Artikelen over Biertypen
| Terug naar overzicht | |||||||||||||
Een kopje bier |
december 2010 | ||||||||||||
| Door: anoniem | |||||||||||||
Een kopje bierAls hobbybrouwers eens wat andere ingrediënten willen gebruiken dan die worden toegepast voor de traditionele bierstijlen ligt het gebruik van koffie aroma’s eigenlijk voor de hand. Koffie heeft veel van de aroma’s gemeen met de donkere bieren (geroosterde mout) en kan complexiteit toevoegen aan bieren als een porter of een stout of zelfs een nieuwe dimensie aan lichtere bierstijlen. Voor je zomaar een kop koffie in je gistvat toevoegt zijn er wel een aantal factoren waaraan gedacht moet worden om de kwaliteit van je ‘koffie-bier’ te kunnen beïnvloeden. Type koffieDe kwaliteit van bier wordt voor een deel bepaald door de kwaliteit van de ingrediënten, en dat geldt ook wanneer er koffie wordt gebruikt in bier. Gelukkig is de koffieindustrie de laatste tijd redelijk ontwikkeld en zijn er in speciaalwinkels een aantal soorten en kwaliteiten te krijgen waar we mee kunnen variëren in het bierrecept. De twee belangrijkste factoren voor het type koffie zijn het land van herkomst en de mate waarin de koffiebonen zijn gebrand. Koffie wordt grofweg in drie regionen geteeld: Zuid-Amerika, Afrika en eilanden rond Indonesië. Hoewel de koffiesmaken kunnen variëren zijn er toch overeenkomsten voor iedere regio. De Zuid-Amerikaanse koffie is helder, zurig en zuiver; de Afrikaanse complex (bloemen, fruit, bessen); de Zuidoost Aziatische is diep, rijk en aards. Sommige koffiesoorten worden ‘puur’ verkocht, maar gebruikelijker zijn de koffieblends, samengesteld uit meerdere regio’s. Als je zoekt naar een algemene koffiesmaak toevoeging aan je bier is een blend een goed uitgangspunt. Even belangrijk als de herkomst van de bonen is de mate waarin de koffie gebrand (geroosterd) is. De mate waarin koffie is gebrand wordt bepaald door de temperatuur en de tijd dat de bonen zich in de brander bevinden. Naarmate de bonen dieper gebrand zijn zullen de bitterzoete en gebrande aroma’s de boventoon gaan voeren ten koste van de karakteristieken van de herkomst van de koffie. Er zijn vele benamingen in gebruik om de mate van gebrandheid te benoemen, maar we kunnen grofweg de volgende categorieën aanhouden: licht, medium, donker (of French). De karakteristieken voor de categorieën staan in onderstaande tabel.
De lichte en medium variant worden doorgaans aangeduid met hun streek van herkomst (eventueel als blend), dit is minder relevant voor de donkere varianten die dan vaak worden aangeduid met de mate waarin ze zijn gebrand. Er rest nog een waarschuwing voor de donker gebrande koffie. Deze koffie bevat relatief meer vetten, die weliswaar positief kunnen bijdragen aan een vol mondgevoel, maar een negatieve bijdrage leveren aan de schuimvorming. Bij het vaststellen van het bierrecept kan nu worden nagedacht over de aroma’s die in het eindproduct (bier) kunnen terugkomen. Wil je een bitterzoete component van een donkere koffie als aanvulling op je stout of de fruitige complexiteit van licht gebrande Ethiopische koffiebonen als interessante aanvulling op je porter? Zou de sterk zure Columbiaanse boon goed tot zijn recht komen in een donker bier, of toch beter in een lichtere variant?
ExtractiemethodeNog een belangrijk aspect is de manier waarop het koffiearoma in het bier komt. Bij veel recepten wordt iets vermeld als ‘voeg 2 koppen sterk gezette koffie toe’. Dit kan voldoende zijn, maar er zijn betere methodes of beschrijvingen om een de het gewenste aroma effect te verkrijgen. Er zijn 3 factoren die bepalen hoe de aroma’s er uit de koffie worden overgedragen: maling (fijn, grof), temperatuur en contacttijd. Hoe fijner de maling, hoe meer contactoppervlak er beschikbaar is voor de overdracht en hoe korter de tijd die nodig is om de aroma’s over te dragen. Te lange contacttijd kan voor te grote extractie zorgen wat weer nare bijsmaken kan opleveren (wrangheid). Dit is de reden dat koffie voor een koffieapparaat met een filterzakje veel fijner gemalen is dan koffie die wordt gebruikt in een apparaat waarbij water langer in contact staat met de koffie (‘French Press’). Met deze kennis kan er voor 2 soorten aanpak worden gekozen om koffie aan het bier toe te voegen: toevoegen van koffie die al is gezet of de (gemalen) koffie direct aan het bier toevoegen. Het is dus een optie om ‘gezette’ koffie aan het bier toe te voegen, maar het verdient geen aanbeveling. Om voldoende koffie aroma in het bier te krijgen moet er redelijk veel koffie worden toegevoegd, zeker in als het aan een bier wordt toegevoegd dat van zichzelf al veel smaak bevat, zoals een stout of een porter. Door de grotere hoeveelheid toegevoegde koffie kan er een ongewenste verdunning ontstaan. Dit kan in beperkte mate worden opgevangen door een sterkere koffie toe te voegen (meer koffie, fijnere maling, langere contacttijd tijdens het koffie zetten) maar dat kan makkelijk leiden tot wrange en harde aroma’s. Het gebruik van espresso koffie kan een goed alternatief zijn. Espresso machines zijn in staat om een aromatische, geconcentreerde kop koffie te creëren zonder de wrange en harde aroma’s. Dit komt doordat deze machines een extra dimensie aan het koffiezetten toevoegen: druk. Door de hogere druk wordt het water/stoom in korte tijd door de koffie geperst waardoor een korte contacttijd ontstaat bij een fijn gemalen koffieboon. Hierdoor wordt een zeer sterke en toch smakelijke koffie gezet die zich goed leent om aan het bier te worden toegevoegd. Het toevoegen van espresso aan bier is echter wel kostbaar. Niet alleen de koffiezetter is duur, maar ook de koffie zelf. Voor 10 liter bier zijn ongeveer 5 tot 10 kopjes nodig om de smaak een beetje terug te kunnen vinden. Een zeer goed alternatief is de koude extractie of ‘cold press’ methode. Hierbij worden 2 eetlepels grof gemalen koffie per 250 ml koud water toegevoegd in een schone, gedesinfecteerde en afsluitbare fles. De fles wordt vervolgens 24 uur in de koelkast bewaard. De inhoud kan worden gefilterd met een koffiefilter. Deze methode creëert een koffie met een volle body en kan worden toegevoegd aan het einde van het koken of tijdens de secundaire vergisting. Een andere methode is om de koffie (bonen of grof gemalen) direct toe te voegen tijdens het maischen, na het koken (tijdens het koelen van het wort) of tijdens de secundaire vergisting. Het is niet aan te bevelen de gemalen koffie of koffiebonen te koken omdat hierdoor een harde bitterheid kan ontstaan. Dit is trouwens de rede dat nog maar weinig mensen een ouderwetse percolator gebruiken om koffie te zetten.
BierstijlMet al deze koffiekennis kan er nu worden beslist wat voor bier er moet worden gebrouwen. Bieren gebrouwen met veel geroosterde mouten zoal een porter of een stout lenen zich bij uitstek voor dit doel. Het proces van koffie branden lijkt er op dat van mout branden, en de aroma’s vormen een natuurlijke aanvulling op elkaar. Iedere extractiemethode zoals hiervoor beschreven kan worden toegepast om een extra dimensie aan een stout of porter recept toe te voegen. Houdt wel in de gaten dat koffie ook bitterheid aan het bier toevoegt. Als je uitgaat van een goed gebalanceerd recept, verdient het aanbeveling om het aandeel geroosterde mout of hop te verlagen met ca. 5 EBU. Hoewel koffie goed samengaat om een accent aan donkere bieren toe te voegen, kan het ook voor andere biersoorten worden gebruikt. Net zoals voor bier geldt ook voor koffie dat er veel verschillende aroma’s voor handen zijn die ook goed kunnen samengaan met een lichter bier. ‘Furthermore Beer’ in Spring Green, Wisconsin (USA) (www.furthermorebeer.com) brouwt een Mexicaanse donkere lager met koffie toevoeging genaamd ‘Oscura’ als een zomer special. “Wat we nastreven is om een licht bier te brouwen waarbij de koffie tonen naar voren worden gebracht” zegt Furthermore brouwmeester Aran Madden. “We willen de koffie op een voetstuk zetten”. Een Nicaraguaanse koffieboon uit Wisconsin (USA) wordt gebruikt voor de Oscura. De hele boon wordt toegevoegd tijdens het lageren om zoveel mogelijk aromatische bestanddelen van de koffie te behouden. Dit komt eigenlijk neer op de koude extractie methode zoals hiervoor beschreven, echter gedurende een langere tijd en zonder de boon te malen. Deze methode kan worden gebruikt om subtiele koffie aroma’s toe te voegen aan een groot aantal bierstijlen. Wees creatief en bedenk welke koffie goed zou smaken bij jouw favoriete bier of welk bier jouw favoriete koffie zou kunnen complementeren.
Porter Voor 10 liter bier: 1440 gram pale ale mout 480 gram munichmout 15 EBC 240 gram caramout 120 EBC 60 gram zwarte mout 15 gram Fuggles hoppellets 5.1% alfazuur (60 minuten koken) 7 gram Fuggles hoppellets 5.1% alfazuur (20 minuten koken) 180 gram cold press Mokka Java koffie Wyeast 1056 American Ale of White Labs WLP0001 California Ale
Montezuma’s Revenge (Mexicaanse donkere lager met koffie) Voor 10 liter bier: 2160 gram Vienna mout 480 gram munichmout 15 EBC 120 gram Cara Vienna mout 120 gram maisvlokken 19 gram Hallertau Hersbrucker hop 4.5% alfazuur (60 minuten koken) 15 gram Hallertau Hersbrucker hop 4.5% alfazuur (30 minuten koken) 120 gram licht gebrande centraal Amerikaanse koffie (b.v. Nicaragua) Wyeast 2112 California Lager of White Labs WLP810 San Francisco Lager
Matt Lange
Bron: Zymurgy, maart/april 2010, vertaald en bewerkt door Arjan Baks
|
|||||||||||||
| Terug naar overzicht | |||||||||||||
Tarwe bier, op z’n Amerikaans |
november 2010 |
Door: Rene Stenvert |
|
TARWE BIER, op z’n Amerikaans
Matthias Richter – de jongensachtige brouwmeester van de Bayerischer Bahnhof Gasthaus und Gose Brauerei in Leipzig – hoorde op de brouwschool van het bestaan van Gose, het moeilijk te beschrijven Noord-Duitse bier, maar hij had het nog niet geproefd voordat hij in 2003 aan het werk ging in de brouwerij. Toen Richter in 1976 werd geboren, op ongeveer 60 kilometer afstand, was de laatste brouwerij die regelmatig Gose maakte al 10 jaar gesloten. Een aantal brouwerijen maakte vanaf 1985 een kleine hoeveelheid onder licentie, maar totdat Bayerischer Bahnhof in 1999 opende, wilde er niet één doorgaan met de productie. Gose is een fascinerend relikwie, gekend om zijn zure karakter. Sommige beschrijvingen vinden het zuurder dan Berliner Weisse, waarschijnlijk omdat men het ooit spontaan liet gisten. Tegenwoordig kookt Richter het wort met melkzuur die is gegist in de kelder van de brouwerij, beginnend met de melkzuurbacterie van het oppervlak van z’n mout en met toevoeging van ongehopte wort in de speciale gistbak. Het recept bevat ook koriander en zout. Tegenwoordig wordt een tweede Gose, Döllnitzer Ritterguts Gose, onder licentie gebrouwen voor een afstammeling van de oorspronkelijke eigenaren van de Rittergutsbrauerei Döllnitzer, die de belangrijkste Gose brouwerij was in de 19e eeuw. De meeste drinkers vinden Rittergut dikker en zuurder, met meer koriander en meer zoutsmaak dan de Bahnhof versie. Als brouwerij-restaurant verkoopt Bahnhof z’n meeste bier daar waar het gebrouwen is en verpakt en exporteert maar een gedeelte, onder andere naar de Verenigde Staten. Richter maakt meer Gose dan welke brouwerij in wereld dan ook, maar dat is nog minder dan 500 hectoliter. “We hebben mensen uit Leipzig die alleen Gose drinken in dit café,” zegt Richter, de naam van het bier uitsprekend als “goes-e”, met een korte “e” aan het eind. “Mensen uit andere steden komen om het te proberen. Maar in Duitsland wordt hoofdzakelijk pils gedronken. Ze zullen Gose proberen en dan weer terugkeren naar pils.” Weinig Duitse drinkers kennen het bier werkelijk, maar zoiets als Gose verschijnt bij verschillende brouwerijen in de V.S., bijvoorbeeld in Pittsburgh, Phoenix, Indianapolis, Austin, in twee brouwerijen in Portland-Oregon, en zelfs in Golden, Colorado, bekend van z’n Coors bieren. Deze bieren smaken niet noodzakelijk als een Gose, zoals vandaag of honderd jaar geleden gebrouwen in Leipzig, maar daar gaat ’t misschien niet om. Toen Michael Jackson in 1977 zijn World Guide to Beer schreef, vond hij 4 fundamentele tarwe stijlen: Belgische lambic en Belgisch wit, weizenbier en Berliner weisse. Tegenwoordig brouwen Amerikaanse brouwerijen vele bieren die in deze stijlen passen, maar vele meer die dat niet doen.
Een stap terug in de tijd Meerdere Amerikaanse brouwerijen maakten ‘weisse’ bieren al in de 19e eeuw, hoewel er niet één dat in grote hoeveelheden deed. Er waren bijvoorbeeld 25 witbier brouwerijen in de tweede helft van die eeuw operationeel in Philadelphia. Ze produceerden 4800 hl in 1879 en 10.300 hl in 1890. Dat was ongeveer 0,5 tot 1 procent van de totale bierproductie van de stad. Soms noemden de Amerikaanse brouwers dit Berliner Weisse en het lijkt dat alle witbieren geïnspireerd werden door Berlijn. Ze werd gemaakt door en voor de golf aan Duitse immigranten die in de jaren 1840 arriveerden, op een moment dat de Zuid-Duitse Weizen op z’n laagste populariteit stond en de Berliner Weisse dé drank van het noorden was. Omdat ze weinig alcohol bevatten, meestal minder dan 2 % vol., mochten ze op zondagen verkocht worden daar waar Lager verboden was. In 1882 beschreef het handelsblad The Western Brewer weiss bier als het lichtste gemaakte bier, gelig van kleur, de tong kriebelend vanwege de grote hoeveelheid koolzuur die ’t bevat. Het had een “licht zure of zure wijn smaak” en was erg dorstlessend maar kon niet langer dan een week vers gehouden worden in de zomer, omdat er geen grote hoeveelheden hop toegevoegd werden.
Het blad beschreef details over de productie: “terwijl het bier aan het gisten is (wat ongeveer 24 uur na de bereiding gebeurt) moet het in flessen gebotteld worden, anders verliest het niet alleen zijn kracht, maar wordt ’t ook zuur. Als het bier gebotteld is, bevat ’t een ietsje alcohol, maar is ’t nog geen bier, en het wordt pas drinkbaar na het bottelen en als het voldoende tijd krijgt om in de fles te gisten. Na 24 uur is het drinkbaar, maar ’t wordt nog beter na 48 uur.
In 1900 meldde The Western Brewer: “Het in de Verenigde Staten gemaakte witbier wordt in het algemeen gemaakt volgens dezelfde methodes van maischen en gisten als in Berlijn: hoge gisting, waarbij het typische Berliner Weisse gist essentieel is, in combinatie met een flinke hoeveelheid tarwemout met gerstemout. De meeste Amerikaanse witbieren die op deze manier zijn gemaakt zijn in wezen identiek aan het oorspronkelijke Berlijnse product en onderscheiden zich onderling in de USA met dit bier niet meer als de makers in Berlijn zich daar onderscheiden”.
In die publicatie vermelden andere artikelen dat sommige brouwers toevoegingen zoals graan gebruikten en zelfs met water verdunde lagers als Weisse verkochten. The American Handy Book of the Brewing, Malting and Auxiliary Trades (het Amerikaanse handboek voor brouwen, mouten en ondersteunende branches) stelde dat dit in 1902 gebruikelijk was: “Het gebruikte materiaal en de maischmethode verschilt sterk. Tarwe mout wordt soms, maar meestal niet alleen gebruikt. In plaats daarvan werd er tot 30% tarwemout gebruikt samen met lichte mout.” Het wort werd maar 30 minuten gekookt. Dit resulteerde in een heel anderbier.
Tarwebieren kwamen blijkbaar niet terug toen de Drooglegging werd beëindigd in 1933. Royal Breweries in St. Louis was één van de weinigen die het probeerden, opgestart in 1934 maar failliet in 1935. Dus toen The Practical Brewer in 1948 door de Master Brewers Association werd gepubliceerd, besteedde het boek slechts 3 paragrafen aan tarwe, en dan alleen nog als tarwevlokken in een artikel over toevoegingen.
Tarwebier in Amerika: de tweede ronde Anchor Brewing in San Francisco begon eigenlijk met een schone lei toen het in 1984 ‘Anchor Wheat’ ging brouwen. Het bier was gefilterd en, als belangrijkste, gegist met Anchors’s ale gist. Andere brouwerijen en brouwcafés (en daar waren er allebei niet veel van) volgden het voorbeeld; het gebruik van neutrale ale gist met tarwe in plaats van de kenmerkende Duitse Weizengist of van de Belgische witbiergist. Om eerlijk te zijn heeft dat niet altijd geresulteerd in de meest interessante bieren in brouwcafé’s die het tarwebier maakten als hun ‘lichte biertje’. Als Jonathan Cutler van Piece Pizzeria & Brewery praat over het tarwebier wat hij brouwt voor de zomerconsumptie in dit brouwcafe is hij eerlijker dan anders. “Ik noem ’t ons bullshit Amerikaans tarwebier”, zei hij. Cutler brouwt prijswinnende hefeweizens, maar hij zet dit bier, gebrouwen met 25 procent tarwe, Amerikaanse hop en een Engelse ale gist, in de zomer op de tap voor hen die iets nog lichter van kleur en smaak willen dan een weizen.
Daarom zei Nick Floyd van Three Floyds Brewing in Indiana: “het meeste Amerikaanse tarwebier is saai. Voor mij is Amerikaans tarwebier de Miller Lite van de keten van brouwcafé’s.” Die gedachte inspireerde hem tot het brouwen van Three Floyds Gumballhead en bewijst dat “Amerikaans tarwebier niet waardeloos is”. Het bier zit vol met aromahop voor geur en smaak en verder dry hopped, in tegenstelling tot vroegere commerciële tarwebieren. Dit is echter maar één voorbeeld van bieren die breken met de Europese traditie. Een paar andere voorbeelden: - The Widmer Brothers en Pyramid uit het noordwesten pionierden met wat bekend staat als Amerikaans Hefeweizen: troebel en gekruid met karakteristieke noordwestelijke hopsoorten. - In Michigan verbasterde Larry Bell, de grondlegger van Bell’s Brouwerij, het woord saison door een bier te maken genaamd Solsun in 1991. Vanwege wettelijke bepalingen noemde hij het Oberon en vandaag is het verantwoordelijk voor de helft van Bell’s verkoop, hoewel het een seizoensgebonden product is. “We dachten na over wat we konden doen in Amerika en het gebruik van tarwe”, zei Bell. - Boulevard uit Kansas City gebruikt bijna dezelfde tarwe samenstelling in z’n wijdverspreid populaire Unfiltered Wheat Beer en ZÖN, een witbier wat de gouden medaille won op het Great American Beer Festival in 2009. De eerste is een troebel saison van 4.3%, gedeeltelijk gemaakt van regionale granen en wat drinkers uit Amerika’s zogenaamde ‘broodmand’ in de arm hebben gesloten.
Wat gebeurt er hierna? Amerikaanse brouwers maken meer dan genoeg tarwebieren die de smaakprofielen nagenoeg nabootsen van stijlen die ergens anders hun origine hebben. Dat betekent niet dat het concept van stijl hun beperkt. Bekijk het bier dat Dan Carey van New Glarus Brewing in Wisconsin ‘Crack’d Wheat’ (‘Gebarsten Tarwe’) genoemd heeft. Hij noemt het “de optelsom van alles wat ik geleerd heb over het brouwen en wat belangrijk voor me is”. Tarwe en het gistingskarakter wat een weizen gist geeft, zijn essentieel voor de smaak, zo ook de Cascade en Amarillo hop bovenop de Hallertau Tradition, inclusief een stevige dosis droge hop. Het is gegist in speciaal daarvoor ontworpen open bakken met vanzelf afschuimende stortkokers zoals je in Duitsland vindt. “We hebben veel geëxperimenteerd,” zei Carey, terwijl hij praat over de ontwikkeling van het eerste tarwe bier dat hij bij Glarus brouwde in 1993 tot Crack’d Wheat. Hij en zijn team experimenteerde met 6 giststammen, vergeleek rode tarwe met witte, veranderde maisch- en gistschema’s. Het werd heel erg duidelijk welke van deze goed voor ons was,”zei hij. “Dat zal voor ieder brouwerij weer anders zijn.” The Bruery in zuidelijk California opende pas in mei 2008 maar verwierf al snel een reputatie voor zijn experimentele bieren en ongebruikelijke ingrediënten. Mede oprichter Patrick Rue beschouwt zowel Orchard White, beschreven als een Belgisch witbier, als Hottenroth, dat is een 3.1 procent Berliner weisse, tamelijk traditioneel maar beiden zijn gebrouwen met hun eigen draai. Rue vernoemde Hottenroth naar zijn grootouders, suggererend dat dit een bier is die zij tijdens hun jeugd zouden hebben gedronken. Volgens traditie is de hop tijdens het maischen toegediend en werd het bier maar 15 minuten gekookt. De gist heeft een gemengde cultuur –in vroegere tijden brouwden Duitse brouwers met gemengde culturen, maar in andere periodes weer alleen met lactobacillus’. Het grootste onderscheid in het recept is het gebruik van 70 procent ongemoute tarwe in plaats van gemoute tarwe. Met 40 procent tarwevlokken en 10 procent haver, leunt Orchard White op traditie. Alhoewel; het heeft iets meer pit, is 5,7 % vol. alcohol, heeft een gortdroge afdronk en de toevoeging van lavendel alsook sinaasappelschil en koriander geeft het een duidelijk ander aroma. Rue zet het in een Amerikaans perspectief als hij zegt, “er is meer op deze wereld dan een Hoegaarden”.
Ron Gansberg, chef ‘bedenker’ bij Cascade Brewing in Portland, bracht hulde aan het traditionale Leipzig Gose toen hij in 2009 Lipschmacker Summer begon te brouwen. Niettemin werd dat vervolgd met drie erg verschillende seizoen-Goses. Fall Gose bevatte geen tarwe in de storting en nootmuskaat met kaneel in plaats van koriander. Winter Gose, gebrouwen met tarwe, was gekruid met sinaasappelschil, kaneel, hibiscusbloem, koriander, nootmuskaat and cranberries. Gansberg gebruikte citroenschil, kamille en twee soorten lavendel bovenop een tarwebasis om de Spring Gose te maken. Alle bieren bevatten zout. “We probeerden zo dicht mogelijk bij het origineel te komen, zodra we wisten hoe het werd gebrouwen”, zei Gansberg. De brouwers brachten het wort warm naar de gisting, waardoor er enige natuurlijk aanzuring ontstond en infecteerden het met Lactobacillus. Hij is vooral tevreden over datgene wat zout toevoegt. “Het geeft veel meer smaak vrij”, zei hij. “maar het verzacht ’t ook ietwat. Een beetje zoals azijnzoute chips. Erg verfrissend”. Gansberg’s filosofie over het brouwen van Gose lijkt op zijn benadering van andere zure bieren, waarvan er 2 goud en zilver behaalden in de categorie “Op Houten Vaten Gerijpte Zure Bieren” op het Great American Beer Festival in 2009. “We zijn geen Belgen,”zei hij. “We gaan niet proberen iets te herscheppen in California. We willen dat onze eigen omgeving beslist hoe onze bieren zullen smaken.” Misschien zullen drinkers op een dag de nuances bediscussiëren tussen tarwe bieren uit Oregon versus Missouri witte bieren in plaats van te proberen te definiëren wat Amerikaanse tarwe bieren kunnen zijn.
Breadbasket Ongefilterd Tarwebier Ingrediënten voor 10 liter: 1200 gram Amerikaanse pilsmout 420 gram ongemoute tarwe 475 gram gemoute tarwe 45 gram Münichmout 3 gram hoppellets 14% alfazuur (bijvoorbeeld Magnum), (60 minuten koken)
Begin SG: 1046 Eind SG: 1012 Brouwzaalrendement: 70% Alc.: 4,5% IBU: 10
Maischschema: 6 minuten op 47 °C, 25 minuten op 50 °C, 12 minuten op 63 °C, 15 minuten op 73 °C, Spoelen op 76 °C. Voeg gist toe op 18 °C en verwarm tot 23 °C als de SG zakt naar 1024. Hoofdgisting duurt 5 dagen, tweede gisting 5 dagen op 15 °C.
Orchard White Patrick Rue’s originele thuisbrouwrecept Ingrediënten voor 10 liter: 1200 gram pilsmout 950 gram tarwevlokken 240 gram havervlokken 4,5 gram German Magnum hoppellets, 14% alfazuur (60 minuten koken) 3 gram Franse lavendel 3 gram koriander 7,5 gram bittere sinaasappelschil
Begin SG: 1051 eind SG: 1008 Brouwzaalrendement: 70% Kooktijd: 60 minuten Alc. : 5,7% IBU: 10 Instructie Maischen volgens enkele infusie op 64 °C. Spoelen met water van 77 °C om tot 19 liter te komen. Voeg de hop toe voor ’t koken. Kook gedurende 60 minuten. Voeg alle kruiden toe in een hopzak zodra het vuur uit is en laat het 10 minuten in contact komen met het hete wort. Gist toevoegen op 22 °C. Kweek de gist op uit een fles Orchard White, gebruik ongeveer 100 ml gist. Gebruik als alternatief White Labs 570 Belgian Golden Ale. De vergisting van de WLP 570 zal een beetje minder zijn, verwacht dat het zal stoppen op een SG van 1010. 6 tot 10 dagen laten staan totdat de gisting stopt. Stan Hieronymus Bron: Zymurgy mei/juni 2010, vertaald en bewerkt door René Stenvert
|
|
| Terug naar overzicht | |
Belgische Tripel (Het Gouden Genot) |
oktober 2010 |
| Door: anoniem | |
|
Belgische Tripel (Het Gouden Genot) Ondanks de populariteit en beschikbaarheid van Westmalle Tripel in de Verenigde Staten, lijkt het moeilijk te geloven dat ik voor het eerst echt een Westmalle Tripel geproefd heb toen ik een tijdje geleden door België aan het zwerven was. Terwijl ik op een terrasje zat met de zon op mijn bol en een lekker briesje om af te koelen, bracht de ober mij een glas prachtig goudgetint Westmalle Tripel. Ik stond versteld van de stevige witte schuimkraag op het parelende bier, dat na elke slok een stukje Belgische kant achterliet. Het leek wel alsof de verse moutgeuren het bier veel frisser maakten dan die keren dat ik het in de VS had gedronken. Een Belgische Tripel varieert van 7,5 tot 9,5 vol % alcohol met kruidige, fruitige en subtiele geuren van alcohol die ondersteund worden door een graanachtig pilsmout karakter. Soms kan er een hint van zoetheid bij de eerste slok naar voren komen, maar de goede voorbeelden eindigen altijd in een droge smaak met een gematigde bitterheid. Er zit veel koolzuur in en de body is gemiddeld. Terwijl de moutgeuren vol zitten met de rijkdom van pilsmout, wordt de kern toch gevormd door de manier van vergisten van deze stijl. Tripel is een complexe mix van fruitige esters (citroen, sinaasappel, grapefruit en peer), fenolische kruiden (peper en kruidnagel) en alcoholen. Deze specifieke geuren en aroma’s komen uit de vergisting en niet van toevoegingen (hoewel sommige brouwers ook kruiden gebruiken). Als je zelf ook toevoegingen wilt gebruiken, houdt het dan bij een minimale hoeveelheid. Probeer verse sinaasappelschil, citroengras, koriander of zwarte peper. Voor één ding moet je bedacht zijn: ondanks dat een tripel een hoger alcoholpercentage dan gemiddeld heeft mag dat geen branderigheid of een geur van oplosmiddel opleveren. Deze eigenschappen zijn nooit goede karaktereigenschappen van een bier, hoe sterk het ook mag zijn. De alcohol moet subtiel aanwezig zijn en een warm gevoel geven. In de beste voorbeelden merk je de alcohol pas als die in je maag is aanbeland. Veel slechte exemplaren in deze stijl hebben een merkbaar alcoholkarakter en eindigen veel te zoet. Mout Het basismout voor deze stijl is pilsmout van het Europese vasteland. Pilsmout zorgt voor een matig zoet en moutig karakter van het bier. Als je er aan kunt komen, verdient Belgische pilsmout de voorkeur. Lukt dat niet dan is er nog geen man overboord, want zelfs de Belgische brouwers gebruiken ook pilsmout uit andere streken. Als je brouwt met moutextract probeer dan aan extract van pilsmout te komen. Hoewel het lijkt alsof dat er niet zo veel toe doet, bedenk dan dat er in zo’n bier niet veel speciale mout gebruikt wordt om iets te maskeren. Daarom is het belangrijk om een goede kwaliteit pilsmoutextract te gebruiken. Pilsmout en wat kristalsuiker zijn eigenlijk alles dat je nodig hebt, hoewel sommige brouwers andere granen gebruiken om zich te onderscheiden of het bier trachten te verbeteren. Je komt in diverse recepten allerlei soorten tegen zoals haver, tarwe, Carapils, aroma, Vienna, Münich en nog meer. Ik ben een voorstander van eenvoud, met niet meer dan één extra moutsoort. Vermijdt caramelmouten, vooral die met een donkere kleur. De geur van caramel hoort niet bij een tripel. Als je dan toch wilt experimenteren, houdt het dan bij de graanachtige / broodachtige moutsoorten (zoals biscuit, aroma, Vienna of Münich) en voeg daarvan niet meer dan 3% toe. Je kunt natuurlijk met andere graansoorten werken, maar onthoudt dat dit bier het meer moet hebben van het zuivere karakter van het pilsmout en de gistingsproducten dan van de kleuren en geuren van speciale mouten. Belgische tripel heeft een middelmatig tot lichte body. Omdat dit een stevig bier is met een hoge begin-SG is het aan te bevelen voor de brouwers die geen extract gebruiken om te mikken op een maischtemperatuur van ongeveer 65 graden Celsius. Daardoor ontstaat een mooie verhouding tussen vergistbare en niet-vergistbare suikers. De brouwers die met extract werken moeten er rekening mee houden dat de meeste lichtgekleurde extracten niet genoeg vergistbare suikers van zichzelf hebben. Daarom moet er nog een hoeveelheid kristalsuiker aan worden toegevoegd om op en voldoende hoog begin-SG uit te komen. Je moet altijd proberen om te beginnen met een extract dat uit zichzelf al goed vergistbaar is. Als dat niet lukt zul je moeten aanvullen met kristalsuiker of rietsuiker. Daarvan kun je tot 20% toevoegen voor een goed resultaat. Er is geen enkele reden om speciale suikersoorten te gebruiken. De goedkoopste is goed genoeg en het maakt niet uit of het kristal- of rietsuiker is. Hop Het hopkarakter van tripel is gewoonlijk beperkt tot een soort waarvan geur en smaak zich kenmerken door een lage tot gemiddelde kruidigheid dan wel lichte bloemigheid. Ikzelf geef de voorkeur aan nobele soorten zoals Saaz, Hallertau of Tettnang. Traditiegetrouw gebruiken brouwers ook wel Styrian Goldings en mogelijk in een enkel geval andere soorten zoals Mount Hood, Liberty of Kent Goldings. Een enkelvoudige, geringe toevoeging aan het einde van het koken is voldoende waarbij het bier nog altijd tot een traditioneel voorbeeld blijft horen. Er zijn veel brouwers die experimenteren met een verhoogde toevoeging van aroma’s en geurstoffen, maar reken erop dat deze variaties niet hoog eindigen als ze bij een wedstrijd als een tripel worden ingezonden. Een goede tripel eindigt droog met een stevige bitterheid. De droogte en bitterheid komen door een combinatie van alcoholen, fenolen, koolzuur en hop. Je kunt dezelfde hopsoort gebruiken voor de bitterheid waarbij gewaakt moet worden dat de bitterheid in balans is met het resterende zoet uit de mout. De verhouding tussen bitterwaarde (in IBU-waarde) en het begin-SG ligt tussen 0,25 en 0,5. De meeste brouwers mikken op een verhouding van 0,4 om een te lage eind-SG te voorkomen. Gist Er zijn veel goede gisten verkrijgbaar voor deze bierstijl, maar mijn voorkeur gaat uit naar White Labs WLP530 Abbey Ale en Wyeast 3787 Trappist High Gravity. Andere goede keuzes zijn White Labs WLP500 Trappist Ale, WLP540 Abbey IV Ale, WLP550 Belgian Ale, Wyeast 1762 Abbey II en 1214 Belgian Ale. Het kan haast niet fout gaan met elk van deze soorten. Als je een gist kiest bedenk dan dat hiermee een groot deel van het karakter van de stijl wordt bepaald. De kruidige, pittige tonen komen van de fenolen die door de gist worden gevormd en het fruitige komt van de esters. Welke gist je ook gebruikt, de condities waaronder de vergisting plaats vindt bepalen uiteindelijk welke geuren en smaken er worden aangemaakt. De hoeveelheid gist, het gehalte aan zuurstof, voedingsstoffen en de temperatuur zijn allemaal parameters die het resultaat bepalen. Het is aan jou als brouwer om daar de goede verhoudingen tussen te vinden.
De vorm van het vergistingvat speelt ook een rol in de geurvorming. Daarbij wordt in hoge vaten (zoals de cylinderconische types) de vorming van hogere alcoholen en esters onderdrukt. Nou zul je misschien denken: ‘dat geldt niet voor mij’, maar in zekere zin heeft het toch een effect op je brouwsel. Normaal gesproken zal een thuisbrouwer de vergistingtemperatuur aanhouden die een commerciële brouwer ook gebruikt. Bij de commerciële brouwerij zullen dan de esters en hogere alcoholen worden onderdrukt. Bij gebruik van een relatief laag vergistingvat kan het zijn dat je brouwsel eindigt als een fruitsalade gedrenkt in thinner. Nou ja, misschien niet zó erg, maar het komt wel dicht in de buurt. Volg niet klakkeloos de manier van werken van de professionele brouwer tenzij je over vergelijkbare apparatuur kunt beschikken.
Voor de meeste gisten gebruik ik een enting van 0,75 miljoen cellen per milliliter per graad Plato (kijk eens rond op de site www.mrmalty.com om de hoeveelheid voor jouw bier te berekenen). Ent de gist bij een relatief lage temperatuur en geef die 12 tot 36 uur de tijd om goed te groeien. Verhoog dan de temperatuur om de vergisting goed te laten verlopen. Start bijvoorbeeld bij 18 °C en verhoog de temperatuur tot 21 °C op de tweede dag of laat de temperatuur gedurende een week langzaam oplopen. Het kan natuurlijk zijn dat jij bij hogere of lagere temperaturen een beter resultaat krijgt, dus speel met die waarden totdat de gisting naar jouw tevredenheid verloopt.
Een probleem bij het brouwen van deze stijl is het zorgen voor een goede vergisting. Er zijn veel brouwers die steeds lagere temperaturen bij het maischen proberen om dat te bereiken, maar dat is meestal niet de oplossing. Je hoeft niet persé van al die lange dextrineketens af te komen om een droog bier te maken. Deze suikers smaken niet zoet en er kan veel van in een bier zitten terwijl het toch droog over komt. Het belangrijkste is, dat je alle vergistbare suikers weet te laten vergisten. Als je veel maltose overhoudt krijg je een zoete smaak, ondanks een schijnbaar goede vergisting. Begin met een voldoende hoge dosering van de gist, belucht goed of zorg voor veel zuurstof en houdt de vergistingtemperatuur in de gaten om met een droog bier te eindigen.
Als je problemen hebt om een droog bier te maken, dan wil het wel eens helpen dat je wacht met het toevoegen van de kristalsuiker totdat de hoofdvergisting bijna voorbij is. Wacht tot de vergisting langzamer gaat verlopen en voeg de suiker dan toe. Het toevoegen van kristalsuiker nadat de maltose is verbruikt is hetzelfde als tegen kinderen zeggen dat ze eerst klaar moeten zijn met het hoofdgerecht voordat ze het toetje krijgen. Als je dat niet afspreekt, kan het zijn dat ze zich vol eten aan het toetje en de rest laten staan. Als het later toevoegen van suiker ook niet helpt, dan bestaat de mogelijkheid nog om een actieve lagergist toe te voegen. Die zal een deel van de resterende suikers omzetten waar de originele gist niet mee overweg kan. Voeg de gist niet toe als die nog niet actief is, want die zal alleen maar neerslaan. Maak een kleine starter en wacht tot het moment dat de vergisting heftig verloopt voordat je de starter bij het bier mengt. De lagergist zal in dit stadium niet veel smaakstoffen afgeven maar wel extra suiker gaan vergisten.
Zuurstof is belangrijk voor de gezondheid van de gist en noodzakelijk om binnen een redelijke tijd een laag SG te verkrijgen. Te veel of te weinig zuurstof kan echter onbedoelde bijwerkingen veroorzaken, dus is het van belang om de juiste hoeveelheid toe te voegen. Dat is natuurlijk een lastig gegeven voor thuisbrouwers, maar het minste wat je kunt doen is het meten van de tijd en de hoeveelheid van de toevoeging. De hoeveelheid toe te voegen zuurstof is een kwestie van uitproberen. Het toevoegen van zuurstof aan het begin van de vergisting vermindert de aanmaak van esters. Maar een hoge concentratie zorgt ook voor de vorming van hogere alcoholen die weer aan de basis staan van estervorming. Door te spelen met de hoeveelheid toegevoegde zuurstof kun je de vergisting sturen. Als je lucht toevoegt is er geen kans dat je teveel toevoegt, maar bestaat wel een gevaar van te weinig toevoegen. Een goed uitgangspunt bij het gebruik van een gesinterde bruissteen in een batch van 10 liter is 0,5 liter lucht per minuut en dat gedurende een periode van 1 minuut. Je kunt natuurlijk naar boven en naar beneden bijstellen om de ideale situatie voor jou te vinden. Als de vergisting van zware bieren stopt kun je nog een tweede dosis zuurstof toevoegen tussen 12 en 18 uur na het enten van de gist. Die dosis moet het formaat hebben van ongeveer ¼ tot ½ van de eerste toevoeging. Hierdoor kan de gist beter zijn celwand opbouwen na deling, waardoor een betere weerstand wordt verkregen tegen de hoge alcoholgraad die zal gaan ontstaan.
Een recept voor 10 liter Strict Observance Tripel Begin SG: 1081 (19,5 Plato) Eind SG: 1012 (3,0 Plato) IBU: 34 Alcoholvol: 9,2%
Ingrediënten: 2950 gram pilsmout 3 EBC 525 gram suiker 50 gram aromamout 50 EBC 28 gram Tettnang hoppellets 4% (60 minuten meekoken) 7 gram Saaz hoppellets 3,5% (10 minuten meekoken) White Labs WLP530 (Abbey Ale) of Wyeast 3787 (Trappist High Gravity)
De werkwijze: Belgische pilsmout heeft de voorkeur, maar elke goede vervanger kan gebruikt worden. De suiker is de goedkoopste die je kunt vinden. Maal het mout en stort die in warm water zodat er een verhouding water/mout van 3:1 ontstaat bij een temperatuur van 65 °C. Houdt die temperatuur aan tot alle zetmeel is omgezet (testen met jodium). Voeg dan al roerend bijna kokend water toe totdat de temperatuur de 76 °C heeft bereikt. Spoel langzaam uit met water van 77 °C totdat je een hoeveelheid wort van ongeveer 12,8 liter is over houdt met een SG van 1063 (15,4 Plato). De kooktijd bedraagt 90 minuten waardoor er uiteindelijk weinig DMS over zal blijven. Voeg de bitterhop toe als er nog 60 minuten gekookt moet worden. Voeg de suiker en eventueel Iers mos 15 minuten voor het einde van het koken toe en de laatste hopgist op 10 minuten voor het einde. Koel het wort snel naar 18 °C, laat de trub zakken, hevel over naar het gistvat, ent de gist en zorg voor een grondige beluchting. Er zijn twee pakjes vloeibare gist nodig of een starter van 2 liter afkomstig van 1 pakje. Ent de gist bij 18 °C, belucht het wort en laat de temperatuur gedurende een week langzaam stijgen tot 21 °C. Laat de vergisting lopen totdat de gist gaat zakken. Als je gezonde gist gebruikt, zal de vergisting ongeveer een week duren, maar dat kan afwijken. Hevel het bier over in een vat of flesjes en voeg suiker toe. Laat de koolzuur gedurende enkele weken op druk komen in een warme omgeving (25 graden Celsius) en laat het bier vervolgens rusten bij een temperatuur van 7 tot 10 graden Celsius.
