. Bergzicht groeide in de tweede helft van de negentiende eeuw uit tot de grootste en modernste brouwerij van Gelderland. Het Heumens bier was zo goed dat het koninklijk wapen van hofleverancier mocht worden gevoerd.
|
|
| Terug naar overzicht | |
Reisverslag Amerika |
december 2008 |
Door: Huub Soemers |
|
|
REISVERSLAG AMERIKA USA here we come Begin dit jaar besloten ondergetekende, Gerrie Hage en onze vrouwen Jolanda en Els samen op vakantie te gaan. De keus was snel gemaakt en wel de USA. Mensen die dat hoorden zeiden meteen: “Amerika, maar daar is alles goedkoop”! Nou reken maar van niet. Na onze reis kan ik je wel vertellen dat het prijspeil ongeveer gelijk is met dat van Nederland. Uitzonderingen zijn: benzine, uit eten, motelovernachtingen en merkspijkerbroeken. De rest is net zo duur als bij ons. Vooraf hadden Gerrie en Jolanda een mooie route door het zuidwesten van Amerika uitgestippeld die ons langs allerlei indrukwekkende landschappen in California, Nevada, Utah en Arizona voerde. Ook hadden zij via internet de vliegtuigtickets en de huurauto geregeld. Uiteraard zal ik jullie niet lastig vallen met onze hele reis maar me beperken tot het “bierige” gedeelte en wat hoogtepunten. Zoals jullie wel zullen begrijpen kwamen we “toevallig” langs een aantal Amerikaanse brouwerijen. Op maandag 20 oktober vertrokken wij vanaf Schiphol naar het “wilde westen”. Na een vliegeis van 10 uur met onze nationale luchtvaartmaatschappij kwamen we in San Francisco aan. Na de strenge controle bij de douane haalden we bij Alamo onze Amerikaanse “reissloep” op waar we alle bagage en Els haar rolstoel makkelijk in kwijt konden. Na in ons hotel te zijn ingecheckt gingen we onmiddellijk naar Fishermans Wharf om daar de zeehonden op Pier 39 te bekijken en van heerlijke gekookte krab te genieten. Hierna eindelijk naar bed.
Anchor Steam Brewery De dag daarop was het al vroeg opstaan omdat we om 11.00 uur een afspraak hadden bij de Anchor Steam Brewery. De brouwerij is gevestigd in een voormalige koffiebranderij (gebouwd in 1937) op een heuvel met schitterend uitzicht op San Francisco. Bij aankomst stond er een immens grote vrachtwagen onder de bostel-silo om de afgewerkte bostel te laden. Toen we even stonden te kijken hoe we het beste het pand met de rolstoel konden betreden, kwam er toevallig een van de medewerkers (Nils) aanlopen die ons spontaan mee naar binnen nam en ons via de goederenlift naar het proeflokaal bracht. Hierdoor was het ook voor Els mogelijk om de hele rondleiding mee te maken. Na door rondleider Andrew te zijn verwelkomd begon de tour in de schitterende brouwzaal. Hier kregen we uitleg over het brouwproces wat weinig verschilt van de wijze waarop in Europa bier wordt gebrouwen. De bekende temperaturen en rusttijden dus en voor al hun bieren gebruikte men een en dezelfde gistsoort. Wat wel opvallend is dat men veel Amerikaanse gerst en hop gebruikt. Vooral van dat laatste gebruikt men ondanks de absurd hoge prijzen erg veel, zowel bij het koken als bij de (na)vergisting. Hierdoor hebben al hun bieren een hoppig karakter en dan druk ik me nog voorzichtig uit! Dat geldt trouwens ook voor bijna al de andere Amerikaanse bieren die we tijdens onze reis mochten proeven. In de brouwzaal staat een uit Duitsland afkomstige brouwinstallatie bestaande uit een maischketel, kookketel en traditionele filterkuip.
Opvallend op de maischketel is een voormaisch-apparaat waarin de geschrote mout en het warme water met elkaar worden gemengd voordat het in de ketel stroomt. Na de uitleg in de brouwzaal liepen we via de gistkamer naar de hopkamer, waar het aroma ons al tegemoet kwam. Normaal mag men hier geen foto’s maken maar voor het verslag in ons clubblad maakte men graag een uitzondering. Zeker is dat men naast Cascade ook Northern-Brewer en Nugget hopbloemen gebruikt. Voor het zogenaamde drooghoppen lagen er speciale zakken klaar die tijdens het lageren aan het gistende bier worden toegevoegd. Hierna gingen we naar de gistkelders waar het jonge bier na ongeveer 2 dagen hoofdgisting in de gistkamer naar toe wordt gepompt. Daar vertelde Andrew dat het bier na een aantal weken lageren wordt vermengd met jong bier van enkele dagen oud en vervolgens wordt gebotteld. Gelukkig was men op het moment van ons bezoek bier aan het bottelen en zagen wij de flesjes kerstbier met grote snelheid langskomen. Dit kerstbier mochten we helaas niet proeven omdat het pas op 5 november op de markt wordt gebracht. Na afloop van de tour mochten we gelukkig wel al de andere bieren van Anchor Steam proeven en hier deed men bepaald niet lullig over! Het hele gamma aan bieren passeerde onze smaakpapillen. Ik zal jullie de details van alle soorten besparen maar al de bieren blonken uit in smaak en hop(aroma). Wie enige tijd geleden de Snake-Dog-Ale bij een ABT-café heeft geproefd weet precies wat ik bedoel. Tijdens het proeven van de bieren vertelde Andrew dat men naast de brouwerij ook nog een destilleerderij heeft waar men whisky stookt. Ook heeft men een wijngaard waar volgens de kenners uitstekende wijnen vandaan komen. Uiteraard niet bij de brouwerij maar op een andere locatie. Na de rondleiding kochten we nog T-shirts en namen afscheid van onze gastheer Andrew. Voor meer informatie over deze mooie brouwerij verwijs ik graag naar onderstaande link: http://www.anchorbrewing.com
Op naar het wilde westen Na ons bezoek aan de schitterende stad San Francisco gingen we via een mooie kustweg langs de Stille Oceaan naar het zuiden. Hier zijn we de volgende dag in Monterey op “walvisjacht” gegaan, uiteraard zonder harpoen maar met de camera’s in de aanslag. Een onvergetelijke ervaring en een van de hoogtepunten van onze reis en ja hoor, we hebben de walvissen gezien! Na het diner vonden we in Monterey nog een gezellige Engelse pub waar ze 20 bieren van de tap hadden. Na een vluchtige studie kozen Gerrie en ik maar voor een Paulaner Weissbier, je bent ten slotte toch in Amerika nietwaar? Na 2 dagen Monterey reden we verder zuidwaarts tot we in de buurt van Cambria landinwaarts gingen. Voor we het wisten reden we door een gebied waar wel heel erg veel druivenstruiken langs de weg stonden. Ongemerkt waren we in een van de Californische wijnstreken terecht gekomen. Als het aan mij persoonlijk had gelegen hadden we wat gas bijgegeven maar onze reisleidster Jolanda wilde graag even stoppen om de wijngaard even te bekijken. Zoals de meesten van jullie wel weten ben ik geen echte wijnliefhebber en is het voor mij allemaal “zure zooi”. Nadat we een kijkje hadden genomen in de fabriek waar men op dat moment bezig was met het verwerken van de druiven, haalde Jolanda mij over om samen met haar een wijnproeverij te doen. Gerrie moest namelijk nog auto rijden vandaar de keuze op mijn persoon. Bij elk glas (gelukkig maar 4 bodempjes) vroeg de man hoe de wijn smaakte.
Dat ik de wijn erg geschikt vond om onze Senseo te ontkalken snapte hij gelukkig niet. Na dit avontuur reden we door naar ons hotel vlak bij het 1e nationaal park wat we de dag daarop zouden gaan bezoeken: Sequoia park. Dit park is vooral bekend door de Sequoiabomen die hier erg veel staan. Ook de allergrootse Sequoia ter wereld staat hier en wel de 85 meter hoge General Sherman. Uiteraard zagen we onderweg ook het nodige wild waaronder zwarte beren, herten en eekhoorns. Later die dag bezochten we ook nog Kings Canyon Park. Na een overnachting in Fresno bezochten we de dag erop Yosemite nationaal park wat vooral bekend staat om haar watervallen en rotspartijen met klinkende namen zoals: Half Dome en El Captain. Tegen de avond reden we via de Tiogapas (3100 meter) het park weer uit op weg naar onze overnachtingplaats in Mammoth Lakes. De dag erop reden we richting Death Valley, een gebied wat haar naam zeker eer aandoet. We besloten om in Panamint Springs de nacht door te brengen. Dit is een van de 3 mogelijkheden om in Death Valley te overnachten. Hier kwamen we erachter dat Amerika wel heel erg goedkoop is. Benzine normaal gesproken 2,50 dollar per gallon (3,8 liter) kost hier 4,52 dollar. Ook het hotel hanteerde Hilton-prijzen terwijl de kamers niet meer dan een halve ster verdiende. Het feit dat dit etablissement ruim 105 bieren op de kaart had staan maakte natuurlijk alles weer goed. Na het diner genoten we onder het genot van een Siera Nevada Pale Ale op de veranda van de ondergaande zon. Wat kan het leven dan toch mooi zijn!
Las Vegas De volgende morgen reden we dwars door de vallei des doods naar Las Vegas. Hier kwamen we laat op de middag aan en besloten om 3 nachten in het beroemde Luxor-hotel te overnachten. Dit tegen bijna dezelfde prijs als het onderkomen in Death Valley maar nu wel met de nodige luxe en op de meest vreemde plaatsen fruitautomaten. Na een bezoek aan “de strip” waar we ons vergaapten aan alle mooie hotels met al hun spectaculaire shows gingen we vroeg naar bed omdat we de dag erop al vroeg moesten opstaan i.v.m. onze helikoptervlucht door de Grand Canyon. Zowel letterlijk als figuurlijk een hoogtepunt van onze reis! De volgende dag had weer een “bierig” karakter. Via een goede vriend die een paar dagen voor ons naar de States was vertrokken kreeg ik een sms-je dat er in Las Vegas sinds 2004 een Hofbrauhaus is gevestigd. Uiteraard gingen we op zoek en vonden het pand ergens ver weg van de drukte van Las Vegas tegenover het Hard Rock Hotel. Bij binnenkomst bleek dat men erg haar best had gedaan om het originele Hofbrauhaus in München te kopiëren. Bijna alles is hetzelfde als in München: Obazter, Bratwurst, Schnitzel en Oktoberfest-bier sieren de menukaart, maar ook hier kwamen we er weer achter dat Amerika echt goedkoop is: 13,50 dollar voor een biertje! Uiteraard weerhield dit ons er niet van om een paar heerlijke Weissbieren te drinken. Kijk ook even op de site: http://www.hofbrauhauslasvegas.com Na ook nog wat te hebben gegeten namen we de taxi naar downtown Las Vegas om daar Freemontstreet te gaan bekijken. Hier is het in 1931 allemaal begonnen nog ver voordat de casino’s aan “de strip” bestonden. In 1995 heeft men Freemontstreet helemaal overkapt met een dakconstructie waarin een paar miljoen lichtjes zijn verwerkt. In 2005 is de Freemont Experience gemoderniseerd, totale kosten ruim 70 miljoen dollar. Elke avond worden er op het bijna 500 meter lange videoscherm geweldige lichtshows vertoond, ondersteunt door 550.000 watt muziek die uit meer dan 200 boxen knalt. Na de Freemont Experience liepen we via een “linke” buurt naar de Stratosfeertoren. Vanaf deze 356 meter hoge toren hadden we voor het laatst een schitterend uitzicht over Las Vegas by night. De volgende dag (Halloween) zouden we immers weer verder gaan.
Indrukwekkende natuur De volgende dagen zouden in het teken staan van Zion, Bryce, Capitol Reef, Glenn Canyon en Natural Bridges national parks. Het ene park is nog mooier dan het andere. Vooral Bryce maakte op ons allemaal de meeste indruk. Na een overnachting in het drooggelegde plaatsje Blanding (helaas nergens bier te krijgen) gingen we op “Electionday” verder naar Monument Valley, bekend van de vele westerns die daar zijn opgenomen. Onderweg kwamen we een groepje indianen tegen die duidelijk lieten merken dat ze op Obama hadden gestemd. Wij hebben er die dag weinig van gemerkt dat Amerika naar de stembus ging om een nieuwe president te kiezen. Ook in de USA maakt de media er een tv-spektakel van maar bij de bevolking leeft het nauwelijks, ongeveer net zoals in Nederland. Opvallend was ook dat onderweg de meeste mensen die wij ontmoeten voor John McCain waren! Tegen de avond waren we bij de zuidkant van de Grand Canyon aangekomen. Hier genoten we op de valreep nog van een schitterende zonsondergang. Na ons diner bleek bij aankomst in ons hotel Amerika een nieuwe (zwarte) president te hebben. Hopelijk maakt hij allemaal waar wat hij zijn kiezers heeft beloofd, of is dit ook hetzelfde als bij ons in Nederland? De day after maakte we een tocht langs de Grand Canyon en keken onze ogen uit op de verschillende uitkijkplaatsen. Hierna reden we naar het leuke plaatsje Sedona waar we ook weer “toevallig” een microbrouwerij tegenkwamen.
De Oak Creek Brewery Bij de Oak Creek Brewery aangekomen bleek deze nog gesloten te zijn. Nadat we hem verteld hadden dat wij thuisbrouwers waren en helemaal uit Nederland kwamen, deed Head-Brewer Jim Strelau de deur voor ons open en liet trots zijn brouwerij aan ons zien. Dat Jim een verdienstelijke brouwer is blijkt wel uit het feit dat zijn bieren al menigmaal een prijs wisten te winnen op Amerikaanse bierfestivals. Gouden medailles waren er o.a. voor Oak Creek Lager, Nut Brown Ale, Hefeweizen en Pale Ale. Nadat wij de brouwerij hadden bekeken mochten we nog een oktoberfestbier en Pale Ale proeven. Nadat we nog een mooi T-shirt hadden gekocht bedankten we Jim en namen afscheid om onze reis te vervolgen. Voor meer informatie over deze kleine brouwerij zie: http://www.oakcreekbrew.com Het einde van onze reis kwam al langzaam in zicht en we reden verder zuidwaarts richting Mexicaanse grens. In het plaatsje Brawley bezochten we een echte rodeo.
San Diego De volgende dag reden we vlak langs de Mexicaanse grens naar San Diego. Ook hier weer volop microbrouwerijen! De eerste avond hebben we een bezoek gebracht aan de Rock Bottom Brewery, een brouwerij in het “Gaslamp Quarter” district met schitterende bieren zoals: Pelican Light (Kölsch), Regatta Red (red ale), Mahoney’s IPA (Indian Pale Ale) en Full Tilt Stout (Imperial Stout). De dag erop hebben we de hele dag een bezoek aan Seaworld gebracht. Weinig op biergebied te beleven maar erg indrukwekkend hoe men deze dieren iets kan leren en ook een onvergetelijke dag. Voor de afwisseling ‘s avonds maar weer bij een microbrouwerij gaan eten.
