Terug naar overzicht

Op bezoek bij “DE MOSSELMAN”

april 2007
Door: anoniem

OP BEZOEK BIJ “DE MOSSELMAN”

Gastbrouwen bij een Deltabrouwer

Niet bij de eerste de beste, maar bij Leo Hollestelle (Oude torenbrouwerij). ‘s Morgens om 9 uur werden wij (ik, Jack Tuip en mijn Bob-brouwmaatje Rudy) ontvangen in het kleine, maar welbekende dorpjeYerseke, op de sabbatdag (die door iedereen, behalve door Leo en zijn vrouw Riet, met volle overtuiging werd nageleefd). Een warm onthaal met koffie en ovenwarme croissantjes, die wij met veel smaak naar binnen werkten. Gelijk met de deur in huis vallen, zei Leo, want daar is mijn brouwhulpje (Riet) met de natgeschroten mout, die ze in handzame bakjes had verdeeld, zodat Leo niet te zwaar moest tillen (wat een liefde). Inmiddels was het maischwater op temperatuur en kon de storting beginnen. Wat een mooi filterplaatje had hij daar (maar het paste niet in mijn zak), want er zaten geen gaatjes in, maar sleufjes, die er volgens Leo met een laser waren ingeslepen (connecties, zei Leo). Daar moesten wij het mee doen. Nou het was niet alleen de plaat, maar waar je ook keek, overal zag je meetapparaten en pompen. Hij controleerde alles wel drie keer, want voor één gat te vangen was Leo niet. Met wikken en wegen wordt de meeste tijd verstreken, gooide hij er nog achteraan en gelijk heeft ie.

Toen het tegen de middag aan liep kwam Riet met kaasblokjes en gevulde dadels aan draven en dat werd weer gevolgd door een schaal met lekkere broodjes. Maar de grote verrassing kwam van Leo zelf, want hij had waarachtig twee bieren op vat staan, die we natuurlijk moeten proeven (een Duvelke en een geheel eigen Dadelpalm, mmmmm). De iets wat ziltige smaak was toch ergens in je mond terug te halen, maar dat gaf er heuse plaatsgebonden smaak aan. Ook had Leo nog andere biertjes in zijn assortiment: Oesterbier en mosselbier en die laatste daar heeft hij ook zijn naam aan te danken. Want hij trekt er op uit om ieder die wil van mosselen te voorzien met natuurlijk zijn eigen mosselbiertje (vanaf 30 personen).

Oesterbier had ie naar eigen zeggen gemaakt met een gedeelte zout water uit de Schelde geschept (door zijn brouwhulpje, natuurlijk).

Even terug naar het brouwen, want we gingen over naar de filterfase, waar dezelfde maischketel voor bleef dienen, omdat het wort werd rondgepompt. Het filteren verliep goed en we konden gaan koken, maar daar kwam Leo’s brouwhulpje alweer om zich op de bostel te storten die verwijderd moest worden. De bostel werd in een oude wastobbe geschept en daar verdween al sleurend het hulpje en de bostel uit het brouwlokaal (wat een hemels brouwplezier moet Leo hebben). De hele rattenplan werd weer tot glimmen gebracht, want Riet (alias brouwhulpje) kon poetsen. Ik bleef mij er over verbazen.

Dat is nou echte liefde, maar ik ga thuis toch niet vragen om mij te begeleiden, want ik weet het antwoord al!!! Na het koken werd het hete wort in een gesloten RVS ton gepompt, waar van binnen een spiraal zat, die het wort ging koelen toen er alles inzat

De temperatuursensor werd in werking gezet en wij gingen met een gevuld glas naar een ander vertrek, zodat Riet de zaak weer kon laten blinken. Daar aangekomen zagen we Leo’s laatste aanwinst: een prof lab microscoop, die hij had gekocht van een prof (wat een geweldig apparaat). Hij had wat vloeibare gist meegebracht, die we eens nader zijn gaan bekijken. Je ziet er, als je lang kijkt, dat de cellen zich vermenigvuldigen en dat is wel heel bijzonder. Er kwam een tijd dat we huiswaarts moesten keren, want je raakte er niet uitgekeken en uitgeluld, zoals ze dat in Tilburg zeggen. We hadden uit België nog wat pralines en een mooi bierboek van Michael Jackson meegebracht waar ze dolgelukkig mee waren. Na veel handen geschud en afspraken gemaakt zijn wij huiswaarts gereden. Maar toen heb ik, omdat we in Yerseke waren, den Bob (Rudy) even langs de dijk gestuurd en ons nog op een viske getrakteerd. Thuis ben ik na al dat goede direct de lakens op gaan zoeken en heb gedroomd over al die toeters en bellen van Leo.

 

Jack Tuip

 

Terug naar overzicht