Jamil Zainasheff Bron: Brew Your Own, mei-juni 2010, vrij vertaald door Kees Emmen. |
|
| Terug naar overzicht | |
Extreme” lagerbieren uit Beieren |
juni 2010 |
Door: Frits Haen |
|
Extreme” lagerbieren uit Beieren
“Extreme” bieren zijn echt Amerikaans. Het oprekken van de grenzen (het kan materieel of intellectueel zijn) past prima in een land dat werd gesticht door allerlei soorten mensen, zoals religieuze non-conformisten, filosofische vrijdenkers, risiconemende ondernemers, waaghalzen, verschoppelingen, buitenbeentjes en kwajongens. Daarom is in Amerika een pionier de hoeksteen van de identiteit. Bij het maken van bier hebben de Amerikanen die pioniersgeest vertaald in een nieuwe categorie brouwsels: extreme bieren. Maar als je goed kijkt dan zie je dat het maken van extreme bieren niet iets is van alleen de Amerikanen. In feite bestaan ze in Beieren al eeuwenlang. Het is waar: niets lijkt er op dat er grenzen zijn voor Amerikaanse brouwers. Biermakers in de Nieuwe Wereld hebben, in tegenstelling tot hun collega’s uit de Oude Wereld met hun tradities, een stortvloed van spectaculaire brouwsels gemaakt in de laatste tientallen jaren. Velen over het randje van onze smaakervaring en verdraagzaamheid. Zo vind je hier een Hefeweizen met aardbeien, mandarijntjes of cranberry’s, lagers gerijpt op cacaobonen, stouts met espresso, hoog-alcoholische brouwsels met ahornsiroop en bittere ales met enorm veel hop, enzovoorts, enzovoorts. In tegenstelling hiermee is het moeilijk om in Beieren, het land van het Reinheitsgebot en de brouwtradities, zulke hoogstandjes van brouwexperimenten te vinden. En toch, wonder boven wonder, als je goed kijkt naar de vele soorten bier dan vind je een schat aan bieren die omschreven kunnen worden als “extreem”. Terwijl in de Nieuwe Wereld in de wilde weg “extreme” bieren werden gemaakt, gebeurde dat in Beieren met een voorkeur voor een bepaalde karakteristiek die niet lijkt op de voorkeur van Amerikanen: buitengewoon rijke, zachte, aromatische moutsmaken. Als voorbeeld is de Amerikaanse “Double Imperial” IPA een agressieve hopbom, terwijl de Beierse Eisbock een steelse, bedrieglijk zachte, fluweelachtige mouthamer is. Maar ze zijn, als je er goed over nadenkt, allebei “extreem”. De reden dat Beieren een voorkeur heeft voor moutige bieren, in plaats van hoppige bieren, is hoofdzakelijk cultureel en historisch bepaald: Beieren is een staat met meer dan 3000 jaar brouwcultuur, met de oudste brouwerij in de wereld (Weihenstephan, sinds 1040) en de bakermat van het lagerbier. Bovendien werd bier beschouwd als “vloeibaar brood”.
Märzen: Een al lang bestaand “extreem” Beiers bier Tot het begin van de 16e eeuw mochten de Beierse brouwers, net als hun moderne Amerikaanse collega’s, alles in hun maischketel gooien wat vergistbaar was, van gerst, tarwe, haver en rijst tot zetmeelrijke aardappelen en peulvruchten. Soms smaakte hun bier slecht, vooral in de zomer, meestal door een microbiologische infectie, zoals we nu weten. Maar midden in de winter als de bedervende bacteriën inactief waren, smaakte de bieren meestal goed. In de middeleeuwen hadden ze nog geen idee van microbiologie. In plaats daarvan probeerden ze de slechte smaken weg te werken door alle mogelijke ingrediënten toe te voegen, zoals giftige paddenstoelen, ossengal en zelfs roet uit de schoorsteen. Iemand moest de Beierse brouwers in toom houden! De eerste stap was een voorschrift van de Beierse Graaf Wilhelm IV in 1516. Hij bepaalde dat alleen gerst, hop en water gebruikt mochten worden om te brouwen (gist was toen nog onbekend) en is nu bekend als het Reinheitsgebot. Het doel was echter niet het zuiver houden van het bier, maar ervoor te zorgen dat tarwe alleen gebruikt werd om brood te maken. Dit was bedoeld om voedseltekort te voorkomen als er een slechte oogst was. Alleen de eigen brouwerij van de Graaf mocht het kostbare Weissbier brouwen.
In tegenstelling tot de verwachting had het Reinheitsgebot geen effect op de kwaliteit van het Beierse bier. Geen zorgen, er waren nog meer “extreme” maatregelen nodig en de opvolger van Wilhelm, Graaf Albrecht V, was de juiste man daarvoor. In 1553 verbood hij eenvoudig het brouwen tussen de feestdag van de Heilige Gregorius (23 april) en de dag van de Heilige Michael (29 september). Het voorschrift van Albrecht had twee onvoorziene gevolgen. Ten eerste veranderde Beieren in een lagerbiercultuur, omdat de alegisten, net als bacteriën, in slaap vallen bij de Beierse wintertemperaturen, terwijl de lagergisten actief bleven. Ten tweede zorgde het voorschrift er voor dat de brouwers gedwongen werden in maart (März in het Duits) over te werken om genoeg “Märzen” bier te hebben in de zomerperiode. En deze bieren moesten tamelijk sterk zijn (minstens 6%) om goed te blijven als ze werden opgeslagen (“lagering”) in koude kelders. Toen was de geest uit de fles voor de sterkere bieren. De Märzen uit de 16e eeuw kunnen beschouwd worden als de voorloper van de huidige super-moutige Beierse bockbieren. Ze zijn bekend als “Starkbiere” en zijn er in verschillende soorten variërend in kleur van 7 EBC tot een mahoniekleur van 64 EBC en meer, een begin SG van 1064 tot 1100 (16-25 °P) en in sterkte van 6 procent alcohol (tamelijk weinig) tot ongeveer 8 procent (Doppelbock) of zelfs 13 procent (Eisbock). De bitterheid is meestal laag van 18 EBU, maar kan oplopen tot 30 EBU.
Bock: het klassieke Beierse “extreme” bier Hoewel we tegenwoordig denken dat bockbier typisch een Beiers lagerbier is, komt het voort uit sterke en hoppige ale uit Einbeck, een handelsstadje uit Noord-Duitsland, een middeleeuwse Hanzestad. De mensen uit Einbeck maakten deze bieren voor zeevarende handelaren die ze meenamen naar Vlaanderen, Engeland, de Baltische staten en Rusland. Tegenwoordig noemen het Einbecker bier Ur-Bock (“Ur” is in het Duits “origineel”). De Einbecker transporteerden het ook naar München, waar de adel het zo lekker vond dat Graaf Wilhelm V hetzelfde bier liet brouwen in zijn eigen brouwerij. Later werd het sterke noordelijke bier omgevormd tot een sterk zuidelijk lagerbier en veranderde de naam in bock. Het Beierse dialect veranderde het woord Einbeck in “ayn pock” en later in “ein Bock”, de Duitse naam voor een (geite-)bok. Het alcoholgehalte van een bock is tussen 6 en 7 procent.
Doppelbock: een brouwsel voor heilig voedsel en …. winst Doppelbock betekent letterlijk “dubbele bock”. Het is meer “extreem” dan gewone bock, maar niet twee keer zoveel, met een alcoholpercentage tussen 7 en 8 procent. De oorsprong ligt bij de Paulaner broeders, een tak van de Benedictijner monniken, uit het klooster Neudeck in de buurt van München. Ze zagen het maken van sterke bieren in de adellijke brouwerijen en probeerden het zelf te brouwen. En al snel hadden ze een nieuw vloeibaar brood wat van pas kwam bij hun regelmatige vastentijden. Dan mochten ze geen vast voedsel eten, want een dieet van vloeibaar voedsel zuiverde hun lichaam en maakte hun ziel schoon. Ze bewaarden hun sterkste brouwsels voor hun langste periode van culinaire onthouding, een periode van 47 dagen in het voorjaar tussen Aswoensdag en Pasen. Vanwege de kracht van de Paulaner brouwsels maakte het gewone volk en zelfs de edele Graaf ieder jaar een pelgrimage in het voorjaar naar Neudeck. Uiteindelijk werd in 1870 door de Paulaner het bier op de markt gebracht, omdat er zoveel vraag naar was maar ook omdat het geld opbracht voor het onderhoud van het klooster. Ze noemden het Salvator (“Bevrijder”) en nog steeds wordt het eerste vat Salvator Doppelbock plechtig aangeslagen op de tweede donderdag van de vasten in de Paulaner Nockherberg. Dit jaarlijkse ritueel is het officiële hoogtepunt in de “Starkbierzeit”, het “vijfde seizoen” van het jaar.
Eisbock: een straf voor luie jongens Eisbock gaat nog iets verder dan de doppelbock. Het is een supergeconcentreerd bier met mout- en caramelaccenten en op dezelfde manier wordt gebrouwen als een lagerbier van gerstemout of een tarwebier. Het is sterker en meestal donkerder dan een doppelbock, relatief laag in hopbitterheid, een alcoholpercentage van 8 procent of meer en behoorlijk wat restsuikers van een hoog begin soortelijk gewicht van 1100 (25 °P). Een oorspronkelijke eisbock maakt gebruik van het feit dat alcohol een lager vriespunt heeft dan water en door ijskristallen uit het bier te verwijderen wordt het alcoholpercentage verhoogd. Een eisbock wordt gebrouwen en vergist als een gewone doppelbock, dan gekoeld tot onder het vriespunt van water zodat er ijskristallen gevormd worden. Dan wordt het bier overgeheveld waarbij het ijs wordt achtergelaten in de vergistingstank. Wat overblijft is een pure, geconcentreerde bock waarvan moet worden genipt en niet worden achterovergeslagen. Volgens de legende ontstond de eisbock in 1890 in Kulmbach. Een medewerker van de brouwerij was na een dag zwoegen te moe om een paar vaten bockbier van de brouwerij naar de kelder te rollen. Die nacht werd het bitter koud, het bier bevroor en de duigen van het vat barstten open. De volgende morgen ontdekte de brouwmeester, geïrriteerd over de puinhoop, dat er nog wat donkere vloeistof zat midden in het vat. Hij wilde er toch wel wat van proeven en kwam tot de ontdekking dat het een hartverwarmend, heerlijk en mout-zoet bier was!
Meibock: Een bock voor de heerlijke maand mei Welk bier is er meer passend dan meibock voor de tijd dat het te vroeg is om rond te hangen in de tuin, maar te licht om steeds binnen te blijven zitten. Meibock wordt meestal gemaakt met de bloemige, kruidige Tettnanger hop en heeft een kleur van ongeveer15 EBC, hoewel er een paar brouwerijen zijn die hun meibock even donker maken als hun (herfst-)bockbier. Meibock, ook wel bekend als lentebock, is een gelukkig huwelijk tussen een bockbier en een Helles, waardoor er een unieke combinatie ontstaat van een krachtig winterbrouwsel met de sprankelende verschijning van een zomerbier. Brouwtechnisch is de meibock als een echte bock met een behoorlijk body en wat zoetheid van de mout. Ook bij de donkere meibockversies is er geen geroosterde of chocolademoutkarakter. De basis voor een meibock is meestal 50 procent pilsmout. Voor meer mondgevoel kun je wat lichte cara-, Vienna- of munichmout toevoegen. Voor een wat donkerder meibock van ongeveer 24 EBC kun je uitgaan van ongeveer 80 procent Viennamout en ongeveer 10 procent Carafoam en 10 procent Carared.
Brouwtips voor verwarmende bockbieren In principe is het brouwproces van alle bockbieren het zelfde. In de tijd van niet goed opgeloste mout werden alle bockbieren gebrouwen volgens de decoctiemethode. Met de moderne moutsoorten is dat niet langer nodig. Omdat stevige bockbieren veel graan nodig hebben is het belangrijk dat het graanbed minstens een uur kan hydrateren na dik inmaischen bij 38 °C. Een eenvoudige manier om de maischtemperatuur te verhogen is door elke 15 minuten bijna kokend water toe te voegen. Verdeel de hoeveelheid maischwater in zes gelijke delen en voeg elke 15 minuten een deel toe onder goed roeren. Als je dit te moeilijk vindt kun je de traditionele infusiemethode gebruiken. Kook het wort gedurende twee uur om de Maillardreacties te bevorderen, waardoor suikers en aminozuren gevormd worden tot melanoiden. Omdat bockbieren erg moutig zijn wordt er maar weinig hop toegevoegd voor een “extreem” bier. En alleen nobele hopsoorten, zoals Hallentauer, Hersbrucker, Spalt of Tettnanger. Voeg de bitterhop 1 uur voor het einde van de kooktijd toe en de aromahop 20 minuten voor het einde van het koken. Laat het wort na het koken nog 30 minuten rusten, zodat de eiwitafscheiding (“trub”) uit kan zakken. Daarna overhevelen en afkoelen tot de optimale vergistingstemperatuur van 7-10 °C. Elke Beierse lagergist is prima, als hij maar gezond en levendig is zodat hij goed werkt in de omgeving met een hoog soortelijk gewicht. Om te zorgen dat de gist goed start is het belangrijk om twee keer zo lang te beluchten als je meestal doet en misschien de volgende dag nog een keer. Dit is belangrijk omdat een slechte beluchting ertoe kan bijdragen dat de gist onacceptabel hoge concentraties aanmaakt van zowel acetaldehyde (groene appeltjessmaak) als esters die naar oplosmiddel smaken. De hoofdvergisting duurt ongeveer twee weken. Als de vergisting afgelopen is laat het nog een paar dagen staan zodat de gist uit kan zakken. Dan overhevelen en twee dagen laten rusten op kamertemperatuur (diacetylrust). Daarna afkoelen met 1 tot 1,5 °C per dag tot rond het vriespunt. Laat het lageren op 2 °C gedurende minstens 8 weken (12 tot 18 weken is aan te bevelen). Een oude Duitse regel schrijft voor dat de lagering een week duurt voor elke graad Plato van het begin soortelijk gewicht.
Maltonator Doppelbock Ingrediënten voor 10 liter bier: 2270 gram munichmout 17 EBC 1315 gram munichmout 26 EBC 180 gram caramunichmout 90 EBC 22 gram Hallertauer Mittelfrüh, Hersbrucker of Tettnanger 4,5% (bitterhop) 11 gram Hallertauer Mittelfrüh, Hersbrucker of Tettnanger 4,5% (aromahop) Beierse lagergist zoals White Labs 833 German Bock, Wyeast 2124 Bohemian Lager, Wyeast 2308 Munich Lager, White Labs WLP838 Southern German Lager of White Labs WLP920 Old Bavarian Lager
Inmaischen met 15 liter water op 38 °C en laat het 1 uur rusten. Voeg iedere 15 minuten 0,5 liter bijna kokend water toe (totaal 6 keer) en roer goed. Afmaischen op 78 °C. Filteren en spoelen tot je 16 liter wort hebt. 2 Uur flink koken en na 60 minuten de bitterhop toevoegen. 20 Minuten voor einde koken de aromahop toevoegen. Het wort 30 minuten laten rusten, overhevelen en afkoelen tot 7-10 °C. Beluchten en een grote giststarter toevoegen. Twee weken laten vergisten. Hevelen en langzaam afkoelen tot -2 °C. 18 weken laten lageren.
Begin SG: 1072 Eind SG: 1016 IBU: 26 Alc.: 7,3%
Heerlijke meibock Ingrediënten voor 10 liter bier: 1790 gram pilsmout 3 EBC 950 gram Carafoam 4 EBC 525 gram munichmout 17 EBC 16 gram Tettnangerhop 5% (bitterhop) 11 gram Hallertauer Mittelfrüh, Hersbrucker of Tettnanger (aromahop) Beierse lagergist zoals White Labs 833 German Bock, Wyeast 2124 Bohemian Lager, Wyeast 2308 Munich Lager, White Labs WLP838 Southern German Lager of White Labs WLP920 Old Bavarian Lager
Inmaischen met 15 liter water op 38 °C en laat het 1 uur rusten. Voeg iedere 15 minuten 0,5 liter bijna kokend water toe (totaal 6 keer) en roer goed. Afmaischen op 78 °C. Filteren en spoelen tot je 15 liter wort hebt. 2 Uur flink koken en na 60 minuten de bitterhop toevoegen. 20 Minuten voor einde koken de aromahop toevoegen. Het wort 30 minuten laten rusten, overhevelen en afkoelen tot 7-10 °C. Beluchten en een grote giststarter toevoegen. Twee weken laten vergisten. Hevelen en langzaam afkoelen tot -2 °C. 16 weken laten lageren.
Begin SG: 1072 Eind SG: 1016 IBU: 26 Alc.: 7,3%
Horst Dornbusch
Bron: Zymurgy, november/december 2009, vertaald en bewerkt door Frits Haen |
|
| Terug naar overzicht | |
Dunkelweizen |
april 2010 |
Door: Frits Haen |
|
DUNKELWEIZENMoutig, kruidig en in balans Mijn favoriete Duitse tarwebier is Dunkelweizen. De andere Duitse tarwebieren zijn ook goed, maar zijn niet het soort bier die ik elke dag zou willen drinken. Weizen of Weissbier is een beetje te licht en te simpel en gaat me snel vervelen. Berliner Weisse is te zuur voor dagelijks gebruik en ook mijn maag gaat dan protesteren. Dunkelweizen is ideaal; ik kan het iedere dag drinken. Het moutkarakter, het beetje karamel het kruidig/fruitig vergistingsprofiel en de uitgebalanceerde afdronk houden me bezig, fit en mijn maag prettig. Dunkelweizen heeft hetzelfde kruidig/fruitige karakter van een Hefeweizen, maar heeft bovendien een munichmout karakter, vergelijkbaar met, maar niet zo intens, als een Munchener Dunkel. Dunkelweizen is dikwijls wat troebel, in kleur variërend van koper tot mahonie-bruin, en voorzien van een grote, dichte romige schuimkraag. Het aroma van een goede Dunkelweizen heeft gemiddeld kruidige tonen en fruitige esters, meestal omschreven als kruidnagel en banaan. Toch is een van de grootste vergissingen van amateurbrouwers een Weizenbier te brouwen met teveel kruidnagel en banaan. Volgens de richtlijnen van de keurmeesters kunnen deze fenolische en esterige componenten “sterk” zijn, maar dat wil niet zeggen dat een kruidnagel/bananenbom acceptabel is. Deze componenten van de vergisting mogen de andere eigenschappen van het bier niet overheersen. Het is van belang dat een brouwer deze componenten in bedwang houdt en dat ze harmonieus samengaan met het bier, speciaal met de mout. Amateurbrouwers kunnen beter uitgaan van het begrip “duidelijk aanwezig” dan van “sterk”. Je moet in staat zijn de tarwe, de karamel en de mout te proeven samen met de kruidnagel en banaan. Streef naar een gemiddelde hoeveelheid fenolen en esters en je krijgt meer dan genoeg van deze eigenschappen in je bier. Net als de meeste Weizenbieren ligt aan Dunkelweizen een graanachtige, broodachtige smaak ten grondslag. Het hopkarakter is niet aanwezig of zeer minimaal. De balans tussen bitter en zoet is meestal gelijk, hoewel sommige voorbeelden neigen naar zoet. Ik denk niet dat een zuur of scherp karakter past bij een goede Dunkelweizen. Een goede omschrijving van Dunkelweizen is “een gemiddeld donker, kruidig, fruitig, moutachtig, verfrissende ale van tarwe. Het weerspiegelt het beste gist- en tarwekarakter van een Hefeweizen, vermengt met de moutige smaak van een Munchener Dunkel.” De moutige smaak samen met het kruidige/fruitige karakter is waar het om draait. Mout Een traditionele Dunkelweizen bestaat uit 50 tot 70 procent tarwemout, 30 tot 50 procent donkere munichmout en een klein beetje middelgekleurde aromamout. Volgens de Duitse wetgeving bestaat de storting uit minstens 50 procent tarwemout. De munichmout geeft een mooi graanachtig, broodachtig moutkarakter en de aromamout voegt wat zoet van de karamel toe. Soms geeft een mengsel van tarwe-, munich- en pilsmout, samen met een flinke hand speciale mouten, een goed resultaat in wedstrijden. Meer speciale moutsoorten geven meer mogelijkheid tot een mooie kleur en wat karamelsmaak toe te voegen, maar houdt in de gaten dat het in balans moet blijven. Een beetje aromamout (5-10%) geeft wat kleur en karamelsmaak. Als je een meer traditioneel recept wilt ga dan uit van Caramunichmout (120 EBC) Een andere mogelijkheid is het splitsen van de aromamout in een deel met minder kleur en een deel met meer kleur, waardoor meer complexe smaken ontstaan. Zorg er in ieder geval voor dat je niet teveel aromamout toevoegt, zodat het bier een dikke karamelsmaak krijgt of dat het bier te zoet wordt. Je hebt er niet veel van nodig en teveel kan gaan overheersen. Om kleur te krijgen zonder geroosterde smaken kun je wat ontbitterde zwarte mout toevoegen. Mijn voorkeur gaat uit naar Weyermann Carafa Special, een kafloze geroosterde mout. Omdat er geen kafjes bij zitten krijg je minder bittere, geroosterde smaken. Weyermann maakt ook Carafa, die wel kaf heeft en een veel meer geroosterd karakter, dus let er op dat je de kafloze variant Carafa Special gebruikt. Weyermann maakt ook Sinamar, een vloeibaar extract van Carafa Special, gemaakt volgens het Reinheitsgebot. Het is gemakkelijk in het gebruik en geeft even goede resultaten als het gebruik van mout. Je hoeft het alleen toe te voegen in de kookketel. Vijftien gram Sinamar toevoegen aan 10 liter vloeistof geeft een kleurtoename van 16 EBC en weinig geroosterde smaak. Het probleem van Sinamar is dat het moeilijker te vinden is dan Carafa Special. Historisch gezien worden de meeste Weizen en Dunkelweizen gebrouwen volgens de decoctiemethode. Een decoctiemaisch geeft meer Maillardreacties, maar de rijke moutsmaak van de moderne munich- en pilsmout is zo goed dat een ééntemperatuurs- of stappen-infusiemaisch ook goed kan. Dunkelweizen heeft een gemiddelde lichte tot gemiddelde volle body. Houd de maischtemperatuur op 67 tot 69 °C. Als je een bier maakt met een laag soortelijk gewicht houdt dan de hoogste temperatuur aan om een bier met wat meer body te krijgen. Maak je een stevig bier houdt dan de laagste temperatuur aan, anders krijg je teveel body, waardoor de doordrinkbaarheid beperkt wordt. Denk er aan dat tarwemout geen kaf heeft, dus als je filterapparatuur snel dichtslaat gebruik dan rijstkafjes.
Hop Probeer altijd Duitse hop te gebruiken voor Duitse bieren, zoals Hallertau, Spalt, Tettnang, Perle, Magnum of Tradition. Liberty of Mount Hood kunnen acceptabele vervangers zijn als je niet aan Duitse hop kunt komen. Zorg dat er genoeg hop in zit dat die duidelijk aanwezig is, maar niet zoveel dat het zoete van de mout overheerst wordt. De balans moet gelijk zijn of misschien wat meer zoet. Mik op een verhouding tussen bitterheid tot begin soortelijk gewicht (IBU gedeeld door SG) tussen 0,2 en 0,4. De meeste hop gebruiken als bitterhop en 60 minuten koken. Voeg op het eind niet teveel aromahop toe en als je het gebruikt wat nobele hopsoorten aan het eind van de kooktijd.
Gist Bij de traditionele Weizengist komen veel esters en fenolen in het bier. Bedenk echter dat de kruidnagel en banaan in verhouding moeten zijn met de rest van het bier. Sommige brouwers voegen minder gistcellen toe om het vergistingskarakter te versterken. Ik ben geen voorstander van deze techniek. De hoeveelheid gist die toegevoegd moet worden is evenveel als bij andere ales. Mijn favoriete gist voor alle Weizenbieren is White Labs WLP300 Hefeweizen Ale en Wyeast 3068 Weihenstephan, maar gebruik gerust een andere Weizen-type gist. Een vergistingstemperatuur van 17 °C zorgt voor een mooie balans van vergistingssmaken en houdt sommige onplezierige smaken in toom. Het is heel belangrijk de aanbevolen vergistingstemperatuur aan te houden voor dit bier. Dunkelweizen Ingrediënten voor 10 liter bier: 1580 gram tarwemout3 EBC 800 gram munichmout 20 EBC 130 gram caramunichmout 120 EBC 40 gram Weyermann Carafa Special 900 EBC 11 gram Hallertau hoppellets 4% alfazuur (60 minuten koken) Wyeast 3068 Weihenstephan Weizen of White Labs WLP300 (Hefeweizen Ale) Schroot de mout en stort het in water van 68 °C in een verhouding van 3:1 (water : mout). Houdt deze temperatuur aan tot alle zetmeel is omgezet. Verhoog de temperatuur al roerend met kokend water tot 76 °C. Spoelen tot je 12,3 liter wort hebt. 90 minuten koken en vergisten op 17 °C. Jamil Zainasheff Bron: Brew Your Own, januari/februari 2010, vertaald en bewerkt door Frits Haen |
|
| Terug naar overzicht | |
Hoe maak je een kloonbier? |
april 2010 |
Door: Frits Haen |
|
HOE MAAK JE EEN KLOONBIER?Als amateurbrouwers zijn we altijd op zoek naar nieuwe recepten. Als eigenaar van een winkel voor amateurbrouwers krijgen mijn medewerkers en ik iedere week vragen over recepten van plaatselijke bieren, waar mensen dol op zijn. De laatste 18 jaar hebben we heel veel recepten geschreven om hun favoriete bier na te maken. Hieronder vertellen we hoe we dat doen. Vooropgesteld, mijn recepten zijn meer geschreven op het gevoel dan op werkelijke kennis. Toen we begonnen in 1992 was er maar weinig literatuur om de verschillende componenten van bier te begrijpen. Er waren maar weinig boeken en al helemaal niet over het formuleren van recepten. In de loop van de jaren heb ik, door schade en schande wijs geworden, geleerd hoe je een recept kunt samenstellen. Terwijl dit artikel gaat over het samenstellen van een recept moet ik er op wijzen dat een goed recept nog geen goed bier maakt – het moet ook nog gebrouwen worden. Wat dat betreft is er geen verschil met voedingsrecepten. Ervaren koks maken prima eten en ervaren brouwers maken een prima bier! Van sommige commerciële bieren zijn er variabelen die je thuis niet kunt namaken. Bijvoorbeeld als een brouwerij vergist met een speciale giststam of apparatuur gebruikt die je niet hebt, zoals een hopzeef. Toch kan met goede informatie en aandacht besteden aan details tijdens het brouwen kloonbier gemaakt worden dat erg veel lijkt op het commerciële voorbeeld. Tegenwoordig hebben we meerdere hulpmiddelen om recepten samen te stellen. Websites van brouwerijen zijn een goed startpunt en meestal zijn er veel gepubliceerde recepten van het soort bier. Brouwsoftware zoals Promash, BeerTools, BeerSmith en dergelijke maken het samenstellen van een recept een stuk gemakkelijker dan vroeger. Deze software is prima om het begin soortelijk gewicht en de hopbitterheid te bepalen van het bier wat we willen maken. Ze geven ook een te verwachten kleur. Met deze informatie is het makkelijker om een kloonrecept te maken dan vroeger. Laten we beginnen Als je eenmaal besloten hebt welk bier je wilt namaken dan is de eerste stap die je moet zetten het verzamelen van zoveel mogelijk informatie over het bier. De meeste brouwerijen hebben websites om hun bier te promoten. Sommige websites geven meer informatie voor amateurbrouwers dan andere. De beste zijn die sites die niet alleen omschrijvingen geven waarvan je gaat kwijlen, maar ook informatie geven waarmee een recept kunt formuleren. De informatie die je moet proberen te achterhalen is het begin- en eind soortelijk gewicht (soms aangegeven in graden Plato), de hopbitterheid van het bier, de soorten hop en het gebruik ervan, de soorten mout en de onderlinge verhoudingen en tot slot welke gist je moet gebruiken. Je moet ook proberen details van het brouwproces te achterhalen, zoals maischtemperaturen, kooktijd en vergistingstemperatuur. Als je deze informatie hebt ben je al aardig op de goede weg. Andere informatie kan ook nuttig zijn, zoals ongewone brouwmethoden en bepaalde toevoegingen die gebruikt worden. Het kan ook gaan over maischdikte, hoeveelheid gist, lagertijd, dry-hopping of andere brouwtechnieken. En natuurlijk is het regelmatig proeven van het bier belangrijk om te achterhalen van welke smaken je houdt in het bier wat je wilt namaken. We formuleren een kloonrecept In de Northwest Pacific is de Rogue Brewery een populaire brouwerij. Laten we hun Dead Guy Ale als voorbeeld nemen om een bier te klonen. Rogue heeft een mooie website die nuttig is om informatie over hun bieren te krijgen. Voor dit artikel gebruiken we alleen de informatie die op de website staat (www.rogue.com). (Als we een kloonrecept publiceren in Brew Your Own vragen we altijd de brouwer om hulp). Klik op de link “Dead Guy Ale” voor de informatie die betrekking heeft op onze kloon. Het maakt niet uit wat voor soort brouwer je bent – met extract of met mout – het proces begint altijd met een recept gebaseerd op mout. Laten we beginnen met de mout. De website geeft aan dat het begin soortelijk gewicht 16 ° Plato is. De schaal van Plato is een andere manier om de densiteit van wort aan te geven, zoals het soortelijk gewicht waar amateurbrouwers mee werken. Om bij benadering de verhouding te krijgen moet je het aantal graden Plato vermenigvuldigen met 4. Dit getal geeft de laatste twee cijfers aan van het soortelijk gewicht. Bijvoorbeeld 16 keer 4 geeft 64, of een soortelijk gewicht van 1064. Voor een meer precieze omzetting moet je een omzettingstabel gebruiken. Als je dat doet zul je zien dat 16 °Plato overeenkomt met 1065. De benadering van “4 x “ klopt bij een soortelijk gewicht van 1040 (10 °Plato) maar wordt minder nauwkeurig als het soortelijk gewicht stijgt. Volgens de website van Rogue wordt de moutsoorten Klages, Harrington, Munich en Carastan gebruikt. Klages en Harrington zijn gerstvariaties. Als er een gerstvariatie genoemd wordt dan is dat altijd een lichtgekleurde mout. Carastan is een soort caramout waarvan de kleur rond de 100 EBC ligt. Het zou fijn zijn om te weten hoeveel mout ze van elke soort gebruiken, maar dat is niet aangegeven. Maar maak je geen zorgen. Eigenlijk wordt voor bijna alle bieren 80 tot 100% basismout gebruikt en de rest zijn speciale mouten. De basis is meestal een lichtgekleurde mout, maar kan ook een beetje donkerder zijn, zoals een Vienna of Munich. Op de website hebben we ook gezien dat de kleur van Dead Guy Ale rond 42 EBC ligt en dat het bier gebrouwen is als een ale versie van een meibock. Als je brouwsoftware gebruikt kan dat helpen de juiste hoeveelheid mout van elke soort te vinden. Als je software een keuzemogelijkheid geeft voor het soort brouwen (mout of extract) maak dan de keuze. Dat is belangrijk omdat dit bepalend is voor het brouwzaalrendement. Dit is een waarde tussen nul en 100 en geeft het percentage suikers aan dat je uit je mout haalt. Een normale waarde voor amateurbrouwers is 65-70%, de meeste brouwpubs komen tot 80% en grotere brouwerijen komen tot 90% of meer. Dit betekent dat de gemiddelde amateurbrouwer een beetje meer mout nodig heeft om er dezelfde hoeveelheid suikers uit te halen. De eerste aanname voor het recept van een Dead Guy is dat we 90% basismout nemen en de overige 10% voor de speciale mout (Carastan). Als we 300 gram Carastanmout gebruiken en aanvullen met alleen pilsmout dan krijgen we een kleur van 32 EBC. Door geleidelijk munichmout toe te voegen in het recept laat zien dat door 950 gram munichmout toe te voegen aan 2100 gram pilsmout de kleur 42 EBC wordt. Dat geeft een storting die overeenkomt met de opgave van de website en past bij een recept voor een meibock. In ons recept komt meer caramout voor dan gebruikelijk voor een meibock, maar de mkleur is ook aanmerkelijk donkerder. Onze storting is redelijk want veel amberkleurige bieren bevatten ongeveer 10% caramout. Natuurlijk zijn er ook andere combinaties van de mouten die ook een SG geven van 1065 en een kleur van 42 EBC. Je kunt bijvoorbeeld de hoeveelheid Carastanmout wat verlagen en wat meer munichmout toevoegen. Omgekeerd kun je ook de hoeveelheid Carastanmout verhogen en minder munichmout gebruiken. Ik kies voor 2100 gram pilsmout en 300 gram Carastanmout omdat ik wil dat de moutsmaak van de munichmout sterker is dan de sterke caramel/toffeesmaak van de Carastanmout. Ervaring met vroegere brouwsels waarbij munich en lichte caramout gebruikt zijn helpt zeker om je recept goed samen te stellen. Soms is er niet voldoende informatie is moet je toch een beslissing nemen. Als het recept klopt met de informatie die je hebt en redelijk lijkt voor het soort bier wat je wilt brouwen, dan is het tijd om het te gaan brouwen. Als je het gebrouwen en geproeft hebt moet je het recept misschien wat aanpassen om een betere kloon te krijgen. Trouwens als je een recept hebt wat redelijk lijkt dan hoef je niet bang te zijn dat je een slecht bier brouwt. Als je nu toevallig de verhoudingen tussen de ingrediënten weet van een commercieel bier, hoe kun je dat omzetten naar een recept geschikt voor een amateurbrouwer. Dat kan in twee stappen. Eerst maak je een recept voor de hoeveelheid die je wilt brouwen met het brouwzaalrendement van een commerciele brouwer. Daarna pas je het recept aan met het brouwzaalrendement wat je zelf kunt bereiken. Stel dat het commerciële recept uitgaat van 92% pilsmout en 8% caramunichmout met een begin soortelijk gewicht van 13 °Plato (SG 1052). Eerst stel je het brouwzaalrendement van je brouwsoftware in op het brouwzaalrendement van de commerciële brouwer. Als je het niet weet gebruik dan 80% voor een kleine brouwer en 90% voor een grote brouwer. Dan reken je de totale hoeveelheid mout uit. Ga in het begin uit van alleen pilsmout. Stel dat je 2600 gram nodig hebt om 13 °Plato (SG 1052) te krijgen. Deze hoeveelheid maal 0,92 is ongeveer 2400 gram voor de pilsmout en 0,08 maal 2600 gram is ongeveer 200 gram voor de caramunichmout. Als het recept veel speciale moutsoorten bevat dan kan het zijn dat je begin soortelijk gewicht te laag is omdat uit speciale moutsoorten meestal minder extract gehaald kan worden dan uit pilsmout. Als dat het geval is dan kun je pilsmout toevoegen om het verschil op te heffen of door de hoeveelheid van alle ingrediënten te vermenigvuldigen het soortelijk gewicht wat je wil bereiken en te delen door het berekende soortelijk gewicht. We berekenden met de software een SG van 1050 en we willen een SG van 1052. In dat geval moeten we de beide moutsoorten met 51/50. En dan nu de hop Op de website van Rogue hebben we gezien dat ze Perle en Saazhop gebruiken met een bitterheid (IBU) van 40. “IBU” staat voor International Bittering Units, en is een maat voor de hopbitterheid van het bier. Kijk naar de verschillende biersoorten in je brouwsoftware of in je brouwboeken voor de verschillende waarden. Een van de twee hopsoorten heeft een hogere alfazuur waarde en wordt meestal gebruikt als bitterhop. Saaz heeft een lagere alfazuur waarde en wordt meestal gebruikt als aromahop. De brouwsoftware zal vragen naar het alfazuurpercentage van de hop die je gebruikt en die vind je op de verpakking van de hop. In dit recept gebruiken we de Saazhop als aromahop. Rogue Dead Guy heeft een mooi hoparoma, wat aan de lage kant is ten opzichte van veel American pale ales. Ik kies voor 15 gram Saazhop, toegevoegd aan het eind van de kooktijd. Dit is een gok, maar de hoeveelheid en het tijdstip van toevoeging is gelijk aan de meeste bieren met dit hopkarakter. Want je moet onthouden dat wat moet aannemen als je geen juiste informatie hebt van het te klonen bier. Als je het eenmaal gebrouwen hebt dan kun je het bier proeven en het recept eventueel bijstellen. Als onze aanname niet goed is krijgt het bier een hoger of lager hopkarakter dan de professioneel gebrouwen versie. Maar het is geen slecht bier. De toevoeging van de Saazhop zal niet bijdragen aan de bitterheid van het bier. Dus de Perle hop, die 60 minuten wordt gekookt, wordt gebruikt om de geplande waarde van 40 IBU te halen. Zestig minuten is de normale tijd dat bitterhop wordt gekookt. Hop wordt geperst in balen van 91 kg. Van een aantal balen wordt het alfazuurpercentage gemeten in het laboratorium en de gemiddelde waarde wordt aangehouden voor de hele oogst. Dus kan er wel wat verschil zitten tussen de aangegeven waarde en de echte waarde. Bovendien verliest de hop wat alfazuren als hij ouder wordt. Dus als je de hopbitterheid berekent, vertrouw er niet teveel op en laat je smaakpapillen het werk doen. Als je wel de beschikking hebt over de informatie van het commerciële hopschema, hoe gebruik je dat dan? Je wilt het gewicht van de hop weten en de bijdrage van elke soort aan de bitterheid. Gebruik voor de bitterheid alleen de informatie over IBU’s om je bitterhop te bepalen. Als je de hoeveelheid bitterhop terugrekent naar de amateurschaal dan zul je merken dat de bitterheid minder is dan in het commerciële voorbeeld. En dan komt de gist Het kan moeilijk zijn om de gist te kiezen, omdat sommige brouwerijen de keuze van de gist als een groot geheim beschouwen. Gelukkig maken de meeste brouwers zich daar niet meer zo druk om omdat veel gistsoorten voor amateurbrouwers beschikbaar zijn van Wyeast, White Labs en andere leveranciers. Rogue geeft aan voor dit bier dat het vergist wordt met hun Pacmangist, die sinds kort verkrijgbaar is bij Wyeast. Als het onmogelijk is om informatie over de gist te krijgen van de brouwerij dan kun je het beste proberen een gist te kiezen die overeenkomt met de smaakomschrijving van de fabrikant. Je winkel voor brouwartikelen kan je ook wel goed advies geven. En tot slot, water Vroeger moesten brouwers hun bier maken wat ter plaatse beschikbaar was. Tegenwoordig behandelen de meeste commerciële brouwers hun water, zodat het geschikt wordt voor het type bier wat ze willen brouwen. De chemie van water en het effect op het bier is zeer complex en past niet in dit artikel. Voor bieren met de nadruk op de hopsmaak zal een beetje gips het hopprofiel accentueren. Voor bieren met de nadruk op de moutsmaak gebruik je een beetje calciumchloride. Voor onze kloon van Dead Guy Ale kunnen we er van uitgaan dat veel soorten water kunnen zorgen voor een goede amber ale. Tenzij je water erg veel carbonaten heeft of erg zacht is dan is het prima om dit bier te brouwen. De manier van brouwen Iedere brouwer maakt zijn bier een beetje anders dan anderen. Als je in staat bent de brouwer te bezoekenvraag dan zeker wat ze anders doen om dit bier te maken. Let voorla op de maischtemperaturen, hoptechniek, vergistingstemperatuur, hoe het bier wordt opgeslagen en gelagerd, enzovoort. Misschien vind je een nieuwe techniek waardoor al je bieren beter worden. Voor de kloon van onze Dead Guy Ale hebben we niet veel informatie. Voilgens de website van Wyeast wordt het bier vergist op 16 °C, wordt veel gist toegevoegd en goed belucht. Voor het maischen kies ik voor gemiddelde waarden. Brouw het! Nu is het tijd om het bier te brouwen. Als het klaar is proef het dan samen met het commerciële voorbeeld. Denk bij elk onderdeel van het recept hoe je het kunt aanpassen zodat het dichter bij het originele voorbeeld komt. Je moet het recept een aantal keren herhalen, waarbij je kleine veranderingen doet zodat je een recept krijgt wat helemaal voldoet aan je verwachtingen. Zelfs al krijg je het recept van de brouwer, de details van je water, je apparatuur en manier van brouwen zijn van invloed op het bier. Zend de klonen in Het maken van een kloon start altijd met het verzamelen van informatie. Als je genoeg informatie kunt krijgen over het commerciële bier, inclusief de moutsoorten (en het percentage van elk), begin soortelijk gewicht, hop (de hoeveelheid van elk en de gewenste bitterheid), gist en andere details (maischtemperatuur, kooktijd, verrgistingstemperatuur) dan is het eenvoudig om een recept samen te stellen met behulp van brouwsoftware. Als je, zoals in het voorbeeld, niet alle informatie kunt krijgen dan zul je de rest in moeten vullen door andere bierrecepten van hetzelfde soort bier te raadplegen en gebruik te maken van je eigen brouwervaring. Je hoeft niet ieder detail precies te weten om toch een goed bier te krijgen. Tenslotte zul je het bier een aantal keren moeten brouwen en vergelijken met het origineel om een goede kloon te krijgen.