Dit keer viel de keus op Gordon Biersch Brewery, een brouwerij met duidelijk Germaanse invloeden. Ook de bieren van Gordon Biersch Brewery hebben op de diverse Amerikaanse bierfestivals al menigmaal een gouden medaille gewonnen. Op onze een na laatste dag in San Diego brachten we o.a. een bezoek aan de USS Midway, een echt vliegdekschip wat nog in de 1e golfoorlog dienst heeft gedaan. ‘s Avonds weer eten bij een brouwerij en wel bij Karl Strauss Brewery. Ook hier bieren met klinkende namen als: Stargazer IPA, Red Trolley Ale, Windansea Wheat Hefeweizen en Woodie Gold Pilsener. De laatste avond uiteraard weer naar een brewpub want eten moet je tenslotte toch. Dit keer viel de keus op Pacific Beach Ale House Brewery die duidelijk uit een Belgisch vaatje tapte. Hier genoten we o.a. van een White-Wash wheat bier, een witbier met koriander en sinaasappelschillen. Ook hadden ze een echte (Tourmaline) tripel van maar liefst 8,1 %. Net zoals bij de andere brouwerijen was ook hier het eten weer fantastisch. Wil je nog meer informatie over de stad San Diego en haar brouwerijen, surf dan naar: http://www.sandiegobrewersguild.org Omdat we de volgende dag nog naar Los Angeles moeten rijden maakten we het maar niet te laat en gingen na het diner weer terug naar ons hotel. De dag erop vertrokken we om 17.30 uur plaatselijke tijd vanaf het vliegveld van Los Angeles naar Nederland. Hier kwamen de dag erop ‘s middags om 13.30 uur aan. ‘s Avonds is de maandelijkse clubavond van De Roerstok maar die heb ik door de opkomende jetlag maar aan mij voorbij laten gaan. Ze hebben daar toch geen Amerikaanse bieren! Huub Soemers |
|
| Terug naar overzicht | |
Bierbrouwen op school |
oktober 2008 |
Door: Peter van Iersel |
|
|
BIERBROUWEN OP SCHOOL Zoals bekend ben ik docent natuurkunde op het Sint-Janslyceum in ‘s Hertogenbosch. Wanneer ik vertel dat ik zelf bier brouw dan vinden de meeste leerlingen dat heel bijzonder en soms vragen ze ook of ik een flesje wil meenemen. Toch begin ik daar niet aan want dan is het einde zoek. Vorige week hadden we een reünie en ook dan valt me op dat nog steeds oud-leerlingen aan mij vragen of ik nog steeds brouw. Leerlingen hebben vaak geen idee van de vele biologische-chemische processen die zich bij bierbrouwen afspelen, maar ze denken vaak alleen maar aan een pilsje drinken. Om de vele vragen te beantwoorden heb ik op Hyves http://petervaniersel.hyves.nl/ een fotoreportage gezet van bierbrouwen van schroten tot bottelen. Een aantal jaren geleden gaf ik Algemene Natuurwetenschappen en daar nam als biologisch proces bierbrouwen een bijzondere plaats in. Er zijn zelfs lespakketten geschreven om samen met de klas te gaan bierbrouwen maar omwille van tijd en organisatie hebben we die nooit uitgevoerd. Ook zijn er leerlingen geweest die presentaties hebben gehouden over bierbrouwen met als slot een bierproeverijtje in de klas…. Daarbij werd flink gebruik gemaakt van de bierpagina’s van Jacques Bertens en van De Roerstok. Ooit heb ik leerlingen betrapt dat ze letterlijk teksten hadden overgenomen van de site van Jacques Bertens. De enige keer dat ik op school gebrouwen heb, is al weer een paar jaar geleden. Ik moest voorlichting geven in mijn mentorklas, toen nog een tweede klas, over de gevaren van drank. En het eerste hoofdstuk ging over hoe dranken gemaakt werden. En wat is leuker om als natuurkundedocent zelf te demonstreren hoe bier gemaakt werd. Op een gasbrander heb ik toen in de klas gebrouwen, het stonk wel lekker !!! Het resultaat was eigenlijk niet zo best want ik had te veel hop bijgedaan, mijn leerlingen vonden het “ranzig“. Bovendien had ik er voor gezorgd dat er weinig alcohol in zat want de bedoeling is niet dat je leerlingen gaat aanzetten tot het drinken van alcoholische dranken, het tegendeel was de bedoeling. Ooit heb ik ook wel eens een vat bier meegenomen voor de docenten op vrijdagmiddag op mijn vorige school. Dat is eigenlijk niet zo goed afgelopen omdat sommige docenten te veel gedronken hadden en bij de trap ernaast stapten. Het brouwen op school kreeg een nieuwe impuls toen een paar leerlingen wilden gaan brouwen als profielwerkstuk. Deze leerlingen hadden zo links en rechts spullen gekocht, ik had ze een recept gegeven en zo gingen naar Sjef in Kaatsheuvel om de spullen te kopen. Een verplichte rondleiding bij de 3Horne hoorde er ook bij. Men ging bierbrouwen met dezelfde mouten maar verschillende gisten (gistexperiment!). En zelfs op Tweede Kerstdag kreeg ik van de jongens telefoontjes met vragen. Alles werd gekoeld in een vijvertje achter het huis! De bieren smaakten goed, ook hier moest in de klas weer geproefd worden, maar bij de presentatie werd een complete bar ingericht. Al smaakte hun bieren goed, toch miste ik als natuurkundige een duidelijke conclusie van het gistexperiment en waren ook geen proefformulieren. Ze kregen een voldoende. Intussen, hoe het kan weet ik ook niet, was “Heineken”in Den Bosch wakker geworden. Er is veel behoefte aan technisch personeel en de NT-leerlingen zijn daar ideaal voor. Ik moest bij Heineken komen praten en met een paar collega’s kregen we een rondleiding. En zo ging ik een paar maanden later met de hele NT-klas naar Heineken. De rondleiding was fantastisch, zeker waar alles verpakt wordt, in de brouwerij was niet veel te zien en de leerlingen kregen ook natuurkundige vraagstukken over pompen. “Meneer, is dat bij U thuis ook zo groot?” vroegen mijn leerlingen nog. Nee dus, etiketten plakken doe ik op de keukentafel. Dit jaar gaan we weer naar Heineken , leerlingen gaan daar ook nog een dag meelopen met een beroepsbeoefenaar en twee andere leerlingen gaan weer bier brouwen. En wie weet wat de toekomst nog brengt….. Peter van Iersel
|
|
| Terug naar overzicht | |
De Brouwland-story |
oktober 2008 |
| Door: anoniem | |
|
De Brouwland-story Eindelijk is dan de beurt aan Bart Balis, eigenaar van Brouwland in Beverlo, om ons de geschiedenis en toekomst van zijn bedrijf uit de doeken te doen. Zo vertelt hij ons, dat zijn vader al in de jaren 60 naast zijn apothekerszaak annex parfumerie nog vele hobby’s had, waaronder het maken van wijn. In die tijd bestonden er nog geen mogelijkheden om aan kwalitatief goede grondstoffen te komen. Dat veranderde door een bezoek aan een beurs in Nederland, waar zijn vader Ron Hoose tegen het lijf liep. Het resulteerde in de import van vloeibare gist van het merk Kitzinger. Dit zorgde ervoor dat meerdere hobby-wijnmakers bij pa Balis gist kwamen kopen waardoor het gedeelte van de winkel waarin de spullen voor de wijnmakerij stonden gestaag werd uitgebreid. Uiteindelijk resulteerde al die activiteiten in de oprichting van een Wijnmakersgilde (VAW). Pa Balis had natuurlijk ook niet het eeuwige leven en zorgde er voor dat in de 80-er jaren 3 van de 5 kinderen meehielpen in de zaak. In 1987 werd de zaak overgenomen van de ouders. In die tijd was de winkel eigenlijk overgegaan in een groothandel met detailhandel en had naast de ruimte in Beverlo een opslagruimte in Leopoldsburg. Nederland was een van de exportlanden. Het toenmalige magazijn had een oppervlakte van 1200 m2 en was overvol. In 1997 werd daarom een nieuwe ruimte bijgezocht wat resulteerde in een hal van 2000 m2. Ook die staat intussen vol. De groei is onder andere te danken aan de manier van handeldrijven. Daar waar andere bedrijven zich toespitsen op een beperkte artikelenlijst, heeft Brouwland altijd een uitgebreide sortering gehad met grondstoffen en hulpmiddelen voor diverse toepassingsgebieden. Ook het leveren van semiprofessionele materialen heeft ze geen windeieren gelegd. Jaarlijks groeit de handel met zo’n 15 à 20% en in het laatste fiscale boekjaar zorgde dit voor een omzet van maar liefst 4 miljoen euro. Daarmee is Brouwland de 2e grootste leverancier binnen Europa van dit soort producten met een export naar 65 landen. Het uitleveren en ondersteunen van al deze activiteiten wordt uitgevoerd door een club van meer dan 30 medewerkers. Een aantal van deze personeelsleden wordt regelmatig ingezet voor het omzakken van de grondstoffen naar handzame hoeveelheden. Ook worden artikelen uit de catalogus lokaal geassembleerd met onderdelen die uit alle hoeken van de wereld kunnen komen. Daarnaast zijn er altijd enkele personen bezig met het up-to-date houden van de catalogus en de website. Een memorabel feit is nog de uitgifte door Brouwland van het tijdschrift Proost. Dit tijdschrift heeft gedurende 10 jaar vele gezellige uren mogen verschaffen aan de abonnees. Omdat het verzorgen en uitbrengen van dit tijdschrift echter een zodanig beslag legde op de spaarzame vrije tijd, moest de uitgifte hiervan helaas enige tijd geleden worden gestaakt. Op de vraag of Brouwland nog verder uit gaat breiden werd na enige aarzeling bevestigend beantwoord. Waar en op welk gebied dat zal zijn blijft echter voor ons voorlopig in nevelen gehuld. Wel is al bekend dat de huidige locatie wordt uitgebreid met een hal waarin ook een ruimte wordt ingericht om workshops te kunnen geven. Om enig idee te geven wat er allemaal te koop is in zijn ‘winkeltje’ heeft Bart enkele artikelen meegebracht die belangstellend worden bekeken. Tevens wordt ieder verblijd met enkele zakjes gist en voorzien van de nieuwste catalogus (met prijslijst). Nadat alle spulletjes weer netjes zijn ingeleverd, wordt Bart Balis hartelijk bedankt voor zijn verhaal en ontvangt een tastbare herinnering aan deze avond. En daarna bleef het nog wel even onrustig in Tilburg-Noord. Kees Emmen |
|
| Terug naar overzicht | |
Het krijgen van een kater |
oktober 2008 |
| Door: Martin Hofhuis | |
|
HET KRIJGEN VAN EEN KATER
De eerste keer dat het me overkwam was ik veertien jaar. Met de harmonie waar ik bij was gingen we op excursie bij Bavaria. Alcohol drinken was ik nog niet gewend en als een van de jongsten van het gezelschap was men er blijkbaar op uit mij onder de tafel te krijgen. Dat is ze aardig gelukt. Verstand komt met de jaren. De tweede keer was het raak toen ik in militaire dienst was. We gingen uit met een aantal maten die in het weekend op wacht hadden gestaan en begingen de fout met bier te beginnen en daarna over te schakelen op cognac. Het resultaat was dat ik niet meer weet hoe ik later in bed ben gekomen. Het verdere verhaal zal ik u besparen. Het krijgen van een kater is gemakkelijk te vermijden. Drink geen alcohol! Maar dat is voor een bierproducent, een enkele hobbyist pur sang zoals Henry daar gelaten, een moeilijke opgave. Dus drink dan in ieder geval niet teveel zou ik zeggen. Omdat de wetenschap er nog niet helemaal uit is wat precies de oorzaak van de kater is, zijn er vele suggesties om a) een kater te voorkomen en b) om snel te herstellen mocht a) je alsnog overkomen. Wat is de oorzaak van een kater - Alcohol drinken, maar dat wist je waarschijnlijk al. - Uitdroging. Alcohol is een diureticum, dat wil zeggen het werkt vochtafdrijvend. Zoals plastabletten bijvoorbeeld die mensen met o.a. hoge bloeddruk van de dokter krijgen. Alcohol zet dus aan tot urineren en hoewel mensen het nemen als dorstlesser, wordt je er door de bijwerking toe gedreven er steeds meer van te nemen. Er zijn mensen die na een avond stappen veel koffie drinken, maar dat maakt het probleem alleen maar groter. Want koffie is eveneens een diureticum. Zo kom je van de regen in de drup. De uitdrogingsverschijnselen, veroorzaakt door alcohol en koffie kunnen verminderd worden door het drinken van grote hoeveelheden water. De hoofdpijn bij een kater wordt veroorzaakt door de uitdrogingen kan bestreden worden door pijnstillers en water. - De ene alcoholsoort is voor het krijgen van een kater slechter dan de andere. Cognac, rode wijn, rum, whisky, bier, witte wijn, gin en wodka zijn het slechtst tot minder slecht in de gegeven volgorde, wat betreft de waarschijnlijkheid dat je er een kater van kunt krijgen. The Medical Journal, een Engels medisch tijdschrift, heeft een proef gedaan waar uit kwam dat het drinken van Bourbon twee maal vaker een kater geeft dan het drinken van dezelfde hoeveelheid Wodka. - Aparte drank voor verscheidene mensen. Allergie voor gist schijnt voor te komen. In zo’n geval kan bijvoorbeeld ongefilterd bier van kleine brouwerijen tot een verschrikkelijke hoofdpijn leiden. Sommige mensen zijn gevoelig voor zwavel dioxide. Het wordt toegevoegd aan verschillende wijnen als antioxidant met de bedoeling de houdbaarheid te verlengen. De zogenaamde “Chateau Migraine”. Anderen krijgen hoofdpijn van chemische substanties die zich in de schillen van druiven bevinden. Laatstgenoemden kunnen zich beter beperken tot het drinken van witte wijn, want de rode wijn zal hen hoofdpijn bezorgen. - Ook de bekende mixdrankjes kunnen een kater bezorgen. Ben voorzichtig met wat je drinkt en in welke combinatie. Let op het versje: “Bier voor wijn geeft chagrijn”. Maar ook, “Wijn voor bier, geeft plezier”. De oorzaak is dat bier of elke andere koolzuurhoudende alcoholische drank veel sneller in het lichaam worden opgenomen. Bij gebruik vóór sterke alcoholische drank zal de erna komende drank ook sneller worden opgenomen. - De mate waarop alcohol opgenomen wordt, hangt mede af van de stemming. Een verhoogd adrenaline jaagt de alcohol sneller het lichaam in. Daarom leidt zowel diepe depressie als extatisch blij sneller tot dronkenschap.
Voorkomen is beter dan genezen
En dan heb je toch die kater – Wat te doen?
Er zijn doktoren die beweren dat een kater vooral tussen de oren zit. Degene die het daar mee eens is voelt misschien de neiging om zichzelf te pijnigen met meer exotische geneeswijzen. Bijvoorbeeld de middeleeuwse van bittere amandelen en rauwe paling. Of een mix van azijn en gekluste rauwe eieren met een flinke teug innemen. Mijn advies is om de behandeling te beperken tot en met bovengenoemde punt 5. Overgenomen, vertaald en aangepast uit “Realbeer.com” door: Martin Hofhuis |
|
| Terug naar overzicht | |
Legendarische bierverhalen |
april 2008 | ||||||||||||
Door: Jacques Bertens |
|||||||||||||
|
LEGENDARISCHE BIERVERHALEN Als verzamelaar van bierboeken breid ik regelmatig mijn persoonlijke bierbibliotheek uit. Onlangs kocht ik het boekje “Legendarische bierverhalen” geschreven door Bert van Zuilekom en uitgegeven in oktober 2007. Het boekje ziet er op het eerste oog prima uit. Handig zakformaat, grote letters. Heel geschikt om bijvoorbeeld in de trein te lezen. Eigenlijk kocht ik het boekje net iets te vroeg, een week later werd de Boekenweek gehouden en zou de aanschaf goed zijn voor een Boekenweekgeschenk. Een dag treinen voor maar € 12,50, dat is natuurlijk niet te veel. Vol goede moed begon ik te lezen. De schrijfstijl is prettig. Veel korte zinnen. Dat leest snel. Samen met de grote letters, de kleine bladzijden, de ruime marges ben je zo door de 176 pagina’s van het boekje heen. Dat ik er toch iets langer over gedaan heb komt door mijn verwondering over de vele fouten en onwaarheden die ik tegenkwam. Zonder de intentie te hebben om ook enigszins volledig te zijn geef ik hier een opsomming van een aantal omissies.
“De dikkere, onopgeloste delen van het beslag vormen de bostel, die nog steeds aan de boeren wordt verkocht als veevoer. In de draf of bostel zit nog veel gist. Gist is goed voor het gestel. Het is rijk aan vitamine B en een goed middel tegen vermoeidheid, puistjes, haaruitval en rimpels. De farmaceutische industrie gebruikt bostel om er gistpillen voor zwangere vrouwen van te maken.”
Op pagina 80 laat Van Zuilekom merken dat hij niet bij de Achelse trappistenbrouwerij is geweest. Hij schrijft dat de brouwerij niet te bezoeken is. Iedereen die wel eens te plekke is geweest weet dat je vanuit het proeflokaal in de brouwerij kunt kijken. En die brouwerij is heel modern maar ook vrij klein zodat je alles snel gezien hebt. Verder wordt op pagina 90 de indruk gewekt dat door trappistenbrouwerij De Koningshoeve het bier Witte Trappist al werd gebrouwen voor de overname door Bavaria. Dat is echter niet het geval.
Verder wordt beweerd dat Duvel drie gistingen ondergaat. Alweer zo’n misverstand die ik de laatste tijd wel meer zie. De hoofdgisting en de lagering of nagisting genoemd zijn geen twee verschillende gistingen. Het is gewoon één gisting met twee verschillende fases. De hergisting op de fles kun je wel zien als een nieuwe gisting. Hiervoor worden suikers toegevoegd en vaak ook verse gist. Overigens schrijft Van Zuilekom dat bij Duvel een ‘beetje’ suiker wordt toegevoegd voor de hergisting. Volgens mij is er bijna geen ander bier ter wereld dat zoveel suiker gebruikt voor de hergisting. Heel opvallend is het verhaal dat Duvel een gedeelte van het wort laat vergisten met een bepaalde gist en het andere gedeelte met een andere gist. Voor het bottelen zouden de twee bieren worden vermengd en voor de hergisting weer de oorspronkelijke gist (welke dat dan ook moge zijn) toegevoegd. Voor mij is dit onbekend. Neemt natuurlijk niet weg dat Van Zuilekom op dit punt misschien gelijk heeft. Wie weet.
“In principe is brouwen niets meer of minder dan het mengen en koken van een aantal basisingrediënten: gerstenmout met eventuele andere granen, hop, water (95%) en gist. Zo ontstaat bier en dat heet ‘brouwen’.” Hmm, het is te hopen dat Van Zuilekom zo’n brouwsel niet gaat drinken…
Heel verrast was ik door een gezegde: “Eigen bier smaakt het best”, te zien. Deze tekst was door mij verzonnen voor de achterkant van de sweaters van Hobbybrouwen.nl…
Ook snap ik ook niet zo goed waarom Van Zuilekom het heeft over de voormalige burgemeester van Maastricht Gerd Leers. Volgens mij is Leers nog steeds burgemeester van Maastricht. Tjonge wat een miskoop! Nog nooit ben ik een boekje over bier tegengekomen met zo veel missers en onjuiste informatie. Hierdoor is het boekje voor mij meteen legendarisch! Voor degenen die een eigen oordeel over dit boekje willen vellen, de technische gegevens zijn:
Jacques Bertens
|
|||||||||||||
| Terug naar overzicht | |||||||||||||
Brau beviale Nurnberg 2007 |
januari 2008 |
Door: Jacques Bertens |
|
BRAU BEVIALE NÜRNBERG 2007In het vorige clubblad hebben jullie kunnen lezen dat ik in november van het vorige jaar naar Bamberg ben geweest. Doel van de reis was echter niet deze gezellige en fraaie plaats maar de grote brouwersbeurs Brau Beviale die in Nürnberg in het Messe gebouw werd gehouden. Nürnberg ligt zo’n 75 km ten zuiden van Bamberg en je moet een uurtje rijden voordat je bij de Messe bent. Daar aangekomen kun je de auto parkeren in grote parkeergarages. Overigens is de Messe ook uitstekend per openbaar vervoer te bereiken. Ondertussen hebben we hier in Nederland ook al de nodige winterse taferelen gehad, maar het was voor ons een verrassing te zien dat alles mooi wit was geworden. Vanuit ons hotel hadden we zicht op een oude burcht (heel toepasselijk met de naam Alten Burg) die er sprookjesachtig bij stond. Na een mistige snelweg en gelukkig weinig files schreven wij ons in als bezoekers van Brau en konden we gaan dwalen langs de ruim 1.400 standhouders in de immense 9 hallen met een totale oppervlakte van meer dan 80.000 m2. Alles, maar dan echt alles wat te maken heeft met het brouwen van bier en het cafébedrijf is er te koop. Bierviltjes, tapkranen, borstels, slangen, pompen, klaringsmiddelen, filters, bottellijnen, vrachtauto’s, maar ook broodroosters waarbij een bierglas in het brood gebrand wordt en een tapkraan in de vorm van een Saxofoon. Kortom te veel om allemaal te benoemen. Het spreekt voor zich dat je op zo’n beurs nieuwigheidjes ziet maar ook heel veel van hetzelfde. Zo zijn er diverse leveranciers van vaten in alle soorten en maten. Toch was er een bijzonder nieuw vaatje dat onze belangstelling trok. Het is een variant op de aloude 5 l partykeg. Bij dit systeem zit er een koolzuurpatroon in het vat. Via een soort knop boven in het vat kun je de koolzuurdruk regelen. Onder in het vat zit een tapkraantje. Je hebt dus geen tapinstallatie nodig als je via dit systeem wilt genieten van een vers tapbiertje. De fabrikant Huber wil ons laten geloven dat je 30 dagen lang frissmakend bier kunt tappen. Degenen die meer over dit systeem (easykeg IP) willen weten kunnen een kijkje nemen op de site www.easykeg.net. Een mooi systeem maar minder geschikt voor ons hobbybrouwers om te hergebruiken We kunnen namelijk niet aan koolzuurpatronen komen die in de vaatjes zitten. Heel misschien dat Brouwland ons in de toekomst daarbij kan helpen. Een heel ander kleinschalig tap nieuwtje was deze tapfles. Lucht inblazen en tappen maar. (Met wat minder moeite kun je de fles ook gewoon uitschenken.) Op zo’n beurs zijn veel verschillende mouterijen en hopleveranciers te vinden. Bij één van die leveranciers trof ik nieuwe Duitse aromahop Safir aan. Deze hopsoort met kleine bellen konden wij op geur beoordelen en ik was zeer verrast door het fijne kruidige karakter van deze hop. Je kunt het een beetje vergelijken met Saaz. Of we met deze hopsoort binnenkort kunnen brouwen is maar zeer de vraag. Het schijnt dat er wereldwijd op dit moment een groot tekort bestaat aan hop. Hele oogsten zijn opgekocht en de prijzen rijzen de pan uit. Dit komt bovenop de stijging van de moutprijzen. De bierprijs zal flink stijgen. Ook wij hobbybrouwers hebben hiermee van doen. Brouwland had de moutprijzen al flink verhoogd en nu gaat ook de hopprijs ook flink de hoogte in. Hopelijk gaan de prijzen volgend jaar weer omlaag als de oogsten weer normaal zijn. Natuurlijk kunnen de Chinezen roet in de hop strooien. Bij hen neemt de welvaart toe en daarmee hun bierdorst. Misschien toch maar wat hop in de planten. Wie heeft er een stekje van Safir?
