Terug naar overzicht

Meer bier

april 2023
Door: Fons Michielsen

MEER BIER

Soms hoor ik het verwijt dat ik over te moeilijke onderwerpen schrijf. Dus ik dacht: pakkende titel, dan begin je misschien te lezen. Ik heb een Grainfather van 30 liter (G-30). Ik weet dat er veel leden zijn die een G-30 of een Brew Monk of Arsegan hebben met allemaal hetzelfde principe: ketel, korf, bodemzeefplaat, overloopbuis, bovenste zeefplaat.
Ik meet altijd het moutrendement (dus hoeveel opbrengst ik heb per kg mout) en de ene keer is dat wel aardig, maar vaak valt het tegen. En dan verlang ik wel eens terug naar mijn oude installatie (die gelukkig in goede handen is) waar een flinke roerder in zat en waar het rendement vrijwel altijd goed was. Ik was op 11 februari bij Samen WAT Brouwen. Tot mijn verbazing had Huub Soemers zijn overloopbuis uit zijn Brew Monk gehaald en hij stond zeer tevreden te kijken naar hoe zijn heldere wort uit het pijpje de ketel in stroomde. Met behoorlijke snelheid. Nou riep Huub al vaker naar mij dat ik meer water moest gebruiken en ook rijsthulzen, maar naar die adviezen had ik steeds maar half geluisterd.

Als je nu geen zin hebt om de rest van dit verhaal te lezen, dan geef ik eerst even de conclusies:
1. gebruik in ieder geval 3,5- 6,5 liter extra water,
2. gebruik maximaal 5 % rijsthulzen,
3. verwijder de overloopbuis en maak het gat in de onderste (en bovenste) filterplaat dicht.

En dan nu de uitleg.
Ik maisch gewoonlijk in met de verhouding 1 : 3. Dat wil zeggen 1 kg mout en 3 kg water. Je kunt meer water gebruiken of minder. Wat is de functie van meer of minder water? 􀀁 Laten we veronderstellen dat het zetmeel al in de moutdeeltjes wordt afgebroken tot suikers. In het moutdeeltje is de concentratie hoog, in het water/wort er omheen laag. Dus de suikers gaan van het moutdeeltje naar het water/wort. Hoe hoger de concentratie in het water/wort, des te langzamer gaat dat transport en des te langzamer de omzetting. Dat heet eind-product-remming. Heb je veel water, dan gaat dat proces beter (maar dan houd je natuurlijk minder water over om te spoelen en dat is dan weer jammer). Bij weinig water is de concentratie van suikers in het water/wort snel hoog en gaat de omzetting langzamer.

Heb je veel water, dan zit er veel ruimte om de mout-deeltjes heen. Bij het rondpompen kan het water/het wort goed om de moutdeeltjes heen spoelen en zo alle opgeloste stoffen meenemen. Maar heb je weinig water, dan krijg je waarschijnlijk kanaalvorming: het water/wort dat wordt rondgepompt
zal niet alle moutdeeltjes kunnen omspoelen en daarmee zal er meer suiker in de moutdeeltjes achterblijven. En het rondpompen zal niet zo snel gaan.

Meten
Ik ben eens gaan meten. In mijn keteltje zit onder de korf 3,5 liter ruimte. Naast de korf zit 0 – 5,7 liter ruimte (afhankelijk van hoe hoog de korf is gevuld). Maar laten we voor het gemak er van uit gaan dat de korf voor de helft is gevuld met bostel en water en dat er naast de korf 3,0 liter water staat. Een rekenvoorbeeld.

Ik maak een pils met 1045, heb 4,6 kg mout en 13,8 l water. De mout neemt 3,7 liter ruimte in (nl. 80 % van 4,6 kg) in het water. Het totale volume is daarmee 17,5 liter. De ketel is ongeveer voor de helft gevuld. Onder de korf zit 3,5 liter water en naast de korf zit ongeveer 3,0 liter water. Dan zit er in de korf slechts 7,3 liter water (en 4,6 kg mout). Dat is niet echt de verhouding die ik wenste: ik wil 1 : 3, niet 1 : 1,6. Met andere woorden: het moutbed in de korf is vééél te compact. Dat kun je op twee manieren oplossen. Het eerste is: voeg meer water toe. In ieder geval die 3,5 liter die onder de korf staat en liefst ook nog die 3,0 liter die naast de korf staat. De tweede maatregel is om rijsthulzen te gebruiken.
Daarmee blijft er meer ruimte tussen de moutdeeltjes en worden ze beter omspoeld door water. Maar er is nog een derde maatregel die wel handig is. Je wilt eigenlijk dat alle wort door het moutbed gaat en niets door die overloopbuis. Dus ik heb de overloopbuis verwijderd en het gat in de onderste zeefplaat afgedopt. Maar het wort moet wel wat snelheid hebben want als het langzaam door je moutbed loopt koelt het teveel af. Mede daarom die rijsthulzen. Ik heb het gedaan. OK, ik heb het maar één keer gedaan. Maar het liep als een trein. Ik kon, met 5 % rijsthulzen, vrijwel op volle snelheid rondpompen, wat volgens mij heel gunstig is. Toen ik aan spoelen toe was bleek, dat het wort wel érg snel door het moutbed liep: het spoelwater namelijk ook. En dat is iets minder handig, want als dat te snel loopt heeft het te weinig tijd om suikers mee te nemen. Dus de volgende keer zou ik iets minder rijsthulzen gebruiken (nou ja, bij tarwe en haver misschien wél 5 %).

Hieronder een tekening met links de oude situatie en rechts de nieuwe. Volgens mij kun je dit doen in alle 30 liter automaten. Ik moet toegeven dat er wel een beperking zit aan dit verhaal. Als je 6,5 liter extra water wilt toevoegen kom je niet verder dan een brouwsel van 19 liter met een begin s.g. van 1065. Je kunt wel naar 1080 gaan met 19 liter maar dan moet je 3,5 liter water toevoegen in plaats van 6,5 (nou ja, in mijn G-30). Maar dat is dan wel zo’n beetje de grens.

202304_meer_bier
Oh ja, er zijn mensen die altijd roeren in hun keteltje. Ook Jacques Bertens zei me dat tijdens de Samen WAT Brouwen-dag: roeren, roeren, roeren.
Maar ja, ik heb een A U T O M A A T gekocht. Dat wil zeggen dat ik niks hoef te doen. Het eerste wat ik kocht toen ik ooit, lang geleden, zélf een installatie bouwde was een roermotor. Want ik wíl helemaal geen anderhalf uur roeren. Nou, ik kan zeggen, ik was deze ene keer dik tevreden. En ik ga dit zeker vaker doen. En ik heb er alle vertrouwen in dat deze aanpak veel beter gaat, gemakkelijker, meer rendement.
Er is nog een bijkomend voordeel. Bij een Grainfather-30 zit de overloopbuis zeer stijf aan de bodemzeefplaat. Als je die buis even aanraakt/opzij duwt (bijvoorbeeld omdat je wilt roeren) wipt die bodemplaat ook op en komt er geschrote mout op de verhitter met alle gevolgen van dien (aanbranding!!).
Dat gevaar is weg als je die buis niet meer nodig hebt. Heus, ik kan het aanbevelen.

Fons Michielsen.

Terug naar overzicht