Rogue Dead Ale Kloon Ingrediënten voor 10 liter bier: 2100 gram pilsmout 950 gram munichmout 300 gram Carastanmout 24 gran Perlehop 7% alfazuur (60 minuten koken) 15 gram Saazhop (0 minuten koken) 1 theelepel Iers mos ½ theelepel gistvoeding Wyeast gist 1764 (Rogue Pacman) Behandel 20 liter zacht water met 1 theelepel calciumchloride. Maisch het graan 60 minuten op 67 °C in 9 liter water. Verzamel ongeveer 14 liter wort en laat dat 90 minuten koken. Voeg de hop toe volgens schema. Vergisten op 16 °C. Steve Bader Bron: Brew Your Own, oktober 2009, vertaald en bewerkt door Frits Haen |
|
| Terug naar overzicht | |
Brouw een double IPA! |
maart 2010 |
Door: Frits Haen |
|
|
BROUW EEN DOUBLE IPA! Wil je een verhoging van de hopdrempel? Mijn eerste Double IPA heette Inauguratie Ale; het was het eerste bier wat ik ooit brouwde in de Blind Pig Brewery in Temecula, California op 23 juni 1994. We kochten wat gebruikte apparatuur van de Electric Dave Brewery in Bisbee, Arizona. De 5-hectoliter brouwapparatuur zag er goed uit, maar wat opviel was dat de gistbakken van plastic waren. Ik maakte me er niet druk om, omdat ik in de professionele brouwwereld kwam vanuit de amateurbrouwwereld, waar vergisting in plastic tamelijk gewoon was. Waar ik meer zenuwachtig van werd was dat ik nog nooit commercieel bier had gebrouwen en, nog belangrijker, ik had nog nooit zoveel bier tegelijk gebrouwen. Met dit in gedachte nam ik het recept van onze Blind Pig IPA, verdubbelde de hoeveelheid hop (letterlijk) en verhoogde de hoeveelheid mout met ongeveer 30 procent. Ik ging er van uit dat als er wat mindere smaken in de Inauguratie Ale zouden zitten dit door de hoeveelheid hop wel wat gemaskeerd zouden worden. Gelukkig lukte de Inauguratie Ale prima en we maakten er een traditie van om elk jaar onze verjaardag te vieren met het brouwen van een Double IPA. Zowel de Rogue Ales en de Stone Brewing maakten in de jaren ’90 een Double IPA, maar pas in 2001 begonnen de brouwers van The Bistro met een van de hoppigste bierfestivals: Het Bistro Double IPA Festival. Het eerste festival had maar 12 inzendingen, inclusief mijn eerste hoeveelheid Plinius de Oudere. (Plinius de oudere was een schrijver, bioloog en filosoof in het vroegere Romeinse Rijk, red.). Een Double IPA maken Voor mij is het erg eenvoudig: een Double IPA heeft geen grote hoeveelheid caramout nodig. Je brouwt toch een IPA en geen barleywine. Volgens mij is teveel caramout met Amerikaanse hop een wrak met hoparoma en hopsmaak. Nou wil ik niet zeggen dat je nooit caramout moet gebruiken, een beetje geeft kleur en body. Een Double IPA heeft een goed moutfundament nodig, maar teveel caramout zit een mooi hopkarakter in de weg. Kennelijk is de hop het eerste waar je op moet letten als je een Double IPA recept maakt. Maar voor we het over de hop hebben, zullen we de mout en de gist bespreken. Volgens mij is de moutstorting voor een Double IPA eenvoudig. Het heeft niet veel meer nodig dan pilsmout, carapils (dextrine) mout, caramout en mogelijk wat zuurmout. Behalve dat zou ik alleen nog wat dextrose tijdens het koken toevoegen om het soortelijk gewicht te verhogen. De suiker brengt niet alleen het soortelijk gewicht op een hoger peil, maar omdat het enkelvoudige suikers zijn kan de gist ze makkelijk omzetten waardoor de body lichter wordt. Dat moet je natuurlijk zelf weten; ik drink zelf het liefst een IPA met weinig body zodat de hop overal in het bier te vinden is. Als je wat meer body in je Double IPA wilt dan zou ik de suiker geheel of gedeeltelijk vervangen door pilsmout om een alcoholpercentage van 8 tot 9 procent te krijgen. Gist is niet het belangrijkste als je een Double IPA recept maakt, maar laat het niet van het toeval afhangen. Uiteindelijk is het de gist die alle smaken van de ingrediënten (inclusief de gist) samenbrengt in je bier. Persoonlijk geef ik de voorkeur aan California Ale Yeast/Chico Ale Yeast om alle IPA’s te vergisten. Gebruik geen gist die nog wat diacetyl achterlaat in het bier
Als hop zou ik traditionele hop willen voorstellen in traditionele Amerikaanse IPA’s en Double IPA’s. Hop als Amarillo (abrikozen en perzik), Cascade (bloemen en citrus), Centennial (fruitig), Chinook (peperig), CTZ (Columbus, Tomahawk, Zeus – ui, knoflook, kruiden) en Simcoe (ananas) maken allemaal mooie Double IPA. De hop gebruik je alleen voor het aroma. Maar dit hoparoma is tamelijk vluchtig, dus bewaar je Double IPA (of gewone IPA) niet te lang. Drink het jong om het explosieve hoparoma en de hopsmaak te beleven.
Techniek van het brouwen van een Double IPA Nu je het recept hebt samengesteld laten we het eens hebben over een beetje techniek dat ik gebruik om mijn Pliny the Elder te maken en waardoor je een betere Double IPA kunt maken. Ik geef er de voorkeur aan om te maischen op 66 °C. Als je de maischtemperatuur laag houdt krijg je niet alleen meer vergistbare suikers, maar je krijgt ook een bier met minder body waardoor je de hop beter proeft. Dit is natuurlijk een persoonlijke keuze, als je wat meer body wilt verhoog dan de temperatuur. We vergisten Pliny the Elder tussen 19 en 20 °C; boven deze temperatuur krijg je diacetyl. Het enige dat erger is in een Double IPA met teveel caramout is er een met diacetyl. Dryhopping is bijna een must; overweeg niet alleen een enkele dryhop toevoeging, maar ook een tweede dryhopping. Voor Pliny the Elder dryhoppen we 12 tot 14 dagen. Aan het eind van de vergisting verlagen we de temperatuur van het gistvat naar 15 °C. We verwijderen zoveel mogelijk gist en en we voegen de dryhop toe via de bovenkant van het vat. Als je thuis je brouwsel overhevelt van je gistvat naar je lagervat voeg dan de dryhop toe als het bier overgeheveld is. We zetten dan de koeling uit en de temperatuur van het bier zal een aantal graden stijgen tijdens het dryhoppen. Op grote schaal moeten we de gist verwijderen voor latere toepassingen daarom verlagen we de temperatuur tot 15 °C. Vroeger lieten we de temperatuur zakken tot 11 °C, maar we kwamen er achter dat je bij 15 °C evenveel gist kon aftappen, dus we verdienden 4 graden waardoor we zelfs meer aroma kregen. Als amateurbrouwer kun je dryhoppen op je vergistingstemperatuur van 20 °C en zelfs meer hoparoma krijgen. Met nog vijf of zes dagen te gaan in de totale tijd van dryhoppen voegen we een tweede hoeveelheid dryhop toe via de bovenkant van het lagervat. Als de tweede hoeveelheid dryhop is toegevoegd mengen we de aanwezige dryhop (die nu in de kegel van de tank zit) terug in de oplossing in het lagervat. We doen dit met een stoot CO2 onderin de kegel van de cilinderconische tank. Als amateurbrouwer kun je je vat of emmer schudden. Met nog twee dagen te gaan met de dryhop verlagen we de temperatuur naar 0 °C. De laatste techniek die ik op wil wijzen is het behandelen van het lagervat, slangen, vaten en flessen met CO2. Dit kan bij alle bieren die je thuis brouwt en is een algemeen gebruikte techniek in commerciële brouwerijen. Ik leg er bij een Double IPA de nadruk op omdat hoppige bieren snel kunnen oxideren en alles wat je kunt doen om oxidatie te voorkomen helpt bij het eindresultaat.
Plinius de Jongere Toen we Plinius de Oudere gebrouwen hadden kwamen we er achter dat hij nog een neef had, Plinius de Jongere. En vanzelfsprekend wilden we een nog hoppiger bier maken. Het lijkt dan eenvoudig om de hoeveelheid mout en suiker te verhogen om meer alcohol te krijgen en tegelijk meer hop toe te voegen. Maar ik besloot de andere kant op te gaan. Ik wilde van 8 procent alcohol (van Plinius de Oudere) terug naar 6 of 7 procent en de hoeveelheid hop te verhogen. De gedachte hierachter was dat met minder alcohol en meer hop de hopsmaak beter tot zijn recht zou komen. Dat had ik graag willen uitproberen, maar uiteindelijk hebben we er toch voor gekozen het alcoholpercentage te verhogen naar 10,5 – 11 procent en de hoeveelheid hop belangrijk te laten toenemen. Om het Plinius de Jongere te maken namen we het recept van Plinius de Oudere en voegden meer pilsmout en dextrosesuiker toe om het alcoholpercentage te verhogen. We voegden een flinke hoeveelheid Amarillohop toe, iets wat niet bij Plinius de Oudere zit. De Amarillohop gaat hand in hand met de Simcoehop, die bepalend is voor Plinius de Oudere. De keuze van deze hop is bepaald door de geurigheid en de fruitige smaak. De Simcoehop heeft een ananasachtige smaak en aroma en samen met het abrikoos en perzikkarakter van de Amarillohop zorgt het ervoor dat de smaak van de vele alcohol wordt gemaskeerd. Het recept is niet gemakkelijk met het dry-hoppen. Zoals aangegeven wordt Plinius de Oudere twee keer gedry-hopt. Dit is een techniek waarvan ik geloof dat die voor alle Dubbel IPA recepten moet worden toegepast. Maar bij Plinius de Jongere dry-hoppen we vier keer. Het vier keer dry-hoppen is niet om steeds meer hop toe te voegen. Als dry-hop te lang in het bier blijft, verliest het hoparoma. Met de techniek van vier keer dry-hoppen geven we de eerste dry-hop en laten het een week in het bier. Dan verwijderen we de eerste dry-hop van de bodem van de cilindroconische tank via de kraan aan de onderkant. Dan geven we de tweede dry-hop die weer een week blijft zitten en dan wordt afgetapt. Ook de derde en vierde dry-hopgift gaat op dezelfde wijze. Tijdens dit proces is de temperatuur tussen de 16 en 19 °C. de laatste twee dagen van de vierde hopgift wordt de temperatuur verlaagd naar 0 °C, waarna het bier helder is geworden, maar niet gefilterd. Door vier keer hop toe te voegen voorkom je dat het hoparoma verloren gaat, omdat de hop te lang in contact is met het bier. Om deze techniek toe te passen heb je wel een gistvat nodig nmet een conische bodem. Als je die niet hebt, kun je overwegen het bier telekens over te hevelen van de dry-hop in een ander vaten opnieuw hop toe te voegen. Vergeet niet om het tweede vat goed te reinigen voor gebruik.
Wat komt er nog meer? Nu we het gehad hebben over “traditionele” ingrediënten voor een IPA In een sterkere versie van een Double IPA, wat kun je dan nog meer doen? Om te beginnen kun je proberen een super hoppig bier te maken met minder alcohol, zoals ik van plan was toen ik het recept voor Plinius de Jongere aan het maken was. Snippers eikenhout kunnen ook gebruikt worden in een Double IPA. Een ander idee wat ik heb is het gebruiken van niet-traditionele hopsoorten. Gebruik in plaats van de traditionele hop als Cascade, Centennial, Chinook, CTZ, Amarillo of Simcoe eens andere hop als Sterling. Of gebruik East Kent Goldings of Styrian Goldings voor een Engelse IPA. Dus een eenvoudige moutstorting met een beetje caramout, een lage maischtemperatuur, suiker toevoegen tijdens het koken en dry-hoping zijn een paar dingen die je moet doen om een goede Double IPA te krijgen. Je hebt mijn gedachten, ideëen en technieken gelezen over mijn recept van Plinius de Oudere. Maar je moet natuurlijk een bier maken wat jij wilt drinken. Dat is uiteindelijk de bedoeling van bierbrouwen als hobby!
Russian River Plinius de Oudere Ingrediënten voor 10 liter bier 2200 gram palemout 100 gram caramout 50 EBC 100 gram carapilsmout 80 gram dextrose suiker 44 gram Columbus hop 13,9% alfazuur (90 minuten koken) 10 gram Columbus hop 13,9% alfazuur (45 minuten koken) 12 gram Simcoe hop 12,3% alfazuur (30 minuten koken) 12 gram Centennial hop 8% alfazuur (0 minuten koken) 31 gram Simcoe hop 12,3% alfazuur (0 minuten koken) 12 gram Columbus hop 13,9% alfazuur (dry-hop 12-14 dagen totaal) 12 gram Centennial hop 9,1% alfazuur (dry-hop 12-14 dagen totaal) 12 gram Simcoe hop 12,3% alfazuur (dry-hop 12-14 dagen totaal) 3 gram Columbus hop 13,9% alfazuur (5 dagen te gaan in dry-hop) 3 gram Centennial hop 9,1% alfazuur (5 dagen te gaan in dry-hop) 3 gram Simcoe hop 12,3% alfazuur (5 dagen te gaan in dry-hop) White Labs WLP001 (California Ale Yeast) of Wyeast 1056 (American Ale Yeast) Maischen op 66-67 °C gedurende 1 uur tot de omzetting compleet is. Afmaischen op 77 °C en spoelen. Dextrose toevoegen en 90 minuten laten koken. Hop toevoegen volgens schema. Na het koken afkoelen, goed beluchten en gist toevoegen. Vergisten op 19 °C tot de gistactiviteit stopt. Hevelen naar lagervat en dry-hop toevoegen volgens schema. Vinnie Cilurzo Bron: Zymurgy, juli/augustus 2009, vertaald en bewerkt door Frits Haen |
|
| Terug naar overzicht | |
Eisbock-ijsbier op de grens van waarheid en utopie |
maart 2010 |
| Door: Gilbert Baetslé | |
|
EISBOCK-IJSBIER OP DE GRENS VAN WAARHEID EN UTOPIE
Bier is een alcoholhoudende drank. Met een alcoholgehalte meestal tussen 4 à 10 gewichtsprocent of 5 à 12,5 vol %. Alcohol bevriest aan – 114° C. Het vriespunt van water is 0 °C.Bier bevriest naar gelang zijn alcoholgehalte en zijn stamwortextract volgens de formule aan :
Vriespunt (°C)= - (0,42A + 0,04 P + 0,2) Met A = alcoholgehalte in gewichtsprocent P = stamwortextract in gewichtsprocent Voorbeeld : - 2,5 °C = -(0,42.4,2 + 0,04 . 12,7 + 0,2)
Een water-alcohol oplossing zal naargelang het percentage alcohol aan een veel lagere temperatuur vast worden door bevriezen. Bv een water-alcohol oplossing van 30 % bevriest bij – 40 °C.Men noemt dit verschijnsel vriespuntsdaling. Het is dus mogelijk in een water-alcohol oplossing door bevriezen de alcohol van het water te scheiden. Men kan deze scheidingstechniek een “koude destillatie” noemen. Anders is het voor de scheiding van de alcohol uit bier. De legende wil dat rond 1890 in de Duitse brouwerij Reichelbrau in Kulmbach per verrassing een aantal “vergeten” houten vaten door de plotse en aanhoudende vrieskou open barstten en de overblijvende “vloestof” bovendien uitstekend smaakte. Het is verkeerd te denken dat er door langzaam bevriezen van bier zomaar het water kan “afgeschept” worden. Er zijn brouwerijen die een ijsbier op de markt brengen of – brachten. Vanzodra door diepkoelen zich in het bier ijskristallen vormen worden ze door filtratie afgescheiden. Het overblijvende bier zal inderdaad een hoger alcoholgehalte bevatten doch verarmd zijn in smaak. De uitgefiltreerde vaste fase is immers geen zuiver water maar een ware oplossing van water met al de tot het uitstekend smaakpalet bijdragende stoffen zoals de componenten van de hop, eiwitten, looistoffen, de nobele alcohol-begeleidende stoffen uit de gisting en andere aromaten. Het is zo dat alcohol de smaak van het bier boetseert en ondersteunt. Zo zou, moest het wettelijk en financieel haalbaar zijn, een toevoeging van 1 % zuiver aethanol aan bv een Pilsbier de smaak fel verbeteren. Ook zou een EISBOCK bier waarvan het alcoholgehalte door bevriezen met 1 à 2 % is gestegen nog als “beter” kunnen beoordeeld worden. De zg. IJSBIEREN die door bevriezen meer dan 2 % alcohol toename halen, moeten een alsmaar vlakkere afdronk hebben. Het wordt geheel krankzinnig als men poogt en beweert door bevriezen bieren van 20 à 40 % alcohol te bekomen. (De Gentenaar van 20.02.10). Afgezien van de kostprijs zou men het “produkt” nog moeilijk “bier” kunnen noemen zowel naar smaak als naar uitzicht. Bier is een drank ontstaan door vergisting van een wort waarvan de grondstoffen voor minimum 5/7 uit meelspeciën bestaan. De biergisten verdragen max. 12 % alcohol. Alcohol is zeer schuim negatief. Een bierdrinker verwacht een schuimkraag van 3 à 4 cm. Een goede schuimkraag bestaat voor 60% uit gas en 40 % uit vloeistof. Door drainage wijzigt die verhouding naar 90 % gas en 10 % vloeistof waardoor de schuimkraag naar 2 cm zakt binnen een paar minuten. Bovendien is een hergisting in fles voor bieren van 20 à 30 % alcohol uitgesloten. Bier van 20 % en meer alcohol door bevriezen bekomen, is een foutaise (flauwe kul) en zal door de bierliefhebber meedogenloos afgeschoten worden. Gilbert Baetslé, Meienbroek 64, 9920 Lovendegem, België |
|
| Terug naar overzicht | |
London Brown Ale |
februari 2010 |
Door: Frits Haen |
|
|
LONDON BROWN ALE Op vele manieren begint en eindigt London Brown Ale met Mann’s. Mann’s Brown Ale was de eerste en is nu nog een van de drie die zijn overgebleven en heeft een marktaandeel van 85% (in een sterk teruggelopen markt). Als je nu in Engeland komt kun je je amper voorstellen dat het een belangrijke biersoort was rond 1950. Samen met Mild Ale is deze soort het meest getroffen in de laatste 50 jaar en als je iemand een Brown of Mild Ale hoort bestellen is dat zoiets als een vinyl grammofoonplaat bestellen. De ironie wil dat London Brown Ale een bier van nieuwe technologie was en een van de jongste Britse biersoorten. Mann’s Brown Ale werd in 1902 op de markt gebracht door Mann, Crossman & Paulin. Het bier werd bedacht door directeur Thomas Wells Thorpe en werd eerst gebrouwen in de Albion Brewery in de Whitechapel Road, niet ver van de plaats waar Jack the Ripper actief was rond 1880. Het bier werd uitgebracht in flessen en verkocht als “het zoetste bier in Londen”. Het alcoholpercentage was lager dan van de meeste bieren in die tijd, rond 2,7% alcohol. Wie wil er nu een slap, zoet bier? De verkoop van Mann’s Brown Ale begon na de Eerste Wereldoorlog. Er zijn verschillende theoriën waarom dat het geval was. De Defense of Realm Act (DORA) werd in 1914 van kracht en gaf de regering veel macht, inclusief bepalingen over de verkoop en inhoud van alcoholhoudende dranken. De geheelonthoudersbeweging was actief in Engeland. Lloyd George, de Engelse Eerste minister van 1916 tot 1922, zei: “Het gevoel is dat als we afstappen van het Duitse militarisme, dan moeten we ook afstappen van het drinken. We vechten tegen Duitsland en Oostenrijk en drinken; en voor zover als ik het kan zien is het drinken onze grootste vijand.” Hoewel Engeland niet alle alcohol in de ban deed verhoogde het Parlement de belastingen, beperkte de openingstijden van de pub, verbood het tracteren (het geven van rondjes, een Britse traditie) en stelde limieten aan de sterkte van het bier dat brouwers verkochten. Ingrediënten werden gerantsoeneerd en de brouwers maakten slappe bieren om zo lang mogelijk met hun beperkte voorraden te doen. Een populair liedje stak de draak met “Lloyd George’s Beer”: Lloyd George’s beer, Lloyd George’s beer, At the brewery there’s nothing doing All the waterworks are brewing Lloyd George’s beer, Oh they say it’s a terrible war And there never was a war Like this before But the worst thing ever Happened in the war Was Lloyd George’s beer.
Het geschatte maximale soortelijk gewicht van het bier in 1919 was 1044. De gemiddelde sterkte van Porter was 1036, IPA 1048 en Mild 1032, tijdens de oorlog steeds verder gezakt naar respectievelijk 1055, 1065 en 1048. Brouwerijen deden er alles aan om de kwaliteit van het bier te handhaven ondanks het lage soortelijk gewicht. Mensen klaagden over wijnachtige porter en slecht gemaakte mild. Dus een pint bestellen in de pub was niet zo leuk meer als vroeger. Maar de klanten ontdekten dat ze het tapbier konden verbeteren door het te mengen met London Brown Ale uit een fles. De zoetheid maskeerde de slechte smaken en door het koolzuur werd het ook beter drinkbaar. De kwaliteit van bier in flessen was beter te controleren, dankzij de pasteurisatie. Mixen zoals Brown & Mild”, ook wel “Boilermaker”genoemd, en “Brown & Bitter” werden gegewoon. De verkoop van London Brown Ale steeg. Verlangen naar zoetheid Een andere theorie is dat zoete smaken weinig voorkwamen tijdens en vlak na de oorlog. In de tegenwoordige tijd zijn veel levensmiddelen zoeter geworden en kunnen we ons moeilijk voorstellen dat zoet iets aparts was. Suiker was geratsoeneerd van 1917 tot 1920 en jam van 1918 tot 1919. London Brown Ale gaf de mensen een zoete smaak als er anders niets te krijgen was. Wat de reden ook was, de verkoop van London Brown Ale steeg snel en dat bleef zo tot in de jaren 50 van de vorige eeuw. Andere brouwerijen zagen een kans in de markt en brouwden hun eigen versie. Bekende namen waren Charrington’s London Brown Ale, Whitbread’s Forest Brown Ale, Young’s Brown Amber Ale en W.A. Smith & Son’s Nut Brown Ale. Terwijl sommige brouwerijen een nieuw bier ontwikkelden bottelden anderen eenvoudig hun mild ale en noemden het Brown. Toen de populariteit van het bier groeide voegden sommige brouwerijen een tweede sterkere Brown Ale toe aan hun assortiment met een begin soortelijk gewicht van 1038, een beetje meer dan het gebruikelijke 1032. Dat verklaart ook de toenemende populariteit van het neefje van de London Brown Ale: Newcastle Brown Ale. De teruggang van London Brown Ale begon rond 1960 en het ging toen erg snel. Mild ale kreeg het etiket dat het bier was voor oudere mensen en werd in verband gebracht met petten en werkende klasse. Bitter ales werden populair omdat het werd gezien als een meer verfijnde drank. Sinds London Brown Ale werd verkocht om het te mengen met mild ale liep de verkoop erg snel terug. Tegenwoordig zijn er nog drie over: Mann’s Brown Ale, Harvey’s Nut Brown Ale en Harvey’s Old Ale (oorspronkelijk “no. 1 Brown Ale” genoemd). Mann’s promoot het bier nog steeds als een mixer. Voorbeelden vasn deze mixen zijn Best Mann’s (Mann’s en best bitter), Irish Mann’s (Mann’s en stout) en Fancy Mann’s (Mann’s en koffielikeur). Met Kerstmis nam de verkoop iets toe waardoor Mann’s een reputatie kreeg van bier om stews en fruitpudding te verbeteren. Daarom heeft Mann’s een slechte naam bij de meer traditionele en jongere amateurbrouwers en slechts weinigen van ons beginnen er aan. Er is een interessante relatie met het Nederlandse Oud Bruin, zoals het gebrouwen wordt door Heineken en Brand. Een beetje zoeter en zonder ale karakter heeft het bier een bepaalde niche-markt in Nederland.
Brouwen van London Brown Ale Amateurbrouwers moeten diverse beslissingen nemen als ze een London Brown Ale willen brouwen. Als eerste: doe je het op de manier van Mann, een gezoet bier, of wat anderen wel eens doen, gewoon een mild ale bottelen. Als je de originele manier kiest dan sta je voor de keus voor het gebruik van niet-vergistbare zoetstoffen of proberen thuis te pasteuriseren. Beide mogelijkheden hebben hun problemen. Voor hierover in detail te treden volgen eerst wat referentiepunten. London Brown Ale lijkt op Coca Cola en is even mousserend. In vergelijking met een zoete stout (die in Engeland wordt gebrouwen met ca. 3% alcohol) is London Brown Ale minder geroosterd van smaak, maar het lijkt er wel op. Tot slot is het bier zoet, maar niet mierzoet. Gebruik voor de storting palemout, zwarte mout, caramout en tarwemout. Gebruik genoeg zwarte mout om de goede kleur te krijgen, zonder dat het bier te gebrand wordt. Voeg caramout toe voor de kleur en een beetje caramelsmaak, maar niet zoveel dat de caramelsmaak overheerst. Tarwemout zorgt voor het schuim bij dit bier met weinig alcohol. Hopo mag er niet teveel uitspringen 20 EBU is genoeg. Gebruik Engelse hop (Mann’s gebruikt Target). Neem een Engelse gist die niet te ver uitvergist. Maischen op 68 °C om een hoog begin soortelijk gewicht te krijgen. De meeste amateurbrouwers maken hun bier zoeter door lactose toe te voegen bij het koken. Na de vergisting kan de zoetheid nog worden bijgesteld door een kunstmatige zoetstof, zoals NutraSweet. Als je dichter bij het commerciële product wilt komen moet je proberen het bier te pasteuriseren. Probeer er eerst maar iets over te lezen, maar het basisidee is dat je het bier vergist, filtert en voorzien van koolzuur bottelt, nadat je de zoetheid met sucrose hebt bijgesteld tot het gewenste niveau. Dan zet je de flessen in een waterbad en verhoogt de temperatuur met 1 tot 2 °C per minuut tot 60 °C. Deze temperatuur hou je 15 tot 20 minuten aan en daarna langzaam af laten koelen tot bewaartemperatuur. Als de flessen exploderen dan heb je iets niet goed gedaan. Black Jack Ale Ingrediënten voor 10 liter bier: 1100 gram palemout 160 gram tarwemout 140 gram caramout 150 EBC 125 gram zwarte mout 200 gram lactose 6 gram Targethop 11% alfazuur (60 minuten koken) Windsor ale gist
Verminder je alkaligehalte van je brouwwater tot 100-150 ppm (met CaCO3). Verhoog dan het calciumgehalte tot 90-110 ppm met calciumchloride. Maischen op 68 °C en aanhouden tot het zetmeel is omgezet. Afmaischen op 76 °C. 90 minuten koken en na 30 minuten de hop toevoegen. Na 90 minuten afkoelen, goed beluchten en de gist toevoegen. Vergisten rond de 18 °C. Na de vergisting de zoetheid verhogen met een commerciële zoetstof, b.v. NutraSweet. Begin SG: 1040 Eind SG: 1014 IBU: 20 Antony Hayes Bron: Zymurgy september/oktober 2009, vertaald en bewerkt door Frits Haen |
|
| Terug naar overzicht | |
Berliner weisse |
december 2009 |
Door: Frits Haen |
|
|
BERLINER WEISSE Een zure opfrisser in de zomer Toen ik nog een beginneling was in het biergebeuren kon ik de zure bieren niet echt waarderen. De meeste zure bieren die ik proefde schenen niet in balans of waren niet prettig op mijn verhemelte. Toch wilde ik alle biersoorten leren begrijpen, inclusief de zure bieren, zoals Berliner weisse. Het was toen tamelijk makkelijk om aan zure bieren te komen, zoals Schultheiss Berliner Weisse en Berliner Kindl Weisse. De eerste keer dat ik ze proefde konden ze me niet bekoren. De eerste smaakindrukken waren melkzuur, erg weinig body en niet veel meer. Maar een paar weken later toen het weer wat warmer werd proefde ik weer Berliner weisse bij de barbecue. Toen bleek dat Berliner weisse goed combineerde met het zoete, gerookt, beetje vet barbecuevlees en ook met de zomerwarmte. Plotseling werd het me duidelijk waarom iemand dit bier lekker vond. De zomer is een tijd dat dranken als limonade populair zijn. Zuur en verfrissend is prettig als de dagen heet en zweterig zijn. De meeste brouwers brouwen geen zuur bier en dat is niet verwonderlijk. Dat komt omdat ons vanaf het begin is verteld dat we alles moeten doen om te voorkomen dat er bacteriën in ons bier komen. Zure bieren zijn niet goed. De meeste bieren zijn zuur geworden door bacteriën en dat is niet goed, toch? Terwijl zure bieren niet bij iedereen in de smaak vallen, zijn goed gemaakte zure bieren helemaal niet vervelend; ze kunnen prettig, gebalanceerd en uitstekend drinkbaar zijn. Berliner weisse is een scherp zuur bier met weinig alcohol. Het heeft een lichte body, een droge nasmaak en prikkelend koolzuur. De kleur varieert van wit tot een lichte strokleur. Het kan helder tot mistig zijn en heeft weinig schuim. Het zure karakter domineert zowel de smaak als de geur. Het karakter van het bier heeft dikwijls wat broodachtige of graanachtige kenmerken en soms fruitige en bloemige tonen. Toch zijn dit maar heel subtiele achtergrondtonen. Het bier heeft een “helder” ale karakter, dus geen erg esterig of stinkend aroma dat je aan een boerenerf doet denken. Er kan een licht Brettanomyces karakter zijn, maar niet meer dan een beetje op de achtergrond. Het heeft geen fenolachtige smaak, geen azijnzuursmaak, is niet bitter en heeft geen hopkarakter. Mout De storting voor een Berliner weisse is eenvoudig een mengsel van pilsmout en tarwemout. De verhouding kan 40/60 zijn in het voordeel van de tarwe of de pilsmout, of alles er tussen in. Veel mensen gebruiken een 50/50 mengsel, maar ik geef zelf de voorkeur aan wat meer pilsmout. Traditioneel wordt het bier gebrouwen met een enkele decoctiemaisch, maar met de moderne goed opgeloste mout is eentemperatuusmaisch ook goed. Een lage maischtemperatuur (65 °C) zorgt voor veel goed vergistbare suikers. Je hebt geen andere mout of graan nodig. Sommige mensen voegen caramout toe, maar dat is ongepast of onnodig. Hou het eenvoudig. Hop Gebruik Duitse hopsoorten in dit bier. Als je kieskeurig bent kun je nobele hopsoorten gebruiken, maar dat is niet nodig. Gebruik in ieder geval geen hop vol aroma of andere smaakcomponenten, zoals de citrusachtige Amerikaanse variëteiten. De bitterheid ligt tussen 3 en 8 IBU. Het is precies genoeg om wat bitterheid op de achtergrond te hebben, maar niet genoeg om het bier bitterheid te geven. Hou in gedachten dat er maar een klein beetje zoet is van de mout, dus ben voorzichtig met de bitterheid. Een verhouding van bitterheid tot begin soortelijk gewicht (IBU gedeeld door begin SG) van rond de 0,1 is genoeg. Traditioneel wordt Berliner weisse gebrouwen met een decoctiemaisch en wordt het niet gekookt, maar ik geef er de voorkeur aan om kort te koken om alle ongewenste organismen in het wort te doden. Dan start ik met een schone lei. Het nadeel van koken is de vorming van DMS (dimethylsulfide). Licht gekleurde mout, zoals pilsmout, bevat SMM (S-Methylmethionine). Boven de 60 °C wordt SMM omgezet in DMS, wat dikwijls omschreven wordt als gekookte groente. Na ongeveer 40 minuten is de helft van de SMM omgezet en het duurt 100 minuten voordat de SMM is omgezet en het DMS is verdampt tot een niet meer waarneembaar niveau. Korte tijd koken van wort gemaakt van pilsmout kan resulteren in een merkbare hoeveelheid DMS in het bier. Ik heb dit probleem nog niet gehad met kort koken van Berliner weisse, maar andere brouwers maakten er melding van. Het kan zijn dat de mout die ik gebruik en het zeer snel koelen van het wort onder de 60 °C genoeg is om het DMS onder controle te houden. Als je hier zorgen over hebt zijn er een paar alternatieven die je kunt uitvoeren. Het eerste is niet koken met een standaard maisch. Er is dan een beetje omzetting van SMM in DMS in de maisch bij hogere temperaturen, maar dat schijnt mee te vallen. Natuurlijk is het mogelijk dat door de lagere maischtemperatuur sommige ongewenste organismen kunnen overleven en het wort op een onplezierige manier kan verpesten. Het andere alternatief is de decoctiemaisch, waarbij de organismen in het te koken deel worden gedood, maar ook kan het SMM omgezet worden in DMS. Als je er voor kiest om het wort te koken, moet de hop aan het begin van het koken worden toegevoegd. Als je niet wilt koken, dan de hop toevoegen bij de maisch. Hou in de gaten dat dit bier geen hopgeur en hopsmaak heeft dus voeg de hop altijd aan het begin toe. Zuur Er zijn verschillende manieren om Berliner weisse zuur te maken. Sommige mensen willen voorkomen dat er bacteriën in hun brouwerij komen en voegen daarom melkzuur aan hun bier toe. De manier is snel en makkelijk, je kunt de hoeveelheid zuur in je bier controleren en de zuurheid blijft in de loop van de tijd hetzelfde. Toch vergelijk ik het resultaat met een stuk vlees in de magnetron. Het is snel en makkelijk, maar de smaak en de structuur zijn toch niet hetzelfde als onder de grill. Een andere techniek om Berliner weisse te verzuren is het enten van het wort met een handvol graan. Op de meeste graansoorten zit een hoeveelheid Lactobacillus of andere levende organismen. Gooi een handvol in de maisch of het wort en laat het een dag of twee zitten op een temperatuur van rond de 38 °C en het verandert in een zure, aromatische soep. Als je het wort kookt dan stopt de activiteit van de verschillende bacillen, terwijl er een bepaalde hoeveelheid zuur achterblijft. Bij deze techniek is de hoeveelheid zuur meer variabel dan bij het toevoegen van melkzuur, maar het geeft meer smaken dan alleen zuur. Als je geluk hebt kan het bier fantastisch smaken. Als je geen geluk hebt schijnt alleen een slak er van te kunnen genieten. De techniek die mijn voorkeur heeft is het toevoegen van een commerciële Lactobacillus delbruckii cultuur, zoals White Labs WLP677 (Lactobacillus Bacteria) of Wyeast 5335 (Lactobacillus delbruckii). Dit is simpel een kwestie van het product kopen in de winkel en het in het wort doen samen met je neutrale alegist. De belangrijkste smaak van deze bacteriën is melkzuur, maar het geeft ook andere subtiele smaken en aroma’s waardoor het een interessant bier wordt en en meer betrouwbare manier dan alleen melkzuur toevoegen of een handvol graan. Als neutrale alegist gebruik ik White Labs WLP011 (European Ale) of Wyeast 1338 (European Ale) vergist rond 19 °C. Op termijn zal de zuurheid zich ontwikkelen maar dat is afhankelijk van de hoeveelheid voedingsstoffen de alegist overlaat voor de bacteriën. Ga niet haasten. Laat het minstens een maand, en misschien wel een aantal maanden, gisten en kijk hoe het bier zich ontwikkelt. Als je vindt dat het bier niet zuur genoeg is voor jouw smaak dan kun je proberen de bacterie-cultuur een paar dagen eerder toe te voegen dan de alegist, zodat de bacteriën zich eerst goed kunnen ontwikkelen. De troepen van Napoleon noemden de Berliner weisse “de Champagne van het Noorden”. Als je dit een interessante biersoort vindt kun je proberen wat de Berlijners ook dikwijls doen: je drinkt het “mit Schuss” ofwel “met siroop”. Een klein scheutje framboos (“himbeer”) of andere siroop helpt tegen het zuur, zoals de suiker in de limonade. Hou ze bij de hand voor je gasten op je volgende zomerbarbecue. Saures Biergesicht Ingrediënten voor 10 liter bier: 900 gram pilsmout 650 gram tarwemout 11 gram Hallertau hop 4% alfazuur (15 minuten koken) White Labs WLP011 (European Ale) of Wyeast 1338 (European Ale) White Labs WLP677 (Lactobacillus Bacteria) of Wyeast 5335 (Lactobacillus delbrueckii) Maal het graan en maisch in water (gewichtsverhouding water:storting is 3:1) en houdt deze temperatuur aan tot de omzetting compleet is. Verhoog de temperatuur tot 76 °C. Spoelen met water van 77 °C. Als het wort kookt de hop toevoegen. De totale kooktijd is 15 minuten nadat de hop is toegevoegd. Koelen tot 19 °C en flink beluchten. Voeg de gist en de vloeibare bacteriën tegelijkertijd toe of geef de bacteriën een paar dagen de tijd om zich ontwikkelen als je een wat zuurder bier wilt. Vergisten op 19 °C. Overhevelen en laten lageren om het zuur zich te laten ontwikkelen. Dit kan wel een maand of meer duren, afhankelijk van de omstandigheden. Begin SG: 1032 Eind SG: 1006 IBU: 4 Alc.: 3,5% Jamil Zainasheff Bron: Brew Your Own, september 2009, vertaald en bewerkt door Frits Haen |
|
| Terug naar overzicht | |
Irisch Red |
december 2009 |
Door: Frits Haen |
|
|
IRISH RED Probeer het als een ale of als een lager Fritz Maytag, van de Anchor Brewing, vertelde jaren geleden tijdens een lezing dat het “verhaal” een belangrijk deel is van de beleving. Door een interessant verhaal kan iets veel beter gaan smaken. Dat was toen een nieuw idee voor mij, maar ik geloof er wel in. Als je enthousiast bent over hoe iets gemaakt wordt dan geniet je er meer van. Hetzelfde geldt voor de omgeving: een biertje smaakt beter als de omgeving je aanstaat. Drinken met wat goede vrienden? Luisteren naar je favoriete muziek? Het bier smaakt beter. Ik ben er ook achter gekomen dat ook de naam van het bier hetzelfde effect heeft. Daarom geven veel brouwerijen hun bier creatieve namen, om een positieve reactie van de consument te krijgen. Een jaar of tien later was ik in Australië om de eerste Australian National Homebrewing Conference bij te wonen. Een goede vriend nam me mee naar het Holgate Brewhouse in Woodend waar ik een biertje kreeg met de naam “Big Reg Lager”. “Ah”, dacht ik bij mezelf, “dit moet genoemd zijn naar een plaatselijke held. Een vriend van de brouwer misschien? Misschien een berg of een man met een heleboel ruig, rood haar. Een grote vriendelijke kerel, Reginald, maar iedereen noemt hem Reg”. Ik kon bijna zijn gezicht zien, als hij lacht komt er een gouden tand tevoorschijn, boven op zijn massieve schouders. Het was een bijzonder bier en ik genoot er erg van. Het leuke was dat ik er achter kwam dat helemaal geen Big Reg heette. Het heette eigenlijk Big Red Lager. Het bier had in 2008 dePremier’s Trophy for Best Victorian Beer gewonnen in de Australian International Beer Awards. Ergens was er iets fout gegaan en hun beker werd gegraveerd met “Big Reg Lager”. In plaats van zich hier druk over te maken hebben ze de naam van hun bier maar gewijzigd. Mijn verzonnen verhaal van de heroische, rondborstige Reg werd aan diggelen geschoten. Toch een prima bier, maar met een ander verhaal. Ik ben benieuwd of ik er ook zo van genoten had als ik een Big Red Lager had gekregen. Dat deed me denken aan het feit hoeveel verschillende red bieren en red bierstijlen er zijn, zoals Irish red ale. Irish red ale is een uitgebalanceerde, gemakkelijk drinkbare pint met een gemiddeld moutkarakter, vol van caramel en geroosterde tonen. De dieprode koperkleur komt van de caramout en een beetje hooggeëest graan, zoals geroosterde gerst. Ondanks het over het algemeen zoete karakter geeft het hooggeëest graan een beetje een droge smaak en soms een beetje geroosterde geur. De bitterheid is gebalanceerd, maar door de donkere mout kan het zijn dat het bier wat meer bitter lijkt dan het IBU-level aangeeft. De hopgeur en –aroma zijn dikwijls amper te merken, maar er zijn merken met een beetje hopkarakter. Dit bier kan bovengistend gebrouwen worden als een ale, maar ook ondergistend als een lager, maar in beide gevallen is het gistkarakter tamelijk zuiver. Volgens de richtlijnen van de keurmeesters kan het bier een beetje boterachtig smaken maar niet teveel. Een betere manier om het te omschrijven is als een toffee-geur. Toffee is dikwijls gemaakt met boter. Gebrouwen als een lager moet Irish red een lager profiel hebben. Gebrouwen als een ale moet het bier wat esters hebben, maar dan erg subtiel, juist genoeg om aan te geven dat het gebrouwen is als een ale. De voorbeelden met hogere alcoholen mogen een beetje alcoholwarmte geven, maar de nadruk moet liggen op een gemakkelijk doordrinkbare pint. Veel alcoholsmaak of geur is niet aan te bevelen. Ik geef de voorkeur aan Engelse pale alemout als basis voor Irish red. Het geeft een mooi biscuitachtig moutkarakter als achtergrond. Engelse pale alemout is wat donkerder gemout (5 tot 8 EBC) dan andere pale mout (3 tot 5 EBC) en deze iets hogere eesttemperatuur geeft de biscuit en geroosterde smaak van de mout. Als je geen Engelse pale alemout kunt krijgen dan moet je dat compenseren door wat munich-, biscuit- of Victorymout toe te voegen. Voeg voor 10 liter bier niet meer dan 180 gram toe. Voor het caramel of koffiekarakter van dit bier is caramout de beste keus. De roodkoperen kleur komt van een kleine hoeveelheid hoogggeëest graan dat ook zorgt voor een droge nasmaak van dit bier. Donker geroosterd graan kan snel dit smaakprofiel overheersen dus is het belangrijk om goed af te wegen. Bij deze bierstijl moet je letten op een balans van alle smaakelementen en als een van de elementen overheerst mis je het doel. Irish red heeft meestal weinig tot medium hoeveelheid body. Een eentemperatuurs infusie maisch rond 67 °C geeft een goede balans tussen vergistbare en niet-vergistbare suikers. Richt je op een verhouding tussen bitterheid en begin soortelijk gewicht tussen 0,4 en 0,6. De bedoeling is een beetje zoete smaak aan het bier te krijgen, met een gebalanceerd karakter en een beetje droge nasmaak. Normaal is een eentemperatuursmaisch van 60 minuten voldoende. Als je een bier wilt met wat meer hopkarakter geef dan 20 minuten voor het einde van de kooktijd nog 7 gram hop. De keuze van de hop voor de bitterheid en de smaak is flexibel. Kent Goldings, Fuggle, Challenger, Target, Perle en Magnum doen het allemaal goed. Gebruik geen citrusachtige Amerikaanse hop. Het bier kan vergist worden als een ale of als een lager, waarbij mijn voorkeur uitgaat om het te brouwen als een ale. De controle van de temperatuur tijdens de vergisting is erg belangrijk. Het bier moet ver genoeg uitvergisten zodat het geen zoete nasmaak krijgt en en de vergisting moet koud genoeg zijn zodat er niet teveel esters gevormd worden en het bier een tamelijk zuiver karakter krijgt. Hoewel sommige commerciële voorbeelden een beetje diacetyl hebben, hou de boterachtige smaken en aroma’s tot een minimum beperkt om het beste resultaat te krijgen bij wedstrijden. De twee beste gistsoorten voor dit bier zijn de White Labs WLP004 Irish Ale en Wyeast 1084 Irish Ale. Irish Ale gist geeft weinig esters, maar vergist matig. Je moet een ruime hoeveelheid schone, gezonde gist toevoegen en de gisttemperatuur goed in de gaten houden om een goede vergisting te krijgen. Als je het wilt vergisten als een lager dan zal een willekeurige Europese lagergist acceptabele resultaten geven. Irish Red Ale Ingrediënten voor 10 liter bier: 2400 gram Engelse palemout 90 gram caramout 120 EBC 90 gram caramout 300 EBC 75 gram geroosterde gerst 800 EBC 16 gram Kent Goldings hoppellets 5% alfazuur (60 minuten koken) White Labs WLP004 (Irish Ale), Wyeast 184 (Irish Ale) of Fermentis Safale US-05 gist Maal de granen en doe ze in het maischwater in een gewichtsverhouding van 3:1 (water : graan) en houdt de temperatuur op 67 °C tot de omzetting compleet is. Afmaischen op 76 °C. Spoelen met water van 77 °C tot je 13 liter wort hebt met een SG van 1041. Het wort 90 munuten koken. Daarna snel afkoelen tot 19 °C en goed beluchten. Gebruik 6 gram gehydrateerde droge gist, een pak vloeibare gist of maak een goede giststarter.Vergisten op 19 °C.Begin SG: 1053 Eind SG: 1014 IBU: 25 Alc.: 5,2% Eric the Red Ingrediënten voor 10 liter bier: 2400 gram Engelse palemout 7 EBC 45 gram caramout 200 EBC 105 gram geroosterde gerst 800 EBC 10 gram Columbus hop 12% alfazuur (60 minuten koken) Wyeast 1056 (American Ale), White Labs WLP001 (California Ale) of Fermentis US-05 korrelgist Inmaischen op 67 °C in 7,5 liter water. 90 minuten koken. Snel afkoelen tot 19 °C en goed beluchten. Vergisten op 19 °C. Begin SG: 1052 Eind SG: 1011 IBU: 29 Alc.: 5,3% Jamil Zainasheff Bron: Brew Your Own, maart/april 2009, vertaald en bewerkt door Frits Haen |