Veel Chinese producten heb ik trouwens niet gezien op de beurs. Wel vielen de fraaie etiketten op van Chinese makelij met metalen laagjes en hologrameffecten. Deze etiketten geven een zeer gelikte en luxe uitstraling.
Een nieuwtje waar we veel plezier van kunnen hebben is het feit dat Ecolabs op dit moment aan het onderzoeken is op welke wijze ze Oxonia Active op de markt kunnen brengen voor de hobbybrouwers. Oxonia Active is een reinigingsproduct op basis van waterstofperoxide en azijnzuur. Anders dan chloorhoudende middelen hoeft het niet nagespoeld te worden. Restanten worden in contact met bier omgezet in water en (een beetje) azijnzuur. Het product zou vergezeld worden door een uitgebreide handreiking en mogelijk handschoentjes. Volgens Ecolab zou het product overigens net zo veilig zijn in het gebruik als chloorhoudende middelen zoals Chemipro Caustic. Wel moet het aangelengd worden en met het geconcentreerde product moet je oppassen (maar dat moet je met een fles chloor ook). Zoals ik schreef: Brau is ook veel van hetzelfde. Zo zijn er diverse brouwinstallaties te koop voor de brouwcafés, die bijna allemaal geïnspireerd zijn op de brouwinstallaties die Kaspar Schulz maakt. Toch kan geen enkele fabrikant Kaspar Schulz verbeteren op technisch of esthetisch gebied alhoewel sommigen goed hun best doen. Verder viel het mij op dat er veel aandacht was voor de sproeikoppen van CIP-installaties (met behulp van deze installaties wordt de brouwinstallatie gereinigd door het onder druk rondpompen van reinigingsmiddelen). Diverse firma’s hebben meerdere sproeikoppen in hun assortiment die alle hoeken van een ketel of tank kunnen bestrijken. Voor professionele brouwers levert een CIP-installatie grote tijdwinst op en maakt dat ze niet bang hoeven te zijn voor het infectiespook. Naar mijn idee zal het nog wel een tijdje duren voordat dit systeem onze borstels en douchekop zullen vervangen. Je hebt een stevige pomp nodig en de ketel moet goed gesloten zijn als je gaat rondpompen. Als dat niet het geval is maak je thuis geen vrienden.
Je hebt de sproeikoppen in alle soorten en maten. Degenen die een RIMS of HERMS gebruiken hebben al een pomp in huis. Of deze voldoende capaciteit heeft voor een CIP-installatie is de grote vraag. Nu we het toch over RIMS of HERMS hebben, in de stand van Speidel kreeg ik de kans om de Speidel’s Braumeister van dichtbij te bekijken. Deze voor hobbybrouwers bedoelde brouwinstallaties van 20 en 50 liter kosten bij Brouwland respectievelijk € 1.649,00 en € 2.499,00. Je hoeft voor dat geld niet meer de temperatuur in de gaten houden en het wort wordt rondgepompt terwijl je maischt. Het is dus een echt RIMS-syseem. Rob van der Jagt heeft met deze installatie bij het ONK 2005 twee prijzen in de wacht weten te slepen hetgeen wel aangeeft dat je uitstekende bieren kunt brouwen. Overigens wordt bij dit systeem de bostel uit de brouwketel getild. Als je de 50 liter versie hebt moet je wel over een paar stevige spierballen beschikken of een slim takelsysteem boven de ketel maken waarmee je de binnenpan langzaam omhoog takelt. Je hoeft dan ook niet bang te zijn voor oxidatie door het vallen/kletteren van het wort. Degenen die meer willen weten over de Braumeister verwijs ik naar de website http://www.speidels-braumeister.de/ Tenslotte wil ik jullie in dit rijk geïllustreerde artikel het volgende plaatje niet onthouden. Te zien is een opengewerkte vlinderklepkraan. Het is duidelijk dat een dergelijke kraan geen loze ruimtes kent zoals een kogelkraan. Bij een kogelkraan draait de kogel rond in een soort kamer, je moet er op bedacht zijn dat zich daar infecties kunnen ontwikkelen. Het is jammer dat er geen goedkope vlinderklepkranen te koop zijn want dan zou ik de kogelkranen die ik in het gebruik heb onmiddellijk vervangen. Het was weer een beleving om de Brau te bezoeken. Je ziet er altijd nieuwe dingen of je wordt je bewust van de problemen waarmee de brouwers worstelen (zo waren er diverse automatiseringbedrijven aanwezig). Ik sluit niet uit dat ik de volgende keer weer ga. Veel van hetzelfde kan heel leuk zijn.
Jacques Bertens
|
|
| Terug naar overzicht | |
Generaal Pardon van Bernard Smits |
januari 2008 |
| Door: anoniem | |
|
GENERAAL PARDON VAN BERNARD SMITS Tijdens de clubavond van december 2007 mochten we het bier Generaal Pardon proeven van Bernard Smits, gebrouwen als gevolg van het winnen van de blindproefwedstrijd van het A.B.T. Bernard Smits is 54 jaar en in het dagelijkse leven is hij voorzitter van het College van Bestuur van een onderwijsstichting met 20 scholen in Veldhoven, e.o. Hij is al 32 jaar getrouwd, heeft drie volwassen zonen van 28, 26 en 24, waarvan 1 een eigen kroeg heeft in het dorp Moergestel, waar ze allemaal wonen. Bernard is 5 jaar amateur bierbrouwer, lid van De Roerstok en lid van een plaatselijke bierproefvereniging. Bernard en zijn brouwmaat Jos van Breda zijn de eigen brouwerij momenteel volledig aan het renoveren, opdat ze straks een capaciteit hebben van 250 liter per brouwsel. Er van uitgaande dat ze zo'n 20 keer per jaar brouwen is dat een volume van zo'n 5000 liter per jaar! Tegelijkertijd zijn ze bij de brouwerij een proeflokaal aan het bouwen van 4x8 meter in de vorm van een Oostenrijkse blokhut. Verder drinkt hij nooit pils en altijd speciaal bier. Hij houdt vooral van tripels en speciaal blond. Uitschieters zijn Westmalle Tripel, La Chouffe blond, Schneider Aventinus, Malheur 12, Karmeliet Tripel en Bersalis Tripel. Verder ook de donkere trappist en quadruppel Daar kun je zonder dat het overheerst, ook wel wat kruiden in verwerken, vindt hij. Tenslotte brouwen ze ook bij tijd en wijle fantasiebieren. Hij noemt deze zo omdat het combinaties zijn van verschillende andere types die als experiment ooit zeer verrassend bier oplevert. In feite is de Belgian Imperial Stout, de GENERAAL PARDON dus, ook zo'n fantasiebier. Hieronder de tekst uit de ABT-gazet, waarin het bier van de maand werd aangekondigd. 'Als winnaar van de finale 2006 van de ABT- blind bierproefwedstrijd mocht Bernard Smits uit Moergestel, als vertegenwoordiger van café ‘t Molentje in Oisterwijk, een eigen bier bedenken. Dit bier zou dan als Bier van de Maand in oktober 2007 bij alle cafés van de A.B.T. geschonken worden. En net als alle Bieren van de Maand is dit bier weer een bijzonder bier. Het is een Belgische Imperial Stout, een nieuw type bier. Dit type is een kruising tussen een Imperial Stout en een Belgische Trappist, vandaar de naam. Volgens Bernard, zelf een zeer geoefend en gepassioneerd speciaalbier drinker, proever en amateurbrouwer, hoeft degene die dit bier drinkt geen enkel ander speciaalbier meer te drinken. Een boute uitspraak, die zeer nadrukkelijk om bewijs vraagt. Zeker is wel dat Bernard niet over 1 nacht ijs is gegaan. Hij heeft dit recept al jaren eerder bedacht en een aantal keren zelf gebrouwen. Bernard is lid van de bekende amateur bierbrouwersvereniging De Roerstok en woont in Moergestel. Een mooi Brabants dorp met 6000 inwoners. Hij brouwt zijn bieren samen met een vriend en ze hebben al meer dan 100 verschillende recepten gebrouwen, waarbij Bernard degene is die de recepten bedenkt en ontwikkelt. En samen gaan ze, met hun vrouwen, naar bierfestivals, brouwerijen en speciale cafés. De voorkeur van Bernard gaat uit naar een bier met een complexe smaak, een onderscheidende gist, een stevig schuim en een lange nasmaak. Hieronder het relaas van de bedenker: “Generaal Pardon is een Belgian Imperial Stout (B.I.S). Dit bier ontslaat de bierproever van het drinken van alle andere speciaalbieren. B.I.S. combineert een ale met een stout, een tripel en een donkere trappist. Het is een diepzwart bier (alc. 8,1% vol) met een romige schuimkraag. Het is ongefilterd en niet gepasteuriseerd met hergisting op fles. Naar een origineel recept, gebrouwen in de Scheldebrouwerij te 's-Gravenpolder. Generaal Pardon heeft een complex aroma van gebrande mouten, drop, rozijnen en alcohol. De aanhef is lichtzoet met toetsen van koffie, zwarte chocolade en opnieuw drop. Er is een lange bitterdroge afdronk. Een heel volmondig degustatiebier. Ingrediënten: water, pilsmout, 4 speciaalmouten, hop (Challenger en EK Goldings), donkere kandij, laurierdrop, rozijnen, Westmallegist. De samenwerking met de Scheldebrouwerij is zeer voortvarend, coöperatief en plezierig te noemen. Bovendien legt met name de brouwer m.i. een hoge mate van professionaliteit aan de dag. We hebben een recept van mezelf eerst als proefbrouwsels gemaakt en daarna op de brouwdag van de 6000 liter op onderdelen in gezamenlijk overleg aangepast. Met name het gebruik van Westmallegist is een aanvulling op voorstel van de brouwerij.” Hoe het gebruik van Westmallegist zal uitwerken in het eindresultaat weten we nog niet, maar door het drinken van dit bier komt u er vanzelf achter. De keuze van de Scheldebrouwerij was snel gemaakt, omdat zij, als één van de heel weinige Nederlandse brouwerijen, ervaring hebben met het brouwen van een stout (Oesterstout). Op de website www.scheldebrouwerij.nl is meer informatie te vinden over de brouwerij en hun soorten bier.'' Recept voor het bier: Soorten mout: 5% Caramout 120 EBC, 20% Aromamout 150 EBC, 5% Caramout 900 EBC, 40% Munichmout, 30% Pilsmout 3 EBC; Stamwort: 17,5 °Plato; Vergistingsgraad ongeveer 85%; Gemeten alcoholpercentage proefafvulling: 8,1% vol. alc.; Hergisting pakt ongeveer 0,4% vol. alc.; Gist: Westmalle; EBU: ongeveer 26; Maischtijden. Inmaischen op 52 °C. Daarna opwarmen na 63 °C (40 minuten), opwarmen na 73 °C (20 minuten). Opwarmen naar 79 °C (5 minuten); Het bier wordt noch gefiltreerd noch gepasteuriseerd. Etiketbeschrijving: GENERAAL PARDON - Belgian Imperial StoutGeneraal Pardon is een Belgian Imperial Stout. Dit bier ontslaat de bierproever van het drinken van alle andere speciaal bieren. B.I.S. combineert een ale, met een stout, een tripel en een donkere trappist. Het is een diepzwart bier (alc.8,1% vol) met een romige schuimkraag. Het is ongefilterd en niet gepasteuriseerd met hergisting op de fles. Naar een origineel recept, gebrouwen in de Scheldebrouwerij te 's-Gravenpolder. B.I.S. heeft een complex aroma van gebrande mouten, drop, rozijnen en alcohol. De aanhef is lichtzoet met toetsen van koffie, zwarte chocolade en opnieuw drop. Er is een lange bitterdroge afdronk. Een heel volmondig degustatiebier. Ingrediënten: water, pilsmout, 4 speciaalmouten, hop (Challenger en EK Goldings), donkere kandij, laurierdrop, rozijnen, Westmallegist. Ten minste houdbaar tot 8 jaar na botteldatum. |
|
| Terug naar overzicht | |
Op bezoek bij Kaspar Schulz te Bamberg |
december 2007 |
Door: Jacques Bertens |
|
|
OP BEZOEK BIJ KASPAR SCHULZ TE BAMBERG Van 15 tot en met 17 november jongstleden ben ik met in totaal 7 andere hobbybrouwers naar Bamberg en de Brau Beviale 2007 geweest. Een geweldig uitstapje waarvoor ik leden van De Roerstok had uitgenodigd. Jammer genoeg liep dat geen storm. Desondanks hebben we ons dus uitstekend vermaakt. Het is toch weer elke keer een belevenis om door de straten te lopen van het mooie Bamberg en daar de 10 brouwerijen te bezoeken in deze stad met 70.000 inwoners. De binnenstad van Bamberg staat op de Unesco-lijst en per jaar ontvangt deze stad zo’n 1.000.000 bezoekers. In totaal zijn er 2.400 hotelbedden. Je kunt er een prima smakend hoofdgerecht eten met een pot bier (0,5 l) voor nog geen € 10! Het is duidelijk: Bamberg is een prima plaats om te vertoeven. Voor ons was het dus de uitvalbasis om naar Brau Beviale te gaan, de jaarlijkse grote brouwersbeurs in Nürnberg. Over ons bezoek aan Brau zal ik volgende maand verslag doen. In Bamberg is namelijk nog veel meer te beleven dan cultuur, bier en goed eten. Bamberg is namelijk twee mouterijen rijk (Weyermann en Bamberger Mälzerei), een brouwerijmuseum, een leverancier van brouwerijbenodigdheden, tevens gespecialiseerd in onderhoud en restauratie van brouwerij-apparatuur (Heinrich Leicht) en een brouwerijfabrikant (Kaspar Schulz). Het is dus niet voor niets dat Bamberg de echte hoofdstad van het bier wordt genoemd. De brouwerij-dichtheid is nergens zo hoog in de wereld als hier. In een straal van 10 km van Bamberg staan maar liefst 100 brouwerijen. Vorig jaar heb ik met het BKG een bezoek gebracht aan de beroemdste mouterij van Bamberg: Weyermann. Dit jaar was via een medebeheerder van het forum Hobbybrouwen.nl geregeld dat we naar Kaspar Schulz gingen, de oudste brouwerijfabrikant van de wereld. Ruim 330 jaar produceert deze firma al brouwerijen. De dag na Brau, zaterdag 17 november 2007 werden we om 10.30 uur allervriendelijkst ontvangen door Dieter Pollok. De koffie en ook wat broodjes/koeken stonden klaar net als een goed verzorgde informatiemap. Voor wie wilde was er ook bier… Ons gezelschap was voor deze gelegenheid uitgebreid met de brouwers van De Leckere, Klein Duimpje en SNAB. Verder hadden ook Jos Brouwer en Theo Flissebaalje van PINT zich bij ons gevoegd. Al met al een redelijk grote club. Daarnaast was er op uitnodiging van het bedrijf ook een drietal potentiële klanten uit Zweden als ik mij niet vergis. Na een kort inleidend praatje van de heer Pollok kregen we een bedrijfsfilm te zien waarin werd uitgelegd dat als je een brouwerij-installatie besteld bij Kaspar Schulz dat deze afgeleverd wordt waar ook ter wereld en dat een brouwer meegaat zodat het eerste brouwsel onder toeziend oog van het bedrijf gebrouwen wordt. De geschiedenis van het bedrijf werd uit de doeken gedaan van koperslager naar brouwerijfabrikant. Een aardig detail was dat de torenspitsen van de monumentale Dom van Bamberg door het bedrijf zijn bekleed met koper. Kaspar Schutz heeft op dit moment zo’n 90 man personeel in dienst. Hiervan zijn 15 man enkel en alleen bezig met de automatisering van oudere brouwinstallaties. De heer Pollok vertelde dat het bedrijf in Duitsland vooral kooksystemen en automatisering verkocht. Voor die automatisering worden steeds meer personeelsleden ingezet. In het moderne kantoor worden met regelmaat automatiseringstrainingen gegeven aan brouwers. De brouwinstallaties worden met behulp van PC’s bediend en zonodig kunnen medewerkers van Kaspar Schulz op afstand hulp bieden. De brouwinstallaties die Kaspar Schulz maakt variëren in grootte van 2 hl tot 50 hl, waarmee 400.000 hl per jaar gebrouwen kan worden. Deze grote installaties zijn namelijk zodanig ontworpen dat er12 tot 14 brouwsels per dag mee gebrouwen kunnen worden. Gemiddeld levert het bedrijf 2 brouwinstallaties per maand af. Eindelijk was het zover dat we de productiehallen konden bezoeken. Anders dan op het buitenterrein en in de ontvangstruimten was het niet toegestaan om daar foto’s te maken. We zagen mooie blinkende ketels. Roestvaststaal met een glimmende koperen bekleding. Tegenwoordig produceert Kaspar Schulz ook gepolijste rvs ketels zonder de koperen bekleding. Kaspar Schulz besteedt veel aandacht aan de buitenkant. Een gladde buitenkant is makkelijker schoon te maken en wekt meer vertrouwen van de consumenten, aldus Pollok. Een blinkende rvs-installatie is overigens net zo duur als een koperbeklede ondanks dat er minder materiaal vereist is. Het polijsten van rvs gaat niet zo eenvoudig zodat er geen prijsvoordeel is. Over prijzen van installaties werd niet gesproken, wel werd verteld dat het bedrijf een flinke voorraad rvs heeft om schommelingen op de markt enigszins uit te vlakken. Om goed te kunnen polijsten gebruikt het bedrijf behandeld water dat hergebruikt wordt, ook nog goed voor het milieu. Persoonlijk was ik zeer onder de indruk van de constructie van de koelmantels. Deze bestaan uit een soort noppenmateriaal dat opgeblazen wordt met koelvloeistof. Door de techniek die gebruikt wordt is er maar weinig koelvloeistof nodig. Van de noppenconstructies, ook jackets genoemd, heb ik geen foto’s kunnen maken omdat deze constructies alleen in