Terug naar overzicht

Overschuimers 02-2008

februari 2008

Overschuimers

Brouwen leidt soms tot vreemde taferelen in huize Pol. Enige tijd geleden heeft Pol na een lange brouwloze periode, gevolg van ambities op het gebied van opleiding, weer eens de roerstok ter hand genomen. De allereerste keer na zo’n anderhalf of twee jaar leverde een bier op dat de gemiddelde gootsteenontstopper met gemak verslaat. Het tweede bier bleek een vrij hard en iets te bitter vocht dat met wat fantasie wel voor een bok kon doorgaan maar geweldig was het niet. En toen kwam het derde bier na de grote drooglegging. Dat bleek een stevige jongen met een SG van 1075, de gist ging voortvarend aan het werk, het was de opgekweekte gist van St. Bernardus van een vorige brouw die daarin goed had gepresteerd. Het leverde de volgende dag een bijzonder schouwspel op. Het stalen vat, voor lage temperatuur behoed door het in de keuken te plaatsen, was geheel bedekt met een kleiige, schuimig witte massa vol glanzende luchtbellen die na een rustige afzaktocht langs de wanden van het vat gezellig de keukenvloer in beslag nam. Langzaam voortkruipend probeerde de suikerachtige vloeistof de rest van het huis te veroveren, een frisse geur verspreidend van verse gist die zich verheugt in zijn actieve bestaan.

Een vrolijk welkom voor een brouwer natuurlijk, zo’n demonstratie van levendigheid al vroeg in de ochtend. Een fraai moment om even bij stil te staan, dat moest ook wel want de slippers van Pol werden door een zeer hoge kleefkracht acuut aan de vloer vastgelijmd.

Enige emmers sop later bleek de keukenvloer weer teruggekeerd tot de oorspronkelijke kleur en gladheid. Dat zijn natuurlijk wel de momenten dat een brouwer naar het tegeltje in de w.c. kijkt waarop in sierlijke krulletters de spreuk “ gescheidenheid siert de mens” staat geschreven. Dan blijkt ook dat brouwen duidelijk een emanciperende functie heeft, mannen blijken wel degelijk te kunnen schoonmaken en dat ook graag te doen.

Het bier stopte overigens na deze zeer enthousiaste start al bij 1040 met gisten, veel te vroeg want dan zou het gehemelte net zo plakken als de vloer. Het stoppen met gisten deed ook de temperatuur dalen, wat Pol op het lumineuze idee bracht het zakje ondergist dat hij had aangeschaft voor het geval dat Al Gore er toch naast zat en het toch ooit nog winter zou worden, in stelling te brengen. En zo geschiedde en voorwaar, de koudbloedige monstertjes vraten zich een weg door de suikermassa en brachten rustig doch gestaag het SG alsnog terug naar 1012. Na een week werd het eerste flesje op proef opengetrokken, groot was de teleurstelling toen het schuim nog sneller wegvloog dan dat in een glas cola. Pol wist de aanvechting om alles dan maar gelijk aan het riool te offeren, te bedwingen. Gelukkig maar want enige weken later bleek het dat het koolzuur zich toch lekker in het bier had genesteld.

Ja, het brouwen blijft een beroep doen op het improvisatievermogen van de brouwer, het zorgt voor voldoende lichaamsbeweging, de reeds genoemde emancipatoire functie mag ook niet worden uitgevlakt, kortom, de Nederlandse Staat zou het thuisbrouwen moeten subsidiëren. Naast de partij voor de dieren zou een partij voor de thuisbrouwers niet misstaan, waar blijft de oprichter?

Pol de Schuimer

Terug naar overzicht