|
| Terug naar overzicht | |
Fusiebier |
november 2009 |
Door: Frits Haen |
|
FusiebierAls je regelmatig meedoet met bierbrouwwedstrijden zul je wel weten wat verstaan wordt onder “brouwen volgens type”. Dat wil zeggen dat je probeert je bier te brouwen zodat het binnen de parameters van het type valt, volgens de richtlijnen van het Bier Keurmeesters Gilde. Een bier dat overeenkomt met de richtlijnen van het type zal het beter doen in de concurrentie dan een dat niet volgens de richtlijnen is gebrouwen, zelfs wanneer zij beide goed gebrouwen zijn. Maar wat doe je met de Vrije klasse, waar de enige beperking je creativiteit is? Sommige bieren die in de Vrije klasse vallen zijn tamelijk ongecompliceerd. Sommigen zijn historisch, traditioneel of van een type wat nog niet beschreven is. Sommigen zijn variaties van bestaande typen met een hoger begin soortelijk gewicht of "imperiale" versies daarvan. Anderen hebben een ongewone techniek, zoals steinbier of eisbier of ongewone bestanddelen. Nog anderen zijn klonen van een specifiek commercieel bier dat niet onder een typebeschrijving valt. Ten slotte zijn er de echt vreemde bieren die praktisch alle soorten bestanddelen kunnen omvatten. Wij gaan deze gevallen niet bespreken. Wij gaan ons concentreren op combinaties van bestaande stijlen, of wat ik fusiebier noem. "Hybride bier" zou ook een goede aanwijzing voor deze brouwsels zijn. Voor dit artikel zou ik een fusiebier willen omschrijven als een bier dat een combinatie is van twee of meer bestaande typen bier of een variatie van enkele bestaande typen bier met bestanddelen, processen of techniek van andere stijlen. Het resultaat is een bier dat waarschijnlijk in de Vrije klasse terechtkomt, maar afhankelijk van de ingrediënten ook in de andere klassen terecht kan komen. We gaan meer kijken naar het idee dan naar de uitvoering. We kijken meer hoe we interessante ideeën en recepten kunnen formuleren, dan naar hoe we ze eigenlijk moeten brouwen. Bestaande situatie Het is nu een goede tijd om jezelf af te vragen, "waarom doe ik dit"? Maak je een recept om voor jezelf te brouwen of wil je een bier dat de strijd met een ander bier kan aangaan? Als het alleen voor jezelf en je vrienden is, dan hoef je alleen zorgen te maken dat je iets drinkbaar maakt waarvan je zult genieten. Maar wil je de strijd aangaan dan moet je een bier maken wat ook de juryleden kan behagen. Als je alleen voor jezelf brouwt, kunt je het volgende onderdeel overslaan. De eerste hindernis die je moet overwinnen om de juryleden te behagen is een goede omschrijving van je bier. Je moet het kort en bondig en toch zinvol omschrijven. Bijvoorbeeld “bruine IPA” of “een kruising tussen bruine ale en IPA” wordt door de jury gelezen als een IPA met een donkerder kleur en wat chocolade en karamelsmaak. Als je teveel tijd nodig hebt om uit te leggen wat voor een bier je gemaakt hebt, geef je de juryleden meer redenen om punten af te trekken. Als je bestanddelen vermeldt zullen de juryleden die ook willen proeven. Als je het wat algemeen houdt krijg je vanzelf ook meer speelruimte. Mijn beste advies is dan ook dat je genoeg vertelt dat ze het begrijpen, maar ook algemeen genoeg zodat je het voordeel van de twijfel krijgt. Als ik een recept samenstel probeer ik altijd aan de “stijlruimte” te denken. De stijlruimte varieert met het type bier, zoals alcoholgehalte, bitterheid, kleur, enz., en de verhouding tot andere typen bier. Kijk maar eens naar een Pale Ale en een IPA. Ze zijn in wezen gelijk, maar verschillen in alcohol en bitterheid. Eigenlijk is de bitterheid minder interessant, omdat het gaat om de verhouding tussen bitterheid en soortelijk gewicht. Als je een nieuw recept maakt vermijd dan dat je een stijl maakt die er al is. Zeg niet een donkere pale ale, omdat dat ook een amberkleurige ale of misschien wel Brown ale. Maak iets heel anders. Ideeën krijgen Het is veel gemakkelijker een bestaand bier te klonen of een bier binnen een bepaalde stijl te maken dan iets nieuws te produceren. Gelukkig hoef geen compleet nieuw idee te hebben, je kunt ook iets gaan “lenen” als je onvoldoende inspiratie hebt. Je kunt proberen een commercieel bier na te maken wat geen speciale stijl heeft en misschien krijg je dan een idee. Als ik bijvoorbeeld een bruine IPA maak, is het niet de bedoeling een Dogfish Head’s Indian Brown Ale te imiteren. Je hoeft alleen maar inspiratie te krijgen van de commerciële voorbeelden. Het recept bepaal je later. Als je een idee hebt om twee verschillende stijlen te mengen dan is er een gemakkelijke manier om dat te controleren. Pak twee commerciële (of zelfgebrouwen) bieren van de stijlen die je wilt combineren en meng ze. Proef het mengsel en kijk of je het lekker vindt. Je kunt de hoeveelheden van de beide bieren variëren en proeven welke verhouding het beste is. Maar als je wilt weten hoe een IPA met Viennamout smaakt, meng dan een IPA met een Oktoberfest. Het mengsel geeft geen exacte smaakverhouding omdat zowel de bitterheid als het Viennamoutkarakter verminderd worden, maar je kunt snel proeven of het iets kan worden. Bedenk dat sommige combinaties goed samen kunnen gaan. Hoppige, lichtgekleurde bieren doen het goed, evenals moutige bieren met een lage bitterheid. Kijk uit voor bekende combinaties. Ik heb een hekel aan gebrande moutsoorten met citrusachtige hop. Bieren die gekruid zijn of zuur, hebben een hoog niveau van bitterheid of hopsmaak. Dat heeft een reden. Zuur en bitter gaan niet samen; zoetheid brengt beiden in evenwicht. Dat geldt zowel voor voedsel als voor bier. Als je “harde” moutsoorten en wrange hop gebruikt krijg je een extra hard bier. Commerciële voorbeelden Hier volgen een paar commerciële voorbeelden van bieren die passen bij dit artikel. Proef ze en kijk of ze in een categorie vallen. Doen ze het niet, probeer ze dan te beschrijven volgens bepaalde stijlen. Dat is gemakkelijker. Dogfish Head Indian Brown Ale is met 7,2% alc. en 50 EBU een kruising tussen Scotch ale, IPA en een American Brown ale gemaakt met bruine suiker. Surly Bender is een Brown ale met haver, 5,1% alc. en 45 EBU gemaakt met Belgische en Engelse mout soorten. Chouffe Houblon Dobbelen IPA Tripel is wat het is: een Belgische tripel van 9% gehopt als een Amerikaanse IPA met Tomahawk, Saaz en Amarillo hop. Op mijn laatste reis naar België bezocht ik een heel kleine artisanale brouwerij, Millervertus. Zij waren heel creatief in het creëren van bier die stijlen mengden. Ik proefde een bitter witbier met pruim, een bier dat smaakte als een sterk Düsseldorf altbier, een broodachtige tripel (een soort kruising tussen een tripel en een Belgische ale) en een gerookt bier. Hij gebruikte de Orval gist, zodat zijn Duitsachtige bieren toch een Belgisch karakter hadden. Heel interessant inderdaad. Zoals je kunt zien maken Amerikaanse en Belgische kleine brouwers zich niet druk om een bepaalde bierstijl. Zij proberen slechts creatief te zijn en maken interessante, smakelijke bier waar hun klanten van genieten. Dat is ook een goed advies voor de amateurbrouwer. Als je een concept in gedachten hebt is het tijd om een recept samen te stellen. Er zijn twee basismodellen die je kunt volgen: Of je maakt een variatie van een bepaalde stijl door onderdelen van een andere stijl toe te voegen of je kunt proberen de eigenschappen van beide stijlen samen te voegen om iets heel anders te creëren. We zullen het over de eerste optie hebben omdat dat makkelijker is. Let er op dat je een goed recept hebt voor je (ongewijzigde) bier. Meer ingrediënten toevoegen maakt geen beter bier. Onderzoek de eigenschappen van de stijl die je wilt combineren met je basisbier. Wat maakt de stijl zo anders? Wat is het verschil tussen een porter en een Brown ale? In veel gevallen zit er een verschil in de speciale moutsoorten. Let op de basismout, de speciale moutsoorten, het type gist, de hopvariëteit, de bitterheid en de sterkte van het bier. Bepaal wat je wilt afwisselen. In mijn voorbeeld van een bruine IPA nam ik de speciale mout van een porter (caramouten en chocolademout) en combineerde die met mijn basis IPA recept. Veel Engelse brouwers maken een Pale ale met Amerikaanse hop. Ze laten alles hetzelfde, maar veranderen alleen de hop. Het is natuurlijk geen American pale ale omdat de mout en gist Engels zijn, maar heeft toch een ander karakter. Je kunt interessante bieren maken door de herkomst van de ingrediënten te veranderen. Probeer bijvoorbeeld maar eens een Oktoberfest of Dunkelweizen te maken met een Belgische Trappistgist. Dan krijg je een mengsel van een Duits bier met een dubbel. Naast het land van oorsprong kun je ook de sterkte of toevoegingen aanpassen. Je kunt gebruik maken van verschillende granen (bijvoorbeeld rijst, spelt, boekweit of haver) of van de vergistbare suikers (zoals honing, melasse, bruine suiker of esdoornsiroop). Verander echter niet teveel in een keer. Als je twee stijlen samenvoegt kijk dan naar de gemeenschappelijke onderdelen. Gebruiken zij dezelfde basismout of dezelfde gist? Hebben ze hetzelfde soortelijk gewicht of bitterheidsniveau? Kies alle dingen die hetzelfde zijn en zet die in het nieuwe recept en ga dan naar de verschillen kijken. Je moet van elk recept genoeg lenen zodat het uiteindelijke bier nog herinnert aan het oorspronkelijke. Breng het in praktijk Je hebt nu een basisrecept. Tijd om het nu echt te gaan brouwen? Niet zo snel. Neem de tijd om na te gaan wat je wilt brouwen. Klopt het? Klinkt het goed? Bedenk dat je twee stijlen wilt mengen, maar dat wil niet zeggen dat het ook smaakt. Er is een oud verhaal van iemand die een Kerstdiner wilde maken, maar twee bladzijden van het kookboek zaten aan elkaar geplakt. Het resultaat was een combinatie van een Engelse trifle en een shepherd’s pie. Het commentaar was dat het naar zweetvoeten smaakte. Let er op dat je bier ook niet die kant op gaat. Houd een “gezondheidscontrole” voordat je begint te brouwen. Hier volgen een aantal gemeenschappelijke valstrikken bij het maken van dit soort bier en hoe je ze kunt voorkomen. De sleutels naar een geweldig speciaalbier zijn evenwicht, smaak en doordrinkbaarheid. Wat je ook doet, het bier moet prettig te drinken zijn. Het smaakprofiel moet schoon zijn en speciale ingrediënten moeten goed in evenwicht worden gebracht. Als je twijfelt houd je dan in. Veel brouwsels worden verwoest omdat de brouwer teveel speciale ingrediënten gebruikt ten koste van de doordrinkbaarheid. Om de doordrinkbaarheid te verbeteren moet je begrijpen hoe de smaken elkaar kunnen tegenwerken, maar ook in evenwicht kunnen brengen. Er zijn veel voorbeelden die ik aan kan halen, maar voor de meeste fusiebieren geldt: Fenolen en hardheid: Vermijd wrange hop of graansoorten met fenolen. Sulfaatrijk water kan hop wrang maken en water met een hoge pH kan wrange smaken aan de graankorrel onttrekken. Sommige hopvariaties kunnen wrang zijn en dat kan ook voorkomen als je veel hop gebruikt en lang kookt. Als je deze wrange producten combineert met een Trappist- of weizengist dan wordt het resultaat versterkt. Donkere mout en citusachtige hop: Komt soms voor in stevige stouts. Ik ben geen voorstander van deze smaakcombinatie. Het zuur botst en de citrussmaak laat de donkere mout smaken naar slechte koffie. Gist, kruiden of fruit en bitterheid van late hoptoevoeging: Let er op dat bieren met veel gist weinig bitterheid hebben. Denk aan weizen, witbier en lambieks. Hetzelfde geldt voor fruit en kruiden. Als je teveel bitterheid of teveel late hopgift geeft kan de hop de gist, fruit of kruiden versterken. Het kan soms meevallen, maar zij kunnen botsen. Tenzij je een combinatie hebt gevonden die wel goed doet, maar het beste is om te vermijden dat je teveel hop gebruikt bij deze bieren. Fruit en kruiden: Ik denk dat de combinatie van fruit en kruiden een klassieke combinatie is. Maar bedenk dat het net zo werkt als bij voedsel. Pruimen kun je wel combineren met kaneel, maar niet met rozemarijn. Zuur en bitter: Zure bieren zijn meestal niet bitter. Deze twee smaken zijn moeilijk te combineren. De zuurheid kan van verschillende bronnen komen, dus let op dat bij het gebruik van fruit op de hoeveelheid donkere granen en citrusachtige hop.
Als je probeert deze bekende tegenstellingen te vermijden en begint met experimenteren met ideeën waarvan men weet dat ze werken, zoals het mengen van fruit en kruiden, donkere versies maken van lichtgekleurde biersoorten, Belgische variaties maken van Amerikaanse, Engelse of Duitse bieren, ales brouwen als lagerbier en omgekeerd, lichte bieren hoppig en bitter maken en donkere bieren moutig en met een lage bitterheid dan zul je een grote kans op succes hebben. Denk erom dat je het recept steeds een beetje aan moet passen en goed opschrijven wat je hebt veranderd. Varander niet teveel variabelen in een keer en blijf experimenteren. Als je een combinatie hebt gebrouwen die je niet bevalt, laat het resultaat dan een tijdje verouderen. Sommige smaken worden soms minder en veel bieren worden langzaam beter. Ik ben benieuwd hoe je creaties het zullen doen in wedstrijden. Recepten: Ik heb twee recepten uitgekozen om een idee te geven hoe dit in de praktijk uitpakt. De eerste is een bruine IPA, waarbij het gewone IPA recept is gebruikt met toevoeging van wat donkerder mout en met bruine suiker in plaats van honing. Er wordt laat hop toegevoegd voor de bitterheid en donkere mout toegevoegd tijdens het spoelen. Het tweede is een zwart witbier, mijn normale witbierrecept met donkerder mout en een kleine truc met de kruiden. Ook hier wordt donkere mout toegepast, maar weer alleen tijdens het spoelen. Ik veranderde de gebruikelijke koriander en sinasschil in steranijs en mandarijn omdat ik denk dat die kruiden beter bij het donkere bier zullen passen. Probeer het maar eens en laat me weten welke originele combinaties je zelf bedacht hebt. Cherokee Nation (American Indian Brown Ale) 210 gram CaraViennemout Maisch de basismout op 67 °C. Voeg de caramout en de Special B mout toe tijdens het filteren. Voeg de suiker tijdens het koken toe. Laat het 90 minuten koken en voeg de hop toe volgens schema. (Opmerking: FWH betekent First Wort Hopping, dus hop toevoegen in de kookketel voordat je gaat koken, terwijl je het wort opvangt.) Vergisten op 20 °C. Begin SG: 1070 Eind SG: 1014 IBU: 66 7,4% alc.
Maisch de pilsmout, tarwe en haver op 50 °C gedurende 10 minuten. Daarna 60 minuten op 64 °C. Voeg de donkere mout toe tijdens het filteren. Laat het 90 minuten koken. Voeg de kruiden op het einde van het koken toe en laat ze 5 minuten weken. Vergisten op 20 °C. Opmerking: Koop de kamillebloemen in de natuurvoedingswinkel of de theewinkel. Kamillethee is meestal pure kamillebloemen (controleer de bestanddelen). Gebruik alleen het oranje deel van de mandarijnenschil (het wit van de schil niet) Begin SG: 1052 Eind SG: 1012 IBU: 15 5,3% alc. Bron: Brew Your Own, mei/juni 2009, vertaald en bewerkt door Frits Haen
|
|
| Terug naar overzicht | |
Pint ontmaskert mythes over bokbier |
november 2009 |
PINT ONTMASKERT MYTHES OVER BOKBIERBierliefhebbers kijken uit naar maandag 5 oktober 2009, de dag dat Nederland weer van bokbier kan genieten. Zoals de brouwers in de herfst traditiegetrouw uitpakken met bokbier, zo herleven elke herfst de mythes die over deze biersoort de ronde doen. Zo zou de oorsprong van dit speciaalbier in het Duitse Einbeck liggen. Ook lees je telkens weer dat dit herfstbier vroeger speciaal werd gebrouwen om de kwaliteit van de nieuwe graanoogst uit te testen. Nuchter als hij is, hield bierexpert Peter Kuppers van bierconsumentenvereniging PINT deze mythes kritisch tegen het daglicht, met verrassende resultaten. Zo toont hij met slechts een agenda, wat rekenwerk en zijn grondige kennis van het brouwproces aan dat áls je echt bokbier zou brouwen van de eerste oogst zomergerst, dat dat bier dan pas in het vroege voorjaar klaar zou zijn. In de woorden van Peter Kuppers zelf: "Van de eerste oogst zomergerst kun je ongetwijfeld lekker bier brouwen. Maar herfstbok? Hieronder zie je een tijdstabel, waarin de stappen staan die in de 19e en een groot deel van de 20e eeuw leidden tot een voor consumptie geschikt bokbier.
P.S.: En bokbier? Deze donker biersoort van circa 6,5 vol% alcohol is behalve lekker ook dé successtory van de Nederlandse speciaalbiercultuur, en daar is geen woord van gelogen. Anno 1980 waren er nog maar 14 merken van dit traditionele Nederlandse seizoensbier. Vorig kwamen er maar liefst 58 bokbieren op de markt en werd het bovendien door meerdere Belgische brouwerijen gemaakt. Zie ook www.pint.nl |
|
| Terug naar overzicht | |
Droge stout |
februari 2009 |
Door: Frits Haen |
|
|
DROGE STOUT
Donker, gebrand en gemakkelijk te drinken Een paar maanden geleden was ik een avondje uit met een paar vrienden in een brouwcafé. Een van mijn vrienden vroeg me wat ik aan zou raden van de bierkaart. Ik begon de verschillende biersoorten te beschrijven en wat ze er van konden verwachten. Toen gebeurde het opnieuw. Toen ik de droge stout begon te beschrijven zei hij meteen ”Ik houd niet van donkere bieren. Ze zijn te zwaar en hebben teveel alcohol.” Een andere vriend stemde er mee in: “Ik wil iets met veel smaak, maar niet zoveel alcohol.” Bah! Ik vind het vervelend als mensen over alle stouts spreken alsof ze het hebben over gebruikte motorolie met genoeg alcohol om een raket te lanceren. Niet alle stouts zijn zwaar en deze misvatting weerhoudt veel mensen ervan om sommige prachtige bieren te proberen. Hoewel sommige stoutsoorten behoorlijk veel alcohol en veel body kunnen hebben, heeft droge stout meestal minder alcohol en een lichte body waardoor het gemakkelijk te drinken is. Het is een prima keus als je een smaakvol bier wilt hebben zonder teveel alcohol. Droge stout is een erg donkere, gebrande, bittere en soms romige ale. Het commerciële voorbeeld dat de meeste mensen kennen is de Guinness Draught (4,1 tot 4,3% alcohol). Het is een goed voorbeeld van een droge stout, samen met de andere goed verkrijgbare merken Murphy’s (4% alcohol) en Beamish (4,1%). Zoals alle droge stouts is Guinness en bier met een tamelijk laag soortelijk gewicht, weinig alcohol en weinig body en een tamelijk hoge hopbitterheid. Het is droog en bitter maar toch gemakkelijk te drinken door zijn droogheid, lage alcohol en weinig koolzuur. Guinness begint met een geur van koffie en chocolade. De hoeveelheid esters zijn tamelijk laag, met wat fruitige, druiventonen. De smaak is vol van koffie, chocolade en een beetje esters van peer en druiven. Het is meer bitter dan Murphy’s. De nasmaak is scherp en droog met veel koffie en bitterzoete chocolade. Murphy’s is minder gebrand dan Guinness en het is zoeter. Het aroma is fruitiger dan van Guinness en Beamish, met appel en peer gemengd met matige koffie accenten. De smaak begint met koffie, zoals bij alle goede droge stouts. Het gaat verder met een beetje cacao en meer fruitige esters. Beamish is mijn favoriet van de grote drie. Het heeft een beetje meer een bijtend, gebrand karakter dan Guinness. Guinness is minder bijtend, meer chocolade-achtig. Beamish heeft minimaal fruitige esters, wat meer dan Guinness en wat minder dan Murphy’s. Het heeft ook wat in de geur en de smaak wat de anderen niet hebben: hop. Het bloemige hopkarakter is gemiddeld en is opvallend bij de koffie, chocolade en de lichte fruitigheid. Hoewel Beamish meer gebrand is dan Guinness en wat zoeter is, heeft het toch een drogere nasmaak. Er wordt veel gesproken over het “zure” van Guinness. Er wordt gezegd dat Guinness wat verzuurd bier toevoegt om die balans te krijgen. Volgens mijn verhemelte heeft Beamish evenveel zuur als Guinness, maar zij beweren dat ze geen zuur bier toevoegen. Volgens mij is het uitgesloten dat er zuur bier, zure wort of zure mout wordt toegevoegd. Maar als je vindt dat je bier wat zuur nodig heeft dan kun je met deze methoden experimenteren.
Mout Het geroosterde karakter van dit soort bier komt vooral van hoog geëeste, ongemoute gerst. Er is verschil van mening over het smaakverschil tussen geroosterd mout en geroosterde gerst. Sommigen zeggen dat er geen verschil is en anderen dat geroosterde mout meer koffie-achtige smaken geeft en ook wat scherper is. Een verschil is er wel want het gemoute graan vormt meer melanoïden als het gedroogd wordt. Ik ben van mening dat er verschil is tussen die twee en als je een droog bier wilt maken is het beter de scherpe geroosterde mout weg te laten en alleen geroosterde gerst te gebruiken. Naar keuze kan ook een beetje lichter geroosterde mout worden gebruikt, zoals chocolademout (1000-1200 EBC) waardoor een complexer geroosterd karakter ontstaat (meer nootachtig/chocolade). De combinatie van donkere mouten moet ongeveer 10 procent van de storting zijn, met een procentje meer of minder. Terwijl caramelmout nodig is voor sommige soorten stout, vooral met een zoetere afdronk, is het een vergissing om grote hoeveelheden caramelmout te gebruiken in een droge stout. Caramelmout zorgt voor onvergistbare suikers en caramelsmaak, wat een negatief effect heeft op een droge stout. Als je een zoetere versie wilt maken, gelijk aan Murphy’s, dan is misschien een beetje caramout wenselijk. Je kunt het gevoel van zoet ook verhogen door minder hooggeëest graan te gebruiken, of minder hopbitterheid toe te voegen of een minder goed oplossende gist te gebruiken. Er is ook wat discussie over de rol van ongemoute gerst in een droge stout, waarbij de een zegt dat het belangrijk is voor het mondgevoel van het bier, terwijl de ander zegt het door brouwerijen alleen uit kostenoverwegingen wordt gebruikt. Als je met graan brouwt is het simpel om wat ongemoute graanvlokken aan je storting toe te voegen. Ik gebruik meestal Britse pale mout als basis voor een droge stout. Het geeft een mooie biscuitachtige achtergrond. Britse pale alemout wordt een beetje donkerder geëest (5-7 EBC) dan de gemiddelde Amerikaanse pale ale (3-5 EBC) en door deze hogere eesttemperatuur geeft de mout een wat meer biscuitachtige smaak. Droge stout heeft meestal een lichte body, volgens sommigen gemiddeld-licht. Commerciële brouwerijen gebruiken allemaal verschillende maischschema’s, met als doel de omzetting van de gerstevlokken en een vergistbare wort te krijgen. Als je een droge stout wilt maken kunt een beta-glucaanrust houden, daarna een eiwitrust en tot slot een versuikeringsrust. Om het eenvoudig te houden combineer ik dikwijls de beta-glucaanrust met de eiwitrust op een temperatuur van 49 °C. Als je een eentemperatuursmaisch wilt dan geeft een temperatuur van 65 °C een goede balans tussen vergistbare en niet-vergistbare suikers. Ik heb gelezen dat Beamish een temperatuur gebruikt van 62 °, dus blijkbaar komt de temperatuur voor de versuikeringsrust niet zo nauw. Sommige brouwers geven aan dat ze verschillende problemen hebben met de maisch als ze een droge stout maken. Een ding wat je in de gaten moet houden is de pH van de maisch. Die kan dalen onder de 5,2 door de donkere granen. Als je water laag alkalisch is zul je een beetje calciumcarbonaat en natriumbicarbonaat toe moeten voegen om de juiste pH te krijgen. Probeer niet het water van Dublin na te maken of zoiets. In de meeste plaatsen is het water prima om een droge stout te maken. Een ander probleem wat enkelen hadden was de recirculatie of het filteren. Ongemoute gerstevlokken kunnen kleverig zijn, vooral als je geen beta-glucaanrust hebt gehouden. Wat het nog erger maakt is dat hooggeëest graan bros wordt en bij het malen meer moutmeel produceert waardoor de filtering vastloopt. Een goede vriend van mij gelooft in het weken van geroosterd mout in koud water. Hij doet de geschrote mout de dag van tevoren in koud water en voegt de geroosterde mout toe aan de kookketel. Hij zegt dat hierdoor er geen wrange smaak ontstaat van het geroosterde mout. Ik heb zelf nog nooit last gehad van een wrange smaak, maar je zou het eens kunnen proberen.
Hop Door het hooggeëeste graan en de flinke hopbitterheid ontstaat de droge nasmaak van dit bier. Richt je op een verhouding van bitterheid tot het begin soortelijk gewicht (IBU gedeeld door begin SG) tussen 0,9 en 1,1. Laat alle hop gewoon 60 minuten koken. Als je een bier wilt met een hopkarakter, zoals Beamish, voeg dan 7 gram hop toe 20 minuten of later voor het einde van de kooktijd. De hopkeuze voor de bitterheid en het aroma is tamelijk vrij. Kent Goldings, Fuggle, Challenger, Target, Perle en Magnum doen het allemaal goed. Gebruik geen citrusachtige Amerikaanse hop.
Gist De twee beste giststammen voor dit bier zijn White Labs WLP004 (Irish Ale) en Wyeast 1084 (Irish Ale). Irish alegist geeft het goede profiel met weinig esters, maar vergist gemiddeld. Daarom moet je een flinke hoeveelheid goede, gezonde gist toevoegen en goed letten op de vergistingstemperatuur. Als alternatief kun je een neutrale alegist nemen met een betere vergisting zoals White Labs WLP001 (California Ale), Wyeast 1056 (American Ale) of Fermentis Safale US-05 voor acceptabele resultaten. Voor een meer fruitige versie, zoals Murphy’s vergist dan warmer met de Irish alegist of schakel over op een Engelse alegist. White Labs WLP007 (Dry English) of Wyeast 1098 (British Ale) geven ook goede resultaten. Van sommige commerciële brouwers is bekend dat ze lagergist gebruiken voor sommige soorten stout. Wat je ook gebruikt, neem een gist die ver genoeg doorvergist voor dit soort bier.
Guinness-Style Dry Stout Ingrediënten voor 10 liter bier: 1500 gram pale alemout 420 gram gerstevlokken 210 gram geroosterde gerst 1300 EBC (gemalen tot poeder) 25 gram Kent Golding hoppellets 5% alfazuur (60 minuten koken) White Labs WLP004 (Irish Ale), Wyeast 1084 (Irish Ale) of Fermentis Safale US-05 gist
Maal de geroosterde gerst tot poeder. Dit is belangrijk om de juiste smaak en kleur te krijgen met dit recept. Schroot de ander granen normaal. Inmaischen in 7 liter water op een temperatuur van 49 °C en houdt dit 15 minuten aan. Daarna verhogen tot 66 °C en aanhouden tot de omzetting gereed is. Afmaischen op 76 °C. Spoelen met water van 77 °C tot je 13 liter wort hebt. 90 minuten koken. De hop 60 minuten meekoken. Afkoelen en vergisten op 18 °C. Het laatste eenderde deel van de gisttijd de temperatuur verhogen tot 21 °C om de hoeveelheid diacetyl te verminderen. Begin SG: 1041 Eind SG: 1010 IBU: 41 Alc.: 4,1%
Beamish Style Dry Stout Ingrediënten voor 10 liter bier: 1430 gram pale alemout 420 gram gerstevlokken 255 gram geroosterde gerst 1300 EBC (gemalen) 14 gram Challenger hoppellets 8% alfazuur (60 minuten koken) 7,5 gram Kent Golding hoppellets 5% alfazuur (15 minuten koken) White Labs WLP004 (Irish Ale), Wyeast 1084 (Irish Ale) of Fermentis Safale US-05 gist
Maal de geroosterde gerst tot poeder. Dit is belangrijk om de juiste smaak en kleur te krijgen met dit recept. Schroot de ander granen normaal. Inmaischen in 7 liter water op een temperatuur van 49 °C en houdt dit 15 minuten aan. Daarna verhogen tot 64 °C en aanhouden tot de omzetting gereed is. Afmaischen op 76 °C. Spoelen met water van 77 °C tot je 13 liter wort hebt. 90 minuten koken. De hop 60 minuten meekoken. Afkoelen en vergisten op 21 °C. Het laatste eenderde deel van de gisttijd de temperatuur verhogen tot 24 °C om de hoeveelheid diacetyl te verminderen. Begin SG: 1041 Eind SG: 1009 IBU: 40 Alc.: 4,1% Jamil Zainasheff Bron: Brew Your Own, september 2008, vertaald en bewerkt door Frits Haen
|
|
| Terug naar overzicht | |
Een saison voor ieder seizoen |
januari 2009 |
Door: Frits Haen |
|
|
EEN SAISON VOOR IEDER SEIZOEN Een verhaal van twee brouwerijen Brouwerij Dupont in Tourpes, opgericht in het midden van de 19e eeuw is het toonbeeld van de Saison-brouwers. Tot er pas geleden een aantal bij zijn gekomen was hun Vieille Provision Saison het enige voorbeeld van dit soort bier. Het frisse, kruidige, citrusachtige, fruitige aroma is maar het begin. Dupont zegt dat er geen kruiden aan het bier worden toegevoegd. De kruidige smaken zijn het resultaat van een warme vergisting, denk ik. In de vijftiger jaren kwam de Super (sterkere) Saison uit de tanks van Dupont in de vorm van de twee Moinettes, Blond en Bruin, hun meest populaire binnenlandse bieren. Ze noemden het geen saisons, maar ze droegen wel de kenmerken door hun droge grondige smaken. Met de introductie in 1960 van hun winterbier Avec Les Bon Voeuw, versterkten zij hun moderne Super concept. Gelukkig veranderde dit bier, een van mijn favorieten, van een seizoensproduct naar een productie het hele jaar door. De beste manier om de brouwerij in werking te zien was aansluiten bij Matt Stinchfield die een tripje voor geoefende drinkers organiseerde in 2001. Matt nam ons ook mee naar de gekke, wonderbaarlijke wereld van Fantome. In 1988 begon Dany Prignon, thuisbrouwer en directeur voor toerisme in de regio, de Fantome-brouwerij in een vervallen boerderij buiten Soy. Voorzichtig met de deuren, want als je de ene te hard dichtdoet, vliegt de andere open. Het lijkt wel of er een spook speelt! Alles wordt met de hand gedaan en in tweede hands apparatuur. Familie en vrienden komen helpen om te bottelen en er een etiket op te plakken. Als je op een dag binnenkomt kan het zijn dat hij vraagt om te helpen de filterkuip schoon te maken. Zijn brouwerij veroorzaakte een schandaal door een bier te maken met paardebloemen, genaamd Pisselit. Zijn enigszins losbandigheid en zijn geheime kruiderijen omgeven zijn bieren tot een onweerstaanbaar mysterie. Basis van de soort Er bestaan twee versies van de moderne Saison: de klassieke drank voor de arbeider en de nieuwere “super” Saison. De traditionele Saison heeft een alcoholpercentage van 5 tot 6,5 procent. De super Saison daarentegen heeft een grote verscheidenheid in kleur, bitterheid, scherpte en alcohol. Brouwers gebruiken de super Saisons om te experimenteren. Wat de beide soorten gemeen hebben is hun fantastische sterkte, unieke gist en lage eind soortelijk gewicht. Saisons bestaat uit pilsmout met delen munich, Vienna en tarwemout. Om het lage eind soortelijk gewicht te krijgen is een lagere versuikeringstemperatuur nodig om goed vergistbare suikers te krijgen. Ik gebruik de ééntemperatuurs infusie, behalve voor mijn Herfstrecept. Hiervoor gebruik ik het decoctiemaischschema van de Brasserie à Vapeur, de brouwers van Saison Pipaix. Het toevoegen van suiker zorgt voor een laag eind soortelijk gewicht en duidelijke droogheid. Voor de smaak en het aroma valt de hopkeuze op de gronderige East Kent Goldings, de bloemige Styrian Goldings of de kruidige nobele hopsoorten. Saisons heeft een duidelijke bittere smaak. Houd de bitterheid binnen de perken om een probleem met de gist te voorkomen.Kruiden worden niet veel gebruikt. Voordat speciale giststammen beschikbaar waren werden grote hoeveelheden koriander, zwarte peper, gember, paradijszaad en kaneel toegevoegd om de klassieke smaak te krijgen. Met de juiste gist en vergistingstechniek krijg je een complex en juist profiel, zodat kleine hoeveelheden kruiden genoeg is. Gist Anders dan bij onze vroegere experimenten zijn er tegenwoordig veel giststammen, afkomstig van onze professionele gistleveranciers, die geschikt zijn. Opmerkende lezers zullen opmerken dat bij geen van de recepten een gist wordt aanbevolen. Vroeger zou ik gekozen hebben voor WLP565 of Wyeast 3724, maar ik daag je uit om zelf je eigen favoriete gist te kiezen. De klassieke giststammen behoeven een ruigere behandeling dan normaal om het karwei te klaren. Mijn methode bestaat er uit dat ik de gist toevoeg aan goed afgekoelde wort (18 °C of minder) en daarna laten vergisten bij een temperatuur zoals het uitkomt. Dit zorgt voor een goede vergisting, zonder scherpe fenolen en esters. Het werkt zelfs in de zomer. Ik heb de WLP565 met groot succes gebruikt bij 32 °C. Saison gisten hebben de neiging om vast te lopen. Geef de gist de tijd (een week of twee) en hij begint meestal opnieuw. Is de vergisting echt vastgelopen voeg dan een dosis neutrale gist (US-05) toe om het werk af te maken. Wyeast 3711 French Saison: Als je houdt van aroma van citrus dan is dit de gist voor jou. Brouwers melden rijke, aanvaardbare peperige grapefruit. Hoewel het warm vergist moet worden geeft Wyeast wat lagere temperaturen aan voor deze gist. 3724 Belgian Saison: Dit is de standaard Wyeast Saisongist, het hele jaar door beschikbaar. Deze en WLP565 zijn de soorten die het beste vergisten. Deze soort is kruidig, scherp met een zure smaak in de nasmaak. 3725 Biere de Garde: Uit het gebied van Soy-Ereze, een flinke vergister die zorgt voor een ingehouden landelijk, kruidig karakter. Zacht fruitkarakter wat stijgt met de vergistingstemperatuur. 3726 Farmhouse Ale: Van een andere klassieke Belgische brouwerij, bekend om een paar soorten saison. Deze gist zorgt voor een agressief fenolisch en kruidig aroma. Het vergist goed en werkt het beste tussen 22 en 26 °C.. White Labs WLP565 Belgian Saison: Dit is het legendarische spul. Een beetje grondig en kruidig. Met de juiste behandeling en wat geduld kan hij vergisten van 1080 naar 1010 of nog lager. WLP566 Belgian Saison II: Een geweldige gistsoort beschikbaar in juli en augustus. Hij is sneller dan zij neefje en heeft een gematigd karakter. WLP568 Belgian Saison Blend: Nieuw van White Labs als antwoord op de aard van 565. Dit mengsel maakt het bier droger en behoudt toch het Saison-karakter. De recepten Een opmerking bij deze Saison soorten: In België bestaan er geen regels voor Saisons. De volgende recepten zijn een mannier van denken over een jaar lang Saisons en de trend zoals die bij commerciële brouwers te zien is. Mijn dank gaat uit naar mijn collegebrouwer Jim Kopitzke die dit samen met mij heeft uitgewerkt.
Lente Saison Ingrediënten voor 10 liter bier: 1350 gram pilsmout 3 EBC 1350 gram tarwemout 3 EBC 100 gram aromamout 150 EBC 100 gram carapilsmout 20 EBC 220 gram kandijsuiker (5 minuten koken) 25 gram Styrian Goldings hoppellets 4,6% alfazuur (60 minuten koken) 10 gram Tettnanger hoppellets 4,5% alfazuur (20 minuten koken) 10 gram Styian Goldings hoppellets 4,6% alfazuur (0 minuten koken) Gist: zie tekst
Maischen op 66 °C gedurende 60 minuten. 60 minuten koken en hop en suiker toevoegen volgens schema. Begin SG: 1073 IBU: 33
Zomer Saison Ingrediënten voor 10 liter bier: 2000 gram pilsmout 3 EBC 650 gram tarwemout 3 EBC 100 gram Viennamout 7 EBC 55 gram zuurmout 6 EBC 220 gram kandijsuiker 25 gram Styrian Goldings hoppellets 5,2% alfazuur (60 minuten koken) 27 gram Saaz hoppellets 3% alfazuur (5 minuten koken) 0,25 theelepel grof gemalen zwarte peper (5 minuten koken) 0,25 theelepel grof gemalen koriander (5 minuten koken) schil van een halve sinasappel (5 minuten koken) Gist: zie tekst
Inmaischen op 49 °C gedurende 20 minuten. Temperatuur verhogen naar 66 °C en 60 minuten aanhouden. 60 minuten koken en hop, kruiden en suiker toevoegen volgens schema. Begin SG: 1069 IBU: 34
Herfst Saison Ingrediënten voor 10 liter bier: 3000 gram pilsmout 3 EBC 100 gram biscuitmout 50 EBC 75 gram caramout 75 EBC 75 gram tarwemout 220 gram donkerbruine suiker (5 minuten koken) 20 gram Styrian Goldings hoppellets 4,6% alfazuur (60 minuten koken) 7 gram Saaz hoppellets 3% alfazuur (20 minuten koken) Gist: zie tekst
Maischen op 67 °C en 60 minuten aanhouden. 90 minuten koken en hop en suiker toevoegen volgens schema. Begin SG: 1081 IBU: 26
Winter Saison Ingrediënten voor 10 liter bier: 2500 gram pilsmout 3 EBC 130 gram caramout 300 EBC 220 gram munichmout 15 EBC 85 gram Viennamout 7 EBC 85 gram tarwemout 50 gram Carafamout 110 gram suiker (5 minuten koken) 160 gram donkere kandijsuiker (5 minuten koken) 20 gram Styrian Goldings hoppellets 4,7% (60 minuten koken) 7 gram Saaz hoppelletes 3,5% alfazuur (20 minuten koken) 1 vanillestokje 1 kaneelstokje Gist: zie tekst Maischen op 65 °C gedurende 60 minuten. 90 minuten koken en hop en suiker volgens schema toevoegen. Bij de lagering van een maand het vanillestokje en het kaneelstokje toevoegen. Begin SG: 1080 IBU: 32 Drew Beechum Bron: Zymurgy, mei/juni 2008, vertaald en bewerkt door Frits Haen
|
|
| Terug naar overzicht | |
Roggebier in weizenstijl |
december 2008 |
Door: Frits Haen |
|
|
ROGGEBIER Roggebier in weizenstijl Het is moeilijk om een goed voorbeeld van roggebier te vinden. Er zijn maar weinig commerciële voorbeelden, behalve Paulaner roggebier. Daarom was ik zo blij dat ik hoorde dat mijn vriend John Curtis samen met Michael Ferguson (die toen brouwer was bij Barley=s in Las Vegas) een roggebier wilde brouwen voor de National Homebrew Conference in 2004. John had diverse testbrouwsels gemaakt om het recept aan te passen, dus verwachtte ik een mooi roggebier. Toen ik eindelijk de kans kreeg om bij Barley=s een pint te pakken was ik verbaasd. Het was inderdaad het beste roggebier dat ik ooit proefde. Het was opzienbarend met een mooie roggesmaak en een moutige nasmaak. Om roggebier op een simpele manier te omschrijven kun je zeggen dat het een dunkelweizen is maar dan gemaakt met rogge in plaats van tarwe. Hoewel er enige waarheid zit in die omschrijving, zijn er toch genoeg verschillen waardoor het niet klopt. Roggebier en dunkelweizen zien er hetzelfde uit: troebel, in kleur variërend van licht koperkleur tot donker koperbruin en met een grote, dichte schuimlaag. Het aroma van een goed roggebier heeft een fijne smaak van kruidnagel en rogge, met wat citrus en banaan. Op de achtergrond een edele hopsmaak, kruidig en een beetje bloemig, omdat het karakter van weizenbier onderdrukt wordt. Een andere reden dat de gist van weizenbier niet te sterk mag worden is dat het de kruidige roggesmaak zou overheersen. Aan de andere kant heeft dunkelweizen dikwijls meer een uitgesproken karakter van kruidnagel en banaan. Roggebier heeft meestal ook wat meer body dan een gemiddelde dunkelweizen. Zoals de meeste weizenbieren heeft roggebier een graanachtige smaak. Ook een subtiele caramelsmaak is niet onwelkom. De balans tussen bitterheid en zoetheid is meestal in evenwicht, hoewel sommige exemplaren wat aan de zoetere kant zijn. Ik denk niet dat een zure of wrange smaak bij een goed roggebier hoort, eerder wat zacht met een goede hop/moutbalans, waardoor dit bier verfrissend is met een beetje zoet van de mout.