de werkplaatsen te zien waren. Overigens werd hetzelfde constructiemateriaal ook gebruikt voor het verwarmen van de ketels. In plaats van koelvloeistof wordt er dan stoom ingeblazen. Om een gelijkmatige verwarming te verkrijgen worden er twee jackets aangebracht onder de maisch- en kookketels. Heel trots was men op de nieuwste aanwinst van de werkplaats. Met behulp van een computer gestuurde machine kan leidingwerk in elke stand gebogen worden waardoor er nagenoeg geen lasnaden meer in het leidingwerk te vinden zijn. Uit het oogmerk van het effectief schoonmaken met een CIP-installatie is dit een groot voordeel. Voor degenen die het nog niet weten: CIP staat voor clean in place, een reinigingssysteem waarbij door het rondpompen van reinigingsmiddelen en het gebruik van sproeikoppen het reinigingen geautomatiseerd kan worden. We kwamen ook in een hal waar het binnenwerk van de grote installaties aangebracht werd. De constructeurs moeten daar door het mangat klimmen om vervolgens te staan op een smalle steiger die langs de wand van de ketels is aangebracht. Als ik dit werk zou moeten doen zou ik toch wel een probleempje hebben denk ik, de mangaten zijn redelijk royaal maar voor sommigen net iets te klein. Net voor ons vertrek uit de werkplaatsen maakten we kennis met de zoon van Günter Schulz-Hess, de 70-jarige eigenaar van Kaspar Schulz, zijn vrouw en hun zoontje. De komende generaties zit het met de opvolging binnen de familie wel snor. Terug in de ontvangstruimte ging bijna iedereen nu wel over op een biertje. Uiteraard bier uit Bamberg. Ik kon nog even kort na babbelen met de heer Pollok. Met hem had ik het er over dat bij ons in Nederland brouwerij Mommerite in het bezit is van een Kaspar Schulz installatie en dat deze installatie door hen de Rolls Royces onder de brouwinstallaties wordt genoemd. Een Rolls Royces is een auto, antwoordde hij, die gebruik je een paar jaar en dan koop je een nieuwe. Een brouwinstallatie daarentegen plaats je en deze wordt vaak meer dan een generatie lang gebruikt. De meeste Kaspar Schulz installaties worden meer dan 50 jaar gebruikt. In het openluchtmuseum van Bad Windsheim staat zelfs een installatie die meer dan 160 jaar oud is. Het een en ander is mogelijk door het beschikbaar stellen van reserveonderdelen en de aanwezige kennis om oude installaties te kunnen repareren. Het inbouwen van de installatie, alle leidingen en dergelijke maken ook dat je niet snel een installatie vervangt. Het is daarom zaak om goed na te denken voordat je een installatie aanschaft. Het spreekt voor zich dat Kaspar Schultz met je mee wil denken. Als je wilt komen ze eerst kijken op de locatie waar de brouwerij gerealiseerd moet worden en maken zij de bouwtechnische tekeningen. Tussen het eerste contact en de realisering zit ongeveer een half jaar. Het was tijd voor ons om weer naar huis te gaan. Met veel genoegen kijk ik terug op deze niet alledaagse blik in de keuken van een brouwerijfabrikant. Jacques Bertens |
|
| Terug naar overzicht | |
De Bierboom |
juni 2007 |
Door: Jacques Bertens |
|
BIERBOEKENDe BierboomDe laatste tijd ben ik actiever als het gaat om het bezoeken van bierfestivals. In een gezellige sfeer nieuwe bieren ontdekken en praten met oude bekenden uit het bierwereldje. De laatste tijd is daar het keuren van festivalbieren voor PINT bijgekomen. Een voordeel dat je hebt als je bierfestivals bezoekt is dat je regelmatig de bierboekenhandelaar De Bierboom kunt tegenkomen. De Bierboom wordt gerund door Willem en Annie Verboom. Ze bieden het meest uitgebreide assortiment aan bierboeken aan in Nederland en België. Wim is geen onbekende in het bierwereldje. Willem is al vele jaren redacteur van PINT-nieuws. Een winkel of showroom hebben Willem en Annie niet. Ze verkopen hun boeken uitsluitend via het internet (www.bierboom.nl) en op bierfestivals. De komende maanden kun je ze op 1 juli 2007 vinden in Oisterwijk bij het Speciaal Biermatinee en op 9 september 2007 bij het pROOSt bierfestival te Hilvarenbeek. Iedereen die eens uitgebreid wil neuzen in een grote collectie bierboeken kan daar terecht. Zelf heb ik als grote bierboekliefhebber ook een aantal boeken bij Willem en Annie aangeschaft. Tijdens het KBC-festival te ’s-Hertogenbosch is er ook een boek aangeschaft voor onze clubbibliotheek. Vorige maand heb ik een recensie gepubliceerd van een ander boek dat we onlangs als club gekocht hebben en tijdens de Tour de Geuze is ook het fraaie boek over de geuze van Jef van den Steen verworven. De volgende clubavond kun je de nieuwste aanwinsten van de bibliotheek bekijken. Zeven x HopDit is de titel van het boek dat aangekocht is tijdens het KBC-festival. Onderwerp van het boek is de geschiedenis van de hopteelt in de omgeving van Poperinge. Zeven schrijvers werkten er aan mee waarmee meteen de titel van het boek verklaard is . Bertin Deneire heeft bijdragen van de andere schrijvers redactioneel bewerkt waardoor het een vlot en goed lezend boek is geworden. Sommige bijdragen laten zich lezen als een roman, zijn verhalend en met gevoel voor details smeuïg geschreven. Zo krijg je een heel aardig beeld van hoe het er aan toe ging op de velden tijdens de hoppluk. Andere bijdragen zijn serieuzer maar zeker ook niet strikt wetenschappelijk te noemen. Om een idee te geven van de inhoud geef ik hier de titels van de zeven hoofdstukken:
We weten allemaal dat hop allerlei invloeden heeft op het menselijk lichaam, maar ik was toch wel wat verbaasd toen ik de opsomming in de bijdrage van Roger A. Blondeau, wetenschaphistoricus, las: “Ik ben ook even gaan snuisteren in de allopathische receptuur (gewone geneeskunde), speciaal in verband met geneeskundige kruiden. Zowel in Franse, Engelse als Duitse compendia en leerboeken van fytotherapie (genezing door planten) wordt de geneeskracht van hop au sérieux genomen. In het bekende werk Systematische Fytotherapie van J. Meere vindt men het volgende:
Onder de receptuur wordt vermeld: infuus (thee) 1 koffielepel per tas water; 15 minuten laten trekken. Dosis:
Het bovenvermelde citaat is zo wat het moeilijkst leesbare gedeelte van het boek, maar ik wou je het jullie gelet op de inhoud niet onthouden. Naast de bovengenoemde eigenschappen wordt uiteraard ook gewag gemaakt van de vochtuitdrijvende werking van hop. Hop daar zit heel wat in. Directe aanleiding voor de aanschaf van het boek was eerlijk gezegd niet zo zeer de prettig leesbare tekst, maar de fantastisch mooie oude foto’s van de hopteelt en –pluk. Ze moeten daar in Poperinge zeer begaafde fotograven hebben gehad die met veel liefde voor het vak en voor de hopteelt en alles wat daarmee te maken heeft vast gelegd hebben op gevoelige platen. Het zijn zeker deze foto’s die een levendig beeld geven van de geschiedenis van de hopteelt in Poperinge. Er zitten echte juweeltjes bij. Al met al is dit boek het lezen en het bekijken meer dan waard. Technische informatie Titel: Zeven x Hop. Schrijvers: Chris Develter, Gerard Kestier, Bertin Deneire, Paul Delanotte, Roger A. Blondeau en Frans Orbie. Uitgegeven door: Uitgeverij De Klaproos te Veurne. Jaar van uitgave: 1994. ISBN: 90-550-015-2 Omvang: 134 bladzijde. Afmetingen: 17,5 x 24,5 cm. Aanschafprijs bij de Bierboom: € 14,95.
Jacques Bertens
|
|
| Terug naar overzicht | |
Fietsen langs brouwerijen |
mei 2007 |
Door: Jacques Bertens |
|
|
FIETSEN LANGS BROUWERIJEN Regelmatig komen er nieuwe boeken uit over bier. Vaak gaat het dan om een overzicht van bieren in een bepaald land, het koken met bier of de geschiedenis van brouwerijen. Het boekje ‘Fietsen langs Brouwerijen’ vormt daarop een aangename uitzondering. Het boekje beschrijft een 700 km lange bierroute in 14 afzonderlijke etappes door (zuid) Nederland, België en (noord) Frankrijk. Schrijver van het boekje is Rutger van den Hoofdakker. Rutger is journalist, fiets- en bierliefhebber. Door de route te maken heeft hij zijn professie en hobby´s met elkaar gecombineerd. Uit zijn beschrijving blijkt dat hij niet alle etappes van de lange route achter elkaar maar met tussenpozen in gedeeltes gereden heeft. Hij heeft zelfs de route afgelegd met verschillende fietsen wat toch wat consequenties heeft gehad voor de beschrijving van de etappes. Op zijn eigen fiets heeft hij namelijk een fietscomputer en op een gehuurde fiets die hij gebruikt heeft voor een gedeelte van zijn reis niet. Dit betekent dat bij de beschrijving van met name de eerste etappes de afgelegde afstand per stap vermeld is en bij de laatste etappes niet. Overigens maakt Rutger voor de beschrijving van de route gebruik van het zogenaamde fietsknooppuntensysteem, een systeem dat zowel in Nederland als België wordt gebruikt. Naast de beschrijvingen zijn er gedetailleerde kaarten opgenomen met daarop de route als een rode draad. Naast de route, andere wegen en bebouwing zijn ook de brouwerijen en campings te vinden op de kaarten. Dankzij de kaarten kunnen minder sportievelingen de route ook met de auto volgen, zij het over andere wegen. Je hoort de route dus eigenlijk per fiets te volgen. Het boekje bevat daarvoor veel praktische informatie. Onder andere de bekende tip om niet te veel drinken om te voorkomen dat het bier naar de benen zakt. Ook zijn overnachtingsmogelijkheden op campings en in eenvoudige hotels beschreven. Tussen de regels door kun je ook lezen dat het handig is wat grotere fietstassen te hebben om een gekochte of gekregen fles mee te kunnen nemen naar de overnachtingplaats. Je moet dan natuurlijk wel wat harder trappen. In de route zijn 35 brouwerijen opgenomen. Grappig is dat ik bijna al deze brouwerijen in de loop der jaren heb bezocht, hetzij met De Roerstok, met het BKG of op eigen gelegenheid. Mijn ervaring is dat veel deuren van brouwerijen niet alleen open gaan voor een journalist, maar ook voor een echte bierliefhebber die ook nog zelfbrouwt. Het boekje bevat dan ook heel wat feestjes van herkenning voor mij. De schrijver heeft van de 35 brouwerijen er 20 daadwerkelijk bezocht. Toch is er in het boekje van elke brouwerij een beschrijving, welke zo te merken zo uit een brochure of van de internetsite overgenomen zijn. Deze beschrijvingen zijn aanmerkelijk minder levendig dan die van de brouwerijen die Rutger wel bezocht heeft. Rutger verraadt een paar keer in het boekje dat hij niet zo veel weet van het brouwproces. Waarschijnlijk is hij door zijn brouwerijbezoeken heel wat wijzer geworden maar het is voor mij duidelijk dat hij niet van de hoed en de rand weet. Zo heeft hij het over het opsnuiven van warme mout bij 72º C. Ieder van ons zou spreken van het opsnuiven van het warme beslag. Ook is het algemene hoofdstuk over de geschiedenis van het bier en het brouwen zeer kort en summier. Voor mij had dit hoofdstuk weggelaten kunnen worden. Degenen die hierin geïnteresseerd zijn kunnen veel beter een daarin gespecialiseerd boek lezen. Toch is het een heel aardig boekje. Het is vlot geschreven en leest makkelijk weg. Het is rijk geïllustreerd met foto’s van brouwerijbezoeken, landschappen waarin gefietst wordt en een paar toeristische attracties op de route. Je moet dan onder andere denken aan het Jenevermuseum te Hasselt, de abdij van Leffe, grotten bij Dinant en een kaasmakerij. Zeker voor iedere bierliefhebber die de Ardennen intrekt is dit boekje een aanrader. Van alle brouwerijen zijn de naam, het adres, telefoonnummer te vinden. Voor zover de brouwerijen ook beschikken over een e-mailadres en website zijn deze ook vermeld. Heel handig voor de bierliefhebber die beschikt over een navigatiesysteem en een Bob. Technische informatie Het boekje heeft 199 pagina’s en meet 12,5 bij 21,5 cm. Kostprijs € 16,50. Degenen die het willen lezen kunnen het lenen via de bibliotheek van De Roerstok. Het is namelijk één van de nieuwe aankopen van de bibliotheek. Jacques Bertens |
|
| Terug naar overzicht | |
Op bezoek bij “DE MOSSELMAN” |
april 2007 |
| Door: anoniem | |
OP BEZOEK BIJ “DE MOSSELMAN”Gastbrouwen bij een Deltabrouwer Niet bij de eerste de beste, maar bij Leo Hollestelle (Oude torenbrouwerij). ‘s Morgens om 9 uur werden wij (ik, Jack Tuip en mijn Bob-brouwmaatje Rudy) ontvangen in het kleine, maar welbekende dorpjeYerseke, op de sabbatdag (die door iedereen, behalve door Leo en zijn vrouw Riet, met volle overtuiging werd nageleefd). Een warm onthaal met koffie en ovenwarme croissantjes, die wij met veel smaak naar binnen werkten. Gelijk met de deur in huis vallen, zei Leo, want daar is mijn brouwhulpje (Riet) met de natgeschroten mout, die ze in handzame bakjes had verdeeld, zodat Leo niet te zwaar moest tillen (wat een liefde). Inmiddels was het maischwater op temperatuur en kon de storting beginnen. Wat een mooi filterplaatje had hij daar (maar het paste niet in mijn zak), want er zaten geen gaatjes in, maar sleufjes, die er volgens Leo met een laser waren ingeslepen (connecties, zei Leo). Daar moesten wij het mee doen. Nou het was niet alleen de plaat, maar waar je ook keek, overal zag je meetapparaten en pompen. Hij controleerde alles wel drie keer, want voor één gat te vangen was Leo niet. Met wikken en wegen wordt de meeste tijd verstreken, gooide hij er nog achteraan en gelijk heeft ie. Toen het tegen de middag aan liep kwam Riet met kaasblokjes en gevulde dadels aan draven en dat werd weer gevolgd door een schaal met lekkere broodjes. Maar de grote verrassing kwam van Leo zelf, want hij had waarachtig twee bieren op vat staan, die we natuurlijk moeten proeven (een Duvelke en een geheel eigen Dadelpalm, mmmmm). De iets wat ziltige smaak was toch ergens in je mond terug te halen, maar dat gaf er heuse plaatsgebonden smaak aan. Ook had Leo nog andere biertjes in zijn assortiment: Oesterbier en mosselbier en die laatste daar heeft hij ook zijn naam aan te danken. Want hij trekt er op uit om ieder die wil van mosselen te voorzien met natuurlijk zijn eigen mosselbiertje (vanaf 30 personen). Oesterbier had ie naar eigen zeggen gemaakt met een gedeelte zout water uit de Schelde geschept (door zijn brouwhulpje, natuurlijk). Even terug naar het brouwen, want we gingen over naar de filterfase, waar dezelfde maischketel voor bleef dienen, omdat het wort werd rondgepompt. Het filteren verliep goed en we konden gaan koken, maar daar kwam Leo’s brouwhulpje alweer om zich op de bostel te storten die verwijderd moest worden. De bostel werd in een oude wastobbe geschept en daar verdween al sleurend het hulpje en de bostel uit het brouwlokaal (wat een hemels brouwplezier moet Leo hebben). De hele rattenplan werd weer tot glimmen gebracht, want Riet (alias brouwhulpje) kon poetsen. Ik bleef mij er over verbazen. Dat is nou echte liefde, maar ik ga thuis toch niet vragen om mij te begeleiden, want ik weet het antwoord al!!! Na het koken werd het hete wort in een gesloten RVS ton gepompt, waar van binnen een spiraal zat, die het wort ging koelen toen er alles inzat De temperatuursensor werd in werking gezet en wij gingen met een gevuld glas naar een ander vertrek, zodat Riet de zaak weer kon laten blinken. Daar aangekomen zagen we Leo’s laatste aanwinst: een prof lab microscoop, die hij had gekocht van een prof (wat een geweldig apparaat). Hij had wat vloeibare gist meegebracht, die we eens nader zijn gaan bekijken. Je ziet er, als je lang kijkt, dat de cellen zich vermenigvuldigen en dat is wel heel bijzonder. Er kwam een tijd dat we huiswaarts moesten keren, want je raakte er niet uitgekeken en uitgeluld, zoals ze dat in Tilburg zeggen. We hadden uit België nog wat pralines en een mooi bierboek van Michael Jackson meegebracht waar ze dolgelukkig mee waren. Na veel handen geschud en afspraken gemaakt zijn wij huiswaarts gereden. Maar toen heb ik, omdat we in Yerseke waren, den Bob (Rudy) even langs de dijk gestuurd en ons nog op een viske getrakteerd. Thuis ben ik na al dat goede direct de lakens op gaan zoeken en heb gedroomd over al die toeters en bellen van Leo.
