Terug naar overzicht

Doe mij maar een Bierschnaps

september 2009
Door: anoniem

Doe mij maar een Bierschnaps

Een aantal jaren geleden maakten een biervriend en ik op weg naar München een ommetje langs Bamberg. Het bleef beperkt tot Schlenkerla en dat vroeg dus om een uitgebreider bezoek. Dit jaar kwam het er van en ik heb het mij niet beklaagd. De Bierschmecker Touren met rugzak en bierpul heb ik aan mij voorbij laten gaan.

Met een stadsplannetje in de hand trok ik het erop uit door de wirwar van straatjes en steegjes – de GPS voor de auto lijkt overigens ontworpen door Esso of Shell om je zoveel mogelijk rond te laten rijden in de eenrichtingsstraten van de Welkulturerbe. Voor de meeste brouwerijbezoeken doe je best flinke stapschoenen aan, want de minuten opgegeven door Bamberg Tourismus lijken wel afgeklokt door een betere marathonloper.

Helaas lijkt het ook een specialiteit van de Bamberger brouwerijen en andere Biergarten om heel uiteenlopende openingsuren te hebben. Zodus loop je een kwartier om vast te stellen dat de tent die dag gesloten is of pas enkele uren later opengaat. En, minder prettig, de volgende ook nog eens. Tot grote ergernis ook van een nog jonge, stevige Beier. ‘Bij ons zijn ze allemaal al van ’s morgens open, waarom hier ook niet Frühschoppen’, zegt hij.

De dorstwekkende uitstap bracht mij wel langs de Stephansberg en dus langs de eigenlijke brouwerij van Schlenkerla waar de gerookte geur opsteeg. Door de open poort was op de binnenkoer een cubitainer te zien met een zeer donkere inhoud. Ze zullen hier toch niet hun voeten vegen aan het Biersteuergezets van 1516, vroeg ik mij af.

Over het bier en de brouwerijen wil ik niet uitweiden, dat is hier zeker al vaker gedaan, behalve dan dat ik Schlenkerla die dag tweemaal bezocht. Zo speciaal en uitdagend is dat bier. Een man die opstaat van de Stammtisch en zeker niet dronken lijkt, zegt dat hij mij nog gezien heeft. Een straf geheugen, want dat moet 7 jaar geleden zijn. Nog meer opvallend dan de brouwerijen, en dat zijn er tien, is een veelvoud aan Nervenkliniken. Of zouden dat vooral ontwenningsklinieken zijn?

Wat mij het meest verraste, was de Bierschnaps die in het restaurant op de kaart stond. En hij smaakte nog ook, en naar meer… De meeste, of misschien alle brouwerijen hebben er wel een. En door die van Schlenkerla proef je de rooksmaak dwars doorheen. Eens wat anders dan peat in een whisky en dat in verhouding voor een prijsje.

Een bezoek aan Kulmbach en Bayreuth kon er nog wel bij. De Kulmbacher Bierbraurei, nu van Heineken, imponeert al van ver, maar daar blijft het bij. Gelukkig is er, na een eindje stappen, nog de Kommunbräu. Een huisbrouwerij die niks te maken met communes van na mei ’68, maar een coöperatieve met 480 aandeelhouders die dit jaar haar vijftienjarige bestaan viert.

Bayreuth dan, nog zo’n exponent van de grootheidswaanzin van Duitse prinsen die wel prachtige gebouwen heeft nagelaten. Lekker, of eerder met kippenvel, door de voetgangerszones op zoek naar een parkeergarage. Aan rand van de stad het Brauerei Museum van Maisel. Volgens het Guinness Book ‘das umfangreichste der Welt’. En dat is niks gelogen. Een complete brouwerij van een eeuw oud, precies Oud Beersel, maar dan in het heel groot en netjes afgestoft. Sorry, familie Martens uit Bocholt, jullie hebben een mooi museum, maar hier valt mijn mond open.

Op het einde van de rondleiding wacht in de oude bottelarij een keuze aan witbieren, want Maisel is daarin dé specialist. Wil het toeval toch dat daar een van de oudere brouwingenieurs komt doorgestruind. Hij blijkt een fan van Belgisch bier te zijn en zeker ‘bolleke’ heeft op hem een grote indruk nagelaten. Blijkt hij naar het einde van zijn carrière ‘stoker’ te zijn geworden. Hij troont het vijfkoppige gezelschapje mee naar zijn heiligdom. We mogen de vinger soppen in de warme alcohol van 70 graden (alcohol!) die traagjes uit de distillatiekolom vloeit.

Van 100 liter Weisse maakt hij 4 liter Bierschnaps. Door de geringe bitterheid is Weisse hiervoor zeer geschikt. Niet van retourvaten die op café zuur zijn geworden of vaten met een fout. Alleen van goede Weisse, want fouten proef je ook na het afstoken, zegt hij. Ter afronding proeven we een lekje Bierschnaps die 3 jaar op eiken vat heeft gelegen.

De verleiding is te groot om ook hier niet een fles schnaps mee te nemen. Weegt ook vele minder. Dat wordt deze winter nog nagenieten.

Louis Meulders

Terug naar overzicht