Mout Je kunt geen roggebier maken zonder roggemout. Ik denk dat 50 procent van de storting genoeg is om een opmerkelijke roggegeur en wat body aan het bier te krijgen. Voor de overblijvende mout geeft een mengsel van pilsmout en munichmout het fijne graanachtige moutkarakter wat zo belangrijk is voor dit bier. Houd in gedachte dat de smaak en de geur van roggemout niet erg sterk is. Verwacht geen echt rond karakter. In de Verenigde Staten bevat roggebrood bijna altijd karwijzaad en bovendien nog venkel, koriander, anijszaad en kardemom. Hoewel sommige mensen denken dat de ronde smaak van roggebrood komt door het karwijzaad, is karwijzaad niet geschikt om aan roggebier toe te voegen. Voor de storting heb je twee soorten mout nodig om een mooie kleur en een beetje caramelsmaak te krijgen. Een beetje caramout (5 tot 10 procent) geeft wat kleur en een beetje caramelsmaak. Doe er niet teveel bij want dan wordt de caramelsmaak te sterk of het wordt te zoet. Ik houd van caramunichmout (120 EBC), maar de meeste niet te donkere caramouten doen het goed. Om kleur te krijgen zonder een verbrande smaak kan een beetje ontbitterde mout het goed doen. Ik prefereer Weyermann Carafa Special, een geroosterde mout zonder kafjes. Door het missen van de kafjes krijg je minder bittere geroosterde smaken, die je niet wilt hebben in roggebier. Weyermann maakt ook Carafa, met kafjes en een meer geroosterd karakter, dus let erop dat je de kafloze versie Carafa Special krijgt. Dit is geen gemakkelijk bier voor brouwers die met moutextract werken. Er bestaat geen roggemoutextract, dus moet de rogge gemaischt worden. De meeste roggemouten zullen zichzelf omzetten, als de versuikeringstemperatuur maar lang genoeg wordt aangehouden. Er moet wel aandacht worden besteed aan de water/graanverhouding en het op de juiste temperatuur houden van de maisch. Ook de juiste pH-waarde van de maisch kan helpen, maar dat is niet kritisch en het meeste leidingwater is wel goed. Eigenlijk moet roggebier, net als de meeste weizenbieren, worden gemaakt volgens de decoctiemethode. Door de decoctie ontstaan er meer Maillardreacties, maar de prima moutsmaak van de moderne munich- en pilsmout is voldoende om het met de (ééntemperatuurs-) infusiemethode te doen. Roggebier heeft een gemiddelde tot bovengemiddeld body. Richt je op een temperatuur van 67-69 °C. Als je een bier wilt maken met een lager soortelijk gewicht, houdt dan de hoogste temperatuur aan waardoor je een bier krijgt met wat meer body. Als je een sterker bier wilt maken, houdt dan de lagere temperatuur aan om te voorkomen dat het bier teveel body krijgt en de doordrinkbaarheid minder wordt. Houdt er ook rekening mee dat roggemout geen kafjes heeft, dus als je filtering snel vastloopt gebruik dan een hoeveelheid rijstkafjes.
Hop Ik weet dat het moeilijk is door het grote tekort aan hop, maar probeer altijd Duitse hop te gebruiken voor Duitse bieren, zoals Hallertau, Spalt, Tettnang, Perle, Magnum of Tradition. Liberty en Mount Hood zijn acceptabele vervangers als je de andere niet kunt krijgen. Breng het bier in balans met genoeg bitterheid, maar niet zoveel dat het de zoete moutsmaak van het bier wordt weggedrukt. De balans moet in evenwicht zijn of misschien een beetje zoet, maar niet teveel. Richt je op een verhouding tussen bitterheid tot begin soortelijk gewicht (IBU gedeeld door SG) tussen 0,2 en 0,4. De bulk van de hop moet als bitterhop worden gebruikt en 60 minuten koken. Beperk de late hop tot een beetje nobele hop op het eind van het koken.
Gist Bij de vergisting van weizen worden esters en fenolen geproduceerd. Die moeten ook in roggebier zitten, maar niet zoveel. Sommige brouwers geven minder gistcellen om de karakteristieke weizenkarakter te krijgen, maar dat moet je niet doen bij roggebier. De hoeveelheid gistcellen moet hetzelfde zijn als bij andere ales. Mijn favoriete gist voor weizenachtige bieren is White Labs WLP300 (Hefeweizen Ale) en Wyeast 3068 (Weihenstephan Weizen). Je kunt natuurlijk ook ander weizengisten proberen en die misschien beter vinden, dus voel je vrij om te experimenteren. Een vergistingstemperatuur van 17 °C zorgt voor een goede balans en niet teveel esters.
JC=s Roggebier Ingrediënten voor 10 liter bier: 1450 gram roggemout 7 EBC 660 gram pilsmout 3 EBC 660 gram munichmout 20 EBC 220 gram Weyermann CaraMunichmout 120 EBC 30 gram Weyermann Carafa Special II 1100 EBC 8 gram Tettnang hoppellets 4% alfazuur (60 minuten koken) 4 gram Saaz hoppelletes 4% alfazuur (15 minuten koken) Wyeast 3068 (Weihenstephan Weizen) of White Labs WLP300 (Hefeweizen Ale)
Schroot de mout en maak een maisch in de verhouding vloeistof tot storting van 3:1 (in gewicht) en een temperatuur van 68 °C. Houd de maisch op een temperatuur van 68 °C tot de omzetting compleet is. Voeg onder voortdurend roeren kokend water toe tot de temperatuur 76 °C is. Spoel langzaam met water van 77 °C tot je 13 liter wort hebt met een SG van 1042. Kooktijd is 90 minuten. Voeg de hop toe volgens schema en koel daarna snel af tot 17 °C. Voeg gist toe en laat vergisten op 17 °C.
Begin SG: 1054 Eind SG: 1014 IBU: 17 Alc.: 5,3% Jamil Zainasheff Bron: Brew Your Own, oktober 2008, vertaald en bewerkt door Frits Haen |
|
| Terug naar overzicht | |
Suikers en tripels |
december 2008 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door: Frits Haen |
|||||||||||||||||||||||||||||
|
SUIKERS EN TRIPELS Ik had een prachtige tripel gebrouwen met een mooie, geurige alcoholsmaak vergezeld van fenolen en mout, kortom ik had een prettig, complex brouwsel gecreëerd. Het volgende brouwsel was ook goed, maar een beetje saai. Waarom zat er verschil in terwijl ik toch dezelfde hop, mout en gist had gebruikt? Bij het vergelijken van de recepten bleek dat ik verschillende soorten suiker had gebruikt. Dat kon toch niet zoveel verschil in smaak geven? Want ik dacht: suiker is suiker, nietwaar. Met de gedachte dat verschillende soorten suiker niet zo’n groot verschil konden geven, werd mijn volgende brouwsel van 60 liter in vijf delen gesplitst met vijf verschillende soorten gist. Maar geen van de vijf partijen benaderde de geweldige tripel van weleer. Daarom werd er weer 60 liter gebrouwen. Deze keer werd alles gelijk vergist en daarna gesplitst en werden er vijf verschillende soorten suiker toegevoegd. De resultaten waren verbazingwekkend. Hoe konden de verschillende suikers zo verschillend smaken? Tripels zijn het product van een belastingwet en bescherming van de markt tegen pilsener door de Belgische brouwers. Vroeger werden gedistilleerde dranken door de Belgische wetgeving zwaar belast en daardoor ontstond er ruimte voor sterke bieren. Als pilseners de wereld konden veroveren, waarom zouden sterke blonde bieren dat niet kunnen? Tripels werden waarschijnlijk voor het eerst gebrouwen in 1932 door brouwerij De Drie Linden. Kort daarna begon Westmalle zijn tripel te brouwen. De basis voor dit type bier was het stevige Belgische bier, waarvan de meeste Trappistenbrouwerijen er wel een maken. In Amerika zijn er veel Belgische tripels te vinden, waaronder mijn favorieten Westmalle en Chimay wit, allebei Trappistenbieren. Een andere belangrijke tripel is Tripel Karmeliet, gebrouwen met twee granen die zowel gemout als ongemout worden gebruikt. In verse flesjes vind je nog een beetje koriander. Wat de tripels zo anders maakt dan andere biersoorten is dat het sterke blonde ales zijn met een Belgisch gistkarakter, met zwarte peperachtige fenolen. Kauwgomachtige smaken vind je ook wel een beetje in de meeste tripels. Ze hebben een goede moutsmaak en een lichte body. Tripels zijn sterke bieren met een alcoholpercentage van 7,5 tot 9,5 procent. Om zo’n hoog alcoholpercentage te krijgen en toch een lichte body moet je suiker gebruiken. Het verhoogt het begin soortelijk gewicht en vergist volledig, waardoor je een droger bier krijgt met minder body dan een barley wine met evenveel alcohol. De gistsoorten die worden gebruikt vergisten ver uit, het komt voor dat een vergistingsgraad wordt bereikt van meer dan 85 procent. Daardoor krijg je een droge nasmaak, waardoor het niet vult en je er nog eentje kunt nemen. De kleur is blond tot goud en de mout, van pilsener, is broodachtig. Donkerder mout kan zorgen voor een beetje meer geroosterde smaak. Tripels zijn sterker dan lichtgekleurde bock en moutiger dan Belgische sterke gouden ales. De bitterheid kan variëren van gebalanceerd tot een meer bitter profiel. De hopsmaak is ook licht en vervult een ondersteunende rol.
Suikerexperiment De bedoeling van het suikerexperiment was om alle dingen hetzelfde te houden behalve de toevoeging van suiker. Ik maakte 60 liter wort en vergistte het in vijf verschillende vaten van elk 12 liter. Eentje bleef hetzelfde en de andere vier kregen 12,5 procent suiker toegevoegd toen de hoofdgisting voorbij was. De suikers waren rietsuiker, glucose, bruine suiker en witte Belgische kandij. Alle bieren waren anders, je zou niet zeggen dat ze van hetzelfde wort kwamen. De vier bieren met suiker hadden minder hop en Belgisch karakter in de geur en smaak, mogelijk door het ontstaan van extra koolzuur bij de tweede vergisting. Het begin soortelijk gewicht was 1079. Ik voegde suiker toe toen de vergisting compleet was op 1012. Nadat de tweede vergisting voorbij was werd het eind soortelijk gewicht 1008 voor alle vier de bieren. Bij het proeven bleken ze zo verschillend dat als ik professioneel brouwer zou zijn geen dingen zou veranderen zonder eerst een proefbrouwsel te maken.
Smaaktesten Afgelopen december gaf ik een cursus voor gevorderde juryleden. De bieren waren toen één maand oud en ieder jurylid vulde een formulier in van elk bier, zonder dat ze wisten welk bier het was. Het meest complexe en favoriete bier van de groep was het bier met de Belgische kandijsuiker. Het bier met de glucose zat er dicht achter op de tweede plaats, maar miste een paar dingen die een bier geweldig maken. Rietsuiker had de meeste fruitige esters, vooral appel. Bruine suiker was zonde van het goede bier, het minst favoriete. De bruine suiker gaf het bier een wrange, duistere smaak zonder complexiteit. (zie tabel). Ik liet twee bierclubs ook dezelfde bieren proeven toen ze vier maanden oud waren. De waardering van de bieren was hetzelfde als bij de vorige proeverij. Alle bieren leken wat zoeter dan ik me herinnerde. De Belgische kandijsuiker was weer het beste, gevolgd door de glucose. De verrassing zat in de rietsuiker en de bruine suiker. De rietsuiker smaakte fruitig maar we konden het fruit niet benoemen. Het appelkarakter was weggevaagd, waarbij een algemene fruitsmaak overbleef. De bruine suiker was ook veranderd. Nu vonden we vleugjes van suikerbiet en melasse. Het was niet opwindend. Maar na vijf maanden veranderde er wat. De Belgische kandij stond nog steeds op de eerste plaats, maar de bruine suiker zat er vlak achter. Het veranderde van bijna weggooien naar voorzichtig en goed bewaren! De rietsuiker zakte in; een oude hopgeur kwam naar boven, waarbij een wrange smaak kwam die er na vier maanden nog niet was. De fruitige esters van de rietsuiker waren verdwenen, maar de complexheid was niet verbeterd. De bieren veranderden in de loop van de tijd op een manier die je jezelf niet kunt voorstellen. Alle suikers verminderden de aanwezigheid van hop en veranderden het Belgische karakter, waarschijnlijk door de vorming van koolzuur in de tweede gisting. Ze hadden allemaal hetzelfde type fenol, maar in verschillende hoeveelheden. Als voorbeeld was de bitterheid van alle suikerbieren na een maand hetzelfde als bij Westmalle tripel. Na vier maanden waren de suikerbieren zoeter en na vijf maanden overtrof de bitterheid die van de Westmalle tripel. Alle bieren waren op dezelfde tijd gebotteld en op dezelfde manier opgeslagen.
De proefnotities van de vijf bieren waren als volgt:
Na vijf maanden viel het sterk terug.
Aanbevelingen voor het brouwen van tripels
Traditionele Tripel Ingrediënten voor 10 liter bier: 2850 gram pilsmout 120 gram tarwemout 300 gram glucose of Belgische kandijsuiker 13 gram East Kent Goldings hopbellen 4,7% alfazuur (90 minuten koken) 13 gram East Kent Goldings hopbellen 4,7% alfazuur (30 minuten koken) 10 gram East Kent Goldings hopbellen 4,7% alfazuur (5 minuten koken) Wyeast 3522 Belgian Ardennes of Wyeast 3787 Trappist gist
Begin SG: 1080 IBU: 31 Ted Hausotter Bron: Zymurgy, juli/augustus 2008, vertaald en bewerkt door Frits Haen
|
|||||||||||||||||||||||||||||
| Terug naar overzicht | |||||||||||||||||||||||||||||
Müncher dunkel |
november 2008 |
Door: Frits Haen |
|
|
MÜNCHENER DUNKEL
Ik houd van vooruitgang, maar soms is ouderwets beter. Ik zou dit artikel kunnen schrijven met de nieuwste computersoftware, maar liever schrijf ik het met pen en papier terwijl ik geniet van een lekkere pint bier. Als je wat langzamer schrijft en af en toe aan een pint bier nipt, dan lijkt het dat het artikel beter wordt. In ieder geval wordt het schrijven prettiger. Er zijn sommige soorten bier die ouderwets overkomen, als je kijkt naar de manier waarop ze gemaakt worden. Münchener dunkel is een van die bierstijlen. Het is donker met een rijke moutsmaak. Als ik een Münchener dunkel drink heb ik altijd het gevoel dat de brouwerij het al jaren maakt en misschien zelfs wel eeuwenlang. Münchener dunkel is de moutigste bierstijl in de donkere lagercategorie. Het is een bier met de smaak van geroosterd brood en andere moutsmaken en aroma’s door het gebruik van veel munichmout met veel melanoïdinen. De meeste goede voorbeelden zijn in balans, misschien iets aan de zoete kant waardoor de hopbitterheid beperkt wordt. Toch is het niet zo zoet, sterk en moutig als bokbier. Terwijl Schwartzbier dikwijls een beetje gebrand is, is Münchener dunkel dat niet. Müchener donker is lichter van kleur dan Schwartzbier, variërend van koperkleur tot donkerbruin. Het hopkarakter in deze soort is teruggetrokken. Een beetje hopsmaak en aroma mogen wel, maar het mag niet meer zijn dan een subtiele toevoeging aan het bier.
Mout Ik heb verschillende creatieve recepten gezien voor Münchener dunkel, inclusief melasse en honing tot geroosterde gerst en tarwemout. Er zijn ook recepten die half munichmout en half pilsmout gebruiken en een behoorlijke hoeveelheid caramunichmout. De caramunich voegt een zoete caramelsmaak toe waar sommige mensen van houden, maar ik vind het helemaal niet bij dit bier passen. Zelfs gematigde hoeveelheden caramunich geeft een bier dat meer op een bock lijkt dan op een Münchener dunkel. De beste Münchener dunkel die ik ooit had was gemaakt met een eenvoudig recept. Münchener dunkel is een bier wat rijk is aan moutige smaken, maar je hebt geen moeilijk recept nodig. Het belangrijkste bij het brouwen van Münchener dunkel is het gebruik van een groot percentage munichmout. Munichmout zorgt voor al die mooie moutige geuren en smaken die het bier nodig heeft. Enkele van de beste commerciële voorbeelden zijn alleen gemaakt van munichmout met een beetje Weyermann Carafa Special voor de kleur. De vraag is alleen welke kleur munichmout. Mouterijen produceren munichmout van 15 EBC tot 50 EBC en meer. In het algemeen kun je stellen: hoe donkerder de mout hoe intenser de geuren en smaken worden. Er zijn brouwers die goede resultaten boeken met donkere munichmout, maar ik betwijfel of dat een goede keuze is als de smaak te intens wordt. Ik geef de voorkeur aan munichmout van 20 tot 30 EBC die genoeg karakter geeft maar ook niet al te veel. De meeste munichmout geeft van zichzelf niet de juiste kleur, meestal wordt het bier te licht. De donkerste munichmout geeft de juiste kleur, maar als je niet van het smaakproifiel van de donkerste mout houdt moet je het bier kleuren zonder geroosterde smaak te krijgen. De juiste methode is door het gebruik van zwarte mout zonder kafjes. Ik geef de voorkeur aan Weyermann Carafa Special, een kafloze geroosterde mout. Het gebrek aan kafjes geeft minder geroosterde smaak. Carafa Special is te koop in verschillende kleuren: Carafa Special I (800-1000 EBC), Carafa Special II (1100-1200 EBC) en Carafa Special III (!300-1500 EBC). Ik geef de voorkeur aan Carafa Special II voor dit bier. Weyermann maakt ook Carafa, wat wel kaf bevat en een meer geroosterd karakter heeft, dus let er op dat je de mout zonder kafjes krijgt.
Maischmethode Oorspronkelijk moet je decoctiemethode toepassen als je een Münchener dunkel wilt brouwen. Een decoctiemaisch geeft meer Maillardreacties, maar omdat de mout tegenwoordig een goede moutsmaak geeft zal een infusiemaisch het ook goed doen bij dit bier. Richt je op een temperatuur van 67 tot 69 °C en houdt in gedachte dat munichmout een wort geeft die minder vergistbaar is dan wort gemaakt van pilsmout. In het algemeen geldt hoe donkerder de munichmout, hoe minder vergistbaar het wort zal zijn. Als je een bier maakt met een vrij laag begin soortelijk gewicht houdt dan de hoogste maischtemperatuur aan zodat je een bier overhoudt met wat meer body. Als je een bier maakt met een hoger soortelijk gewicht houdt dan de laagste maischtemperatuur aan anders krijg je teveel body, waardoor de doordrinkbaarheid van het bier minder wordt.
Gist Je kunt een Münchener dunkel vergisten met een aantal Duitse lagergisten. Ik geef de voorkeur aan White Labs WLP833 (German Bock) als het moet lijken op mijn favoriete commerciële voorbeeld Ayinger Altbairisch Dunkel. Goede alternatieven om mee te experimenteren zijn Wyeast 2308 (Munich) en 2206 (Bavarian Lager). Goede alternatieven van White Labs zijn WLP838 (South German), WLP820 (Oktoberfest/Märzen) en WLP830 (German Lager Yeast). Je kunt ook Fermentis Saflager S-23 proberen. Je hebt ongeveer 200 miljard zuivere, gezonde gistcellen nodig om 10 liter van dit bier goed te laten vergisten, dat is het dubbele van wat je normaal nodig hebt voor een bier van gelijke sterkte. Als ik lagerbier maak koel ik het wort naar 7 °C, dan beluchten en de gist toevoegen. Ik laat het bier langzaam in 36 uur opwarmen naar 10 °C voor de rest van de vergisting. Het resultaat is een heldere lager met weinig diacetyl. Het idee achter het koude begin is dat er minder alfa-acetolactaat gevormd wordt. Alfa-acetolactaat is de voorloper van diacetyl en ontstaat in het begin van de vergisting. In een warmere omgeving wordt meer alfa-acetolactaat gevormd en meer diacetyl komt van dit alfa-acetolactaat. Gist verandert wel wat diacetyl in smaakloze componenten, maar hoe minder diacetyl er gevormd wordt, hoe minder er in het bier terecht kan komen. Als je de vergisting warmer laat beginnen dan heb je een diacetylrust nodig gedurende 1/3 van je vergisting. Om de diacetylrust te krijgen moet je het bier ongeveer 6 graden in temperatuur laten stijgen tot de vergisting helemaal is afgelopen en de gist de kans heeft gekregen om de diacetyl te verwijderen. In ieder geval moet je niets forceren. Een goed lagerbier heeft tijd nodig en vergist langzamer dan ale, zeker als het koud wordt vergist. Als het bier eenmaal is uitvergist lager het dan een maand of langer op een temperatuur van bijna 0 °C. Probeer dit traditionele bier maar eens te maken en misschien voel je jezelf ook wel een beetje “ouderwets”. Old School Dunkel Ingrediënten voor 10 liter bier: 2600 gram munichmout 20 EBC 75 gram Weyermann Carafa Special II (kafloos) 1200 EBC 15 gram Hallertauer hoppellets 4% alfazuur (60 minuten koken) 7 gram Hallertauer hoppellets 4% alfazuur (20 minuten koken) White Labs WLP833 (German Bock Lager), Wyeast 2308 (Munich Lager) of Fermentis Saflager S-23 gist
Schroot de mout en stort het in water van 68 ° C in verhouding van 3:1 van water en mout. Houdt deze temperatuur van 68 °C aan tot de omzetting klaar is en verhoog de temperatuur dan tot 76 °C om af te maischen. Spoelen met water van 77 °C tot je 12 liter wort hebt. Dan 60 minuten koken en snel afkoelen tot 10 °C. Begin SG: 1054 Eind SG: 1014 IBU: 23 Alc.: 5,3%
Jamil Zainasheff Bron: Brew Your Own, mei/juni 2008, vertaald en bewerkt door Frits Haen |
|
| Terug naar overzicht | |
Tsjechische pilsner |
oktober 2008 |
Door: Frits Haen |
|
|
TSJECHISCHE PILSENER Tsjechische pilseners, zoals Budweiser Budvar, Staropramen en natuurlijk Pilsner Urquel staan bekend om hun zachte, moutige smaak. Tsjechische pilseners worden ook wel Boheemse pilseners genoemd, omdat de eerste pilsener werd gebrouwen in het Boheemse deel van wat nu de Tsjechische Republiek is. Het is gemakkelijker te begrijpen hoe het staat met het recept, het water en de vergisting van dit soort bier dan te begrijpen hoe de geschiedenis en verandering van de politieke grenzen in dit gebied is geweest. Geschiedenis Op 5 oktober 1842 werd de eerste heldere lager gebrouwen in de Mestansky Pivovar (Brouwerij van de bugers) door de Beierse brouwmeester Josef Groll in de stad Pilsen. Pilsen ligt in het Boheemse deel van wat nu de Tsjechische Republiek is. Vierenveertig dagen later, 11 november op het feest van de Heilige Martinus, schonk Groll zijn nieuwe bier voor de eerste keer aan de gegoede burgers van Pilsen. De Tsjechische naam van het bier was Plzensky Prasdroj, wat betekent de Originele bron van Pilsen, maar werd snel beter bekend onder de Duitse naam Pilsner Urquell. In die dagen was Bohemen een deel van de Oosterijks-Hongaarse Rijk waarvan Duits de officiële taal was. De Plzensky Prasdroj was helder, zacht en moutig. Het was een bier met body en met een mooie gouden kleur en een droge, geurige, bloemige, hoppige nasmaak. Het was een belangrijke gebeurtenis in de brouwhistorie, omdat tegenwoordig negen van de tien commerciële bieren afstammen van dit voorbeeld. De revolutie De schepping van Groll was op diverse fronten revolutionair, zowel plaatselijk als globaal. Het werd vergist met een lagergist, hoewel de stad Pilsen een centrum was van alebrouwers. Ze hadden dat recht gekregen in 1295, toen de Boheemse koning Wenceslas de stad stichtte en de burgers het recht gaf om te brouwen. Het werd gemaakt met lichte mout in plaats van donkere mout, wat eigenlijk de standaard moutsoort was van alle bieren, lagers en ales in die tijd overal ter wereld. De afdronk van de Plzensky Prasdroj smaakte naar hop, terwijl de meeste bieren in die tijd, vooral in Centraal Europa, een nasmaak hadden van mout. En natuurlijk was het gemaakt van grondwater wat in Pilsen misschien wel het zachtste is in de hele wereld. De brouwtechnieken en het brouwen met ongemouten graan heeft zich ontwikkeld sinds 1842. Een originele Boheemse pilsener te brouwen vergt een beetje voorstellingsvermogen, vooral wat de samenstelling van de storting betreft. Pilsmout Als het het vergelijkt met de huidige pilsmout was de mout die Josef gebruikte vrijwel zeker mout die niet goed opgelost was en zeer eiwitrijk. Het was een zeer mout-aromatische gerstvariatie uit Moravië, net als Bohemen nu een deel van de Tsjechische Republiek. Het belangrijkste voor de samenstelling van de mout was Hanna, een gerstvariatie die nu nog geteeld wordt als veevoeder, maar niet meer als brouwgerst. De genen van Hanna zijn bewaard gebleven in genen van veel van de beste moderne brouwgerst, zoals de Hanka die groeit in de Tsjechische Republiek. Hanka is de bron voor veel van de Boheemse moutsoorten, inclusief de goed verkrijgbare Weyermann Bohemian Pilsnermout. Hoewel de decoctie methode in de tijd van Groll noodzakelijk was, met de moderne mouten kan dat ook goed met de infusiemethode. De Pilsenermout van Groll was een primeur voor die tijd omdat het geeëst werd tot een gouden kleur, in tegenstelling tot de donkere mout voor de standaard bieren van de 19e eeuw, zoals porter, dunkel en brown ale. Josef gebruikte een mouttechniek die in 1817 werd gepatenteerd door zijn Britse uitvinder Daniel Wheeler als “Bewezen methode voor het drogen en bereiden van mout”. De eest van Wheeler werd indirect verwarmd. In tegenstelling tot de direct gestookte eesten werd er gebruik gemaakt van schone hete lucht om de mout te drogen. Dus deeltjes van de kolen of het hout waarmee gestookt werd konden niet in aanraking komen met de mout. Het voorkwam tevens dat het graan kon verbranden. Door de methode van Wheeler konden brouwers voor de eerste keer een helder smakende mout maken in elke kleur, inclusief lichte mout. De keuze van Groll vinden we nu niet zo opmerkelijk, maar in die tijd was het een revolutie. In Centraal Europa was de methode van Wheeler pas een jaar eerder geïntroduceerd toen de Dreher brouwerij uit Wenen zijn Vienna lager uitbracht en de Spatenbrouwerij uit München zijn Münchener Märzen. Elk brouwsel was gebaseerd op de methode van Wheeler, respectievelijk de Viennamout en de Münchenermout. Groll was pas de derde die een type mout maakte volgens deze methode. Saaz hop De hop voor een Boheemse pilsener kan niet eenvoudiger: Saaz, Saaz en nog eens Saaz, voor de bitterheid, de smaak en de geur. Saaz is de Duitse naam voor de Boheemse regio Zatec, waar de meest geurige en aromatische hop wordt geteeld van alle nobele hopvariëteiten in de wereld. Nu wordt Saaz op verschillende plaatsen ter wereld geteeld. Maar in tegenstelling tot de in NoordAmerika geteelde hop heeft de ingevoerde Tsjechische hop minder alfazuur en meer aromatische olie. Saaz geeft pilsener zijn zachte nasmaak. Als je geen Saaz kunt krijgen probeer het dan te vervangen door Sterlinghop of een mengsel van Sterling en Vaguardhop. Lagergist Voordat Josef Groll begon waren alle Boheemse bieren ales. Maar Josef, die zijn beroep had geleerd in Beieren was beter bekend met het maken van lagers. Maar het was een probleem om aan de gist te komen want Beieren had een uitvoerverbod ingesteld van zijn lagergisten. Volgens oncontroleerbare geruchten had Josef een monnik overtuigd, en misschien wel omgekocht, om lagergist naar Bohemen te smokkelen. Toen Josef zijn lagergist ging gebruiken was die waarschijnlijk gemuteerd door de tijd en kreeg hij bij Mestansky Pivovar een niet-Beierse smaakkarakteristiek. Typische Boheemse lagergisten hebben een licht boterachtige diacetylsmaakje in het brouwsel. Je kunt de hoeveelheid diacetyl in je bier terugbrengen door een langere diacetylrust. Tegenwoordig zijn de Boheemse speciaalgisten goed beschikbaar voor de amateurbrouwer. Ze vergisten het beste bij een temperatuur van 10-13 °C, wat een beetje hoger is dan de vergistingstemperatuur van de meeste Beierse lagers. Een starter van 2 tot 3 liter levert genoeg gist op voor een goede vergisting. Zacht water Een echte pilsenermaisch moet een pH hebben van 4,5-4,8, wat duidelijk afwijkt van een normale waarde van 5,2-5,6. De lage pH van de pilsener leidt tot een lager brouwhuisrendement, maar het effect op de maisch, het wort en het bier draagt bij aan de aparte stijl van een Tsjechisch/Boheemse pilsener. In de maisch zorgt de lage pH-waarde voor een betere afbraak van de eiwitten, wat een voordeel was toen Groll brouwde met slecht opgeloste mout. Een goede afbraak van de eiwitten zorgt ook voor veel aminozuren wat weer gunstig is voor de vergisting. Maar filteren kan moeilijker worden als het pH te laag wordt. In de kookketel zorgt de lage pH voor een betere hete breuk en het neerslaan van eiwit, waardoor je een heldere wort krijgt in je gistvat. Maar een lage pH zorgt ook voor minder alfazuur-isomerisatie en dus minder hopefficiëntie in de kookketel. In het gistvat zorgt de hoge zuurgraad voor een snellere daling van het pH en zorgt voor een grotere microbiologische stabiliteit. Het zorgt ook voor een betere schuimvorming en schuimhoudbaarheid. Daarom smaakt pilsener op het verhemelte zeer zacht, fris, uitgebalanceerd, doordrinkbaar en prettig bitter. De gemakkelijkste manier om een juiste zuurgraad te bereiken is zacht water te gebruiken (water met weing opgeloste mineralen) en tot 5 procent aangezuurde mout aan de storting toe te voegen. Je kunt de pH-waarde van je maisch controleren met een pH-meter of pH-strip aan het begin van de maisch en het verschil uitrekenen tussen de afgelezen waarde en 4,8. Als het nodig is voeg dan wat extra aangezuurde mout toe en meng het door de maisch. Door deze pH-correctie kunnen je soortelijk gewicht en de kleur iets veranderen, maar dat is de prijs die je betaald voor een betere pH-waarde. De meestal gebruikte methode om de pH-waarde terug te brengen, het toevoegen van calcium, moet je bij pilsener niet gebruiken omdat dan het water niet meer zacht is. Storting voor pilsener In een systeem met een rendement van 65 procent heb je voor 10 liter bier met een begin soortelijk gewicht van 1046 ongeveer 2400 gram graan nodig. met een eind soortelijk gewicht van 1014 kom dan aan 4,2 procent alcohol. De moderne Pilsner Urquell heeft 4,4% alcohol. Neem voor een originele pilsener moutsmaak Weyermann Bohemian pilsmout, die is gemaakt van Hanka gerst uit Tsjechië, een verre genetische familie van de originele Hanka gerst van Groll. Voor een goed mondgevoel van onvergistbare suikers voeg tot 25 procent carapils/carafoam mout toe. Dit is meer dan de meeste moderne recepten aangeven, maar blijft binnen de aanbevelingen van Weyermann en zorgt voor wat meer body van de originele historische pilseners. Voor een moderne Tsjechische pilsener gebruik dan 5-10 procent caramout. Voor een aanvullend moutaroma en een diepere gouden kleur gebruik dan maximaal 10 procent munichmout. Gebruik tot 5 procent Weyermann biologisch aangezuurde mout voor een juiste pH. Met zacht brouwwater een een grote giststarter kan elke thuisbrouwer een brouwmeester van lagerbier zijn. Bottel het in bruine flessen en je kunt een fris, smakelijke pilsener serveren, waar Groll trots op zou zijn.
Groll’s Pilsener Ingrediënten voor 10 liter bier: 1400 gram Weyermann Bohemian pilsmout 5 EBC 460 gram Weyermann Carafoam 3 EBC 370 gram munichmout 20 EBC 100 gram Weyermann aangezuurde mout 5 EBC 37 gram Tsjechische Saaz hop 3,5% alfazuur (75 minuten koken) 15 gram Tsjechische Saaz hop 3,5% alfazuur (15 minuten koken) 15 gram Tsjechische Saaz hop 3,5% alfazuur (0 minuten koken) Wyeast 2001 (Urquell), Wyeast 2000 (Budvar), White Labs WLP800 (Pilsner) of White Labs WLP802 (Czech Budejovice) Voor een goed resultaat moet je uitgaan van zacht water. Breng 5 liter water op een temperatuur van 38 °C. Stort de mout, zodat je een heel dikke maich krijgt. Laat het 60 minuten staan om te hydrateren. Op deze temperatuur worden phytase-enzymen actief en verzuren de maisch een beetje. Voeg 2,5 liter kokend water toe zodat de maisch op 49 °C komt voor een eiwitrust van 30 minuten. Voeg weer 2,5 liter kokend water toe om de temperatuur op 66 °C te brengen voor een beta-amylaserust van 30 minuten. Voeg weer 2,5 liter kokend water toe om de temperatuur op 71 °C te brengen voor een alfa-amylaserust van 30 minuten. Voeg weer 2,5 liter kokend water toe om af te maischen op 77 °C. 90 minuten koken. Afkoelen naar een temperatuur van 10-13 °C. Flink beluchten voordat de gist wordt toegevoegd. De hoofdvergisting duurt ongeveer 2 weken. Daarna 6 weken lageren op een temperatuur die, als het kan, dicht tegen het vriespunt aanligt. Horst Dornbusch Bron: Brew Your Own, mei-juni 2008, vertaald en bewerkt door Frits Haen |
|
| Terug naar overzicht | |
Gekruide winterbieren |
september 2008 |
Door: Frits Haen |
|
|
GEKRUIDE WINTERBIEREN Mijn mond viel open toen ik voor een wand stond vol met ongewone bieren in Reno, Nevada. Vooral een groep viel erg op: Anchor Brewing Company’s Our Special Ale van de laatste tien jaar. Sinds 1975 brouwt de Anchor elk jaar een bier wat ze een “Christmas Ale” noemen. Elk jaar is het recept anders, dus zit er ook elk jaar een ander etiket op. Ik nam er van elk jaar eentje mee met de bedoeling ze met elkaar te vergelijken. In theorie konden ze een bestaand bier nemen en daar wat “feestelijke” kruiden aan toevoegen en het een gekruid feestbier noemen. Maar negen van de tien keer zou dit geen goed bier opleveren. Het beste basisbier voor deze soort bieren is een zoet bier met een volle, rijke moutige smaak met hinten van caramel en chocolade. English old ale, of een vergelijkbaar bier, is een goede basis om een kruidig feestbier te maken. Ik denk dan aan een volle, donkere, vijgachtige, fruitige old ale. Niet het blonde bier met veel alcohol wat soms verkocht wordt als old ale. Gekruide feestbieren zijn meestal volle, licht zoete bieren met een fijne warmte van alcohol en kruiden, wat een vereiste is voor een bier dat wordt genoten in de late herfst of in de winter. De broodachtige, fruitige en carameltonen van de old ale en de kruiden doen denken aan een Engelse Christmas pudding of aan goede ouderwetse melassekoekjes. Net als bij de meeste gekruide bieren speelt hop geen grote rol. De bitterheid van de hop moet genoeg zijn voor de balans van het bier, maar het hoparoma mag alleen op de achtergrond merkbaar zijn. Je wilt niet dat de hop de kruiden overheerst. De beste basismout voor dit bier is Engelse pale alemout, die een beetje donkerder geeëest is (5-7 EBC) dan de gewone palemout van 3 EBC. De hogere eesttemperatuur zorgt voor meer smaak van de mout. Engelse pale alemout is ook goed opgelost en zeer geschikt voor de eentemperatuurmaisch, typisch voor alle Engelse bieren. Een maischtemperatuur van rond de 67 °C geeft een wort met de juiste balans tussen niet-vergistbare suikers en eenvoudig vergistbare suikers voor dit bier. Hop Als hop kun je het beste alleen bitterhop gebruiken, omdat teveel hoparoma de smaak van de kruiden kan verbergen. Waarom je niet meer kruiden kunt toevoegen om de strijd aan te gaan met de hop? Omdat teveel hop en kruiden een negatieve invloed heeft op de doordrinkbaarheid van het bier. Als je een subtiele hopachtergrond wil hebben gebruik dan Engelse hop met een laag alfazuurgehalte, zoals Kent Golding, Fuggle of Progress. Ik laat liever de hopsmaak weg en gebruik daarom een hop met hoge bitterheid, waardoor ik een verhouding tussen bitterheid en begin soortelijk gewicht (IBU gedeeld door begin SG-1000) krijg van 0,4 tot 0,5. Voor sterkere bieren gebruik dan een hogere verhouding van 0,5 bij een begin SG van 1100. Voor dunnere bieren blijf je aan de lage kant van 0,4 bij een begin SG van 1065. Hoe hoger het begin soortelijk gewicht, hoe hoger het eind soortelijk gewicht en hoe hoger het eind soortelijk gewicht hoe meer bitterheid je nodig hebt om het bier in balans te houden. Mout Er zit al veel smaak aan dit bier met de kruiden, fruitige esters, alcohol en de hoeveelheid basismout, dus hou het eenvoudig met de speciale moutsoorten. Een matige hoeveelheid donkere caramout (150 EBC) tot 5% van de storting geeft een mooie donkere caramel-rozijnachtige smaak. Een beetje (minder dan 3%) van op een hoge temperatuur geëeste mout, bijvoorbeeld zwarte mout (1500 EBC) geeft een robijnachtige kleur en voegt een subtiele smaak toe van chocolade of koffie op de achtergrond. Een vriend vertelde me dat je geen old ale kunt maken zonder stroop. Als je het bier lang wilt laten liggen is stroop inderdaad een mogelijkheid. Als je het bier snel na de vergisting wilt drinken kun je de stroop beter bijna of helemaal weglaten. Sommige mensen denken dat stroop en melasse hetzelfde is, maar er zijn veel producten die stroop of melasse heten en die zijn allemaal verschillend. Stroop die wordt gebruikt voor old ale wordt aangeduid als zwarte stroop. Het is donker, zoet en sterk gecaramelliseerd. Als je geen stroop kunt vinden kun je 120 gram caramout van 400 EBC toevoegen. Je kunt natuurlijk meer speciale mout gebruiken voor een rijker, ronder bier, maar als je brouwt met kruiden wil je niet dat de smaak van de kruiden wordt overheerst door de mout of dat je nog meer kruiden moet gebruiken om hetzelfde resultaat te bereiken.