Jack Tuip
|
|
| Terug naar overzicht | |
Asperge bier |
februari 2012 |
| Door: Jan van Pelt | |
AspergebierVan 20 tot en met 29 januari vindt in Berlijn de internationale Grüne Woche plaats. Tijdens Bron: AGF.nl, 18 januari 2012 |
|
| Terug naar overzicht | |
Bezoek aan de Brau Beviale 2006 Nurnberg |
januari 2007 |
| Door: Gideon van den Kieboom | |
BEZOEK AAN DE BRAU BEVIALE 2006 NÜRNBERGDoor Ronald Mengerink, brouwer van brouwerij “De Kemphaan” in Baarle Hertog, ben ik uitgenodigd hem te vergezellen naar de brouwbeurs in Neurenberg. Hij wilde zich daar nader oriënteren op een bottellijn(tje), platenkoeler, centrifuge en vaten, kegs of iets dergelijks. Ronald gaat brouwen met een hectoliter per charge. Hij wil zijn bier gaan afzetten in 33cl flessen en mogelijk in vaten of kegs. Hij wil een- of tweemaal per week gaan brouwen. Een geweldig spektakel een dergelijk beurs. Ik was bekend met beurzen als het Instrument (laboratorium), de horecabeurs en de Hortifair (bloem en planten beurs). De Brau Beviale was onderverdeeld in 9 hallen met meer dan 1400 standhouders. Iedere dag werden tal van lezing gegeven. De beursorganisatie verwachtte over de drie geplande dagen meer dan 38.000 bezoekers. Wij bezochten de beurs op woensdag 15 november. Vanaf de Autobahn stond de beurs goed bewegwijzerd. Parkeren, 5 minuten lopen van de ingang, kostte 3 euro voor de hele dag. Entree voor de beurs was 17 euro voor een dagkaart. Hier volgt een korte impressie van wat zoal aan onze ogen voorbij kwam. Ik heb enkele foto’s gemaakt en van enkele folders een deelopname in gevoegd. Voor gerichtere informatie kunt U terecht op de vermeldde web-sites. ThuisbrouwenAls eerste trok mijn aandacht een bierbrouwset voor de thuisbrouwer. De firma Speidel uit Ofterdingen stond met modellen op de beurs om respectievelijk 20 of 50 liter bier te brouwen. Grappig is, als je goed kijkt in de folder, dat de grondstoffen geleverd worden door Brouwland uit Beverlo. Zo stond de Braumeister op de beurs. Internet adres www.speidel-behaelter.de KoelenWat op valt is dat de industrie nagenoeg alleen werkt met platen koelers. Deze worden dan op maat gemaakt. Dat wil zeggen welke temperatuur gaat erin welke temperatuur moet er uit komen. Ook van het koelwater. En welke temperatuur moet het koelwater weer hebben als het eruit komt. De prijzen zijn ernaar! Op internet te vinden www.gea-ecoflex.com Bottelen We hebben 5 stands bezocht die op beurs aanwezig waren met bottellijnen. Drie van Italiaanse herkomst, een uit Tsjechië en een Bulgaar. Echte technische hoogstandjes maar daar waren de prijzen dan ook naar (25.000 euro’s en meer). Brau-anlagen De associatie roodkoper en bier gaat meteen alle fantasieën te boven. Juweeltjes voor het oog. En een destilleerderij Ook op internet te bezichtigen Voor de goede orde: we hebben geen prijzen of offertes gevraagd, alleen met glimmende ogen gekeken. Vaten en vaatjesOm bier in grotere hoeveelheden te verpakken waren tal van ideeën te bezichtigen. Naast de bekende biervaten in het materiaal inox waren tal van varianten te bewonderen. Bier in plastic en alufoliezakken. De kleine vaatjes en de huistap ervoor. Zie verder www.dispensegroup.com Vaten met isolatie laag die er van buiten uit zagen als de houten van het begin van vorige eeuw. Zie verder op internet www.thielmann.com Vaten met isolatiesysteem dat te recycleren is, garandeert koel bier gedurende minstens 12 uur. Internet adres www.coolkeg.de Onze overnachtingDoordat de afstand Baarle-Hertog - Neurenberg niet in een dag te doen was hebben we een overnachtingsadres gezocht in de buurt van Neurenberg. Ons oog viel al snel op een hotel met huisbrouwer in de buurt van Bamberg, 70 km van Neurenberg. Dit was echt een schot in de roos. Uiterst gastvrije mensen, die graag hun Hausgemachte bieren aan de man brachten. Een kennismakings-arrangement van 3 Hausgemachte bieren met begeleidende informatie was een perfecte binnenkomer. Voor de bieren werden “ Roerstok prijzen” gehanteerd. Een klein tapje (20 cl) voor een euro en een echte ½ liter voor 1,80 euro. Nog meer tot de fantasie spraken de kamers. We mochten slapen in een bed dat de vorm had van een brouwketel en ………. ….wat kunnen bierliefhebbende amateur-brouwers zich nog meer wensen. Voor bierliefhebbers die een aantrekkelijke Ausflug zoeken biedt onderstaande gids uitkomst. 57 Brauergasthofen staan vermeld in deze gids. Internet www.braugasthoefe.com Aan te vragen per e-mail: private@braugasthoefe.com
Wim van den Kieboom |
|
| Terug naar overzicht | |
Bier smeden in De ardennen… |
februari 2011 |
| Door: Chris Bauweraerts | |
Bier smeden in De ardennen…Het gaat hier om twee brouwerijtjes, de ene héél klein en de andere klein, die beiden iets met het smeden te maken hebben en in De Ardennen zijn gelegen. Brouwerij INTER-POL, amper één jaar actief en genesteld in een 300 jaar « oude huis van de smid » is de kleinste van beiden en is gelegen in de vallei van Achouffe te Mont, dus in het hartje van de Luxemburgse Ardennen. Brouwerij Smisje, is sinds 1995 actief en is gelegen in de Vlaamse Ardennen, meer precies te Mater vlakbij Oudenaarde.
Brouwerij INTER-POL: Mont, een klein en authentiek Ardens dorpje in tweeën gesneden door de baan die naar Achouffe leidt! Dus een steenworp verwijderd van de bekende brouwerij met de kabouter welke onrechtstreeks aan de basis ligt dat Pol Ghekiere de roerstok in handen heeft genomen. Met zijn roerstokje peddelt hij serieus door in zijn minuscuul, maar ô zo degelijke half-automatische brouwinstallatie. Pol en Tine baatten destijds een eetcafé uit in Dadizele, vlakbij Menen. Binnen was er plaats voor 110 hongerige gasten. In 1999 waren ze na 18 jaar hard werken een beetje uitgekeken en wensten ze hun longen te vullen met Ardense lucht. Via een verkoopsaankondiging kwamen ze eerder toevallig in Mont terecht, waar het 300 jaar oud « huis van de smid » te koop was aangeboden. De volgende dag waren ze er de gelukkige eigenaars van.
Na zes maanden hard labeur was de typische B & B klaar om aan het groeiend aantal Chouffelse toeristen een bijkomende en attractieve verblijfsmogelijkheid te bieden. Maar van bier was er nog geen sprake. Dat kwam 5 jaar nadien, toen de « Brasserie d’Achouffe » op zoek was naar vooral Nederlandstalige gidsen om véél meer bezoekers te kunnen ontvangen. Een prachtige opportuniteit opende zich voor Pol en hij twijfelde geen seconde om een onvolprezen loopbaan te beginnen als brouwerijgids. Pol die in zijn eetcafé een bierkaart had met een aanbod van 140 bieren vond dit uiteraard een kluif naar zijn hand. Al vlug kwam hij er achter dat in bepaalde groepen er steeds « Bierkenners » waren die hem vragen stelden waarop hij het antwoord schuldig bleef. Dus verdiepte hij zich in het mysterie van het brouwen in de keuken van Tine en dan vooral in haar kookpannen. Pol werd meer en meer bezeten door het bier en verbouwde eerst de helft van de oude « smisse » tot een klein en gezellig kaffeetje. Het klein kaffeetje werd naar Belgisch surrealisme « Au Grand Café » genoemd. Nadien, in de andere helft van de oude « smisse » begon Pol aan een ongelooflijke onderneming om een zuiver lokaal te maken waarin nadien zijn uiterst moderne 70 liter brouwzaaltje terecht kwam. Pol bleef ondertussen ook brouwen en onderwierp zijn Bieren regelmatig aan de smaakpapillen van de brouwers van Achouffe en Duvel-Moortgat. Pol hield heel goed rekening met de opbouwende kritiek van de collega’s en de bieren konden door de gasten van de B & B worden geproefd.
Pol besliste dan recentelijk om alles te officialiseren en kon het op een akkoord brengen met de accijnzen. Hij kan nu uit de schaduw stappen met zijn brouwerijtje dat hij met een knipoog de naam heeft gegeven van « INTER-POL ». Over de toekomst van zijn brouwerij zegt Pol als volgt: « Ik ga alleen maar brouwen voor mijn plezier en, mijn passie en ik heb helemaal geen zin om te groeien. De brouwsels van 0,7 HL die ik nu kan brouwen zijn meer dan genoeg voor mij. » Een hobby om de bar van zijn Brewery Bed & Breakfast ( B.B&B) te voorzien in twee originele bieren: de Witte Pol, bestemd voor de tarwebierliefhebbers. Pol mag er fier op zijn, recentelijk, op zijn 85-ste verjaardag, vond Pierre Celis dat de Witte Pol het lekkerste tarwebier is dat hij de laatste jaren heeft mogen proeven. Het deed hem denken aan het « Oud Hoegaerds » dat hij destijds aan zijn thuisadres in de Vroentestraat, brouwde. Dit zegt wel wat! de Zwarte Pol, een soort van milkstout waarin o.a. cacaopoeder en lactose zijn verwerkt… een lekkernij niet alleen in de winter maar ook tijdens de zomeravonden. De inspiratiebron voor dit bier is de « Chocolate Indulgence » van Brewery Ommegang in Cooperstown. Wanneer Pol met zijn productie niet kan volgen, dan kan hij in zijn Grand-Café terugvallen op het prachtig gamma van de bieren van Achouffe, Liefmans en van Duvel-Moortgat. Pol vermaakt zich dus uitstekend in zijn modern & klinisch zuiver brouwerijtje. Indien u, als caféganger, het bier wenst te proeven, dan is « Au Grand Café » open op dinsdag- en woensdag-avond vanaf 17 :00 uur.
Kom en vier mee…. : « La Vieille Forge 300 jaar ! » Op zaterdag 18 en zondag 19 september van dit jaar wordt het 300-jarig bestaan van « La Vieille Forge » gevierd. Pol brouwt nu 4 maal per maand in de hoop dat hij voor zijn feestweekend over voldoende bier zal beschikken. Naast het de ter plekke gebrouwen bieren zal er eveneens ter plekke gemaakte muziek te beluisteren zijn. Ligging: in de vallei van Achouffe te Mont, dus niet ver van de bekende brouwerij met de kabouter. Info B.B.&B La Vieille Forge : +32 476 369 639
Brouwerij SMISJE Johan Brandt en zijn vrouwtje Christine zijn sinds eind 1995 actief als brouwer. Johan is de enige drukker-brouwer van België en zijn eerste brouwerijtje noemde hij brouwerij « ‘t SMISJE » omdat deze, net zoals INTER-POL, was ondergebracht in een voormalig huis van een smid. Deze eerste brouwerij was gelegen in Assebroek, een deelgemeente van Brugge. De eerste brouwzaal van 120 liter was ondergebracht op een ruimte van 12m². Verkeerdelijk oordeelde Johan Brandt dat zo’n kleine brouwinstallatie heel interessant is om te experimenteren… En experimenteren deed hij tot grote tevredenheid van de « what’s new » bierliefhebbers. In het begin lukte deze aanpak zodat de hoogte van de brouwketel werd aangepast om tot brouwsels te kunnen komen van 320 liter per brouwsel. Op 13 jaar tijd presteerde Johan het om 19 verschillende bieren op de markt te brengen. Hij kwam er echter achter dat er geen enkele bierhandelaar of bierwinkel geïnteresseerd is om 19 verschillende bieren in haar assortiment op te nemen. Johan had geen budget om alle bieren te promoten en zelfs indien hij budget hiervoor zou hebben, dan wist hij nog niet welk bier hij diende te promoten want hij had geen uitschieter. Met zoveel verschillende bieren en de langzame rotatiesnelheid ervan had hij geen vergelijkingspunt met het voorgaande brouwsel van hetzelfde bier. Inderdaad, de brouwperiode van hetzelfde bier was steeds groter dan 6 maanden. Hoe is het dan mogelijk om een recept ontwikkelen wanneer er slechts oud bier beschikbaar is om het te kunnen vergelijken met het pas gebrouwen bier?
Het keerpunt voor Johan was 2008, toen kwam hij in contact met een brouwer die zich begon te interesseren in zijn lot. Johan werd vriendelijk, maar met aandrang duidelijk gemaakt dat de smaak van de originele bieren die hij brouwde zeker niet in de markt lagen en dat zijn bieren, omwille van de te lange rotatietijd, ook veelal verouderd smaakten. Al heel snel werd het aantal bieren teruggebracht van 19 naar 9. Een laatste nieuwkomer kwam er nog bij : De Kuvee Elektrik 979W. Johan had dus nog steeds, met 10 bieren, een te groot bierassortiment.
De « Kuvee Elektrik 979W » zou door Johan voor een deel aan de modelvliegclub « Les Libellules » van Hotton, de thuisbasis van « The Flying Chouffe », geschonken worden. Het proefbrouwsel van dit bier werd door br. INTER-POL gebrouwen, om nadien te worden herbrouwen door Johan in zijn brouwerijtje te Assebroek. Uit deze kritische kontakten zou Johan op brouwtechnisch en op marketinggebied heel snel iets bijleren. In zijn weinige vrije tijd die Johan over had, was hij sinds jaren bezig om een vroegere limonadebedrijf om te bouwen tot een brouwerij in de Driesleutelstraat te Mater. Johan heeft hier het grote geluk om over een erkende kwaliteitsbron te beschiken : de St-Amelberga bron.
Door de grootte van de brouwerij, 2 X 22hl per brouwsessie, zag Johan zich genoopt om nog verder het aantal bieren af te bouwen. Plots nam Johan dan een drastische beslissing: hij zou zich beperken tot één enkel Bier. Het SMISKE.
Smiske is een bitter bier van 7 vol.% alc. dat uitsluitend wordt gehopt met Vlamertingse hop. De bitterige smaak fuseert optimaal de fruitige SMISJE-gist. De fles bevat geen etiket, daarentegen is het decor er in gebakken en verwijst met de slogan « Nature-Ale » naar de natuurlijke ligging van de brouwerij. Doordat Johan Brand zich vanaf nu slechts op één bier dient te concentreren is de kans ook reëel dat dit éne product het beter gaat doen dan de 19 vorige samen. Een enkel Bier brouwen, regelmatig controleren en proeven is nu eenmaal gemakkelijker dan een groot assortiment. Johan heeft één ding geleerd : meedrinkers die niet hoeven te betalen voor hun Bier zijn nooit zeer kritisch en tillen beginnende brouwers wel eens over de roerkuip… of is het in de roerkuip? Chris Bauweraerts
SMISKE, NatuurBier op gist met een lekkere & bittere afdronk…
|
|
| Terug naar overzicht | |
Biologisch brouwen bij de Leckere |
juni 2022 |
Door: Jacques Bertens |
|
|
BIOLOGISCH BROUWEN BIJ DE LECKERE Eigenaar Eric Odenwald van brouwerij De Leckere vertelde zijn ervaringen met het brouwen en verkopen van biologisch bier. Het verkopen van biologisch bier verliep veel moeizamer dan Eric verwacht had. Er moest meer geïnvesteerd worden dan hij gedacht had. Voor alle duidelijkheid vertelde Eric dat het geen hobbyproject was. Het was ook geen droom van hem om een biologische brouwerij te bezitten. Hij zat in de handel van biologische etenswaren en hij kreeg de tip dat De Leckere te koop was. Het was een uitdaging om de brouwerij winstgevend te maken. In 2017 toen de brouwerij werd overgenomen werd in feite alleen een merk gekocht. In dat jaar was niet meer dan slechts 15.000 liter bier gebrouwen en dat is voor een commerciële brouwerij niet veel. Het biologische bier van De Leckere verkocht traditioneel veel in natuurwinkels, maar daar zijn er steeds minder van in Nederland. Verder waren er conferenties over duurzaamheid waar natuurlijk biologisch bier gedronken werd. Om meer omzet te genereren werd besloten om pils te gaan brouwen. Supermarkten en evenementen, die een wat meer groene uitstraling wilden krijgen, gingen het biologische bier van De Leckere verkopen. De slijterijen bleven ver achter. Om meer verkoop te krijgen in biercafés is De Leckere met meerdere andere brouwers collabs gaan brouwen. Dat werkte. Vooral voor het milieu heeft het brouwen van biologisch bier zijn voordelen. Er worden geen bestrijdingsmiddelen gebruikt. Dit is vooral gunstig voor de insecten. Volgens Eric is ongeveer 75% van de insecten uitgestorven in Nederland in de afgelopen 25 jaar. Insecten hebben we nodig voor de bestuiving van gewassen en er zijn ook insecten die gewassen beschermen. Voldoende reden om zeer terughoudend te zijn met bestrijdings-middelen. Verder wordt door de biologische landbouw het grondwater niet aangetast. Dat is natuurlijk goed voor de drinkwatervoorziening op langere termijn. Ook wordt de bodem niet uitgeput. De bostel van de brouwerij gaat naar biologische veeteeltbedrijven zodat de dieren biologisch verantwoord te eten krijgen. Er zijn ook nadelen. De grondstoffen zijn duurder, hoewel de laatste jaren het prijsverschillen tussen de reguliere landbouw en de biologische landbouw kleiner zijn geworden. Eric merkt op dat de gerst waar mout van gemaakt wordt niet uit Oekraïne komt en dat de bodem waarop biologische gerst geteeld wordt beter van structuur is waardoor de gevolgen van extreme droogte en regenval kleiner is. De opbrengst van biologische mout is wel zo’n 15% lager, maar de opbrengst wordt wel steeds hoger. Dit komt volgens Eric doordat steeds meer kennis is van oude technieken van zo’n 100 jaar geleden toen in feite de gehele landbouw biologisch was. Deze kennis wordt steeds meer gedeeld onder de huidige telers. Blijft het feit dat biologische gerst duurder is dan niet-biologische mout. Een ander nadeel is dat de grondstoffen voor biologisch bier schaars zijn. Dit geldt vooral voor hop. Bij veel hopboeren is Eric op bezoek geweest om te proberen een gedeelte van de oogst naar zijn brouwerij te krijgen. Biologische hop heeft meer kans op schimmelvorming, iets om rekening mee te houden. Verder is het lastig dat niet alle hopsoorten in een biologische variant te koop zijn. Als de betreffende hopsoort essentieel is kan bij SKAL een ontheffing worden gevraagd voor een periode van 6 maanden. De Leckere bouwt volledig elektrisch en dat zorgt voor hogere kosten. Hoewel het dak van brouwerij royaal is voorzien van zonnepanelen (900 stuks) kan de bouwerij niet altijd geheel voorzien in haar eigen energiebehoefte. Verder is gebleken dat de huidige elektrische stoomgenerator minder effectief is dan de vroegere gas stoomgenerator. De stoomgenerator is zelfs 30% minder effectief dan vooraf berekend was. Er worden overigens verbeteringen doorgevoerd om de effectiviteit van de stoomgenerator te verhogen. Hoewel veel mensen begaan zijn met het milieu zijn er maar weinig bierliefhebbers die uit principe alleen biologisch bier drinken. Dat zijn volgens Eric alleen de “donker groene mensen”. Om te zorgen dat biologisch bier gedronken wordt moet je lekker bier brouwen, bier dat in de smaak valt bij een groot publiek. In 2015 begon de brouwerij uit haar voegen te groeien en moest gezocht worden naar een nieuwe locatie. Die is gevonden bij het Werkspoorkwartier aan de haven in Utrecht. Het is een oud industrieel pand uit 1914 dat getransformeerd is in een brouwerij met proeflokaal. Eric vertelt vol trots dat hij blij is met de stoere uitstraling van de nieuwe locatie. Uiteraard is er een duurzaam brouwhuis geïnstalleerd met waterbesparende sproeikoppen. Het water dat gebruikt wordt komt uit een eigen bron. De warmte die vrijkomt tijdens het brouwproces wordt hergebruikt. Het bedrijfspand wordt noch verwarmd, noch gekoeld. Er wordt gebruik gemaakt van natuurlijke ventilatie zoals die er ook aanwezig was ten tijde van de oorspronkelijke bouw. Het koelen van de vergistingstanks gebeurt met bietsuikersap in plaats van glycol. Dit koelmiddel heeft dezelfde eigenschappen dan glycol. Het is wel 3 keer zo duur, maar omdat je altijd wel verliezen hebt is voor dit alternatieve koelmiddel gekozen. De Leckere voorziet voor een deel in haar eigen grondstoffen. De eigen hopvelden hebben een omvang van 2 ha. Er wordt Hallertauer Tradition en Cascade geteeld. Daarnaast is er 120.000 ton brouwgerst in productie in Nederland. Het doel van de brouwerij is in de nabije toekomst efficiënter te produceren. Daarvoor zullen een aantal robots aangeschaft worden voor het afvullen en verpakken van het bier. Dit jaar bestaat De Leckere 25 jaar. Ter gelegenheid hiervan zal de brouwerij een aantal historische bieren brouwen. Één van de bieren zal 5 uur gekookt worden. Het bier krijgt hierdoor een karamelachtige smaak. Naar aanleiding van de presentatie van Eric konden vragen gesteld worden. Voor een groot deel gingen die over de vraag wat nu het verschil is tussen biologische mout en niet-biologische mout. In reactie hierop gaf Eric aan dat de mouterij veel behoefte heeft aan meer specifieke analyse resultaten van mouterijen. Bij De Leckere hebben ze al een paar keer ervaren dat mouten met nagenoeg gelijke analyseresultaten heel verschillende brouweigenschappen hadden. Heel opmerkelijk was dat Eric vertelde dat ze bij De Leckere er achter kwamen dat ze het brouwhuis op een andere wijze moesten schoonmaken afhankelijk van de kwaliteit van de mout van een bepaald jaar. Een brouwer van een andere brouwerij wist te vertellen dat er elk jaar door weersomstandigheden verschillen zijn in de moutkwaliteit en dat dit bij de brouwerij waar hij werkzaam was dit vooral te merken was door verschillen in filtratie van de maisch. Tenslotte verklapte Eric dat bij De Leckere de maischschema’s die gebruikt worden steeds aangepast worden in verband met de wisselingen in de moutkwaliteit. Jacques Bertens |
|
| Terug naar overzicht | |
De praktijkbrouwer |
maart 2007 |
| Door: anoniem | |
|
DE PRAKTIJKBROUWER Met ‘De Praktijkbrouwer’ heeft professor-emeritus Gilbert Baetslé een derde wetenschappelijk werk over brouwen en bier afgeleverd. Hij richt hierin ook op beperkte schaal tot de amateur-brouwer. Daaruit concluderen dat voor de amateur het ingewikkelde brouwproces nu samen te vatten is in enkele eenvoudige begrippen, is wel erg optimistisch. Het is en blijft in de eerste plaats een vakboek voor brouwers/ingenieurs. De inhoud van het boek is niet beter samen te vatten dan achteraan op de kaft staat vermeld: “Dit boek is een wetenschappelijk onderbouwde handleiding voor de procesingenieur, de procesoperator en niet in het minst de hobbybrouwer. Geen receptuur voor bieren op maat en smaak, geen vlucht in de doolhof van biochemische pathways waartoe de bierbrouwerij zich zo goed leent, maar een onderbouwde analyse en synthese om elke handeling, elk stadium beter te begrijpen en bij te dragen tot de kwaliteit van het product”. Voor alle duidelijkheid aan het adres van de hobbybrouwer: WYSIWYG. In het boek wordt de hele brouwcyclus behandeld van de gerstemout tot en met het serveren van het bier. De verschillende hoofdstukken zijn voorzien van heel wat cijferwerk, tabellen en formules op maat van de professionele brouwer. Bijna elk hoofdstuk eindigt op een of meerdere paragrafen aan het adres van de hobbybrouwers. Dit belet niet dat ook dit boek zelfs voor een gemotiveerde amateur een taaie kluif zal zijn. Het belet evenmin dat diezelfde amateur er toch een hoeveelheid bruikbaar materiaal in zal vinden. Maar niets smaakt zo zoet als een fel bevochten overwinning en dat geldt hier ook voor de hobbyist als hij weer eens wat heeft kunnen opsteken. Het boek heeft voor de Nederlandstalige amateur het voordeel dat hij in zijn eigen taal aan de slag kan in een materie die op zich toch erg moeilijk is. ‘De Praktijkbrouwer’ is ook overzichtelijker dan het fameuze ‘Handboek bij de studie van de mouterij- en brouwerijtechnologie’ dat voor de meeste Vlaamse en wellicht ook voor veel Nederlandse fanatieke hobbybrouwers vaak de eerste bron van informatie is. De raadgevingen van de professor aan het adres van de hobbybrouwer kloppen niet altijd met mijn persoonlijke praktijk. Maar dit wil niet zeggen dat hij geen redenen kan hebben om de zaken zo te benaderen of dat andere amateurs zich niet aangesproken kunnen voelen. Bij het boek steekt ook een cd-rom met enkele berekeningen die wel erg summier lijken voor een amateur-brouwer, maar die mogelijk wel volstaan voor de essentiële zaken in een brouwerij. De tijd was voor mij te kort om dat te kunnen natrekken. Het boek zal de amateur-brouwers die soms last hebben van de lichtheid van de zwaartekracht, weer met beide voetjes op de grond helpen. Brouwen is wel degelijk een wetenschap waarin geen plaats is voor fantasietjes en wensdromen. De professor spaart in het boek zelfs de wetenschappers niet die zich op leven en dood verdiepen in zaken als bv. stress bij de gist. Bij de presentatie in de brouwerij Huyghe, waar hij jarenlang adviseur was, haalde hij dat op zijn eigen spitse wijze nog eens aan. Daaraan heeft de praktijkbrouwer volgens hem helemaal geen boodschap. Als het citaat van Hegel ‘Je raakt snel ten prooi aan de misvatting dat je weet voordat je weet’, geldt voor brouwingenieurs, hoeveel meer geldt het dan niet voor hobbybrouwers? Na een korte kennismaking staat het voor mij al vast dat dit boek het eerste werk zal zijn dat ik zal raadplegen als ik weer eens iets op te zoeken heb. ‘De Praktijkbrouwer’ (ISBN 978 90 382 0998 2) is een uitgave van Academia Press in Gent (www.academiapress.be) en kan besteld worden in elke boekhandel in België en Nederland en kost € 50,00, eventuele verzendingskosten niet inbegrepen. Louis Meulders Prof. Baetslé signeert zijn nieuwe handboek. Prof. Baetslé met amateur-brouwer Louis Meulders |
|
| Terug naar overzicht | |
Een beetje bierhistorie |
oktober 2022 |
Door: Fons Michielsen |
|
|
EEN BEETJE BIERHISTORIE
Iedereen kan bedenken dat bier al heel lang wordt gemaakt. Vroeger waren de contacten tussen de verschillende regio’s en landen vrij beperkt en zo bleven bierstijlen beperkt tot de eigen regio. Er waren overeenkomsten, er waren verschillen. Men heeft altijd wel geweten dat je bier van gemout graan moest maken en niet van ongemout graan. Om landbouwkundige en economische redenen was dat meestal gerstemout, soms tarwemout. Misschien is het belangrijk om te beseffen dat het weken en kiemen wel redelijk beheerst werd, maar het drogen en afeesten van de groenmout was wel lastig. Vooral omdat de temperaturen niet goed beheerst konden worden. Het ging eigenlijk altijd te hard omdat er turf werd gebruikt en de mout kwam er altijd wat donker uit. Met andere woorden: bieren waren vroeger altijd donker. Verder was het eiwitgehalte van het graan onbekend en in de meeste gevallen te hoog, waardoor bieren troebel waren (nou ja, in een stenen pul zie je dat niet. Bovendien kende nog niemand de slogan Heerlijk Helder Heineken, dus: who cares) en omdat de vergisting ook niet zo goed werd beheerst waren die bieren ook zuur. Niet dat alle bieren altijd heel donker, heel troebel en heel zuur waren, maar je begrijpt het idee: de kleur was donker en werd niet beheerst, de troebeling werd niet beheerst en meestal zat er wat zuur in het bier. In Engeland werd waarschijnlijk de eerste belangrijke stap gezet in de richting van het huidige brouwen. In 1750 ging het brouwen van huisactiviteit over naar industriële activiteit en men begon rond 1780 een thermometer en een hydrometer te gebruiken. Tot die tijd was het allemaal dus maar wat natte-vingerwerk. En pas rond 1830, toen een Duitse delegatie naar Engelse brouwerijen ging kijken, werden deze instrumenten en technieken meegenomen naar Duitsland. Dus je kunt zeggen dat in Duitsland (en omstreken) tot 1830 een beetje op gevoel werd gebrouwen. Het gebruik van die instrumenten was dus een grote stap voorwaarts in het brouwproces. In het toenmalige Bohemen, nu ongeveer Tsjechië, was een goede kwaliteit gerst en hop beschikbaar en brouwerijen rond Plzeň (west van Praag) maakten in die tijd een heel goede wort. Maar het wort werd vergist zoals overal met als gevolg dat het bier zuur werd. In 1842 was een brouwmeester uit Plzeň op bezoek in München en nam niet alleen ideeën over brouwtechnieken mee naar huis maar ook wat gist. Rond die tijd kwam mechanische koeling beschikbaar (industriële revolutie en zo) en toen kon men in Plzeň met goede mout en hop en goede brouwtechnieken een goede wort maken die ook goed (= koud) vergist kon worden. Het is wat speculeren, maar mogelijk was in München minder melkzuurinfectie in het bier (en dus in de gist) omdat daar altijd al koud werd vergist. En als je dat trucje meeneemt naar Plzeň krijg je de voorloper van wat wij nu pils noemen. Rond 1850 kwam er een grote migratiegolf op gang naar de Verenigde Staten en deze migranten namen dat bier mee. Het gevolg was dat er ook in de VS ondergistend bier werd gemaakt. Men noemde en noemt dat “lager”. Een pils is een lager, maar niet elk lager is een pils. Inmiddels had Louis Pasteur rond 1842 het vermoeden gekregen dat biergist bestond uit ééncellige organismen en in 1850 was hij daar zeker van. En om even een sprongetje in de tijd te maken: Emil Hansen van de Carlsberg brouwerij was in 1881 in staat om een reincultuur te maken van de ondergist uit München die ook Carlsberg inmiddels gebruikte. Een reincultuur is een verzameling micro-organismen van precies één soort, dus zonder besmetting van andere micro-organismen. Dat betekent dus dat Carlsberg in staat was om besmetting met melkzuurbacteriën (en andere gistsoorten) tegen te gaan. En om nog even verder te springen: in 1904 onderzocht Emil Hansen wat Engelse bieren en hij ontdekte dat er naast de gewone gist (Saccharomyces) en melkzuurbacteriën (Lactobacillus en Pediococcus) nóg en gist in zat met een heel vreemde structuur. Hij noemde deze gist Brittanomyces. Zoiets als Saccharomyces uit Brittannië. Die naam werd later Brettanomyces. Die vreemde gist zat in heel veel Engelse bieren, zoals in Porters en Ales. Dat is nu natuurlijk niet meer, maar ik kan je aanbevelen om een keer een Porter met Brett als tweede gist te maken. Het is heerlijk. En we weten nu dat in België die “besmetting” van bier met Brett en melkzuurbacteriën tot cultuur is verheven en onder andere bij Lambiek en Geuze vóórkomt. Even terug naar pils. Er is wel wat verschil in pils. In Plzeň werd oorspronkelijk 3-traps decoctie gebrouwen en er werd met hout verhit en dat gaf, naast veel werk, ook een wat donkerder kleur aan het pils. In Duitsland (München) was het 2-traps decoctie en er werd algauw overgeschakeld op stoom, waardoor dat pils iets lichter van kleur was. Tegenwoordig is er nog steeds verschil tussen het bier uit Plzeň en “de rest” van Europa. In Plzeň is het nog steeds een 3-traps decoctieproces en de vergisting vindt plaats bij een lagere temperatuur (van 4 → 8 ⁰C) en de lagering duurt langer. We kennen dat pils als Urquell. De rest van Europa, om het even simpel te stellen (Duitsland, Nederland), brouwt pils met infusie of 1-traps decoctie, vergisten wat hoger (van 9 → 14 ⁰C) en lageren wat korter. In de VS wordt, naast mout, nog steeds een deel ongemout gebruikt als grondstof. Dat deden we in Nederland ook wel tot ongeveer 1991, maar de meeste Nederlandse brouwerijen maken nu volmout pils. En in de VS hebben ze – gemiddeld gesproken – iets meer haast met de vergisting en de lagering.
Fons Michielsen |
|
| Terug naar overzicht | |
Een gelukkig huwelijk |
november 2011 |
|
Een gelukkig huwelijk |
|
| Terug naar overzicht | |
Eerste persoonlijke bierbrouwerij de markt op |
mei 2011 |
| Door: Jan van Pelt | |
Eerste persoonlijke bierbrouwerij de markt op
Nieuw-Zeelander Ian Willams en Deen Anders Warn hebben onlangs 's werelds eerste persoonlijke bierbrouwerij gepresenteerd. Het apparaat stelt consumenten in staat om zelf vers bier te creëren. De twee uitvinders introduceerden de zogenaamde WilliamsWarn woensdagmiddag in Auckland. Het gepatenteerde apparaat bevat een roestvrij stalen drukvat, een regelaar voor het koolzuurniveau, een temperatuurcontroller, een afvalafvoer en uiteraard een tap en plateau waar bierglazen op te zetten zijn. Gebruikers zouden in staat zijn om binnen zeven dagen bier te brouwen. "We zien een enorm potentieel voor de WilliamsWarn bij iemand thuis, op kantoor of in een café", zegt Ian Williams, mede-oprichter van WilliamsWarn, die erop wijst dat de bierindustrie wereldwijd zo'n 230 miljard euro omzet. "WilliamsWarn geeft mensen de vrijheid om te experimenteren en hun eigen klassiekers te creëren."
Wereldwijde uitbreiding WilliamsWarn wordt sinds deze week verkocht in Nieuw-Zeeland. Later volgt uitbreiding naar de rest van de wereld. Williams: "We praten al met partijen in Qatar, Dubai en expats die wonen in landen waar het bier te duur is om te kopen. Zij zijn erg enthousiast over de mogelijkheid om bier te brouwen in hun eigen huis. " WilliamsWarn werd ontwikkeld met behulp van subsidie van het Nieuw-Zeelandse ministerie van Wetenschap en Innovatie.
Zie video: http://vimeo.com/williamswarn/the-williamswarn-personal-brewery
Bron: NUzakeljk, met dank aan Jan van Pelt
|
|
| Terug naar overzicht | |
Fermentatie |
juni 2024 |
Door: Christian Bertens |
|
|
OVERZICHT PRESENTATIE CLUBAVOND van 10 MEI Op het moment dat ik dit schrijf hoop ik dat geen van de leden ziek is geworden van de hapjes die geserveerd werden tijdens de clubavond. Als dit niet het geval is geweest, denk ik dat ik mijn punt duidelijk heb kunnen maken. Er zijn veel ziekmakende bacteriën, maar door gebruik van voldoende zout en een lage pH behoud je de goede bacteriën. Hierbij de tips: Bijgaand de twee tabellen uit de presentatie, daaronder de recepten:
De volgende recepten heb ik laten proeven: Gingerbeer 10 liter Snackworteltjes 1 kg Zuurkool 1kg Kruiden per kg kool Kimchi 1kg Kruiden per kg ingrediënten (of per liter water als je pekel maakt) Weeg de schaal waarin je de kimchi gaat maken zodat je weet hoe zwaar deze is. Hot sauce Christian Bertens |
|
| Terug naar overzicht | |
Franse Mont des Cats wordt achtste trappistenbier |
september 2011 |
| Door: anoniem | |
Franse Mont des Cats wordt achtste trappistenbier
De abdij op de Catsberg in het noorden van Frankrijk, vlakbij de grens met België, komt binnenkort met een bier op de markt. Die 'Mont des Cats' wordt de achtste trappist, zo bericht de VRT-nieuwsredactie. Voor Frankrijk zou het om de eerste trappist gaan. Enkele Belgische bierkenners waren al op de hoogte van het nieuws. "De broeders in Catsberg krijgen de hulp van de trappistenbrouwers van Chimay. Die hebben een nieuw recept ontwikkeld voor 'Mont des Cats'", vertelt bierkenner Geroen Vansteenbrugge. Naar verluidt zou de productie nog dit jaar verhuizen van Chimay naar de Catsberg zelf.