Kruiden Het is de bedoeling dat je een goede old ale brouwt en die verrijkt (en niet vernield) met kruiden. Focus op het kruidig aroma en de kruidige geur volgt vanzelf. Hoewel deze biersoort kruidige smaken dient te hebben, hebben de beste feestbieren de kruiden als begeleiding van de moutsmaak en van de esters gevormd door de vergisting. De kruiden moeten harmonieus samen gaan met andere eigenschappen van bier en ze niet overtreffen. De sterkte van de kruiden hangt af van het soort kruid. Ook de omstandigheden waarin de kruiden groeien zijn van invloed op de sterkte. Ook al heb je steeds dezelfde kruiden, als je ze toevoegt aan je bier is het toch steeds anders. Als het mogelijk is koop dan verse kruiden en maak ze zelf fijn vlak voordat je ze gebruikt. Er zijn twee momenten dat je kruiden aan je bier kunt toevoegen: tijdens het koken en na de vergisting. De gemakkelijkste manier is ze de laatste minuten van het koken toe te voegen waardoor vanwege de hitte en het water het kruidige karakter in het bier komt. Dit is een goede methode zonder risico op besmetting en de omzetting gebeurt snel. Het nadeel is dat je pas na de vergisting kunt proeven hoeveel kruiden er zijn opgenomen. Er is ook een mogelijkheid dat het karakter van de kruiden verandert door de hitte. Een andere mogelijkheid is het toevoegen van de kruiden aan het bier direct na de vergisting. Dan kun je om de paar dagen het bier proeven om het effect van de kruiden na te gaan. Aan deze methode zit het gevaar van besmetting, vooral in bieren met niet veel alcohol. Je kunt je kruiden ook een paar minuten koken in een beetje water. Er is ook een mogelijkheid om een extract van je kruiden te maken. Doe elk kruid apart in een flesje van 250 milliliter, half gevuld met wodka en sluit het goed af. Na een aantal dagen werken het water en de alcohol als een oplosmiddel voor de kleur, geur en smaak van de kruiden. De beste techniek voor een old ale is een combinatie van de twee methoden. Voeg de kruiden aan het eind van het koken toe, maar niet teveel. Als blijkt dat er niet genoeg kruiden inzitten kun je het gehalte verhogen door na de hoofdvergisting de kruiden eerst te koken in water, op te lossen in wodka of droge kruiden toe te voegen. Ik voeg de kruiden toe in het lagervat en na een paar dagen zijn ze meestal naar de bodem gezonken. Door regelmatig te proeven weet ik wanneer het bier de juiste hoeveelheid smaak heeft. Dan ga ik bottelen en laat de kruiden achter. Hierdoor krijg je meer controle over de hoeveelheid smaak van de kruiden en geeft het een frissere smaak en geur van de kruiden dan bij het toevoegen tijdens het koken.
Gist Zoek een typische Engelse alegist voor dit bier. De esters van deze gist zorgen voor het juiste karakter van dit bier. Zorg dat het bier niet te zoet wordt, dus gebruik een gist die ver door gaat, zoals White Labs WLP013 (London Ale), Wyeast 1028 (London Ale) of Danstar Nottingham. Ik geef de voorkeur aan een lagere vergistingstemperatuur voor sterkere bieren met Engelse alegist. Voor lichtere bieren mag je de temperatuur houden op ruim 20 °C om meer esters te krijgen zonder teveel alcohol. Voor sterkere bieren zou ik niet boven de 20 °C komen tijdens de hoofdvergisting. Ik houd van een subtiele alcoholsmaak die je proeft in de nasmaak. En ik houd niet van bieren met een hete, oplosmiddelachtige alcoholsmaak. Het verschil wordt gemaakt door een koele vergisting met een flinke hoeveelheid giststarter. Toch moet je oppassen met Engelse gisten en zware bieren. Als je te koud vergist, of ‘s nachts flink laat afkoelen tijdens de hoofdgisting, kan dat de oorzaak zijn dat de gist neerslaat en dat je blijft zitten met een niet-uitvergist, zoet bier. Een ander ding dat je in de gaten moet houden is dat deze gist dikwijls een flinke hoeveelheid diacetyl produceert zodat de vergistingstemperatuur een paar graden moet verhogen tijdens het laatste derde deel van de vergisting. Hou de vergistingstemperatuur in de gaten, voeg ruim voldoende gezonde gist toe en schenk je bier op een temperatuur van 10-13 °C. Christmas in a Bottle Ingrediënten voor 10 liter bier: 4200 gram pale alemout 7 EBC 165 gram caramout 150 EBC 50 gram zwarte mout 1500 EBC 12 gram Horizon hopbloemen 13 % alfazuur (60 minuten koken) 1/2 theelepel kaneelpoeder (1 minuut koken) 1/4 theelepel gemberpoeder (1 minuut koken) 1/8 theelepel nootmuskaatpoeder (1 minuut koken) 120 gram zwarte stroop (naar keuze) White Labs WLP013 (London Ale), Wyeast 1028 (London Ale) of Danstar Nottingham. Schroot de mout en maisch in een verhouding van 3:1 (water : mout) bij een temperatuur van 67 °C gedurende een uur tot de omzetting compleet is. Afmaischen op 76 °C. Langzaam spoelen met water van 77 °C tot een volume van 13 liter en een soortelijk gewicht van 1070. De totale kooktijd is 90 minuten. Voeg de hop toe 60 minuten voor het einde van de kooktijd en de kruiden de laatste minuut. Snel afkoelen naar 19 °C en goed beluchten. Vergisten op 20 °C en het laatste derde deel op 21 °C. Begin SG: 1090 Eind SG: 1022 IBU: 43 Alc.: 9,0% Jamil Zainasheff Bron: Brew Your Own, december 2007, vertaald en bewerkt door Frits Haen |
|
| Terug naar overzicht | |
Extra special bitter (ESB) |
juni 2008 |
Door: Frits Haen |
|
|
EXTRA SPECIAL BITTER (ESB) Ofwel English Pale ale Ik was nog een student aan de Universiteit van Californië toen ik mijn eerste Engelse bitter proefde. Een vriend uit Londen kon niet wennen aan de Amerikaanse lagerbieren die we toen dronken. Hij fulmineerde over hoe belangrijk smaak is voor een bier. Ik herinner me nog dat ik dat gek vond, want bier smaakte gewoon als bier. Toch luisterde ik naar hem en besefte dat er een groot verschil zat tussen het bier dat hij liet proeven en en de supermarkt lagers die ik gewend was om te drinken. Voor mijn onervaren gehemelte was het tamelijk bitter met meer smaak van de gist en de mout. Strong bitter, dikwijls Engelse pale ale of Extra Special Bitter genoemd, is een middelmatig sterke Engelse ale. Een strong bitter moet eigenlijk bitter smaken (dikwijls tussen 30 en 50 EBU), maar de bitterheid mag de moutsmaak niet overheersen. De balans is belangrijk en de meeste voorbeelden variëren van gebalanceerd tot gematigd bitter. Hoewel veel commerciële voorbeelden omschreven kunnen worden als “hoppig” mag het niet verward worden met Amerikaanse pale ale. Strong bitter heeft meer een gist- en moutkarakter dan Amerikaanse pale ale en het hopkarakter is niets vergeleken met het flinke hopkarakter wat je in veel Amerikaanse pale ales vindt. Matigheid is het sleutelwoord en het hopkarakter is wat beperkt en in balans en zal het gist- en moutkarakter niet overheersen. Dit is de zwaarste versie van de bitters, waardoor er een paar opmerkelijke verschillen zijn met zijn soortgenoten. Strong bitter heeft een beetje vollere moutsmaak dan special/best bitter en de juiste bitterheid voor de balans met het extra mout. Het extra mout geeft een beetje meer alcohol, een beetje meer body en een vleugje meer smaak. Sommige voorbeelden hebben meer een alcoholsmaak en geur, maar ik houd meer van verfijnde voorbeelden. Strong bitter varieert in kleur van goud tot diep koper. Deze bieren zijn erg helder door de sterk flocculerende gist en het schuim is meestal minimaal door het lage koolzuurgehalte. Het mout Engelse palemout is de basis van alle bitterrecepten. Het geeft een biscuitachtige achtergrondsmaak die veel mensen associëren met Engelse bieren. Engels palemout is een beetje donkerder geëest (7-9 EBC) dan de meeste palemout (4-7 EBC) en deze hogere eesttemperatuur geeft meer biscuitachtige smaken. Het is de mout die veel bierliefhebbers aantrekt in Engels bier. Engelse palemout is goed opgelost en zeer geschikt voor de ééntemperatuurs-infusiemaisch van rond de 67 °C. Als je alleen pilsmout gebruikt moet je het compenseren door wat speciale moutsoorten toe te voegen zoals munich-, biscuit- of Victorymout, maar niet teveel. Gebruik voor 10 liter niet meer dan 180 gram. Er zijn tegenwoordig ook voorbeelden van strong bitter, het zogenaamde zomerbitter, gebrouwen met alleen palemout, maar volgens mij moet een Engelse bitter een beetje caramelkarakter hebben. Zelfs een klein beetje caramout zorgt voor een beetje caramelsmaak, body en moutsmaak. Het soort caramout geeft ook een verschil. Donkere caramouten geven een rijkere kleur en wat donkere caramel, geroosterd brood en rozijnensmaken. Lichtere caramouten geven een zoetere caramelsmaak. De maximale hoeveelheid caramout die kan worden toegevoegd zonder dat het te verzadigd wordt is 8 tot 10 procent met een kleur van 25 tot 400 EBC. Hoe donkerder de caramout hoe minder je er van kunt gebruiken. Een bitter met 10% caramout 400 EBC is niet vies, maar het geeft een te sterke smaak voor dit soort bier. Aan de andere kant zal een bitter met alleen licht caramout te zoet lijken en te weinig karakter. Sommige recepten voor bitter geven ook andere moutsoorten. Mijn favorieten zijn Special Roast, Victory-, biscuit- en aromatische mout, maar een goede bitter kan ook zonder deze moutsoorten gemaakt worden. Commerciële recepten variëren van weinig lichtgekleurd mout tot een aanzienlijke hoeveelheid gemiddeld gekleurde mout. Sommige commerciële recepten geven ook het gebruik van een beetje chocolademout of zwarte mout voor de kleur. Als je daar van uitgaat zorg er dan voor dat de hoeveelheid sterk geëeste mout zo laag is dat het niet overheerst in het eindresultaat. Gebruik op zijn hoogst 15 tot 30 gram per 10 liter bier. Speciale moutsoorten zijn het belangrijkste verschil tussen de bitters van de verschillende brouwers, dus voel je vrij om hier wat mee te experimenteren. Als je een zomerbitter wilt maken gebruik dan in plaats van speciale mout meer Engelse pale alemout. Hoewel bij het brouwen van veel Engelse bieren gebruik wordt gemaakt van maïs, rietsuiker en andere toevoegingen laat ik ze weg omdat ik niet teveel body wil. Enkelvoudige suikers vergisten zich volledig, maken het bier dunner en voegen niet veel smaak toe. Ik heb recepten gezien waar bruine suiker in werd gebruikt, maar reken er maar niet op dat dit bijdraagt aan de smaak. Gebruik het alleen om het bier dunner te laten smaken. Als je de smaak van bruine suiker/caramel wilt toevoegen, gebruik dan caramelmout. Maïs en andere toevoegingen die niet van gerst gemaakt zijn, verminderen de moutsmaak, als het gebruikt wordt als vervanging van de basismout. Ik houd van een ronde moutsmaak, dus gebruik ik verder geen toevoegingen in mijn strong bitter. Hop Een bitter kan het beste worden gemaakt met Engelse hop zoals East Kent Goldings, Fuggles, Target, Northdown of Challenger. De bitterheid van een strong bitter varieert van 30 tot 50 IBU. Je moet er voor zorgen dat de hopbitterheid de moutsmaak niet gaat overheersen. Houd in de gaten dat er veel factoren in het spel zijn in de uiteindelijke indruk van bitterheid door de drinker. Het begin- en eind soortelijk gewicht, de gekozen mout, het soort basismout, de gistsoort, de hoeveelheid gist en zelfs de grootte van de gistcel is van invloed op de waargenomen bitterheid. Voor de meeste strong bitters geldt dat een verhouding van het bitterheid-tot-begin soortelijk gewicht (IBU gedeeld door begin SG-1000) tussen 0,6 en 0,9 een goed resultaat oplevert. De bulk van de hop moet als bitterhop 60 minuten worden meegekookt. Ik houd er zelf van om een flinke hoeveelheid hop toe te voegen vlak voordat de vlam uitgaat. Dat geeft het bier een opmerkelijk hoparoma zonder teveel hopsmaak, zoals vroege toevoeging die kan geven. Je kunt verschillende hopgiften geven van 4 tot 7 gram voor 10 liter op 20 minuten en later, maar ik geef liever één grotere portie. Onthoud dat dit geen extreem hoppige biersoort is, dus gebruik niet teveel. Water Er is al veel geschreven over het harde water van Burton-on-Trent, wat het belangrijkste element is om een bitter te brouwen. Het klopt dat hard water het scherpe, bittere van hop versterkt. Toch wordt het gemakkelijk overdreven, waardoor een kalkachtige, metalige of wrange smaak ontstaat. Tegenwoordig brouwt men een prima bitter met verschillende soorten water. Eigenlijk is elk water geschikt, tenzij je over heel erg zacht water beschikt. Als je zacht water hebt kun je wat gips of Burtonzout toevoegen, maar begin laag hooguit de helft van het sulfaat van Burtonwater. Gebruik niet meer dan een half theelepeltje Burtonzout of 8 gram gips per 10 liter. Je kunt beter te weinig hebben dan teveel. Het is natuurlijk niet echt Burtonwater, maar het is genoeg om de hopbitterheid te accentueren. Je kunt minerale zouten aan je maischwater toevoegen, maar als je het niet zeker weet, probeer het bier eerst te brouwen zonder minerale zouten toe te voegen. Gist Vergisting zorgt in de meeste Engelse bieren voor veel van de smaak en geur. “Engelse” giststammen zorgen voor verschillende interessante esters en laten wat restsuikers achter voor de balans met de bitterheid, waardoor het bier voller lijkt. De gist klontert flink samen, zodat hij heel geschikt is voor hergisting op vat. Deze gist vormt weinig esters bij een lage vergistingstemperatuur van 18 °C en veel fruitige esters en alcoholsmaak bij een hoge vergistingstemperatuur van 21 °C. Het is het beste hier tussenin te beginnen en daarna de temperatuur langzaam in een paar dagen een paar graden laten stijgen. Dat zorgt voor een redelijke hoeveelheid esters en houdt de hoeveelheid diacetyl op een minimum in het uiteindelijke bier. Mijn favoriete gist voor dit soort bier is de White Labs WLP002 (English Ale) of Wyeast 1968 (London ESB Ale). Ze zorgen voor de juiste hoeveelheid esters. Als je wat wilt experimenteren zoek dan een Engelse gist met een interessant ester profiel en een vergistingsgraad van rond de 70 procent. Als je van droge gist houdt dan geeft DCL Safale S-04 een goed resultaat. Welke gist je ook gebruikt het is belangrijk het wort te beluchten vlak voor of vlak nadat je de gist toevoegt. Zuurstof is belangrijk om de gistcellen te laten groeien en gistgroei is belangrijk voor de ontwikkeling van de smaak van het bier. Serveer bitter op een temperatuur van 13 °C waardoor het karakter van het bier goed naar voren komt en de doordrinkbaarheid verbetert. Als je het kouder schenkt mis je de mooie gist en moutsmaken en -aroma’s, dus schenk het niet kouder dan 10 °C. Recept voor Strong bitter Ingrediënten voor 10 liter bier: 2600 gram pale alemout 120 gram caramout 40 EBC 60 gram caramout 300 EBC 25 gram East Kent Goldings hop 5% alfazuur (60 minuten koken) 15 gram East Kent Goldings hop 5% alfazuur (0 minuten koken) White Labs 002 (English Ale) of Wyeast 1968 (London ESB Ale) Inmaischen met water in een gewichtsverhouding water : mout = 3:1. Houd de temperatuur op 67 °C tot de omzetting compleet is. Voeg al roerend bijna kokend water toe tot de temperatuur is gestegen tot 76 °C. Daarna spoelen tot je 12 liter wort hebt met een SG van 1048. Als het wort kookt voeg je de bitterhop toe en laat deze 60 minuten koken. De laatste hop toevoegen als het vuur uitgedraaid is. Koel het wort tot 20 °C en voeg voldoende gist toe (6 gram gehydrateerde korrelgist of een pakje vloeibare gist) Vergisten op 20 °C. Begin SG: 1056 Eind SG: 1016 IBU:41 Alc: 5,3% Jamil Zainasheff Bron: Brew Your Own, maart-april 2008, vertaald en bewerkt door Frits Haen |
|
| Terug naar overzicht | |
Amerikaanse blonde ale |
april 2008 |
Door: Frits Haen |
|
|
AMERIKAANSE BLONDE ALE Het gemakkelijk drinkbare en uitgebalanceerde bier Waar is de Amerikaanse Blonde Ale gebleven? Op het Great American Beer Festival waren er veel minder dan in de laatste jaren. Of lijkt dat alleen maar? Overal waar ik kijk zie ik brouwerijen een “speciaal bier” schenken. Of komt het omdat brouwerijen hun Amerikaanse blonde ale niet meer speciaal vinden? Zeker, het is nog een populaire soort onder bierdrinkers en de meeste pubs zorgen ervoor het beschikbaar te hebben voor de gemiddelde bierconsument, maar het zorgt niet meer voor enige opwinding bij de meest bierfanatiekelingen. Dat is jammer, want een goed gebrouwen blonde ale kan, hoewel niet complex, toch een bijzonder bier zijn. Niet ieder bier hoeft diverse verschillende moutkarakters en exotisch fruit te hebben om speciaal te zijn. Een goed gemaakt bier is vanzelf speciaal. Natuurlijk zie je op een festival een aantal bieren die licht van kleur zijn en aangegeven staan als “blond”. Van bockbier tot allerlei Belgische bieren. En soms verwijst alleen de naam naar een soort bier. Ik herinner me een discussie tussen een aantal bierkeurmeesters die zich afvroegen welke bieren met “blond” in hun naam ook werkelijk echte Amerikaanse blonde ales waren. Er waren een paar keurmeesters die maar enkele bieren goedkeurden als blond. Ze dachten aan een paar karakteristieken, zoals weinig esters, weinig hop, weinig bitterheid en weinig moutigheid. Ze wilden heldere, eenvoudige en uitgebalanceerde bieren. Anderen gaven een ruimere definitie: van lage tot gemiddelde hoeveelheden van genoemde karakteristieken van bitterheid tot de esters. Zoals gewoonlijk zat ik zelf ergens midden tussen deze twee standpunten. Natuurlijk zijn er een paar elementen die een stijl uniek maken, maar of een bier een beetje hoppiger, een beetje donkerder of een beetje meer is van dit of dat, in de meeste gevallen kan het toch een goed voorbeeld voor de soort zijn. Een bier dat de randen van de stijl opzoekt kan net zo goed of beter zijn als een bier wat precies volgens de specificaties is. Toch kun je niet elk bier een blonde ale noemen. Een donker lagerbier een “blonde ale” noemen kan natuurlijk niet, welke fantasienaam je er ook aan geeft. In de meeste gevallen geven commerciële brouwers hun bier een creatieve naam die soms verwijst naar de kleur. Ze zeggen niet dat een bier smaakt volgens de richtlijnen van de bierkeurmeesters. Volgens de keurmeesters is een blonde ale een verzameling bieren, inclusief bieren met minder alcohol en minder gehopte versies van American pale ale en meer gehopt dan een Kölsch. Het zijn allemaal lichtgekleurde bieren. Blonde ale is altijd een zacht, gemakkelijk drinkbaar bier met een helder vergistingsprofiel en een licht moutkarakter. Als je het tegen het licht houdt zie je een lichtgeel tot diep gouden kleur en meestal een prachtige helderheid. Mijn blonde ale heeft bij voorkeur geen fruitigheid. Een beetje fruitigheid is acceptabel, maar het mag niet meer dan een vleugje zijn. Het hopkarakter is meestal laag tot gemiddeld, evenals het alcoholpercentage van 3,8 tot 5,5%. Een klein beetje restsuiker moet opwegen tegen net genoeg bitterheid om alles in balans te houden. Het mag een licht droge of licht zoete nasmaak hebben en gemiddelde body. In balans en gemakkelijk te drinken is het belangrijkste. Het is een goed doordrinkbaar bier, ook voor mensen die niet gewend zijn aan speciale bieren. Mout Recepten voor blonde ales zijn meestal eenvoudig, met een goede balans tussen een eenvoudige moutsmaak, bitterheid en een heldere vergisting, waarbij alles harmonieert. Je vind wel recepten met allerlei soorten toevoegingen van granen en suikers, maar een eenvoudige storting is het beste voor dit soort bier. Kies voor een goede kwaliteit mout en laat de fijne smaak van de mout doorschemeren via een heldere vergisting. De meeste brouwers maken het bier als een ale, maar het kan ook gemaakt worden als een lagerbier met een beetje warmere vergistingstemperatuur. Als je nog laat hop wilt toevoegen, houdt het dan beperkt en gebruik maar een hopsoort om het simpel te houden. Ik ben een groot liefhebber van een rijk moutkarakter, maar als je deze bierstijl wilt benaderen dan moet je het echt houden bij de basismout. Pilsmout is voldoende om het bier een lichte moutsmaak te geven. Wil je de grens wat verleggen dan kun je palemout gebruiken voor een wat sterker moutkarakter. Brouwen kan volgens de ééntemperatuurs infusie methode maar zorg er dan voor dat er voldoende lange suikerketens overblijven om het een beetje body te geven. Een temperatuur van 67 °C geeft een wort met een mooie balans tussen vergistbare en niet-vergistbare suikers. Het grootste deel van het moutkarakter van een blonde ale moet komen van de basismout en niet van speciale moutsoorten. Sommige brouwers willen een beetje tarwe, licht gekleurde caramout of licht geroosterde mout gebruiken voor een aangenaam moutaccent, maar hou het simpel. Probeer het te beperken tot één speciale moutsoort en beperk de hoeveelheid tot maximaal 10 procent van de storting. Ik geef de voorkeur aan een beetje lichtgekleurde caramout, rond 5 procent van de totale storting, maar je mag natuurlijk experimenteren met andere graansoorten of een andere kleur. Hop Er is nogal wat mogelijk met de hop voor blonde ales. De balans tussen bitterheid en mout kan variëren van licht zoet tot licht bitter. Je wilt net genoeg hopbitterheid om in balans te komen met de restsuikers uit de mout, maar je wilt ook niet teveel nemen. Als je een gist gebruikt met een lage vergistingsgraad of veel caramout gebruik dan wat meer hop. Als je een gist gebruikt met een hoge vergistingsgraad of minder onvergistbare suikers van de speciale moutsoorten gebruik dan wat minder hop. Hou er rekening mee dat tamelijk bittere of hoppige versies meer gaan lijken op een American pale ale dan op een blonde ale. Meestal zit er weinig hopsmaak aan een blonde ale en het hoparoma is er meestal niet of zeer laag. Natuurlijk zijn er wel voorbeelden waarbij de hopgeur er boven uit komt, maar die is meestal ingehouden en van tamelijk zachte hopvariëteiten, zoals Willamette. Hoewel het een Amerikaanse biersoort is moet je toch de sterke Amerikaanse hopsoorten vermijden zoals Centennial, Columbus of Simcoe. Zelfs al worden ze alleen maar gebruikt voor de bitterheid, kun je de smaak toch proeven bij zo’n eenvoudige storting. Dus ben voorzichtig als je deze hopsmaken niet wilt hebben. Gist Vergisting van een blonde ale is simpel. Zoals de meeste Amerikaanse biersoorten heeft een blonde ale een helder smaakprofiel met weinig tot geen fruitige esters. Een klein beetje fruitigheid kan lekker zijn, zolang het maar niet teveel is. Het is belangrijk dat er niet teveel restsuikers in het bier achterblijven, want restsuikers hebben een negatieve invloed op de doordrinkbaarheid. Ik houd van een heldere tamelijk zachte gist, zoals Wyeast 1056 (American Ale) of White Labs WLP001 (California Ale). Andere goede opties zijn White Labs WLP008 (East Coast Ale), White Labs WLP051 (California Ale V) of Wyeast 1272 (American Ale II). Zorg dat het wort goed belucht is en voeg een geschikte hoeveelheid gezonde gist toe aan het brouwsel. Als je Wyeast 1056 of White Labs WLP001 gebruikt vergist dan rond de 19 °C en houd die temperatuur aan tijdens de vergisting. Andere gistsoorten kunnen een iets warmere of koudere omgevingstemperatuur gebruiken, afhankelijk van de soort, maar als je het niet zeker weet is 19 °C een goed uitgangspunt. Het is belangrijk deze temperatuur goed aan te houden voor een goede omzetting en het voorkomen van slechte smaken, zeker als je een wat zwaarder bier maakt. Als het bier tijdens de vergisting grote temperatuursschommelingen krijgt zal de vergisting eerder stoppen of smaak geven van oplosmiddel of een esterachtig bier. Als je wilt kun je de temperatuur aan het eind van de vergisting een paar graden laten stijgen om bepaalde stoffen die bij de vergisting zijn ontstaan weg te krijgen. Maar als je een goede hoeveelheid gist hebt toegevoegd en de temperatuur hebt aangehouden dan is dit niet nodig. Hoewel blonde ale niet trendy is of niet erg speciaal lijkt is het toch fijn om er een bij de hand te hebben als je een goed doordrinkbaar biertje zoekt. BlondinebierIngrediënten voor 10 liter bier: 2400 gram pilsmout 3 EBC 120 gram caramout 40 EBC 12 gram Willamettehop 5% alfazuur of Fuggles of Styrian Goldings (60 min. koken) Wyeast 1056 (American Ale), White Labs WLP001 (California Ale) of Fermentis Safale US-05 gist Inmaischen in 7,5 liter water op 67 °C (water-mout gewichtsverhouding 1:3). Deze temperatuur aanhouden tot de omzetting compleet is. Door middel van kokend water al roerend op 76 °C brengen. Langzaam spoelen met water van 77 °C tot SG 1038. 90 minuten koken. Afkoelen tot 19 °C en goed beluchten. Voldoende gist toevoegen en ongeveer een week laten gisten. Begin SG: 1049 Eind SG: 1011 IBU: 20 Alc.: 5,0% Jamil Zainasheff Bron: Brew Your Own, januari-februari 2008, vertaald en bewerkt door Frits Haen
|
|
| Terug naar overzicht | |
Houblon Chouffe Dobbelen IPA Tripel |
maart 2008 |
| Door: anoniem | |
|
RECEPT VAN DE MAAND Houblon Chouffe Dobbelen IPA Tripel Een van de beste bieren die ik het afgelopen jaar tijdens het Zythosbierfestival dronk was ongetwijfeld de “Houblon Chouffe Dobbelen IPA Tripel”. Waar de afkorting IPA voor stond was me op dat moment niet helemaal duidelijk maar de met Amarillo, Tomahawk en Saaz gehopte tripel was voor mij de absolute topper van het festival. Later las ik in de boeken dat IPA stond voor: India Pale Ale. Helaas heb ik na het festival de Houblon nergens meer kunnen proeven. Het bleek een primeur voor het Zythos festival te zijn geweest. Het bier is helaas enkel maar bedoeld voor export naar de Amerikaanse markt. Zoals de naam van het bier al doet vermoeden gebruikt brouwerij La Chouffe behoorlijk veel hop voor dit bier. Zoveel zelfs dat het “Orval” van de troon stoot als het om bitterste bier van België gaat! In een proeverij bleek de Houblon zelfs 50 % bitterder te zijn dan de door vele bierliefhebbers bijzonder gewaardeerde Trappist! Snake Dog India Pale Ale (IPA) Bijna een jaar later kwam ik op een zaterdag mijn favoriete stamcafé Kandinsky in Tilburg binnen en werd mijn nieuwsgierigheid meteen gewekt door het bier van de maand met de merkwaardige naam “Snake Dog India Pale Ale”. Een zeer apart bier met een nog vreemder etiket. Kijk maar eens op onderstaande afbeeldingen en de website www.flyingdogales.com en je ziet alleen maar vreemde absurdistische wezens waar Salvador Dali nog jaloers op zou zijn geweest. Zoals het een goede gastheer betaamd mocht ik van uitbater Fred eerst een klein beetje van het bier keuren. Zelf was hij niet zo onder de indruk van het bier en was dan ook erg voorzichtig geweest met de inkoop van deze Amerikaanse IPA. Alle ogen waren op mij gericht toen ik een slokje nam van dit bijzondere bier. Volgens een omschrijving van de brouwerij zelf is de Snake Dog het hopmonster van de brouwerij. Het citrusfruit aroma hypnotiseert bijna alle zintuigen van de meest doorgewinterde bierdrinker en is listiger dan een slang in het struikgewas. Het bier is erg sterk gehopt (48 EBU) met de hopsoorten Warrior, Columbus en Golding allen uit het noordwesten van de VS. Wat hopbitterheid kwam deze Snake Dog behoorlijk dicht in de buurt van de Houblon. Ook van deze IPA was ik erg onder de indruk. Uiteraard is het geen bier voor watjes. Je moet wel van een behoorlijk sterk gehopt biertje houden. Recept van de maand Omdat er volgens mij nog nooit eerder een recept van een IPA in ons clubblad heeft gestaan (ik hoor het wel als dit niet zo is) leek het mij wel leuk om eens op zoek te gaan naar een dergelijk recept. Uiteraard staat Internet vol met dit soort recepten maar dan weet je meestal weinig over het uiteindelijke resultaat. Daarom heb ik maar eens een aantal oude Zymurgy’s doorgespit en kwam al snel terecht bij het recept van Dan Humphrey waar hij een gouden medaille mee won tijdens de National Homebrew Competition in 2006. Hopelijk gaan een aantal van jullie snel aan de slag met het onderstaande recept en kan ik binnenkort eens tijdens een clubavond genieten van een Nederlandse IPA! Ingrediënten voor 10 liter bier: 2600 gram pilsmout 100 gram kristalmout 100 gram tarwevlokken 100 gram carapilsmout 100 gram geroosterde gerst 13 gram Golding hop pellets 6,6 % alfazuur (60 minuten meekoken) 37 gram Chinook hop pellets 10,7 % alfazuur (60 minuten meekoken) 25 gram Golding pellets 6,6 % alfa (laatste 15 minuten meekoken) 25 gram Fuggels pellets 4,9 % alfa (toevoegen na met koken te zijn gestopt) 13 gram Amarillo hop pellets 7,3 % alfa (dryhopping tijdens het lageren) Maischwater: 10 liter Maischschema: Inmaischen op 67 °C en dit gedurende 60 minuten aanhouden Spoelwater: 4,5 liter Kooktijd: 60 minuten Gist: White Labs WLP002 ale yeast Begin SG: 1064 Eind SG: 1018 Bijzonderheden: 10 dagen hoofdgisting en 14 dagen nagisting bij 21 °C |
|
| Terug naar overzicht | |
American Amber |
februari 2008 |
Door: Frits Haen |
|
|
AMERICAN AMBER Een makkelijk drinkbaar, vaderlandslievend bier Toen ik terugliep van de Mount Rushmore begon ik te denken welk soort bier ik zou willen drinken als ik weer terug was. (Mount Rushmore is een nationaal park. Het herdenkt de geboorte, groei en ontwikkeling van de Verenigde Staten van Amerika.) Ik voelde me geïnspireerd, vaderlandslievend en tamelijk verhit en zweterig. Ik was meer onder de indruk van Mount Rushmore dan ik verwachtte en het was duidelijk dat ik iets typisch Amerikaans nodig had. Tegen de tijd dat ik bij de koelkast kwam was mijn keus gemaakt: American amber ale. American amber ale heeft een ruime karakteristiek. De kleur varieert van amber tot koperbruin, de hopgeur van laag tot gemiddeld en de hopsmaak van gemiddeld tot hoog. Het is dikwijls een bier met een helder gistprofiel, hoewel er sommige voorbeelden zijn met flink wat fruitige esters. De body is gemiddeld tot boven het gemiddelde. De alcohol is meestal ingehouden, maar kan ook behoorlijk aanwezig zijn en licht verwarmend. Hoewel er over te twisten valt hoeveel caramout geschikt is voor American amber ale, dient het een opmerkelijke caramelgeur met een beetje meer zoetheid van de mout te hebben voor het evenwicht met de hopbitterheid. Sommige American ambers zijn ingetogen, maar er zijn er ook die flink hoppig en vol zijn. Maar uiteindelijk is het altijd een gemakkelijk drinkbaar bier. Volgens de juryrichtlijnen wordt het bier in sommige streken ook wel red ale genoemd en amber ale in weer andere streken. Hoewel het tegenstrijdig is denk ik dat er mensen zijn die vinden dat het twee verschillende ondersoorten zijn: amber ale als een zacht, meer moutig bier, mooi in balans, lichter van kleur en een meer ingehouden hopkarakter en de red ale dat neigt naar een zwaarder, hoppiger bier, met dikwijls een hoger alcoholpercentage (soms meer dan 6,5%), meer body, donkere caramelsmaken en een flink hopkarakter van Amerikaanse hop met citrus en dennenachtige geuren en smaken. Mout Je hebt verschillende mogelijkheden om je mout te kiezen voor American amber/red. Pilsmout geeft het bier een helder karakter. Amerikaanse pale alemout geeft een beter moutkarakter. Minder gewoon is Engelse pale alemout. Deze geeft een dieper moutkarakter aan het bier, gewoonlijk een biscuitachtige smaak en aroma die in de meeste Engelse bieren voorkomt. Ik houd zelf meer van de opvallende moutsmaak van de Engelse palemout en dit is een bierstijl waarin dit het goed doet. Brouwers kunnen een infusiemaisch gebruiken. Een temperatuur van 67-68 °C geeft een wort met een mooie balans tussen vergistbare en onvergistbare suikers. Een groot deel van het karakter van American amber/red komt van de speciale mouten. Elke American amber/red heeft een flinke carameltoets en experimenteren met de hoeveelheid en de kleur van caramouten bepaalt een groot deel de verandering van karakter. Je kunt gebruik maken van medium gekleurde caramout (100-120 EBC), donkere caramout (150-300 EBC) of een combinatie van kleuren. De medium gekleurde caramout geeft meer caramelsmaak, terwijl de donkere caramout duidelijk meer pruimen-, rozijnen- en verbrande caramelsmaak geeft. Donkere caramouten geven minder zoetheid dan de lichtere soorten. Als je een meer ingehouden versie van dit bier wilt brouwen gebruik dan alleen medium gekleurde caramout en gebruik in het totaal wat minder. Als je een stevige versie van dit bier wilt maken gebruik dan wat donkerder caramout. De donkere caramout geeft een meer complexe, rondere smaak en helpt in de balans met meer alcohol en een sterkere hopsmaak. Zelfs als je flink af wilt wijken, gebruik dan geen grote hoeveelheid lichte caramout (minder dan 60 EBC) want het geeft alleen een zoete smaak, maar geen caramelkarakter. Als de caramout boven 15% van de totale storting komt kan het resulteren in een te zoet bier. Zelfs met een hoge hopbitterheid is er een grens aan de hoeveelheid zoet die nog acceptabel is. Je kunt wel een balans vinden tussen hopbitterheid en zoetheid, maar er komt een punt dat de doordrinkbaarheid van het bier minder wordt. Als ik een sterke American red ale wil maken gebruik ik een beetje donker gedroogde mout, zoals chocolademout (500-600 EBC) voor de balans en om meer karakter toe te voegen. Voor een dieprode kleur is 15-30 gram chocolademout voldoende. Voor een heldere amber kun je het beste alleen caramouten gebruiken. Voor een steviger bier van deze soort kun je gebruik maken van andere toevoegingen. Ikzelf kan niet genoeg krijgen van een toast-biscuitachtig karakter en daarom voeg ik munich en Victory mout toe tot 10% van de storting voor een stevige red ale. Hop en gist Je kunt met de hop bij American amber/red alle kanten op. De bitterheid varieert licht zoet tot flink bitter, waarbij de stevige bieren ook flink bitter kunnen zijn. De hopgeur en aroma variëren ook van minimaal in sommige ambers tot sterk in sommige red ales. Over het algemeen hebben de redbieren een hoger niveau aan hopgeur en aroma. Hop voor American amber/red moet natuurlijk Amerikaanse hopsoorten zijn. Cascade, Centennial, Columbus, Simcoe en Amarillo zijn bruikbare keuzes. American amber/red heeft meestal een helder gistprofiel met weinig tot geen esters. Een beetje fruitigheid mag, als het maar niet teveel is. Ik geef de voorkeur aan een heldere zachte gist zoals Wyeast 1056 (American ale) of White Labs WLP001 (California Ale). Goed beluchten en voldoende gist toevoegen zorgt voor een helder profiel. Vergist op ongeveer 19 °C en houdt deze temperatuur ook aan tijdens de vergisting. Temperatuurwisseling kan resulteren in bier met een smaak van oplosmiddel en/of veel esters. Amber Waves Ingrediënten voor 10 liter bier: 2250 gram pilsmout 3 EBC 180 gram caramout 100 EBC 120 gram munichmout 20 EBC 60 gram caramout 300 EBC 8 gram Horizon hop13% alfazuur (60 minuten koken) 4 gram Cascade hop 6% alfazuur (10 minuten koken) 4 gram Centennial hop 9% alfazuur (10 minuten koken) 4 gram Cascade hop 6% alfazuur (0 minuten koken) 4 gram Centennial hop 9% alfazuur (0 minuten koken) Wyeast 1056 (American Amber), White Labs WLP001 (California Ale) of Fermentis Safale US-05 Inmaischen met ongeveer 8 liter water (3 liter water op 1 kilo mout) op 68 °C tot alle zetmeel is omgezet. Onder voortdurend roeren kokend water toevoegen tot de temperatuur 76 °C is. Spoelen met water van 77 °C tot je 13 liter wort hebt met een SG van 1040. 90 minuten koken en hop toevoegen volgens schema. Afkoelen tot 19 °C, flink beluchten en gist toevoegen. Begin SG: 1051 Eind SG: 1013 IBU: 35 Alc.: 5,1%
West Coast Blaster Ingrediënten voor 10 liter bier: 2700 gram pale alemout 7 EBC 240 gram caramout 100 EBC 240 gram munichmout 20 EBC 120 gram Victorymout 75 EBC 120 gram caramout 300 EBC 40 gram chocolademout 500 EBC 11 gram Horizon hop 13% alfazuur (60 minuten koken) 15 gram Cascade hop 6% alfazuur (10 minuten koken) 15 gram Centennial hop 9% alfazuur (10 minuten koken) 15 gram Cascade hop 6% alfazuur (0 minuten koken) 15 gram Centennial hop 9% alfazuur (0 minuten koken) Wyeast 1056 (American Amber), White Labs WLP001 (California Ale) of Fermentis Safale US-05 Inmaischen met ongeveer 10 liter water (3 liter water op 1 kilo mout) op 67 °C tot alle zetmeel is omgezet. Onder voortdurend roeren kokend water toevoegen tot de temperatuur 76 °C is. Spoelen met water van 77 °C tot je 13 liter wort hebt met een SG van 1052. 90 minuten koken en hop toevoegen volgens schema. Afkoelen tot 19 °C, flink beluchten en gist toevoegen. Begin SG: 1067 Eind SG: 1015 IBU: 66 Alc.: 6,9% Jamil Zainasheff Bron: Brew Your Own, november 2007, vertaald en bewerkt door Frits Haen |
|
| Terug naar overzicht | |
Brown ale |
januari 2008 | ||||||
Door: Frits Haen |
|||||||
|
BROWN ALE Brown ale is niet gemakkelijk onder te brengen in een bepaalde soort. Het was eeuwen lang het meest voorkomende bier, zowel in Europa als in Groot Brittanië. Tot het eind van de 19e eeuw was het moeilijk en duur om lichte mout te maken. Met als resultaat dat nagenoeg alle bieren bruin waren, onafhankelijk of ze gehopt waren of hoe sterk ze waren. Andere bieren werden een bepaalde stijl, zoals pale ale, porter (een echte brown ale) en mild ale. Maar niets werd brown ale genoemd, tot in het begin van de 20e eeuw Mann zijn nu bekende low gravity bier introduceerde. Dit werd 25 jaar later gevolgd toen Newcastle Brown Ale op de markt kwam, met een belangrijk hoger soortelijk gewicht. Andere brouwers probeerden ook een stukje van die markt te veroveren door hun mild ale te bottelen als brown ale. Toch maakten andere brouwers brown ales in een scala van sterkte, totdat de omzet een sterke daling ging vertonen. Aan het einde van de 20e eeuw werd de soort opnieuw uitgevonden door Amerikaanse micro-brouwerijen. De Amerikaanse brown ales zijn meestal zwaarder en hoppiger dan de bestaande Engelse versies. Zodat we nu bij wedstrijden niet één type brown ale hebben, maar drie soorten, namelijk Southern English, Northern English en American Brown Ale! In dit artikel zullen we het hebben over de beide Engelse soorten.