Voorwaarden Om het predikaat 'trappist' te mogen voeren, moet een product aan enkele voorwaarden voldoen. Het moet onder meer geproduceerd worden binnen de muren of in de nabijheid van een trappistenabdij. Het product moet door of onder toezicht van de kloostergemeenschap worden gebrouwen, en het grootste deel van de winst moet naar sociale werken gaan.
Twijfel Enkele bierkenners twijfelen nog of 'Mont des Cats' zomaar het trappistenlogo zal toegekend krijgen, ook omdat het in eerste instantie in Chimay zal worden gebrouwen. "Maar de kaas die op de Catsberg wordt geproduceerd, heeft het logo al. Bovendien zijn het de trappistenabdijen zelf die beslissen of een product al dan niet het keurmerk 'trappist' krijgt", vertelt Vansteenbrugge. "Ik vermoed dat dat geen probleem zal zijn."
Momenteel is er een Nederlandse trappist, La Trappe, en zes Belgische trappistenbieren: Chimay, Orval, Rochefort, Westmalle, West-Vleteren en Achel, dat als laatste het selecte clubje kwam vervoegen. Bron: DeMorgen.be (Dossier Al Dente) 31/05/11
|
|
| Terug naar overzicht | |
Helpt chemie valse trappisten ontmaskeren? |
februari 2011 |
| Door: anoniem | |
Helpt chemie valse trappisten ontmaskeren?
In het populairwetenschappelijke tijdschrift Eos verscheen een artikel waarin werd gemeld dat een nieuwe test de zeven enige echte Trappistenbieren ter wereld kan onderscheiden van namaak. Helaas brengen tal van brouwerijen goedkoper namaaktrappistenbier op de markt dat niet aan de basisvoorwaarden van een echte Trappist voldoet, maar wel de verkoop van de echte trappisten benadeelt, zo weet het blad te melden. Tot voor kort stonden monniken er vrijwel machteloos tegenover, maar daar komt nu verandering in, dankzij het European Commission's Institute for the Health and Consumer Protection. Met de liquid chromatography mass spectrometry onderzocht een zekere Claude Guillou het unieke fermentatieproces van de Trappist. Elke abdij gebruikt voor haar Trappist al eeuwen een eigen geheim recept, waardoor de smaak van elke Trappist zeer specifiek is. Guillou vroeg zich af of die specifieke eigenschappen op een of andere manier konden worden opgespoord, zo gaat het verhaal verder. Dit leverde voor Rochefort 8 een specifieke vingerafdruk op, waardoor deze Trappist duidelijk van 232 andere bieren kon worden onderscheiden. Guillou is ervan overtuigd dat monniken de methode snel met open armen zullen ontvangen, aangezien ze er hun producten voor het eerst echt mee kunnen beschermen. Bij de Trappisten in Westmalle viel men a.h.w. van zijn stoel. Nooit van het onderzoek gehoord en duidelijk een verhaal met haken en ogen. Eeuwenoud recept? De Trappisten zijn een relatief jonge orde en de Belgische al helemaal, en brouwen doen ze dus nog geen eeuwen, laat staan commercialiseren (Westmalle 1921). De brouwerij van de Achelse Kluis dateert pas van 1998. Mout kopen de Trappisten bij dezelfde mouterijen als vele andere brouwerijen. Het enige dat zijn geheimen nog niet volledig heeft prijs gegeven, is de gist.
Louis Meulders http://users.skynet.be/thuisbrouwen/ |
|
| Terug naar overzicht | |
Het 9de Nederlands Speciaal Bier Festival |
juni 2012 |
Door: Manus van Bommel |
|
De Roerstok weer aanwezig op het 9de Nederlands Speciaal Bier Festival |
|
| Terug naar overzicht | |
Het bierdieet van Dikke Willem |
maart 2012 |
|
Het bierdieet van Dikke Willem |
|
| Terug naar overzicht | |
In afwachting van... |
maart 2011 |
Door: Harrie Geerts |
|
IN AFWACHTING VAN
Als liefhebber van bier en pils ging ik 27 juni van het afgelopen jaar op een warme zondagmiddag, zeg eigenlijk maar een bloedhete middag, naar het Tilburgs bierfestival van T-drinks. Omdat over smaak niet valt te twisten en mijn kennis vooralsnog niet het niveau heeft van een amateurbrouwer zeg ik niks over de aangeboden bieren die er gepresenteerd werden door diverse brouwers. Voor mij geldt nog steeds: is het een genot als het vocht mijn smaakpupillen bereikt, vind ik de geur aangenaam en zou ik een tweede bestellen. Alleen over de presentatie er van, het leek er bij sommige op of het einde van het festival al was genaderd terwijl het net begon. Chauvinisme was wel aanwezig want volgens de uitbater van de eerste stand (maar ook andere) die ik aandeed kon ik net zo goed hier blijven en al mijn bonnen hier “verbieren”. Dit was het beste bier op het festival. Gelukkig vond ik waar ik al even naar op zoek was: de geheimen van bier brouwen ontdekken. Een stand van amateur bierbrouwers vereniging DE ROERSTOK bracht uitkomst. Daar stonden enkele leden trots hun vereniging te promoten. Op internet had ik al kennis gemaakt met deze club maar voordat ik me aanmeldde als lid wilde ik graag een fysiek contact. En het bezoek leverde meer op dan ik had verwacht. Ik kon me zowaar inschrijven voor een cursus bier brouwen, en kreeg zonder enig chauvinisme een eigen gebrouwen biertje aangeboden. De eerste afwachting was een feit, wanneer begint de cursus? Uitslag: 13 november de eerste dag en 18 december de tweede dag. Met een temperatuur verschil van ongeveer 35 graden Celsius tussen aanmelding en cursusdag en de voorbereidende theorie ging ik vol verwachting naar de cursuslocatie. Na een hartelijk welkom werd de theorie door Sietze Koopmans (die ik bij nader inzien al op de Heuvel had ontmoet) en Herman Beeke de theorie praktisch inzichtelijk gemaakt. De roerstok werd om beurten door de drie cursisten ter hand genomen. Bij elke volgende stap werd uitleg gegeven hoe en waarom. Geen vraag was te veel en een overkoker werd snel en effectief opgelost. Weer stond ik voor een verrassing: in de pauze werd ons een heerlijke erwtensoep geserveerd en tijdens de afsluiting kregen we nog een heerlijk biertje. Na de nodige instructie wat er thuis nog moest gebeuren gingen we met 10 liter bier naar huis. De tweede afwachting was een feit. Hoe zal het gerstenat zich ontwikkelen. Tweede cursusdag. De metingen voor alle cursisten wezen uit dat de gestelde doelen waren gehaald een eind SG van 1015 en een alcohol percentage van 5,8%. Ook de smaakpapillen leverden geen noemenswaardige verschillen. Het geheel werd gebotteld en de derde afwachting maakte zijn opwachting. We waren tevreden en voldaan. Onze eerste zet in brouwland was tot tevredenheid. Een klein presentje naar de cursusleiders was op zijn plaats. Een vereniging mag blij zijn met zulke leden die hun vrije dag, huis en haard ter beschikking stellen voor het geven van cursussen. De aanmelding voor de cursus heeft meer gegeven dan men mag verwachten. Voor aanvang een cursusboekje dat een goede leidraad is voor de aspirant brouwer, een half jaar lidmaatschap en de laatste cursusdag 10 liter Brabants Ale gebotteld, twee plastic emmers en een hevel. Ik had een halfgevuld flesje dat op advies van de cursusleiders na twee weken werd onthoofd voor de eerste smaakbeleving. Wat ik mocht verwachten wist ik niet maar de kleur, smaak en nasmaak stemde mijn hoopvol. Nog maar een afwachting inlassen. Zes weken hield ik het vol om niet een opener te pakken en het edele vocht de smaakpupillen te laten verwennen. Wat was er in die weken gebeurt? De verwachting die ik had werd een teleurstelling. Het gerstenat gaf een goede kleur maar geen schuim de smaak was zuur, naar mijn beleving zo zuur als een citroen. Meteen rees de vraag wat heb ik verkeerd gedaan, waar is het mis gegaan, heeft het met temperatuur te maken is het glas of de fles toch nog verontreinigd? Na het openen van het derde flesje was er voor mij geen hoop meer, het wordt gootsteenbier. Ik had zo graag een flesje aan mijn leermeesters willen overhandigen op de laatst gehouden clubavond. Nu kon ik alleen maar vragen wat heb ik verkeerd gedaan, of wat en waar is het fout gegaan, kan ik nog iets doen, wat is het resultaat bij de mede cursisten?
Harrie Geerts |
|
| Terug naar overzicht | |
Jan van de Hoogen |
mei 2024 |
Door: Jan van den Hoogen |
|
|
REISVERSLAG Tour des Trappistes. Westmalle Westvleteren Chimay Orval La Trappe Jan van den Hoogen |
|
| Terug naar overzicht | |
Maallust |
september 2012 |
| Door: anoniem | |
MaallustHet gaat goed met de Nederlandse brouwcultuur. Komen er in België iedere week nieuwe bieren bij, in ons land schieten de microbrouwerijen als paddestoelen uit de lucht. Afgelopen week ( juni 2012) ontdekte ik een pareltje op de Nederlandse brouwkroon. |
|
| Terug naar overzicht | |
Marc Vriens wint eerste hobbypilsbrouwwedstrijd |
juni 2012 |
Marc Vriens wint eerste hobbypilsbrouwwedstrijdHobbybrouwer Marc Vriens uit Tilburg mag zich de allereerste trotse winnaar noemen van de hobbypilsbrouwwedstrijd. |
|
| Terug naar overzicht | |
Modesta Bierfestival |
december 2011 | ||||||||||||||||||||||||
| Door: Chris Bauweraerts | |||||||||||||||||||||||||
MODESTE BIERFESTIVAL
|
|||||||||||||||||||||||||
| Terug naar overzicht | |||||||||||||||||||||||||
Nederland krijgt tweede trappistenbrouwerij |
november 2012 |
Door: Eugene Straver |
|
NEDERLAND KRIJGT TWEEDE TRAPPISTENBROUWERIJIn Zundert start trappistenabdij Maria Toevlucht met de bouw van trappistenbrouwerij De Kievit. Het is het tweede brouwende trappistenklooster in Nederland en negende wereldwijd. Naar verwachting opent de brouwerij aan het eind van de zomer van 2013. De Kievit Maria Toevlucht Proost! Magazine, 24 oktober 2012
Met dank aan Eugene Straver
|
|
| Terug naar overzicht | |
New Belgium Brewing |
februari 2012 |
Door: Gerrie Hage |
|
NEW BELGIUM BREWINGDe 2 e keer dat wij een reis naar Amerika hebben gemaakt zijn we via Denver gevlogen. Nu een stukje wat ik vertaald heb uit “Brew Your Own”. Fietsen zorgen ervoor dat de New Belgium Brewing blijft draaien
New Belgium Brewing Fat Tire Clone
|
|
| Terug naar overzicht | |
Op bezoek bij de thuisbrouwerij van Marc Vriens |
november 2009 |
Door: Paul Langenberg |
|
|
Op Bezoek Bij Thuisbrouwerij van………
Marc Vriens Zolang de lepel in de brijpot staat………. Veel leden van de Roerstok schijnen met bijna net zoveel graagte als de roerstok, de pollepel te hanteren. Marc Vriens vormt daarop geen uitzondering, integendeel, hij heeft zelfs van zijn hobby zijn beroep gemaakt en is alweer 9 jaar kok bij… jawel…. ”de Pollepel”. Dat is een restaurant voor alleenstaanden (en niet zoals velen schijnen te denken voor verslaafden). Alleenstaanden zijn er meer dan genoeg, althans als je hoort dat er gemiddeld zo’n tachtig mensen per dag komen eten en dat over 7 dagen in de week, dan zijn er misschien wel meer alleenstaanden dan samenwonenden. Overigens is Marc geen kok van opleiding al zit zijn opleiding, namelijk levensmiddelentechnologie, wel in de buurt. Meer hobby Van zijn andere hobby heeft hij nog niet zijn beroep gemaakt en die andere hobby is, hoe kan het ook anders, het brouwen van bier. Marc hoort eigenlijk bij de groep mensen die al vroeg begonnen zijn met brouwen. Ergens begin tachtiger jaren, toen hij klaar was met zijn opleiding is hij begonnen met brouwen maar vooral door de toen zeer beperkte mogelijkheden om aan goed materiaal te komen, bereikte hij niet de kwaliteit die hij graag zou willen en stopte hij met brouwen. Het bier kruipt echter waar het niet gaan kan en toen een van zijn kinderen een profielwerkstuk maakte over bier begon het weer te kriebelen en kwam de roerstok weer uit de kast. Van keuken naar badkamer Uw verslaggever valt binnen in een dampende keuken waar Marc bedrijvig in de ketel roert. Hij is bezig met het brouwen van 25 liter zwaar blond. Marc vertelt dat hij zich nu eens inhoudt en niet alsnog wat donkere mout toevoegt maar echt een lichtgekleurd bier wil maken, ook om een beetje te wennen aan het gezamenlijke Karmeliet recept dat eraan zit te komen. In brouwen en in koken is hij eigenlijk meer iemand die op gevoel werkt maar hij wil zich toch meer strak aan recepten gaan houden. Het triple type is zijn favoriet, Westmalle triple veelgeroemd, behoort ook tot zijn favorieten en tot genoegen van de verslaggever noemt hij ook het zogenaamde “Boerinneke” een biologische triple die ter plekke wordt geschonken. Lekker bier met een mooie balans tussen zoet en bitter. Marc houdt van wat meer gehopte bieren, het mag allemaal wel wat minder zoet. Daarover zijn we het al snel eens en het Boerinneke wordt dan ook met plezier geproefd. Badkamer Het zal niet lang meer duren voor Marc van de keuken naar de badkamer verhuist, hij heeft op de bovenverdieping een badkamer waardoor die beneden (volgens goed Tilburgs gebruik gelegen achter de keuken) alleen nog als douche gebruikt hoeft te worden, de rest gaat brouwerij worden. Marc wordt er niet door zijn vrouw uitgejaagd trouwens, ze ondergaat het brouwproces in de keuken gewillig want zij houdt ook wel van speciaalbier. Marc heeft trouwens ook een keer samen met broers en zussen gebrouwen. Dat bier staat te rijpen maar moet zo ongeveer klaar zijn zodat de familie binnenkort een feestje kan vieren. Om te kijken hoe hij zijn brouwerij in elkaar gaat zetten is hij recent voor het eerst naar Brouwland geweest. Hij vond het leuk daar eens te kijken naar wat er zoal te koop is maar vooral heeft hij foto’s gemaakt van installaties. Wensen Op brouwgebied heeft Marc naast zijn nog te bouwen installatie nog de wens om zich wat meer te gaan richten op het opkweken van gist. Met zijn opleidingsachtergrond zal dat geen groot probleem zijn. Nu gebruikt hij vaak gedroogde gist, deze keer overigens niet want het zakje met vloeibare gist dat hij straks gaat gebruiken, staat al goed bol. Als zijn brouwerij klaar is, wil Marc minstens een keer per maand brouwen. En komt dat bier ook op? Dat zal wel lukken want naast zijn broers en zussen heeft hij ook nog vrouw en drie kinderen die een goed bier wel kunnen waarderen. Dus dat probleem is wel opgelost. Paul Langenberg |
|
| Terug naar overzicht | |
Opmerkelijk |
juni 2011 |
| Door: anoniem | |
OPMERKELIJKHoe lang kan een mens overleven op enkel... bier? Een 46-jarige Amerikaan beëindigde vorige zondag een 46-dagen durende vastenperiode waarin hij enkel bier en water tot zich nam. Hij deed daarmee wat Pauliaanse monniken uit München hem eeuwenlang hadden voorgedaan. Maar hoe lang kan een mens overleven op bier en water? Een paar maanden waarschijnlijk vooraleer de gevolgen van scheurbuik en het gebrek aan proteïnen zich echt zouden doen voelen. Wie enkel op bier zou proberen te overleven - en aan water zou verzaken-, zou geen lang leven beschoren zijn. Men zou na enkele dagen, weken misschien, sterven ten gevolge van deshydratatie, voornamelijk afhangend van de hoeveelheid en het alcoholgehalte van het bier. Hoewel er volop water in bier zit, zou het diuretische effect van alcohol uiteindelijk ook tot deshydratatie leiden (Een diureticum is een middel dat de uitscheiding van water door de nieren bevordert).
Scheurbuik (de benaming voor een ziekte ten gevolge van een langdurig vitamine-C tekort zoals dat in vroeger eeuwen op zeilschepen op de grote vaart veel voorkwam) zou een wat ironische doodsoorzaak zijn voor een bierdrinker, omdat bier lang als een goede preventie tegen de ziekte werd beschouwd. In de 18de eeuw gaven dokters hun patiënten bier tegen de koorts, de tandvleesontstekingen en de wonden die door scheurbuik werden veroorzaakt. De legendarische ontdekkingsreiziger James Cook zwoer bij bier en beval zijn bemanning er dagelijks ruim 4 liter van te drinken. Maar omdat bier grote scheurbuikuitbraken niet kon voorkomen werd uiteindelijk ingezien dat het allesbehalve een remedie tegen de ziekte was. In 1795 schakelde de Britse marine dan over op citroensap.
Een gemiddeld biertje bevat nul tot 30 milligram vitamine C, naargelang het brouwsel. Maar alcohol zorgt ervoor dat die vitamine C bij het urineren sneller wordt afgescheiden dan gewoonlijk. In 1920 testten Britse onderzoekers de effecten van een bierdiëet op 2 ezels. Elk van de dieren kreeg dagelijks 200 milliliter Indisch bier toegediend, samen met ander voedsel dat geen vitamine C bevatte. Duidelijke symptomen van scheurbuik vertoonden zich na 37 dagen bij een en na 57 dagen bij het andere dier. Naast vitamine C, is bier opmerkelijk arm aan vitamines A, D, E en K, evenals aan thiamine, proteïne en vet. Indien niet eerst scheurbuik wordt vastgesteld zou het gebrek aan thiamine snel tot de dodelijke ziekte beriberi leiden. Dat is een aandoening die wordt veroorzaakt door een tekort aan vitamine B1 (thiamine), waarbij één vorm het hart- en vaatstelsel aantast en een andere vorm zich manifesteert met neurologische symptomen.
Onbehandeld leidt beriberi tot hartproblemen. Ook een gebrek aan proteïnen houdt een belangrijk risico in met potentiële gevolgen als spierverlies en bloedarmoede. Om de gewenste dagelijkse hoeveelheid proteïnen op te nemen met enkel het drinken van bier moet zo'n 15 liter per dag worden soldaat gemaakt. Bron: Express.be, 18 mei 2011 |
|
| Terug naar overzicht | |
Oud wordt weer jong |
november 2011 |
| Door: anoniem | |
|
Oud wordt weer jong |
|
| Terug naar overzicht | |
Rock, rap of klassiek, wat maakt het meest dorstig? |
maart 2012 |
|
Rock, rap of klassiek, wat maakt het meest dorstig? |
|
| Terug naar overzicht | |
Slakkengif mag wel, maar bier niet meer |
april 2012 |
|
Opmerkelijk |
|
| Terug naar overzicht | |
Tijdmachine |
februari 2023 |
Door: Fons Michielsen |
|
|
Tijdmachine
Ik vind jouw regels wel mooi, want dat betekent dat ik het moet doen met hun grondstoffen en hun brouw-apparatuur. Anders zou het verleidelijk zijn om die Middeleeuwse brouwers iets te vertellen over onze grondstoffen en onze brouwmethoden en hen overhalen om grondstoffen en apparatuur aan te passen aan onze normen en kennis. |
|
| Terug naar overzicht | |
vakantie belevenisse van Huub |
september 2011 |
| Door: anoniem | |
VAKANTIE BELEVENISSENBella Italia Zoals gewoonlijk gaan Els en ik in de maand juni meestal een aantal dagen naar Duitsland en Oostenrijk. Dit jaar gingen we zelfs nog iets zuidelijker en wel naar Italië. Vanuit het kleine plaatsje Tenna (vlakbij het meer van Levico) hebben we een aantal mooie passen van de Dolomieten gereden en uiteraard een bezoek aan het Gardameer gebracht. Uiteraard gingen we daar ook nog even een kijkje nemen in het geboortedorp van Carlo Rossi in Gargnano. Helaas was Carlo daar niet aanwezig omdat hij in Tilburg herstellende was van een drie dubbele kaakbreuk. Op biergebied heeft Italië helaas niet zo veel te bieden. Eerlijkheid gebied me te zeggen dat ik me daar ook niet al te veel in heb verdiept en mijn zinnen had gezet op het bezoek aan een van de beste Weissbierbrouwerijen ter wereld: Brouwerij Schneider! Via internet heb ik vooraf een afspraak gemaakt om teleurstelling achteraf te voorkomen. Een aantal jaren geleden stond ik bij brouwerij Erdinger voor een gesloten deur, vandaar!
Richting Duitsland Na een weekje Italië met heerlijk weer met temperaturen rond de 30 graden gingen we via het Oetzdal in Oostenrijk richting Duitsland. Op de weg tussen München en Neurenberg was het een en al hop, hop en nog eens hop. Uiteraard zijn we daar even gestopt om te kijken hoe de hop er bij stond in vergelijking tot thuis. Toen we daar vertrokken hadden mijn beide hopplanten de hoogte van slechts 1,5 meter bereikt. In het Duitse hopgebied reikte de hopplanten tot mijn verbazing al tot aan de bovenste leidraden (6 à 7 meter). Een enorm verschil met thuis! Tegen de avond bereikten we het schitterende plaatsje Kelheim.
Via internet hadden we daar een hotel vlakbij de brouwerij besproken. Na een heerlijk Duits diner en het nodige weissbier gingen we moe maar voldaan naar bed, waar ik maar moeilijk in slaap kwam denkende aan het brouwerijbezoek van de volgende dag.
Kelheim Ondanks het feit dat ik me pas om 14.00 uur bij het brouwerijkantoor moest melden voor de excursie gingen we na het ontbijt al richting brouwerij om de zaak vast te verkennen. De Biergarten was nog helemaal leeg en ik kon rustig even rondlopen en wat foto’s van het complex maken. Hierna maakten we een wandeling door het schitterende Kelheim. Ondanks de aanwezigheid van wat industrie en een grote brouwerij heeft dit plaatsje toch zijn pittoreske sfeer weten te behouden.
Kelheim beschikt over een prachtig behouden gebleven oude stadskern met torens en poorten uit de Middeleeuwen. Bijna overal kijkt men vanuit Kelheim uit op de “Befreiungshalle”, het herkenningsteken van de stad staat op de hoge Michelsberg. Van daaruit heeft men een prachtig uitzicht op de omgeving. Ter herinnering aan de bevrijdingsoorlog tegen Napoleon liet koning Ludwig I van Beieren het monumentale ronde gebouw (1842-1863) bouwen door de bekende Münchener bouwmeester Leo von Klenze. Tijdens onze wandelingen kwam ik er ook nog achter dat er vlak in de buurt ook nog eens een echte kloosterbrouwerij lag, maar daarover later meer.
Op bezoek bij Georg Schneider Rond het middaguur gingen we eerst even lunchen in de Biergarten van brouwerij Schneider. Hier genoten we van Regensburger worst met zuurkool en mierikswortel. Dat laatste verraste Els enorm toen zij en flinke hap nam in de veronderstelling dat het een soort witte kool was. Haar van schrik vertrokken gezicht zal ik nooit meer vergeten! Na de lunch spoedde ik mij naar het brouwerijkantoor waar zich al een aantal andere bierliefhebbers had verzameld. Precies om 14.00 uur nam onze gids ons mee naar het brouwerijcomplex waar we eerst een film kregen te zien. Na afloop wist ik dat momenteel Georg Schneider de Zesde aan de macht is en naast bierbrouwen ook nog aardig kan schilderen. Alle afbeeldingen op de nieuwe etiketten zijn volgens mij van zijn hand. Via een klein museum waar het originele receptenboek van Georg de Eerste in een kluis wordt bewaard gingen we eerst naar het brouwhuis. Wie hier ouderwets koperen ketels verwacht komt bedrogen uit. Bij binnenkomst zagen we schitterende de rvs ketels, marmeren vloertegels en glazen wandspiegels. De brouwerij was volop in bedrijf maar daar was eigenlijk weinig van te merken. Vanuit een controlekamer hield men het brouwproces nauwkeurig in het oog. Elke dag wordt hier 2000 hl bier gebrouwen.
Vanuit het brouwhuis nam onze gids ons mee naar de gistingsruimte. Helaas mochten we hier niet even binnen kijken omdat deze ruimte sinds enige tijd geen deel meer uitmaakt van de rondleiding. Omdat het bier hier in open bakken wordt vergist is men als de dood dat de gisting wordt beïnvloedt door bacteriën van buitenaf en is het ook niet ondenkbaar dat een of andere malloot iets in het gistende bier gooit. Hierdoor moest onze groep genoegen nemen met een nostalgische opstelling waarin wordt uitgebeeld hoe de bovenop drijvende gist wordt afgeschept. Op een Duitse site vond na enig speurwerk wat foto’s van de open gistkuipen die ik mezelf en jullie niet wil onthouden omdat het toch wel enigszins uniek is en je dit niet bij een dergelijke grote brouwerij verwacht. (zie: http://www.blog-ums-bier.de/2010/06/brauereifuhrung-im-weissen-brauhaus-g-schneider-kelheim/)
Na het aanhoren van het gistingsverhaal bracht de gids ons naar de bottelarij waarin een geweldige vaart ruim 40.000 flessen per uur worden gebotteld. Vanaf een bordes konden we dit schouwspel van dichtbij aanschouwen. Achter onze rug bevond zich op hetzelfde bordes een soort van bottelmuseum met allemaal oude werktuigen die vroeger werden gebruikt voor het bottelen van het bier. Het was bijzonder leuk om met behulp van een van deze oude bottelapparaten zelf een fles Schneider weissbier te mogen afvullen. Hiervan maakte iedereen dan ook dankbaar gebruik.
Na de rondleiding werden we naar de inmiddels goed gevulde Biergarten gebracht waar we het gehele assortiment van Schneider mochten proeven. Op een na waren dit allemaal hele mooie en lekkere bieren. De alcoholloze Schneider vind ik persoonlijk niet te pruimen. Puur wort wat je drinkt! In tegenstelling tot bv Bavaria waar men alcoholvrij bier maakt d.m.v. een revolutionair systeem waar de gist op een drager is geplaatst, haalt men bij Schneider voor het bottelen de alcohol uit het bier d.m.v. destillatie. Absolute toppers naast de traditionele Schneider Weisse (Tap-7) waren voor mij Grunes Schneider (Tap-4) en Schneider Hopfenweisse (Tap-5). De Grunes wordt gebrouwen met enkel biologische grondstoffen. De Hopfenweisse is een bijzonder hoppig bier wat ontstaan is uit de samenwerking tussen brouwmeester Hans-Peter Drexler van brouwerij Schneider en Garrett Oliver, brouwmeester van de Brooklyn Brewery in New York USA. Beide bieren bevatten wat meer alcohol en zijn wat lichter van kleur dan de gewone Schneider waarin wat geroosterde mout wordt gebruikt.
Op de zeer informatieve internetsite van de brouwerij (http://www.schneider-weisse.de) staat een overzicht van de ingrediënten die men voor één liter weissbier gebruikt: Water: 1 liter Tarwemout: 108 gram Pilsmout: 72 gram Geroosterde mout: 2 gram Hop: 0,07 gram Schneider bovengist: 4 gram Na afloop van de proeverij nam ik afscheid van mijn mede excursiegenoten en trof ik na ruim 1,5 uur Els weer aan in de inmiddels overvolle Biergarten. Kloosterbrouwerij Weltenburger De volgende dag zouden we een boottocht maken op de veel beschreven en bezongen Donau-rivier. Het traject wat wij die dag hebben afgelegd is niet zo blauw als in het beroemde liedje wordt bezongen. Wel een heel mooi stuk waarvan de “Donaudurchbruch“ enige jaren gelden een Europese prijs ontving. Vanaf de boot hadden we een mooi uitzicht op de witte kalkrotsformaties die loodrecht vanuit de Donau omhoog rijzen. Op het eind van de 6 km lange boottocht doemde het beroemde klooster van Weltenburger op. Tot mijn verbazing wordt er ook bier binnen de muren van dit klooster gebrouwen en zeker ook hele lekkere, getuige het feit dat men in 2004 en 2008 als lekkerste donkere bier werd gekozen bij de “World Beer Awards”. Men pretendeert de oudste kloosterbrouwerij (sinds 1050) van de wereld te zijn, maar dat claimt Weihenstephan in München ook! Helaas was het niet mogelijk om de brouwerij te bezoeken, dat kan schijnbaar wel in de weekenden. Uiteraard dronken we in de op de binnenplaats gelegen Biergarten een Weltenburger Weissbier wat bijzonder heerlijk smaakte. Hopelijk heb ik op de clubavond van september nog wat over om jullie wat te laten proeven! Huub Soemers
|
|
| Terug naar overzicht | |
Vakantie Tsjechië |
september 2011 |
Door: Jacques Bertens |
|
BERTENS BLIK IN DE BROUWKETELDe afgelopen zomer, of wat er voor door moest gaan, ben ik samen met mijn vrouw (Ria) op vakantie geweest in Tsjechië. Er naar toe hebben we een stop gemaakt in Bamberg en terug in Leipzig. Bamberg Bij Schlenkerla viel het mij op dat het rauchbier veel minder gerookt smaakte dan in het verleden. Het bier was vrij zoetig en had een steviger karamelkarakter dan de laatste keer dat ik het dronk. Toen was het net alsof je een asbak uitlikte. Daar was nu geen sprake van. Het blijft fantastisch om deze hoofdstad van het bier te bezoeken. Zelf kom ik er heel graag.
Na een paar dagen wandelen en kuren gingen we richting Praag. En laat nu net op de weg daar naartoe Pilzen liggen. De Tomtom werd dus ingesteld op het adres van de brouwerij Plzeňský Prazdroj of te wel Pilsner Urquell. We reden er zo naar toe, rechtstreeks het expeditieterrein van de brouwerij op. In het Tsjechisch en met veel gebaren werd ons uitgelegd dat we zo’n 200 meter verderop moesten zijn. Door de beroemde poort van de brouwerij reden we even later opnieuw het brouwerijterrein op, deze keer om de auto bij het bezoekerscentrum voor een paar uur te parkeren. Je kunt bij Pilsner Urquell kiezen voor een rondleiding in het Tsjechisch, Duits of Engels. De rondleiding die het eerst gegeven werd was in het Engels maar ik denk dat we beter af waren geweest als we een kwartier later met de Duitse rondleiding waren gegaan. In ieder geval was voor onze gids de uitspraak van het woord brewery een hele kluif. Maar hij deed goed zijn best en gaf geen slechtere uitleg dan die je van een gemiddelde rondleider bij een grotere brouwerij mag verwachten. We werden met de groep in een bus geladen (die aan de buitenkant beschilderd was zodat je geen foto’s kon maken) en stapten uit bij een hypermoderne bottelarij. Ik mocht er foto’s nemen omdat ik een fototoestemming gekocht had voor 100 Tsjechische kronen (± € 4). Natuurlijk nam ik de nodige foto’s. Terug de bus in. Op naar het oude brouwhuis. Onderweg passeerden we gigantisch grote CCT’s. Hoeveel het er waren kon ik niet zien door de beschildering van de bus maar er kon ongelofelijk veel bier in die tanks. Het oude brouwhuis is een juweeltje. Zoveel brouwketels op een rij te zien doet mijn brouwershart toch wel wat. Dankbaar maakte ik gebruik van mijn fototoestemming. Vervolgens door naar een ruimte waar we een uitgebreide videopresentatie kregen. De brouwmeester kwam in beeld en vertelde dat bij Pilsner Urquel nog steeds gebrouwen wordt volgens de 3-stapsdecoctiemethode en dat ze 3 keer hop toevoegen. Saaz hop natuurlijk! Na een tentoonstelling over mout, hop, water en gist (die mout en hop mogen ze wel vervangen, absoluut niet vers) kwamen we in de nieuwe brouwzaal. Het is er heel warm. Hier wordt constant gebrouwen en bijzonder grote beslagkuipen. Het uitvoeren van decoctie met deze hoeveelheden lijkt mij een heel gedoe. Maar goed, ze zeggen dat ze het doen…
Praag is bijzonder mooi historische stad. Ruim 25 jaar geleden toen het communistische regime nog heerste hadden Ria en ik de stad voor het laatst bezocht. Er was veel veranderd. Natuurlijk waren de oude gebouwen en smalle straatjes hetzelfde gebleven maar het vrije markt stelsel had het aanzien van de stad aanzienlijk gewijzigd. Overal cafés, McDonalds en souvenirwinkels. En de prijzen voor een kopje koffie en een glas bier waren exorbitant gestegen. Die prijzen waren ongeveer twee keer zo hoog als in Marienbad en te vergelijken met die van Amsterdam. Uiteraard hebben we genoten van onze hernieuwde kennismaking met de stad. Ons hotel was in een buitenwijk maar met de metro waren we snel in de binnenstad. Daar hebben we veel te voet bekeken. Veel bezienswaardigheden staan op vrij korte afstand van elkaar. In de binnenstad zijn ook diverse brouwerijen gelegen, 5 om precies te zijn. Iets buiten de binnenstad zijn er nog eens 5 meer. Praag is dus ook een echte bierstad! Wij hebben ons beperkt tot de 5 brouwerijen in de binnenstad.
Glasfabriek en bierbrouwerij, een bijzondere combinatie De volgende dag ging de reis naar Harrachov een bekend wintersportplaatsje in het Reuzengebergte tegen de Poolse grens. Hééél toevallig hadden we hier een hotel naast de plaatselijke brouwerij. De brouwerij maakt onderdeel uit van een glasfabriek/glasblazerij. Een heel bijzondere combinatie die ik nog nooit eerder gezien heb. Vanuit de brouwerij kun je een blik werpen op de ambachtelijke glasblazerij en als je de glasblazerij bezoekt krijg je een biertje aangeboden in de brouwerij. Overigens is een bezoek aan de glasblazerij zeer interessant. Dat de werkers na gedane arbeid graag een paar potten bier drinken kan ik mij voorstellen gezien de hitte waarin zij werken. Overigens vertelde de rondleidster dat de weknemers tijdens werktijd mineraalwater, thee en alcoholvrij bier aangeboden krijgen. Maar volgens mij zijn veel Tsjechische werknemers niet vies van een alcoholische versnapering tijdens het werk. In een ambachtelijk glasblazerij is dat wel heel gevaarlijk. We hebben bij de brouwerij een pilsner gedronken en een donker bier dat veel op een lichte stout leek. Het smaakte mij in ieder geval prima evenals het eten dat hier geserveerd werd. Vermeldenswaardig is dat je bij de brouwerij kunt genieten van een bierbad. In een bad wordt warm water gedaan en dat wordt aangevuld met 5 liter pilsner, 5 liter donker bier en een handvol hoppellets. Misschien iets voor thuis als je te weinig flesjes hebt schoongemaakt? Vanaf ons hotel vlak bij het hoofdstation gingen we te voet naar Brauerei Bayerischer Bahnhof. Hier genoten we onze maaltijd in een zeer drukke biergarten. Het bijzondere van deze brouwerij is dat men er een zuur bier brouwt: Gose. Het is niet zo zuur als een goede geuze maar toch redelijk zuur. Overigens zijn er meer zure bieren in Duitsland, denk maar eens aan Berliner Weisse.
http://s11.photobucket.com/albums/a190/jacbier/Vakantie2011TsjechieBambergenLeipzig/?albumview=slideshow (zonder spaties).
Jacques Bertens |
|
| Terug naar overzicht | |
Verslag Kerstbierfestival Essen |
januari 2012 |
Door: Kees van Haaren |
|
VERSLAG Kerstbierfestival ESSEN
|
|
| Terug naar overzicht | |
Verslag vakantie 2012 |
september 2012 |
Door: Huub Soemers |
|
VERSLAG VAKANTIE 2012
|
|
| Terug naar overzicht | |
Waarom je het zuur krijgt van bier |
maart 2012 |
|
Waarom je het zuur krijgt van bier |
|
| Terug naar overzicht | |
Door: Jacques Bertens
Door: Herman Beeke
Door: Huub Soemers 

Door: Eugene Straver
Door: Paul Langenberg
Door: Peter van Iersel
Door: Frits Haen 
Door: Fons Michielsen 


Door: Christian Bertens 



Door: Manus van Bommel
Door: Harrie Geerts
Door: Jan van den Hoogen 
Door: Gerrie Hage 
Door: Kees van Haaren 