Stijlkenmerken Hierboven staan een aantal kenmerken gegeven van Southern Brown Ale, maar er bestaat maar één enkel commercieel voorbeeld en dat is Mann’s Brown Ale. Dit heeft 2,8% alcohol en een begin SG van 1033. Het werd gebrouwen in Oost Londen door Mann Crossman Paulin. Het bedrijf werd in 1958 overgenomen door Watney, waardoor de grote Watney Mann Company ontstond. De brouwerij in Oost Londen werd snel gesloten en Mann’s Brown Ale werd op verschillende plaatsen in het land gebrouwen. Momenteel wordt het gebrouwen in Burtonwood in Cheshire, ironisch genoeg in het Noordwesten van Engeland. Mann’s Brown Ale is een donkerbruin, overheersend zoet, gebotteld bier. Toen het voor het eerst werd gemaakt, werd het aangekondigd als “het zoetste bier in Londen”. Met de opkomst van droge, hoppige pale ales is het verwonderlijk dat het toch nog een plaatsje op de markt heeft. Maar het is meer dan alleen zoet, door zijn volle smaak en een beetje geroosterde mout is het toch een complex bier voor een low-gravity bier. Er zijn verschillende bestaande voorbeelden van Northern Brown Ale, zoals Samual Smith’s Nut Brown Ale en natuurlijk Newcastle Brown Ale. De laatste werd voor de eerste keer gebrouwen in 1927 en is ongetwijfeld de marktleider op dit gebied. Northern Brown Ales zijn nogal verschillend van de Zuidelijke versie, omdat ze sterker, lichter, droger en met een bepaalde hopbitterheid. Newcastle Brown wordt verkocht in flessen en op de tap, maar niet op het vat gerijpt (cask-conditioned). Het bier is in 2000 onderscheiden als streekproduct van de Europese Unie, wat betekent dat het alleen geproduceerd mag worden in Newcastle en nergens anders geïmiteerd mag worden. Helaas heeft de brouwer (Scottish and Newcastle) besloten afstand te doen van deze bestemming en de Tyne-brouwerij in Newcastle gesloten ten gunste van een andere brouwerij op een afstand van de stad. Een ander opmerkelijk feit is dat de man die het Newcastle Brown heeft ontwikkeld begon te werken in de Tyne brouwerij omdat die geleid werd door niemand minder dan Thomas Watson Lovibond, de uitvinder van de naar hem genoemde kleurenschaal! Mout voor Southern Brown AleDe basis van een Southern Brown Ale kan palemout zijn, of nog beter speciale Engelse mild alemout (7 EBC). De originele Mann’s Brown Ale wordt gemaakt met een beetje tarwe (10% van de storting) en, nog belangrijker, geroosterde gerst voor de smaak en de kleur. Ik zou voorstellen om 250 gram gekleurde caramout (300 EBC) te gebruiken voor 10 liter bier. Dit voegt wat noodzakelijke zoetheid en kleur toe aan het bier. Onlangs hebben we een versie van Southern Brown Ale gebrouwen in een brouwpub, waarbij we uitgingen van deze specificaties. We gingen uit van een storting van de helft lichte en donkere mouten, samen met 3% haver, 9% Belgische biscuitmout en 5% donkere caramout (300 EBC). Het gebruik van de bruine mout brengt het bier dichter naar zijn roots van bruin bier en voegt zijn eigen unieke smaak toe, terwijl de andere mouts en de haver zorgen voor complexheid en bijdragen aan de zoete smaak. Dit bier, genaamd Heavy Hand Hank, had een begin SG van 1041 en een eind SG van 1017, dus ongeveer 3,1% alcohol. Je moet maischen op een relatief hoge temperatuur van 68 °C om te zorgen voor voldoende restsuikers. Mout voor Northern Brown AleEngelse palemout dient als hoofdbestanddeel voor de vergistbare suikers, maar opnieuw, nog beter is speciale Engelse mild alemout (7 EBC). Newcastle Brown is lichter en droger dan de zuidelijke versie en er wordt alleen caramout toegevoegd. De meeste kleur komt van de caramout van 150 EBC, of liever 300 EBC, ongeveer 120 tot 240 gram per 10 liter. Het maischen gebeurt bij 66 °C. Als je wat op wilt schuiven naar een meer donker, iets complexere vorm van bruine ale, voeg dan een beetje geroosterde gerst (tot 60 gram per 10 liter) toe, zoals Samual Smith het doet in zijn Nut Brown Ale. Een aardige variatie is het vervangen van de geroosterde gerst door chocolademout. HopCommerciële voorbeelden van deze bieren hebben weinig bitterheid en eigenlijk geen hopkarakter of aroma. De klassieke Engelse Fuggles (mijn voorkeur) en Goldings zijn het beste voor dit bier, maar ook Target, Willamette, Liberty en Northern Brewer geven goede resultaten. Als je wat bitterheid wilt voeg dan al de hop toe aan het begin van het koken. Ik denk dat het de bieren ten goede komt als ze wat meer bitterheid hebben dan de originelen. Voor een meer uitgesproken hopkarakter voeg dan 7 tot 14 gram per 10 liter toe aan het eind van het koken. WaterSouthern Brown Ale is een echt Londens bier en werd oorspronkelijk gemaakt van relatief kalkarm water, met opvallend hoog koolstofgehalte. Daarom mag je een theelepeltje calciumcarbonaat toevoegen aan je maisch als je zacht water hebt. Northern Brown Ale wordt meestal gebrouwen met tamelijk hard water met weinig koolstof. Gist voor Brown AleDe standaard Engelse Ale gisten zullen het allemaal redelijk doen bij de Southern Brown Ale, maar er zijn een aantal dingen waarop je moet letten. De zoetigheid komt door de relatief hoge maischtemperatuur (plus het feit dat er Engelse mout is gebruikt met weinig enzymen), maar professionele brouwers houden dit vast door het bier in de fles te pasteuriseren. Dat kun je thuis natuurlijk niet doen dus moet je op zoek naar een vlokgist die weinig verzachtend werkt. Wyeast 1028 (London Ale) en White Labs WLP013 zullen het goed doen. Het beste is om een tamelijk lage vergistingstemperatuur van pakweg 18 °C aan te houden en die te verlagen tot 10 °C na de hoofdgisting, als je die mogelijkheid tenminste hebt. Northern Brown Ale heeft een hoger soortelijk gewicht dan zijn zuidelijk familielid en hoeft niet zo zoet te worden. Hier is echter een andere aanpassing; Newcastle Brown en zijn rivaal Double Maxim (ook uit het Noordoosten van Engeland) hebben allebei een fruitig karakter van de esters die ontstaan bij de vergisting. White Labs WLP023 (Burton Ale) en Wyeast 1084 (Irish Ale) zullen het allebei goed doen. In dit geval vergisten bij 21 °C om de estervorming mogelijk te maken.Volgens Michael Jackson is Newcastle Brown eigenlijk een mengsel van twee verschillende bieren, het ene lager en het andere hoger in soortelijk gewicht dan het eindproduct. Daardoor bereiken de brouwers een hoger gehalte aan esters dan wanneer het bier gewoon zou worden gebrouwen. ConclusieJe kunt natuurlijk wel opmerken dat beide type Brown Ale eigenlijk bescheiden, zachte bieren zijn, die niet opvallen door een specifieke smaak of complexiteit. Dit hoeft geen nadeel te zijn, want ze zijn vooral bedoeld als seizoenbier (vooral de zuidelijke versie). Ik heb geprobeerd deze soort een beetje extra in de belangstelling te krijgen. Want je moet niet vergeten dat we vroeger niet de enorme hoeveelheid bieren hadden dan tegenwoordig, we hadden alleen Brown Ale. In dat opzicht is de Brown Ale eigenlijk de Vader en de Moeder van alle bieren. Southern Brown Ale - A Man’s BeerIngrediënten voor 10 liter bier1300 gram mild alemout 180 gram tarwemout 150 gram caramout 300EBC 30 gram geroosterde gerst 22 gram Fuggles hop 4% alfazuur (90 minuten koken) Wyeast 1028 (London Ale)
Gebruik de eentrapsinfusiemethode (68 °C) gedurende 1 tot 1,5 uur. Spoelen met water dat niet heter is dan 80 °C tot SG 1010-1012. 90 minuten koken met alle hop aan het begin. Koelen tot 21 °C. Begin SG 1033 Eind SG 1011 EBU 22 2,8% alc.
Heavy Hand HankIngrediënten voor 10 liter bier850 gram palemout 850 gram bruine mout 60 gram havervlokken 200 gram biscuitmout 100 gram caramout 300 EBC 22 gram Fuggles hop 4% alfazuur (90 minuten koken) 15 gram Fuggles hop 4% alfazuur (15 minuten koken) 15 gram Fuggles hop 4% alfazuur (0 minuten koken) Wyeast 1028 (London Ale) gist
Gebruik de eentrapsinfusiemethode (68-69 °C) gedurende 1 tot 1,5 uur. Spoelen met water dat niet heter is dan 80 °C tot SG 1010-1012. 90 minuten koken met de bitterhop aan het begin van het koken en de rest volgens schema. Koelen tot 21 °C. Begin SG 1041 Eind SG 1017 EBU 23 3,1% alc. Northern Brown Ale - Geordie SurpriseIngrediënten voor 10 liter bier: 2300 gram palemout 180 gram caramout 300 EBC 12 gram Targethop 10,5% alfazuur (90 minuten koken) White Labs WLP023 (Burton Ale) gist Gebruik de eentrapsinfusiemethode (66-67 °C) gedurende 1 tot 1,5 uur. Spoelen met water dat niet heter is dan 80 °C tot SG 1010-1012. 90 minuten koken met alle hop aan het begin. Koelen tot 21 °C. Gist toevoegen en proberen de temperatuur iets boven de 21 °C te houden tijdens de vergisting. Begin SG 1050 Eind SG 1013 EBU 32 4,8% alc. Terry Foster
Bron: Brew Your Own, september 2007, vertaald en bewerkt door Frits Haen
|
|||||||
| Terug naar overzicht | |||||||
Variaties op Barleywines |
november 2007 |
Door: Frits Haen |
|
|
VARIATIES OP BARLEYWINES Persoonlijk heb ik een hekel aan de hitte. In de loop van juli verandert de San Fernando Valley in een braadpan met recordtemperaturen van 48 °C. Van dit soort hitte raak je van slag en word je week in je hoofd. Maar wat doe je als je in juli toch bier wilt maken? Iedere maand ontsteekt mijn bierclub de vuren om aan nieuwe brouwers de kunst en de liefde voor dit heerlijke drankje bij te brengen. Dat is tenminste de bedoeling als we niet tegengehouden worden door het leven en het weer. Dus was het een onuitgesproken en praktische traditie om de maand juli over te slaan, totdat een paar die-hards de hitte trotseerden. En uit de hersenen van een paar gekken komen de onderstaande juweeltjes. Barleywine en het alternatief Picasso merkte ooit op dat, voordat men aan het kubisme kan beginnen, men eerst in staat moet zijn om een perfect stilleven te maken. We willen niet zo ver gaan bij het brouwen van een alternatieve barleywine, maar wel moet je de barleywine kennen om er van af te kunnen wijken. Volgens de laatste jury-richtlijnen beslaat de barleywine een groot stuk van het mout- en hopspectrum. Meestal zijn het stevige bieren met een ruggengraat van mout en een flink gebruik van bitterhop. Van robijnrood tot meestal zeer donkerbruin, hebben de barleywines een overdadige caramelaroma en smaken naar gerstemout en suiker. Door het flinke alcoholgehalte van 7 tot 12 procent verdrijft de warmte ervan de ellende en de winterse kou. Toevoeging van meer opwekkende hop neutraliseert de zoetere nasmaak van de Engelse barleywines. Veel kleine brouwers hebben een barleywine in hun assortiment, waarbij ze hun avontuurlijke hart gebruiken. Hierdoor zijn er een aantal variaties gekomen zoals de Golden Barleywines en grensoverschrijdende Double IPA. Op zoek naar een definitie van “Alternatieve Barleywines” kwamen we tot het maken van sterke bieren volgens de principes van barleywine, maar dan net iets anders. Terwijl de meeste bieren, vooral de Belgische, bekend zijn om hun sterkte, hebben wij gekeken naar bieren met verschillende ingrediënten en andere uitstraling. Verandering van ingrediënten leidde tot Rogge- en Tarwewines. Telt lagerbier mee? We geven er een ter goedkeuring. Veel van de volgende recepten zijn gebaseerd op eerdere niet beschreven pogingen. De Summertime Wheatwine is bijvoorbeeld gebaseerd op mijn standaard American Honey Wheat Ale. Als je gaat spitten in je receptenbibliotheek kun je inspiratie opdoen voor een alternatieve barleywine. Bastille Day Ryewine/ Rye Saison Mijn clubgenoot Cullen Davis organiseerde een Bastille Day Brouwfeest (14 juli) in 2002. Vanzelf gingen onze gedachten naar een Frans bier wat we ooit dronken: Bière de Garde. We wisten eigenlijk niet hoe de samenstelling was van dit bier. Ook het commerciële Bière de Garde was niet meer te koop in de omgeving van Los Angeles. Het enige wat we wisten dat we een lagergist konden gebruiken. Davis vond het een goed idee om het op zijn Frans te doen en er een wijn van te maken. En voor twee amateurbrouwers was de woordspeling met barleywine gauw gemaakt. Met zijn recente experimenten en de betekenis van de Frans-Duitse grens, besloten we rogge toe te voegen als het Francofiele aandeel. De grens over naar het Noorden kwamen we op het plan om een Rye Saison (Rogge saison) te maken van het tweede deel van van de filtering. Op basis van pilsmout was het best gevaarlijk om 25 procent rogge toe te voegen, in vlokken en gemout. Met alleen een beetje caramout 150 EBC voor de kleur werd het klaren steenrood en plakkerig zoet, terwijl het glad en olieachtig aanvoelde. Om problemen bij de filtering te voorkomen was er een maischrust bij 50 °C voor de versuikeringsrust bij 68 °C. Een mengsel van Amerikaanse hopsoorten gaf het bier een zachte en blijvende bitterheid. Het soortelijk gewicht van de Saison werd omhoog gebracht met een hoeveelheid donkere kandijsuiker. We hadden het begin soortelijk gewicht van de bieren berekend op 1090 en 1060, maar het viel hoger uit op 1098 en 1067. Hoewel de Rye Saison en de Bastille Day Ryewine al op zijn heb ik nog een paar flesjes bewaard. Zelfs na vijf jaar geeft de rogge een pittige moutsmaak voordat het zachte hoparoma te voorschijn komt als een tandeloze, maar vasthoudende straathond. Bastille Day Ryewine/ Rye Saison Ingrediënten voor 10 liter roggewijn en 10 liter rogge saison 5000 gram pilsmout 3 EBC 1300 gram roggemout 430 gram rijstevlokken 240 gram caramout 150 EBC Toevoeging voor de Roggewijn: 13 gram Crystal hoppellets 2,1% (First Wort Hop) 17 gram Warrior hoppellets 15% (60 minuten koken) 13 gram Amarillo hoppellets 8,4% (20 minuten koken) 17 gram Simcoe hoppellets 13,4% (2 minuten koken) White Labs 001 California Ale of Wyeast 1056 Toevoeging voor de Rogge saison 240 gram donker kandijsuiker 20 gram Styrian Goldings hoppellets 5,25% (60 minuten koken) 7 gram Saaz hopellets 3,5% (5 minuten koken) White Labs 565 Belgian Saison vergist op 27 °C
Inmaischen met 15 liter water en 30 minuten rusten op 51 °C. Temperatuur verhogen naar 68 °C en 60 minuten rusten. Verzamel de eerste 11,5 liter wort en kook deze voor de barleywine. Verzamel nog 11,5 liter wort om de saison te maken. Hieraan de suiker toevoegen om het iets sterker te maken. Roggewijn: Begin SG: 1098 - EBU: 84 Rogge saison: Begin SG: 1067 - EBU: 31 Summer Time Wheatwine Gesteund door de resultaten van het roggebier besloten we te wisselen van graan en een barleywine te maken met tarwe. Toen we in de club onze Bastille Day dronken stelden de brouwers voor een lichtkleurig Amerikaans tarwebier te maken. Een eentemperatuurs infusie maisch zou de pilsmout en de tarwemout samen met wat honing omzetten in een lichtgeel monster met een SG van 1084. Uitgaande van onze experimenten met alternatieve barleywine werd de tarwewijn gebrouwen met een mengsel van Amerikaanse en Duitse nobele hopsoorten. Bij latere pogingen werd het brouwsel gewijzigd met de agressievere West Coast hop met een grotere bitterheid met spectaculaire gevolgen. Ongelooflijk, de Summer Time Wheatwine was in het vat al na een maand drinkbaar. Toch een waarschuwing: een tarwewijn is niet de beste keuze voor een late zomer beachparty. De bedrieglijke sterkte van een makkelijk drinkbaar, zachte en een beetje zoet glas bier verandert de feestgangers in een ninja. Summer Time Wheatwine Ingrediënten voor 10 liter bier: 1670 gram palemout 1670 gram tarwemout 50 gram Viennamout 50 gram honing 10 gram Santiam hoppellets 6,8% (First Wort Hopping) 24 gram Liberty hoppellets 6,8% (60 minuten koken) 7 gram Tettnang hopellets 4,5% (20 minuten koken) 10 gram Liberty hoppellets 6,8% (0 minuten koken) WLP001 California Ale yeast Inmaischen met 16 liter water op 665 °C gedurende 60 minuten Begin SG: 1081 - EBU: 39 Aitchie’s Imperial Pilsner/ Bohemian Pilsner Voor een jubileum van onze brouwclub in september 2004 maakten we een aantal bieren. De laatste brouwdag viel in juli. Beïnvloed door een paar pilsliefhebbers werd er een dubbelbrouwsel gemaakt van een Imperial Pilsner en een lichtere Bohemian Pilsner. Zelfs in de gloeiend hete zon werd er geen gemakkelijke dag van gemaakt. Gemaischt werd op vijf verschillende temperaturen en er werd alleen pilsmout gebruikt. Om het juiste effect te krijgen werd de Imperial Pils gehopt met Sterling hoppellets en de Bohemian Pils met Saaz hopbloemen. Aitchie’s Imperial Pilsner/ Bohemian Pilsner Ingredienten voor 10 liter Imperial pilsener en 10 liter Bohemian pilsener 5200 gram pilsmout Toevoeging voor de Imperial pilsener: 27 gram Sterling hoppelltes 6,5% (60 minuten koken) 6,5 gram Sterling hoppelltes 6,5% (15 minuten koken) 6,5 gram Sterling hoppelltes 6,5% (5 minuten koken) 27 gram Sterling hoppelltes 6,5% (dry-hop) Toevoeging voor de Bohemian pilsner: 54 gram Saaz hopbloemen (60 minuten koken) 6,5 gram Saaz hopbloemen (5 minuten koken) Wyeast 2278 Czech Pils yeast Maischschema: 35 °C - 10 minuten; 52 °C - 10 minuten; 64 °C - 10 minuten; 67 °C - 10 minuten 74 °C - 10 minuten Verzamel de eerste 11,5 liter wort en kook deze voor de Imperial Pilsener. Verzamel nog een keer 11,5 liter wort om de Bohemian Pilsener te maken. Imperial Pilsener: Begin SG: 1080 - EBU: 60 Bohemian Plisener: Begin SG: 1056 - EBU: 36 Conclusie We hebben de randen van mogelijkheden van barleywine verkend. Zo zijn er veel gebieden te ontdekken. Welke verschillende granen kun je gebruiken in een brouwsel? Spelt? Quinoa? Nieuwe kruiden, specerijen? Je hebt hier een idee gekregen. Probeer het zelf ook maar eens uit en experimenteer er op los. Drew Beechum Bron: Zymurgy, maart/april 2007, vertaald en bewerkt door Frits Haen |
|
| Terug naar overzicht | |
Scottisch ales |
oktober 2007 |
Door: Frits Haen |
|
SCOTTISH ALESIn de loop van de jaren zijn er al veel soorten bier gebrouwen in Schotland, van troebele, fenolische two-penny ales, gemaakt van de laatste spoelgang en gedronken als frisdrank, tot Schotse porter die kon evenaren met de beroemde Londense tegenhanger, tot pilseners en Munich lagers, tot flink gehopte India Pale ales gebrouwen met hard water bronnen, tot stroperige, hoogalcoholische Wee Heavies die beroemd werden door de brouwers van Edinburgh. Deze grote variëteit aan bieren werde gebrouwen door ervaren Schotse brouwers om te concurreren met de verschillende exportmarkten en om de steeds wisselende smaak van het bier drinkende publiek tevreden te stellen lang voordat Schotland beroemd werd door zijn gedistilleerde dranken. Voor dit artikel kan dit scala aan bieren worden gereduceerd tot een bijzonder soort uniek Schots bier gemaakt van zacht water, lichte en geroosterde moutsoorten, Engelse hopalleen voor de bitterheid en vergist bij lage temperatuur met en traditionele Schotse gist. (gelukkig hebben de meeste gistleveranciers een gistsoort van Schotse brouwerijen en die zijn uitermate geschikt voor dit bier.) Dit bier werd gebrouwen in verschillende sterkten: light, heavy, export en Scotch. De eerste drie soorten zijn kenmerkend voor het oude systeem van shillings per barrel wat een willekeurige manier was om de verschillende bieren uit elkaar te houden. Scottish light wordt ook aangegeven als 60/-, Scottish heavy als 70/- en scottish export als 80/-. Het sterkste van de vier Scottish ales wordt gewoon ‘Scotch ale’ genoemd of “Wee heavy”. Scottish ales hebben tamelijk laag begin soortelijk gewicht van resp. 1030-1035 (light), 1035-1040 (heavy) en 1040-1045 (export). Alle bieren hebben een gemiddelde moutige, zoete geur en kunnen een licht gerookt aroma hebben. Dit komt meestal van de gist en niet van mout gedroogd met turf, want dat geeft een onprettige, harsachtige fenolisch aroma. In de totale storting zit bij alle bieren, ook bij de Wee Heavy, traditioneel een kleine hoeveelheid geroosterde mout (tot 3 procent van de storting). Hoewel de kleur het meest belangrijk is zal geroosterde mout ook bijdragen aan een lichte bitterheid en ook zorgen voor een licht aroma. De kleur van Scottish ales loopt van diep amber tot een donkere koperkleur. De helderheid is prima door de vergisting bij lagere temperatuur (10 tot 16 °C) en de koude lagering. De smaak moet wat graanachtig zijn, maar in lichte mate om het goed doordrinkbaar te houden. Kleine hoeveelheden crystal kunnen voor de smaak gebruikt worden, maar hoort traditioneel niet in de storting. Het is beter het moutige caramelkarakter te krijgen door caramellisatie in de kookketel. Voor deze ales wordt meestal suiker toegevoegd, maar dat was vroeger niet het geval. Suiker werd in Engeland meer toegevoegd dan in Schotland. De balans tussen het zoete van de mout wordt bereikt door het matige tot lage gebruik van Engelse hopsoorten (Goldings is een goede keuze), maar hopgeur en -aroma hoort oorspronkelijk niet bij dit bier. Het aroma en de geur van Scotch ale worden gedomineerd door intense, geconcentreerde mout en caramel en door de caramelisatie ontstaat dikwijls een behoorlijk donkere kleur. Er zijn ook sterkere versies van dit bier met alcoholpercentages van 6,5 tot 10 procent. Het mondgevoel kan variëren van gemiddeld tot dik en kauwerig, afhankelijk van de gekozen gistsoort, maar nogmaals, het gebruik van niet teveel hop en een klein percentage geroosterde gerst zorgt ervoor dat het bier te sterk wordt. Alcoholische warmte kan ook voorkomen in Scotch ale om in evenwicht te komen met de zoete smaak en een matige hoeveelheid koolzuur is aan te raden. Vergisting dient te gebeuren op een temperatuur van ongeveer 10 °C en het is belangrijk een flinke giststarter te maken voor dit bier, ongeveer 1 tot 2 liter per 10 liter wort.
Scottish Export 80/- Ingrediënten voor 10 liter bier: 2500 gram palemout 45 gram geroosterde gerst 15 gram Brewers Gold 7% alfazuur (60 minuten)
Wyeast 1728 Scottish ale of White Labs WLP028 Edinburgh Scottish Ale Yeast
Begin SG: 1050Eind SG: 1015
Amahl Turczyn
Bron: Zymurgy, maart/april 2007, vertaald en bewerkt door Frits Haen |
|
| Terug naar overzicht | |
Schwartzbier |
september 2007 |
Door: Frits Haen |
|
|
SCHWARTZBIER Het donkere bier met de blonde ziel Toen ik in Trier, de oudste Duitse stad, was onderging ik, wat mijn vrouw zou noemen, een “biermoment”. Ik zat op een terras met mijn gezin en dronk een Köstritzer Schwartzbier, een mooi voorbeeld van een unieke bierstijl zoals die sinds de late Middeleeuwen in Duitsland wordt gebrouwen. Toen ik zat te genieten van dit bier vroeg ik me af of de inwoners van Trier net zo zouden genieten van dit bier als ik deed. De eerste beschrijving van Schwartzbier is van 1390, kort nadat de pestepidemie had geheerst in Europa. Hoe ging de maatschappij verder na zo’n ingrijpende gebeurtenis? En hoe zat het met de Köstritzer Schwartzbierbrouwerij die dit bier brouwde sinds 1543? Wie waren hun klanten? We kennen historische figuren, zoals Goethe en Bismarck, die van het bier hielden, maar hoe zat het met de gemiddelde Middeleeuwer. Deze bierliefhebbers hielden de brouwerij en een bierstijl in stand ondanks feesten of gebrek, oorlog of vrede. Lichte smaak, donkere kleur Het aroma van Schwartzbier kan hetzelfde zijn als van een licht lagerbier, maar het uiterlijk is meestal zwart. Het is een van de donkerste lagerbieren, variërend van donkerbruin tot bijna zwart, niet zoals een stout, maar bijna zo zwart als mogelijk is. Als je een glas Schwartzbier omhoog houdt tegen een sterke lichtbron dan zie je een helder bier met robijnkleurige schittering. Hoewel de kleur donker is varieert Schwartzbier meestal van geen gebrand karakter tot subtiele smaken van bittere chocolade en koffie. Hoewel gebruik wordt gemaakt van sterk geëeste mout is dit een bier zonder de scherpe smaken van stout. De Köstritzer Schwartzbierbrouwerij omschrijft zijn Schwartzbier als “de zwarte met de blonde ziel.” Als je de ogen dicht doet lijkt de geur en de smaak van de Köstritzer erg op een Duitse pilsener. De geur heeft een lichte geroosterde smaak, die helpt bij een droge nasmaak. Een ander klassiek voorbeeld is de Kulmbacher Mönchshof Schwartz. Het is een wat zoeter bier en heeft een meer donkerbruine kleur. Het heeft een hoog munichmout karakter, wat erg lijkt op een Münchener Dunkel, toch heeft het een ook een zweem van chocolade en een drogere nasmaak dan een Dunkel. In de Verenigde Staten wordt het Schwartzbier meestal wat donkerder gebrouwen, wat zoeter en een beetje meer gebrand dan Köstritzer of Mönchshof Schwartz. Zonder te letten op de hoeveelheid geroosterde smaken is dit een zacht en gemakkelijk drinkbaar bier, waarbij het ene merk wat zoeter is en het andere wat droger. Alle Schwartzbieren hebben veel minder geroosterde smaken dan stouts of porters. Deze licht geroosterde smaken zijn als donkere bittere chocolade, bijna koffiesmaak, maar nooit sterk gebrand of scherp bitter. De aroma’s hebben altijd een wat mooie toastsmaak en soms proef je caramel en edele hop. Het zijn zuivere lagerbieren zonder fruitige esters of diacetyl. De hopbitterheid is gemiddeld en in balans op een manier dat de hop het lichte zoet van de mout niet overheerst. De mout Duitse Münchener- en pilsmout vormen de hoofdmoot van de storting. Een mengsel van ongeveer 50 procent van elk zorgt voor een goede balans tussen munich- (moutig) en pilsmout (graan), de basissmaak van deze soort. Bij een infusiemaisch mag de balans iets meer doorslaan naar de munichmout. Bij een decoctiemaisch kan de balans iets meer naar pilsmout, tot ongeveer 15 procent verschil. Als je een bier wilt brouwen wat meer lijkt op Köstritzer moet de storting bestaan uit 90 procent pilsmout en 10 procent of minder münchenermout. De speciale mouten bepalen het karakter van het bier. Als je het goed doet wordt de gebrande smaak in bedwang gehouden, ondanks dat de kleur tamelijk donker is. De sleutel tot het geheim van een niet scherp en bitter bier is het gebruik van niet bittere donkere geroosterde mout. Er zijn een paar ontbitterde zwarte moutsoorten, maar mijn voorkeur gaat uit naar Weyermann Carafa Special, een geroosterde mout zonder kafjes. Door het ontbreken van de kafjes ontstaan er minder bittere, geroosterde smaken. Carafa Special is er in verschillende kleuren: Carafa Special I (800-1000 EBC), Carafa Special II (1100-1200 EBC) en Carafa Special III (1300-1500 EBC). Ik geef de voorkeur aan Carafa Special II voor dit soort bier. Weyermann maakt ook Carafa, waarbij de kafjes zijn blijven zitten, maar die heeft een veel meer geroosterd karakter, dus zorg dat je de kafloze versie hebt. Weyermann maakt ook Sinamar, een vloeibaar extract van Carafa Special, gemaakt in overeenstemming met het Reinheitsgebot. Het is gemakkelijk te gebruiken en geeft ook een goed resultaat. Je hoeft het alleen maar toe te voegen in de kookketel om de juiste kleur te krijgen. Veertien gram per 100 liter wort geeft een kleurtoename van ongeveer 1 EBC en een beetje meer geroosterde smaak. Het enige probleem met Sinamar is dat het wat moeilijker te krijgen is dan Carafa Special. Als je een droger, frisser Schwartzbier wilt maken, zoals Köstritzer is alles wat je nodig hebt: pilsmout, münchenermout en Carafa Special. Om dit bier een beetje meer geroosterd en zoeter te brouwen is een hoeveelheid niet-vergistbare mout noodzakelijk. Door meer zoet toe te voegen verandert het karakter van de geroosterde mout, waardoor het geroosterde karakter toeneemt maar de bitterheid neemt af, net als bij het toevoegen van suiker aan zwarte koffie. Dit lukt uitstekend met caramout (100 EBC) of met CaraMunichmout (120 EBC). Het geeft een beetje meer caramel aan het bier en juist genoeg zoet. Drie of vier procent van de storting is voldoende.Om een meer geroosterde smaak te krijgen voeg dan een beetje chocolademout (niet meer dan 3-4%) of geroosterde gerst (niet meer dan 2%) toe. Dat is de grens. Voeg je meer toe dan krijg je een ander soort bier. De maischtemperatuur voor dit bier varieert van 66 tot 68 °C, afhankelijk hoe pittig je het bier wilt hebben. Als je de versie van Köstritzer wilt maken gebruik dan de lagere temperatuur. Als je een steviger bier wilt maken ga dan voor de hogere temperatuur, waardoor je een bier krijgt met meer body. De hop Schwartzbier is geen hoppig bier, toch heeft het soms een vleugje hoparoma. Gebruik alleen Duitse nobele hopsoorten zoals Hallertauer of Tettnanger voor het hoparoma. Voor 10 liter bier is 7,5 gram aromahop voldoende op 20 minuten voor het einde van het koken en nog zo’n hoeveelheid als het vuur uit is. Een kleine hoeveelheid geur en smaak van de hop blijft hangen tot in de nasmaak, dus geef ik er de voorkeur aan om te bitteren met Duitse hop. Als je een sterkere hop wilt gebruiken om de hoeveelheid te reduceren, dan is Magnum een goede keus. De gistSchwartzbier kan worden vergist met verschillende Duitse lagergisten. Mijn voorkeur gaat uit naar Wyeast 2206 (Bavarian Lager) of White Labs WLP830 (German Lager) vanwege hun heldere, traditionele Duitse smaak. Goede alternatieven om mee te experimenteren zijn Wyeast 2308 (Munich), Wyeast 2124 (Bohemian), White Labs WLP838 (South German), White Labs WLP833 (German Bock) en White Labs WLP820 (Oktoberfest/Märzen). Je hebt ongeveer 190 miljard goede en gezonde gistcellen nodig om 10 liter van dit bier te vergisten, wat het dubbele is wat je nodig hebt voor een bier van gelijke sterkte. Als je lagerbier maakt moet het wort gekoeld worden tot 7 °C, belucht en daarna de gist toegevoegd. Ik laat het bier tijdens de eerste 36 uur langzaam opwarmen tot 10 °C voor de verdere vergisting. Dit resulteert in een helder lagerbier met erg weinig diacetyl. Dit komt overeen met de theorie van Prof. Narziss, waarbij de het eerste tweederde deel van de vergisting koud gebeurt en het laatste derde deel iets warmer. Neem in ieder geval de tijd. Goede lagerbieren vragen tijd en vergisten langzamer dan ales, vooral als ze koud vergisten. Na de hoofdgisting kan een lagering van een maand rond de vriestemperatuur de kwaliteit van het bier verbeteren.
Schwartzbier (Köstritzer) Ingrediënten voor 10 liter bier1900 gram pilsmout 3 EBC 240 gram munchenermout 17 EBC 150 gram Weyermann Carafa Special II 1100-1200 EBC 20 gram Hallertauer hopbloemen 4% alfazuur (60 minuten koken) 7,5 gram Hallertauer hopbloemen 4% alfazuur (20 minuten koken) 7,5 gram Hallertauer hopbloemen 4% alfazuur (0 minuten koken) White Labs WLP830 (German Lager) of Wyeast 2206 (Bavarian Lager)
Maischen: 60 minuten op 68 °C; afmaischen op 76 °C Koken: 90 minuten Vergisten op: 10 °C Begin SG: 1047 Eind SG: 1010 EBU: 29
Schwartzbier (Mönchshof) Ingrediënten voor 10 liter bier: 1420 gram Munichmout 17 EBC 900 gram pilsmout 3 EBC 60 gram caramout 100 EBC 45 gram chocolademout 800 EBC 45 gram Weyermann Carafa Special II mout 1100-1200 EBC 20 gram Hallertauer hopbloemen 4% alfazuur (60 minuten koken) 7,5 gram Hallertauer hopbloemen 4% alfazuur (20 minuten koken) 7,5 gram Hallertauer hopbloemen 4% alfazuur (0 minuten koken) White Labs WLP830 (German Lager) of Wyeast 2206 (Bavarian Lager) Maischen: 60 minuten op 68 °C; afmaischen op 76 °C Koken 90 minuten Vergisten op: 10 °C Begin SG: 1050 Eind SG: 1013 EBU: 30
Jamil Zainasheff
Bron: Brew Your Own, mei/juni 2007, vertaald en bewerkt door Frits Haen
|
|
| Terug naar overzicht | |
Amerikaanse Porter |
juni 2023 |
Door: Fons Michielsen |
|
|
Amerikaanse Porter Porter en StoutWe hebben het op deze plaats al vaker gehad over Porters (en Stouts). Sinds het schimmige ontstaan van Porter, ergens rond 1730, ergens in Londen, is er enorm veel veranderd en aangepast en verzonnen. Rond de Tweede Wereldoorlog was vrijwel alle Porterproductie in de wereld verdwenen, al hield Guinness het nog vol tot 1973. Maar met de opkomst van kleine brouwerijen en amateurbrouwers kreeg Porter een tweede leven, een herkansing. En de snel stijgende populariteit van Porter bracht ook veel variaties voort zoals de Baltic Porter en Engelse versus Amerikaanse Porter. Porter wordt ook veel gebruikt als basis voor experimentele bieren (overigens net als Stout, bijvoorbeeld pastry Stout). De naam Amerikaanse Porter wordt gegeven aan een variatie van Porter die vooral in de V.S. wordt gemaakt, aanvankelijk kleinschalig. Soms wordt deze stijl ook wel Robust Porter genoemd. Het is wat sterker, hoppiger en donkerder dan zijn Engelse tegenhanger. De naam Amerikaanse Porter of Robust Porter wordt meestal gebezigd door bierfanaten, de commercie spreekt vaak gewoon over Porter. Maar voor wedstrijden is het wel handig om onderscheid te maken tussen Porter en Amerikaanse/ Robust Porter. (Helaas staat de Amerikaanse/Robust Porter niet vermeld in onze BKG-gids, dus in Nederland mag je ‘m niet als zodanig inleveren. Als je het recept aan het einde van dit verhaal maakt moet je goed op de specificaties letten om ‘m toch als Porter te mogen inleveren, F.M.). |
|
| Terug naar overzicht | |
Belgische Pale Ale: de trots van Antwerpen |
maart 2020 |
Door: Frits Haen |
|
|
BELGISCHE PALE ALE: DE TROTS VAN ANTWERPEN
Het is niet erg om een extra glas Belgisch bier te drinken, vooral als je overdag drinkt. Met veel keuzes kan een standaardbier overdag een redder in nood zijn (of op zijn minst een leverbespaarder). Het is leuk om een solide keuze te hebben als je iets wilt dat niet extreem is en je gewoon een leuk sociaal gesprek wilt hebben in een pub. Je weet wel, zoals de Engelsen drinken. Het lijkt dus passend dat deze bierstijl zeer Engelse wortels zou hebben. Hoewel de stijl Belgisch pale ale wordt genoemd, is het bier meestal amberkleurig tot koperkleurig in plaats van bleek. Geschiedenis Smaakprofiel Mout Hop Ingrediënten en brouwmethoden
Hop kan Belgisch, Engels of continentaal Europees zijn. (nobele) hop van het Saazer-type, Engelse Goldings, Fuggles, Styrian Goldings of hop van andere kwaliteit komen veel voor. Omdat het bier geen enorm hopkarakter heeft, is terughoudendheid en subtiliteit vereist. Droog hoppen is niet normaal voor deze stijl, maar het bier moet wat smaak en aromahop hebben. Zoals ik al zei, kan gistselectie enigszins moeilijk zijn. Er is een soort gist op basis van De Koninck (White Labs WLP515 Antwerp Ale) die bij de stijl past, maar er is ook Wyeast 3655 (Schelde Ale) -gist die kan worden gebruikt. Als je gedroogde gist gebruikt, zijn je opties een beetje beperkt. Ik zou giststammen van het Trappist-type vermijden omdat ze veel fenolen kunnen produceren. Ik zou ook witbier-achtige soorten vermijden die scherpheid kunnen toevoegen. Als de gewenste giststammen niet beschikbaar zijn, wil je misschien de gistingstemperaturen aan de koele kant houden om overmatige kruidigheid te voorkomen (misschien laag 16-18 °C).
De website van de brouwerij vermeldt een begin soortelijk gewicht van 1.047 en een alcoholgehalte van 5%, dus het eind soortelijk gewicht moet rond 1.010 zijn. Michael Jackson zei dat het een volledig moutbier is (dat past bij de historische context), en dat het pils- en Vienna-mout gebruikt als onderdeel van de storting. Hij zei dat het ook Saaz-hop in drie toevoegingen gebruikt en een bitterheidsniveau van 25 IBU's heeft. Ik zal die hop gebruiken in bitterheid, smaak en aroma. Andere voorbeelden van de stijl vermelden aromatische mout in hun storting, dus ik voeg dat graag toe aan mijn recept. Het is een gemakkelijke manier om de moutigheid te vergroten. Biscuit- en Caramunich®-mout worden vaak gebruikt in deze bieren en ik proef een vergelijkbare smaak, dus ik voeg die toe. Ten slotte gebruik ik een vleugje zwart mout voor kleuraanpassing. Ik wil geen geroosterde smaken, maar ik hou wel van een vleugje koperkleur in het bier. Gezien het eind soortelijk gewicht van het bier, is een beslagtemperatuur aan de onderkant van het bereik geschikt; laten we zeggen 66 °C. Denk eraan, dit is een volmoutbier, dus weersta de drang om toevoegingen te gebruiken zoals maïsvlokken of kandijsuiker of siropen. White Labs WLP515 (Antwerp Ale) gist staat bekend als de De Koninck-gist, dus het is een voor de hand liggende keuze. Hoewel gezegd wordt dat het bier vergist wordt op 25 °C, denk ik dat dit waarschijnlijk de maximale temperatuur is. Ik zal de gist veel koeler starten (18 °C) en deze laten stijgen zoals hij wil. Mijn ervaring is dat Belgische gisten niet graag worden beperkt tijdens de gisting, dus laat het doen wat het wil. Serveer het bier vers en koolzuurhoudend, bij voorkeur in het gezelschap van vrienden. De Koninck's versie van een Belgisch Pale Ale is voor mij de moeite waard om na te volgen. Belgian Pale Ale
Stap voor stap Begin SG: 1047 Eind SG: 1010 IBU: 25 Alc.: 5% Gordon Strong Bron: Brew Your Own, juli-augustus 2019, vertaald en bewerkt door Frits Haen |
|
| Terug naar overzicht | |
Berliner Weisse |
september 2021 |
Door: Fons Michielsen |
|
|
BERLINER WEISSE
Een kort lesje geschiedenis
Kindle Weisse is de enige van deze twee die in de VS te koop is en wordt geïmporteerd door B. United in New York. Het is wat stro-achtig van kleur en is helder. En zoals je mag verwachten van bier dat ooit met Champagne is vergeleken: het kan mousserend zijn en het produceert een dichte, witte schuimlaag die snel verdwijnt. Het is knapperig droog en zuur, maar zonder die overduidelijke zure smaak die vaak in goede Lambieks zit. B. United raadt aan om Berliner Weisse te drinken bij vet eten omdat het zure karakter het vet in de mond neutraliseert. Berliner Weisse Brouwen Decoctie Nou, het is langzamerhand tijd om het wort te koken, toch? Nou, niet helemaal. Vroeger werden deze worts helemaal niet gekookt. Het wort werd afgetapt, gekoeld en meteen naar de vergisting gestuurd. En hoewel deze omstandigheden ideaal zijn voor Lactobacillus krijg je op deze manier ook andere, minder gewenste micro-organismen mee die in het ongekookte wort zitten. Daarom kookt de Kindl brouwerij het wort voor ongeveer 15 minuten voor de sterilisatie van het wort. Kuplent beschrijft in zijn alom gewaardeerd artikel over Berliner Weisse, een bron die adviseert om te spoelen met kokend water waardoor de uitloop van het heldere wort boven de 80 ⁰C blijft. Dit betekent in de praktijk dat er wat tannine meekomt uit de kafjes, normaal gesproken ongewenst, maar in dit geval zorgt het voor het droge mondgevoel dat gewaardeerd wordt in deze bierstijl. Een derde manier is om het wort te verhitten tot 88 ⁰C gedurende 30 minuten. Bedenk wel dat, omdat je dit nauwelijks koken kunt noemen, de verdamping ook vrijwel nihil is. Dat betekent dat het stamwortgehalte (begin s.g.) hetzelfde is als van het wort na de klaring. Dus zowel het volume als de dichtheid van het wort na de klaring (inclusief het spoelen) moet dus het volume en de dichtheid zijn die je wilt hebben bij het begin van de vergisting. Vergisting Lacto Or Not To Lacto Nagisting
Hoe kom je aan Lactobacillus Delbrueckkii?
Bewerkt en vertaald door Fons Michielsen
|
|
| Terug naar overzicht | |
Bier met 21 % alcohol |
september 2019 |
Door: Frits Haen |
|
|
BIER MET 21% ALCOHOL Ik ben er zeker van dat velen van ons enkele extreme bieren, zoals Dogfish Head's 120 Minute IPA, hebben geprobeerd met een alcoholpercentage van 21%. Sommigen van ons hebben zelfs Samuel Adams Utopia geproefd met een buitensporig alcoholgehalte van 25%. Met meer dan $ 100 per fles moet nog niemand over mijn lippen komen. Deze bieren zijn super high gravity bieren, maar het zijn geen bieren van alleen mout. Beide worden gebrouwen met een vrij grote hoeveelheid suikers of siropen om het alcoholgehalte te verhogen. Dus, wat is het hoogste alcoholpeil dat een thuisbrouwer kan verwachten om een volmoutbier te brouwen? Procedures In elk stadium liet ik het bier gisten totdat de vergistingsactiviteit merkbaar afnam. Ik wachtte tot de snelheid van het bubbelen in het waterslot minder dan één bel was om de 30 seconden. Smaak Alcohol niveau De volgende keer Het idee hierachter is dat je bier dat gedeeltelijk vergist is, niet zou beluchten, omdat dit problemen kan veroorzaken in het afgewerkte bier (inclusief de productie van overmatige hoeveelheden diacetyl, hoewel dit niet gebeurde in mijn bier). De gist moet snel zuurstof opnemen in de beluchte, high gravity wort. Als dat dan bij de hoofdgisting wordt gedaan, bevat de wort-toevoeging gist die door zuurstof is geactiveerd, maar het gistende bier zelf zal niet worden blootgesteld aan zuurstof. Het kan het proberen waard zijn. Recept Cause of Death Ingrediënten voor 19 liter bier: Stap voor Stap Eind SG: 1044 IBU: ?? Alc.: 21% John McKissack |
|
| Terug naar overzicht | |
Bierijs |
december 2020 |
Door: Frits Haen |
|
|
HOE MAAK JE BIER IJS New Belgium Brewing en Ben & Jerry's Ice Cream bundelden hun krachten om het beste van bier en ijs samen te brengen. New Belgium brouwde een op ijs geïnspireerde Salted Caramel Brownie Ale, terwijl Ben & Jerry’s werkte aan een innovatieve ijssmaak met dit bier genaamd Salted Caramel Brown-ie Ale. Stelt je nu eens de mogelijkheden voor ijssmaak voor die je hebt wanneer je - als thuisbrouwer - de controle over het bier hebt! De lucht is hier echt de limiet, door interessante bierstijlen te combineren met gebruikelijke (of misschien ongebruikelijke) ijsingrediënten, zoals snoep, gebak, rijke siropen en fruit. Hoe ijs wordt gemaakt Bier is geen standaard ingrediënt in ijs (hoewel dat aan het veranderen is!), Dus gebruik deze tips van CraftBeer.com wanneer je bier opneemt in een ijsrecept:
Bierijs recepten Coconut Maple Porter Ice Cream (Brooklyn Brew Shop ) Het bier-ijsrecept van Brooklyn Brew Shop combineert hun Chocolate Maple Porter met tropische kokosmelk voor een zoete traktatie om de hitte te verslaan.
|
|
| Terug naar overzicht | |
Bokaal dubbel van Brouwerij Noordt |
december 2023 |
| Door: anoniem | |
|
Bokaal Dubbel van brouwerij Noordt Bij Brouwerij Noordt in Rotterdam schuwen ze het experiment niet. Prominent voorbeeld is het LagerLabexperiment, resulterend in een serie koud vergiste bieren. Experimenteren is voor thuisbrouwers een stuk lastiger dan voor een daartoe goed uitgeruste brouwerij. Om toch een mooi thuisbrouw-experiment mee te geven heeft Peter Rouwen, hoofd brouwzaken van brouwerij Noordt, een van de bieren uit het LagerLab- experiment - de Bokaal Peter Rouwen. Laboratorium. Lagerlab-experiment. Onder druk fermenteren. BRON: Brouwmagazine nr.24; Geschreven door Rick Kempen. |
|
| Terug naar overzicht | |
Brandnetelbier |
februari 2012 |
OPMERKELIJKDat je van diverse ingrediënten bier kon maken wist ik wel, maar het kan blijkbaar ook BrandnetelbierVan brandnetels kun je verbazingwekkend lekker bier maken. Op brandnetelsoep en -thee Uit Dick en James Strawbridge - Overleven op je eigen km2 |
|
| Terug naar overzicht | |
Brouw een tarwebier met een intens bananen aroma |
september 2010 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door: Gerrie Hage |
|||||||||||||||||||||||||||||
Brouw een tarwebier met een intens bananen aroma
Een Europees Perpectief Produceren van een Duits tarwebier is niet zo moeilijk als menige brouwer denkt. De belangrijkste factoren zijn de ingrediënten en technische kennis. Een beetje historische achtergrond kan misschien ook helpen. Ongeveer 400 jaar geleden, gedurende het regentschap van de Hertog Maximiliaan I in Duitsland, werd tarwe bier of “weissbier” alleen gebrouwen door aristocraten. Dit type bier was daarom zeer gewild bij het gewone volk. Tot dan was de productie en verkoop van tarwebier alleen in handen van de aristocrate familie Degenberger, die oorspronkelijk uit een kleine stad genaamd Bogen in beneden Beieren kwam. Door nalatenschap was het recht, het zogeheten “weissbierregal”, om tarwebier te produceren over gegaan naar Maxmiliaan I. Hij voorzag een groot financieel succes in het produceren van tarwebier en richtte Hertogelijke tarwebierbrouwerijen op in het hele land. De eerste werd gebouwd in Kelheim, een klein stadje aan de Donau. Vanaf die tijd tot de 18e eeuw domineerde tarwebier de Beierse bier markt. Na de 18e eeuw begon de smaak te veranderen en klanten werden aangetrokken door donker of amberkleurige bieren. Ondanks verminderde productie hield het monopolie stand: het gewone volk mocht nog steeds geen tarwebier brouwen.
Gedurende dezelfde periode was Georg Schneider, een gewone inwoner van München, de pachter van de “Koninklijke Weissbier Brouwerij” (1855-1873) in München. Toen ondergistende bieren steeds populairder werden, wilde het hoofdkantoor dat Schneider stopte met het produceren van tarwebieren in de Weisses Brauhaus in Munchen en ondergistende bieren ging produceren. Schneider bleef Echter in de potentie van tarwebier geloven en onderhandelde succesvol met het hoofdkantoor (regentschap van Koning Ludwig 2) om tarwebier te mogen brouwen. Gelijktijdig greep hij de mogelijkheid om de Maderbrau in München te kopen. Hij richtte in toen samen met zijn zoon Georg II de beroemde brouwerij G. Schneider & Sohn in 1872 op. Nadat de brouwerij in München vernietigd was door een geallieerd bombardement in 1944, werd de productie verplaatst naar Kehlheim, waar het nu nog is (Georg VI werkt in de brouwerij sinds 1982). Na de verkoop van het “Weissbierregal” aan Schneider, werd de consumptie van tarwebier weer populair en heeft nog steeds een stabiel aandeel in de markt. Het tarwebier werd anders gebrouwen dan het nu gebrouwen wordt. De belangrijkste reden was het lage CO2 door het gebrek aan drukvaten; oorspronkelijk waren de ruwe grondstoffen verschillend. Hoewel het karakter wel gelijk zou moeten zijn aan het tarwebier wat we nu drinken – een fruitig bier, fris, gemakkelijk te drinken en zeer smaakvol.
Ambachtelijk tarwebier De keuze van de grondstoffen is essentieel voor een goed tarwebier. Een mix van gerstemout, tarwemout (Duitse brouwers zijn wettelijk verplicht om ten minste 50% tarwemout te gebruiken en ook een stamwort van 11% te behalen om het bier weissbier te mogen noemen) en caramelmout levert de moutige body op voor dit type bier. De hop moet zorgvuldig gekozen worden om te voorkomen dat er te veel bitter aroma in het bier aanwezig is. Uiteindelijk moet de gist de typische smaak van weissbier produceren zoals kruidnagel (4-vinyl guaiacol) en banaan (isoamylacetaat). Om een voldoende hoeveelheid isoamylacetaat ester en daardoor het bananenaroma in het bier te verkrijgen, is het volgende recept samengesteld. De ideale moutverhouding voor een typisch Duits / Beiers tarwebier moet 70% tarwemout, 27% pilsmout en 3% donker caramelmout zijn om de typische amber kleur te bereiken. Iedere hop kan gebruikt worden zolang ze maar voorzichtig gedoseerd wordt om de EBU beneden 14 te houden en om het ester karakter van het bier te laten behouden. Uiteindelijk een Duitse / Beierse tarwebiergist, zoals een Fermentis® Safbrew S-33, om de volledige smaak te verkrijgen. Hoewel dit alleen realistisch is als de gist toegang heeft tot de juiste wortsamenstelling, welke afhankelijk is van het maischschema. Aan het begin van het maischschema zal de temperatuur op 30 oC gehouden moeten worden, om de activiteit van het maltase enzym te verhogen in een decoctie maisch methode en het verhogen van de glucose concentratie (figuur 1). Hoe groter het verschil tussen de glucose en maltose in het wort is, hoe meer ethyl- en isoamyl acetaat er geproduceerd wordt door de gist. Een deel van het beslag (25-30%) (dik beslag) wordt apart verwarmd tot een temperatuur waar de ß – amylase actief is (62 oC), terwijl het 2e deel (dun beslag) op 30o C gehouden wordt, beide voor een periode van 30 minuten. Na deze tijd voegen we beide weer bij elkaar om een temperatuur te bereiken van 40o C. Dit is de meest cruciale stap van het maischschema waarin de maltase actief is en glucose produceert in de volgende 30 minuten. De ß-amylase rust wordt overgeslagen en het wort wordt nu direct verwarmd naar 72o C om de a-amylase te activeren. Na de jodium test, het beslag verwarmen tot 78 oC.
Tabel 1: Enzymen betrokken in het maisch proces en hun karakteristieken
Dit maischschema is gebaseerd op de kennis van enzyme activiteit (Tabel 1) en gist metabolisme. Bij gebruik van een water-tot-schroot verhouding van 5:1 (gewicht), wordt een hoger pH in het beslag bereikt om de werkcondities van de maltase te optimaliseren. De lage maischtemperatuur van 40 oC is om de glucoseproductie te verhogen. In een standaard wort is het glucoseniveau rond de 8 g/l dit in vergelijking tot 17 g/l met dit decoctie maischschema. Met als resultaat dat de gist een zogeheten “diauxia verschijnsel” zal geven: gereduceerde maltose metabolisme, gereduceerde celgroei, en acetyl CoA zal omgezet worden tot hogere alcoholen komende van aminozuur metabolisme, resulterend in een verhoogde esterproductie vergelijkbaar met een standaard vergisting, gelijk aan het brouwproces met een hoog soortelijk gewicht. De gistgift is 15 miljoen cellen per milliliter, met een temperatuur gehouden tussen de 18-26 oC. Hoe hoger de temperatuur hoe meer esters er worden geproduceerd. Dit specifieke maischproces was ontworpen en ontwikkeld door Dr. Bertram Sacher van de Doemens Instituut om ethyl- en isoamyl acetaat te verhogen van 1 mg/l tot 3 mg/l en een tarwebier met intensieve bananenaroma te produceren. Deze methode is succesvol vele malen getest in commerciële brouwerijen in Duitsland.
Michael Josef Eder onderwijst toekomstige brouwers op de Doemens Academie in München. Hij is werkzaam in de brouwerij sinds 1987, hij is opgeleid als brouwer en mouter in de Brauerei Geb. Roehrl in Straubing, Duitsland en werkte als brouwer voor het Hofbrauhaus in München van 1990-1992. Michael Eder Bron: Zymurgy van mei/juni 2010 vertaald en bewerkt door Gerrie Hage |
|||||||||||||||||||||||||||||
| Terug naar overzicht | |||||||||||||||||||||||||||||
Brouwdag Lambiek |
maart 2024 |
Door: Daan van der Vleuten |
|
|
VERSLAG BROUWDAG LAMBIEK Micha Hergarden & Daan van der Vleuten Aanleiding? Ai… een infectie in de brouwerij. Een aantal bieren kwam zuur uit het vergistingsvat en na een grondige schoonmaakactie bleek de oorzaak in de platenkoeler te zitten. Onder het motto ‘verspil nooit een goede crisis’ begonnen we eens na te denken over het zelf brouwen van zuurbieren. Dat was een voor ons beiden nog onontdekt terrein in het brouwlandschap wat nog op onze verlanglijst stond. Een authentieke lambiek of een mooie kriek ligt dan al gauw voor de hand. Maar dan willen we het wel ook meteen volgens de originele maisch methode doen en ook op eikenhout laten rijpen. Enige weken later speelde het lot ons nog een keer in de kaarten toen er een eikenhouten vat van 50 liter beschikbaar kwam op marktplaats. Een collega brouwer maakte er zijn eigen zuurbieren in en we mochten het voor een zeer schappelijke prijs meenemen. Tja, dan wordt het echt tijd om de handen eens uit de mouwen te steken. Achtergrond In het boek Wild Brews wordt de slijmmethode als volgt beschreven. Voorbereiding
De Brouwdag Tijdens stap twee komt er wel voldoende water in de ketel om alle mout nat te krijgen en gaat ook de pilsmout actief deelnemen aan het proces. Deze keer werken we met een brouwzak (BIAB). Daarom hebben we stap 7 in het maisch schema vervangen door het hijsen van de zak uit de ketel. Door de zak boven de ketel te laten hangen, konden we rustig spoelen en meten hoeveel suikers we nog in het wort konden krijgen. Een brouwzak in combinatie met een high gravity wort levert doorgaans geen hoge efficiëntie op. Voor de zekerheid heb ik de het brouwzaal rendement in Brewfather verlaagd naar 72 %. Uiteindelijk bleek dit nog te hoog, want het geschatte SG voor koken was 1.063 en de uiteindelijk gemeten waarde kwam op 1.051 uit. We kiezen ervoor om dit te corrigeren met het water wat we in het vat zullen aanvullen. De keuze valt op een moutextract wort in plaats van water, om op die manier het SG nog wat op te krikken. Tijdens het aftappen wordt ons goed duidelijk waarom dit troebele maisch genoemd wordt. De afgetapte vloeistof is bijna melkwit van het zetmeel. Het warm houden van het afgetapte wort maakt het maischen een karwei voor twee personen. De kleine hoeveelheid afgetapte wort in de aparte pan is lastig op een exacte temperatuur van 88 0C te houden en vereist dus veel aandacht en bijsturing. Uiteindelijk Nabeschouwing Bijlage recept Lambic: |
|
| Terug naar overzicht | |
Brouwen met fruit |
april 2012 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door: Frits Haen |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
BROUWEN MET FRUIT
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Terug naar overzicht | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Brouwen van Beiers witbier - alles wat je ooit wilde weten |
juni 2021 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door: Fons Michielsen |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Brouwen van Beiers witbier – alles dat je ooit wilde weten. (6000 woorden)
1. GESCHIEDENIS VAN HET BEIERS WITBIER Hoe het begon 2. SOORTEN WITBIER De gemeenschappelijke noemer van Beiers tarwebier is het overheersende smaakprofiel van het tarwe biergist. Het klassieke Witbier heeft een kenmerkende balans tussen fenolachtige (kruidnagels, specerijen) en esterachtige (banaan, peer, rood fruit) aroma’s, maar er wordt momenteel een heel uiteenlopende reeks van bieren gemaakt van totaal specerij-achtige naar totaal fruit-achtige aroma’s. Het bananenaroma wordt veroorzaakt door een combinatie van isoamylacetaat met een beetje ethylacetaat. Bij hogere concentraties van ethylacetaat wordt het bananenaroma gemaskeerd en dat leidt dan tot een fruitachtige kauwgomsmaak. Witbier ondersoorten worden ingedeeld naar de kleur van de gebruikte mout en het begin s.g.. In de tabel hieronder een aantal van de gewone ondersoorten Kristalweizen heeft eenzelfde moutsamenstelling als het lichtgekleurde Witbier en ongeveer 20 % hogere bitterheid (in IBU) om het frisse en sprankelende karakter te benadrukken. Het bier is gefiltreerd en/of geklaard met behulp van gelatine en kiezelgoer in combinatie met een neutrale, goed uitvlokkende gist zoals Fermentis CBC-1.
3. HET BROUWEN VAN WITBIER De kenmerkende smaak van Witbier komt vooral van esters en fenolen. De belangrijkste component hiervan is isoamylacetaat die we kennen van de bananensmaak en 4-vinylguajacol (4VG) en in mindere mate 4-vinylphenol (4VP) die beide een kenmerkende, scherpe smaak van kruidnagel geven. Deze stoffen worden gemaakt door gist en de mate waarín wordt gedeeltelijk bepaald door de moutsamenstelling en de toegepaste rusten. In de tabel hieronder staan de factoren genoemd die de smaak van het Witbier meer in de richting van banaan of meer in de richting van kruidnagel sturen. Zoals hieronder nog wordt uitgelegd is het niet handig om het bier volledig in de richting van banaan of volledig in de richting van de kruidnagel te sturen.
Overwegingen om meer kruidnagelsmaak te krijgen Doel 1: 1 – 2,5 mg/l 4VG Advies: veel tarwe gebruiken, W68 gist met 4 – 5 miljoen/ml. Aanenten op 18 ⁰C, laat de temperatuur langzaam oplopen. Na de hoofdvergisting kun je warm navergisten gedurende 2 – 3 weken.
4. GRONDSTOFFEN / INGREDIËNTEN Niet meer dan 0,6 % van alle tarwe die jaarlijks in Duitsland wordt geproduceerd wordt gebruikt voor vermouten. Het is daarom niet de moeite waard om tarwerassen te kweken die speciaal geschikt zijn voor brouwen en het gebeurt dan ook niet. De tarwerassen die momenteel worden geteeld voor veevoer en humane consumptie hebben een erg hoog eiwitgehalte en veel gluten. Deze tarwe is totaal ongeschikt voor vermouten, zelfs al kunnen mouters best wel compenseren voor het hoge eiwitgehalte en de hoge viscositeit. Mouters hebben daarom voorkeur voor partijen tarwe die als gevolg van klimatologische of lokale omstandigheden ongeschikt zijn voor humane consumptie (niet goed genoeg voor brood) of veevoer. Je zou dus kunnen zeggen dat de tarwe die gebruikt wordt voor brouwen eigenlijk nergens anders goed voor is.
* De hoeveelheid ferulinezuur kan in tarwemout sterk variëren en kan wel bij gerstemout in de buurt komen 4.1 Tarwemout Lichte tarwemout (3 – 5 EBC) 4.2 Brouwwater Tarwebieren zijn tamelijk ongevoelig voor het waterprofiel. In het algemeen zijn hardheden tot 10 ⁰dH (graden Duitse hardheid) geen probleem. Maar je moet dan wel letten op de hogere pH van het beslag tijdens het brouwen. De redenen dat tarwebieren gemaakt kunnen worden met nogal wat waterprofielen zijn:
Hogere zoutgehaltes kunnen wel de zachtere smaak van het bier verminderen. Daarom is het raadzaam om het water te ontharden in plaats van het toevoegen van brouwzouten. Om bovengenoemde redenen wordt daarom het aanzuren van het beslag achterwege gelaten. Het blijkt dat bier uit een aangezuurd beslag minder aangename estersmaken heeft. Het aanzuren van het wort 10 minuten voor het einde van het koken kan het fenolische (kruidnagel) en het frisse karakter van het bier verbeteren, aldus Drexler (Witbierbrouwerij Schneider-Weisse).
4.3 Hop Het belangrijkste doel van hop in Witbier is conservering. Daarom zal een Duits tarwebier zelden bitterder zijn dan 15 IBU. Een grotere hopbitterheid zou fruitige esters en scherpe fenolen meer naar voren laten komen. Je moet oppassen met hard water omdat hopgebruik onevenredig toeneemt met de pH van het wort. Geschikte hoppen zijn de traditionele landrassen (Tettnang, Hallertau) en de wat nieuwere hopsoorten met tweeledig effect (bitter én aroma) zoals Saphir, Huell Melon, Mandarina Bavaria en Hallertau wit. 4.4 Giststammen Het karakter van het Witbier wordt bepaald door de gist. De typische Witbierstam behoort tot de POF+ gisten die in vergelijking met andere ale gisten beduidend meer fenolzuren (4VG of kruidnagelsmaak) en isoamylacetaat (bananensmaak) produceren. De klassieke, vaak gebruikte W68 stam produceert een goede balans tussen 4VG en isoamylacetaat. De W175 stam produceert meer 4VG en meer isoamylacetaat en bovendien meer ethylacetaat, waardoor bij hoge concentraties de bananensmaak en de kruidnagelsmaak wat worden gemaskeerd. Hierdoor krijg je een wat minder herkenbaar fruitachtige smaak. Te hoge ester concentraties kunnen ook leiden tot oplosmiddel/medicinale smaken.
Zymoferm Zo34, soort “Ayinger”
Weihenstephan 175
WLP380 Hefeweizen IV Ale gist
Wyeast 3333 Duitse Tarwe
Wyeast 3056 Beiers tarwe
Droge gist
5. INFUSIE VERSUS DECOCTIE PROCES Om de karakteristieke smaken van Beiers Witbier te kunnen maken is het noodzakelijk om een meerstaps maischproces te gebruiken. Dat kun je doen door middel van infusiebrouwen of met een twee- of driestap decoctieproces. Decoctiebrouwen wordt nog veel gedaan in Witbier brouwerijen (2011: 40 % van alle brouwerijen). Hermann kon geen analytische of smaakverschillen ontdekken tussen Witbier gemaakt met decoctie of infusiebrouwen. Witbier gemaakt via decoctie gaf wel een betere schuimstabiliteit en een stabielere troebeling. Aanvullende informatie over het brouwproces kan hier worden gevonden: (Auswahl eines Maischverfahrens unter “Infusion vs. Dekoktion – der aktuelle Stand”// alleen in Duits). De Hermann methode of het maltaseproces dankt zijn naam aan de extra rust op 45 ⁰C welke de beste temperatuur is voor het enzym maltase. Dit enzym splitst de dubbele suiker maltose in twee moleculen glucose. De grondstof (het substraat) voor deze reactie is de maltose die is ontstaan tijdens de eerste versuikeringsrust boven de 60 ⁰C. Maar op deze temperatuur is het enzym maltase al lang gedenatureerd. Daarom is een extra stap nodig. Thuisbrouwers kunnen het maischproces aanzienlijk vereenvoudigen door in te maischen bij een temperatuur van 45°Celsius en ongeveer een derde van het extract of 20% van de graanstort toe te voegen in de vorm van gemakkelijk verkrijgbaar moutextract (of glucose/dextrose). 6. DE VORMING VAN ESTERS IN DETAIL
Hogere alcoholen (zoals isoamylalcohol) schijnen, volgens onderzoek, de vorming van esters vertragen, maar de resultaten zijn niet eensluidend. Er zijn onderzoeken waarbij toevoeging van isoamylalcohol leidt tot de vorming van extra isoamylacetaat. Maar andere maatregelen, die ook leiden tot meer hogere alcoholen, zoals meer zuurstof of meer roeren tijdens vergisting, leiden tot juist lagere concentraties aan esters. Omdat deze relatie niet duidelijk is heeft recent onderzoek meer de nadruk gelegd op de activiteit van het enzym alcohol acyl transferase (zie hiernaast afbeelding 3). Naast individuele genetische factoren van de giststammen wordt hun activiteit en daarmee hun estervorming geregeld door een complex mechanisme waarbij verscheidene factoren zijn betrokken zoals hoeveelheid suikers, zuurstof, stikstof en andere voedingsstoffen. Sommige van deze factoren worden hieronder nader toegelicht.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Terug naar overzicht | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Brouwen van een nog betere weizen |
juni 2020 |
Door: Huub Soemers |
|
|
BROUWEN VAN EEN NOG BETERE WEIZEN Banaan 45 Graden Eenvoudig Een mogelijk recept voor een Hefeweizen is als volgt; Maischstappen zoals beschreven:
Eerder verschenen in het clubblad van ’t Wort Wat. Geschreven door: Theo van Eijden. Bronnen: Markus Herrmann, Entstehung und Beeinflussungqualitätsbestimmender Aromastoffe bei der HerstellungvonWeißbier, https://mediatum.ub.tum.de/doc/603637/603637.pdf |
|
| Terug naar overzicht | |
Brown porter |
maart 2012 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Door: anoniem | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Brown porter
Sommigen vinden het moeilijk om Brown porters te definiëren tussen de andere Britse bierstijlen. De Brown porter bevindt zich tussen de zuid-Engelse Brown ale, de milde en de robuuste porter. Het is een licht tot donker bruin bier met een ingetogen geroosterd mout karakter. Ter vergelijking, een robuuste porter heeft een meer uitgesproken geroosterd karakter en de brown porter is vaak zoeter met een karamel karakter. Zowel de brown als de robuuste porter hebben choco tonen, maar die van de brown is meer uitgesproken chocolade, die van de robuuste neigt meer naar koffie. Het begin SG van brown porter is lager dan voor een robuuste porter, maar hoger dan voor een mild of Brown ale. De balans van een brown porter is meer mout zoetheid dan hop bitterheid. Het heeft een karamel- en toastachtig karakter, vergelijkbaar met een zuidelijke Brown ale, maar meer uitgesproken. Het hop karakter is meestal erg laag, of niet aanwezig.
Eventueel, maar niet noodzakelijk kunnen er ook nog andere mouten worden toegevoegd om schuimstabiliteit of andere specifieke eigenschappen te verbeteren of een meer complex bier te creëren. Dit kan echter ook leiden tot ongewenste complexiteit, probeer te focussen op één of twee eigenschappen door het gebruik van twee of drie speciale mouten. Het gebruik van Britse mouten is aan te bevelen, voorbeelden zijn Thomas Fawcett of Simpsons, deze hebben het gewenste een rijke mout karakter. Thomas Fawcett mouten zijn in Nederland verkrijgbaar bij Van Der Kooij Jubbega (http://www.vanderkooyjubbega.nl/), en misschien/hopelijk ook bij Sjef.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Terug naar overzicht | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De kleuren van een IPA |
december 2012 |
| Door: anoniem | |
DE KLEUREN VAN EEN IPA
India Pale Ale (IPA) is een verbazingwekkende bierstijl, waarvan kleuren en smaken zich steeds ontwikkelen. Dit, gecombineerd met de verslavende lupuline (hop) kwaliteiten, maken het begrijpelijk waarom IPA een van de meest gevraagde en besproken stijlen is in de Amerikaanse speciaalbier-wereld.
Red IPA
Double Black IPA
Recepten voor 10 liter (75% brouwzaalrendement)
Shreddin’ Red (Red IPA)
Maischen op 67 °C gedurende 45 minuten, 90 minuten koken, vergisten op 20 °C
Mout:
Gist: WLP002 English Ale Yeast Double Black (Imperial Black IPA)
Maischen op 67 °C gedurende 60 minuten, 90 minuten koken, vergisten op 20 °C
Mout:
Hop:
Gist: WLP001 California Yeast
Tony Simmons
Bron: Zymurgy juli/augustus 2012, vertaald en bewerkt door Arjan Baks |
|
| Terug naar overzicht | |
Een jaar New England IPA's brouwen (deel I & II) |
december 2022 |
Door: Huub Soemers |
|
|
EEN JAAR NEW ENGLAND IPA’S BROUWEN (DEEL 1 & 2) Alles wat ik heb geleerd Een New England IPA brouwen
Waterbehandeling Verhouding chloride en sulfaat voor NEIPAS Je gemiddelde maisch ziet er meestal uit als een basis van Amerikaanse 2 rijïge granen met een combinatie van tarwe en haver (vlokken). De algemene vuistregel is om ongeveer 20% of meer haver te gebruiken om romigheid en body aan het bier toe te voegen. Dit zal ook veel eiwitten toevoegen die later tot troebelheid (hazy) zullen bijdragen. Veel eiwitten zullen ineenkrimpen bij het brouwen voor troebelheid, maar laten we eerlijk zijn, het oog wil ook wat. Sommigen zullen zeggen dat 20% het maximum is, maar ik zou het nog verder willen opschroeven tot misschien wel 25-30%. Ik was niet tevreden met de troebelheid en het mondgevoel van mijn bieren totdat ik ongeveer 20-25% haver gebruikte plus 7-10% tarwe. Deze combinatie gaf me die zeer gewilde Hazy-troebeling waar ik naar op zoek was. In mijn nieuwe favoriete graanmengsel gebruik ik naast havervlokken ook Golden Naked Oats®. Dit is haver kristalmout (zonder kaf) en zorgt voor meer romigheid, mondgevoel en een witte zijdeachtige schuimkraag. Absoluut een van de favoriete toevoegingen aan mijn (IPA)recepten. Pas toen ik over de maischtemperaturen van commerciële bieren die ik lekker vond beschikte, begreep ik pas hoe de maischtemperaturen mijn eigen bieren beïnvloedde. Ik had in het verleden regelmatig problemen met verschillende eerdere brouwsels als ik het maischproces op een te lage temperatuur bij doorliep. Hierdoor kreeg ik droger en dunner bier dat gewoon niet de medium-body en zoetheid had die ik wilde bereiken. Brouwerij Trillium maischt veel van hun bieren zeer laag (65 oC), dus het is eerlijk gezegd een kwestie van voorkeuren en welke richting je met je brouwsel heen wilt. Ik heb inmiddels via commerciële brouwerijen het advies gekregen om voor een zoeter bier en meer body op een hogere temperatuur te maischen (68 oC). De maisch temperaturen zijn eerlijk gezegd een kwestie van voorkeur en het resultaat dat je wilt bereiken. Ik denk niet dat de ene manier beter is dan de andere. In het algemeen streef ik naar een eind-SG van rond de 1017-1020. Dit geeft je de subtiele zoetheid en zachtheid die je nodig hebt om het sappige karakter te accentueren. Het is ook belangrijk om te weten wat de vergistingsgraad is en hoe de keuze van de gist het eind-SG beïnvloedt. De keuze van de graansamenstelling heeft ook invloed op de body en het eind-SG van het bier. Mijn advies: In-maischen op 65 oC, voor een drogere afdronk. Als je een vollere smaak wilt met een zachtere, zoetere afdronk, maisch dan hoger in op 68 of 69 oC (deze laatste temperatuur is mijn persoonlijke voorkeur). Gist
Mijn meest favorieten gistsoorten heb ik hierboven nu vetgedrukt gemarkeerd. Ik ben ook erg benieuwd naar Voss Kveik, WLP008, en WLP002. Van wat ik van iemand hoorde met veel “inside information”, is dat WLP002 de favoriete gist is van een aantal commerciële brouwerijen die de allerbeste NEIPA’s brouwen. Hop Hopselectie voor NEIPA's Whirlpool hop Drooghoppen /Biotransformatie Soft Crash Dubbele Dry Hopping Dry-hoppen onder druk Whirlfloc (klaringsmiddel) Cold Crash en conditionering
Samenvatting RECEPT VOOR 19 LITER Maischwater: 29,06 liter. Maischen: Ingrediënten: Diversen: Geschreven door Shawn Williams
|
|
| Terug naar overzicht | |
Een verhaal over zure bieren |
februari 2022 |
Door: Fons Michielsen |
|
|
LEZING VAN TOON VAN DEN BROEK Ergens in Groningen, op een stille plek tussen fruitbomen, woont een bijzondere Brabander. Nou wonen er in Groningen misschien wel meer bijzondere Brabanders op stille plekken, maar dit is een héél bijzonder Brabander. Zijn naam is Toon van den Broek en hij is bierbrouwer. Om precies te zijn: brouwer van zure bieren. In 2016 lukte het mijn vorige amateurbrouwvereniging in Friesland, De Koperen Tsjettel (DKT), om Toon te strikken voor een lezing. En later ben ik nog twee keer op zijn bedrijf geweest. Hieronder volgt een verslag van zijn lezing, verluchtigd met foto’s die ik later heb genomen.
Historie
Koelen Wat bij originele brouwerijen een grote rol speelt is dat het koelschip vaak/altijd bovenin een toren staat waar de lucht doorheen kan waaien. Maar niet alleen dat speelt een rol. Het hete wort doet damp opstijgen naar het (oude pannen)dak, condenseert daar en drupt weer neer in het wort. Ziedaar een belangrijke bijdrage van de lokale microbiële flora.
Alles bij elkaar was het een heel ongewone en bijzonder geslaagde lezing van Toon over heel goed geslaagde bieren. Website van zijn brouwerij is www.brouwerijvandenbroek.com |
|
| Terug naar overzicht | |
Engelse IPA |
januari 2011 |
| Door: anoniem | |
Engelse IPAGroots, Brits en evenwichtig De eerste India Pale Ale (IPA) is ontstaan toen een brouwer aan het eind van de 18e eeuw een bier zwaarder maakte om de lange zeereis tussen Engeland en India te kunnen overleven. Blijkbaar had dit bier een hogere hopbitterheid dan andere bieren uit die tijd om bederf tegen te gaan. Vandaag de dag zijn de Engelse voorbeelden van deze stijl minder sterk geworden, zowel wat hop als wat alcohol betreft. Veel bieren die in Engeland een IPA genoemd worden lijken meer op een Engelse bitter dan de India Pale Ales van vroeger. Er zijn heel wat brouwers die een historische Engelse IPA willen namaken. Er zijn zelfs brouwers zoals Luke Nicholas van de Epic Brewing Company in Aukland (Nieuw Zeeland) die vaten IPA aan boord van een schip hebben laten plaatsen om het effect van de reis naar India na te spelen. Enerzijds bestaan er heel goede brouwsels, maar anderzijds zijn er genoeg voorbeelden van slecht vergiste, onevenwichtige bieren. Het ergste van deze mislijdende pogingen is het maken van een Engelse IPA met een zwaar moutkarakter. Zo’n bier moet weliswaar altijd een merkbaar moutkarakter hebben, maar zonder dat het zoet, zwaar of volmondig wordt. Het moet meer smaken naar beschuit, toast en karamel dan zoetigheid. Het resultaat moet een duidelijk te definiëren bier zijn met een wat droge smaak.
Mout De basis van het bier is Engelse pale mout. Hieruit ontstaat dat bescuitachtige, dat smaakbepalend is voor typisch Engelse bieren. De Engelse pale mout wordt iets donkerder geëest dan de gemiddelde Amerikaanse 2-rijïge mout waardoor die bescuitsmaken te voorschijn komen. Brouwers die met extracten werken moeten proberen om aan extract van Engelse pale mout te komen. Als dat niet mogelijk is moet dat gecompenseerd worden met speciale mout zoals Münich, biscuit of Victory©, maar voeg niet meer dan 5 tot 10% van deze soorten toe.
Het brouwen met mout gebeurt volgens de infusiemethode waarbij een temperatuur tussen 65 en 68 °C wordt aangehouden. Pak een lagere temperatuur als je gebruik maakt van een gist die niet zo lang doorwerkt of met een hoog begin-SG start. Maak gebruik van een hogere temperatuur als je een ver doorwerkende gist gebruikt of een laag begin-SG hebt. Het beste is om een temperatuur van 67 °C aan te houden als je niet zeker bent van je zaak. Ik hou van het duidelijke, lichte moutkarakter van een Amerikaanse IPA die gemaakt is van enkel pale mout, maar zo zit een Engelse IPA niet in elkaar. Dit soort bier verlangt een iets complexere moutsmaak en een lichte toets van karamel. Een Engelse IPA moet niet zo’n karamelsmaak hebben als een Engelse bitter, maar een kleine dosis caramout voegt wat karamel toe, verstevigt de body en vult de moutsmaken aan. Het soort caramout maakt natuurlijk ook nog uit. Door gebruik te maken van een donkere versie krijg je meer kleur, tonen van donkere karamel en brood, en de smaak van geroosterde gerst en rozijnen. De lichtere soorten voegen zachtere karamelsmaken toe. Het maximale percentage dat van deze soort mout mag worden toegevoegd ligt ergens tussen 8 en 10 bij een kleurwaarde van 10 tot 150 Lovibond (25 – 400 EBC). Daarbij wordt het bier niet te zwaar of overdadig. Echter, hoe donkerder de caramout, des te minder moet je er van gebruiken. Een IPA met 10% caramout van 400 EBC mag dan wel niet verzadigd zijn, de kleur wordt dan toch wel iets te veel van het goede. Andersom zal een IPA met alleen de lichte moutsoort meer tenderen naar een zoeter bier met een vlakke smaak. Als je een complexer bier wilt maken of een betere schuimkraag wilt bereiken, dan kun je ook andere moutsoorten gebruiken. Zo worden bijvoorbeeld tarwemout, Victory© of biscuitmout toegevoegd. Ook hiervoor geldt dat gebruik van deze soorten beperkt moeten worden om niet teveel onvergistbare dextrinen en overdadige geuren tegen te gaan. In het algemeen moet het totaal van deze soorten beperkt worden tot maximaal 15%.
Hop Het Beer Judge Certification Program (BJCP) verdeelt de IPA’s in drie ondersoorten. Ze zijn allemaal nogal hoppig, maar er is verschil in de hoeveelheid hop die gebruikt wordt. De minst zwaar gehopte ondersoort is de Engelse IPA. Deze is niet zo sterk als de hooggehopte Amerikaanse IPA. De hop in een Engelse IPA mag nooit overheersend, harsachtig of extreem bitter zijn. De bitterheid is behoorlijk, maar de moutsmaken en –geuren moeten duidelijk waarneembaar zijn. Stevig, maar niet te, is het sleutelwoord. Het gaat erom de juiste hoeveelheid van traditionele Engelse hopsoorten te vinden zonder een overdaad te creëren. In een Engelse IPA kun je het beste Engelse hopsoorten gebruiken zoals East Kent Goldings, Fuggles, Target, Northdown of Challenger. Het bitterniveau ligt tussen 40 en 60 IBU. Bedenk dat er veel factoren meespelen in de bitterbeleving. Zo wordt die bepaald door begin- en eind-SG, sulfaatniveau in het brouwwater, de moutsoorten, de gistsoort, de hoeveelheid enting en zelfs de celgrootte van de gist. De meeste Engelse IPA’s hebben een verhouding van 0,7 tot 1,0 tussen IBU en begin-SG. Als vuistregel kun je voor het toevoegen van late aromahop toevoeging het dubbele gewicht van de bitterhop gebruiken, uiteraard rekening houdend met het alfazuurgehalte. Gebruik in een Engelse IPA twee of meer late hoptoevoegingen met twee hopsoorten. De totale hoeveelheid bedraagt 15 tot 45 gram voor een brouwsel van 10 liter, toe te voegen vanaf 20 minuten koken. Meer soorten kan natuurlijk ook, maar maak het niet te gek. Een paar soorten kunnen een interessante complexiteit laten ontstaan, met tien soorten wordt het een ondefinieerbare hoppigheid. Het toepassen van dry-hopping en gebruik van een aparte hopzeef (hop jack) zijn erg geschikt om een sterk hopkarakter in je bier te krijgen. Als je die technieken wilt gebruiken, zorg dan dat je de toevoeging van aromahoppen tijdens het koken zodanig verminderd, dat er uiteindelijk een evenwichtig resultaat bereikt wordt.
Water Het sulfaatgehalte van het brouwwater is van groot belang voor de bitterbeleving. Als het sulfaatgehalte aan de lage kant is, moet er behoorlijk wat hop gebruikt worden om voldoende bitterheid te krijgen. Hierdoor kunnen er echter harsachtige smaken vrijkomen. Als je een hoeveelheid gips toevoegt, kun je met minder hop toe, waardoor een duidelijker hopsmaak zonder de hars-kenmerken ontstaat. Ondanks dat de BJCP-gids een hoog zwavelniveau en een zwavelig karakter aangeeft voor deze stijl, is een duidelijk aanwezige zwavellucht een fout. Je moet niet gaan proberen om het water uit Burton-on-Trent na te maken. Al te gemakkelijk kan er een teveel aan zouten aan het water worden toegevoegd waardoor er een kalkachtige, metalige of harsachtige smaak ontstaat. Het meeste water heeft maar een kleine hoeveelheid gips nodig. Begin met een beetje waarbij je je richt op de halve waarde van het Burton-water. Als je het sulfaatgehalte van je brouwwater niet kent, gebruik dan 1 gram gips op 5 liter. Waarschijnlijk zul je uiteindelijk niet boven de 3 gram uitkomen. Het is altijd beter om iets minder te gebruiken want je hebt niet zoveel nodig om de bitterheid te accentueren. Toevoegen van het gips kan tijdens het maischen of, als je extract gebruikt, in de kookketel voordat het koken begint.
Gist Engelse gistsoorten produceren meestal een aantal interessante esters en laten wat zoetigheid over die de balans met de bitterheid ten goede komt. De meeste Engelse gisten hebben een vrij lage vergistinggraad (< 70%), maar voor een Engelse IPA hebben we een sterkere soort nodig. Gebruik je een normale soort, dan kan het resultaat nogal zwaar en zoet uitpakken. Mijn favorieten voor dit bier is White Labs WLP013 London Ale en Wyeast 1028 London Ale. Beide produceren een aantal opmerkelijke esters zonder extreem fruitig te worden, en ze vergisten net iets verder dan de gebruikelijke Engelse gistsoorten. Je kunt ook eens experimenteren met een gistsoort die meer dan 70% vergist. Als je liever gebruik maakt van droge gist, probeer dan Danstar Nottingham eens. Bij relatief lage temperaturen (< 18 °C) komen er weinig esters vrij en bij hoge temperaturen (> 21 °C) ontstaan er uitbundige fruitige esters en foezelalcoholen. Zelf begin ik meestal op 20 °C en laat de temperatuur gedurende een paar dagen langzaam oplopen. Hierdoor ontstaan de gewenste esters, de vergisting komt goed op gang, en de hoeveelheid resterende diacetyl is minimaal. Als je een gist gebruikt die niet ver uitvergist, kun je die helpen met een lagere begin-SG, een lagere vergistingstemperatuur of door een gedeelte van de mout te vervangen door suiker zodat de vergisting alsnog voldoende doorwerkt. Een Engelse IPA moet worden gedronken op keldertemperatuur (11 tot 13 °C). Hierbij komen de fijne gist- en moutgeuren tot uiting, dus ga daar niet onder zitten. Het koolzuurgehalte zou 2 tot 2,5 volumedeel moeten bedragen voor bier op fles, 1,5 voor bier op fust en 1 deel voor bier in een houten vat.
Recept voor 10 liter Bière de l’Inde (Indisch bier) Kenmerken Begin SG = 1062 (15,2 °P) Eind s.g. = 1015 (4,0 °P) IBU = 50 EBC = 24 Alc.vol = 6,2%
Ingrediënten: 2650 gram Britse (of Engelse) pale mout 105 gram caramout 105 EBC (40 °L) 105 gram biscuitmout 10 EBC (25 °L) 105 gram tarwemout 3-4 EBC (2 °L) 80 gram kristalmout 325 EBC (120 °L) 18 gram Challenger 8% (60 minuten koken) 18 gram Fuggles 5% (10 minuten koken 18 gram East Kent Goldings 5% (0 minuten koken) White Labs WLP013 London Ale of Wyeast 1028 London Ale
Werkwijze Het merendeel van de smaak komt uit de basismout, dus probeer aan Engelse pale mout te komen. Ook voor de caramout en tarwemout kunnen het beste de Engelse soorten gebruikt worden. Maal het mout en stort bij een water-moutverhouding van 3:1 en een temperatuur van 67 °C. Houdt deze temperatuur aan tot de jodiumproef slaagt. Voeg al roerend kokend water toe totdat de temperatuur de 76 °C bereikt. Spoel vervolgens de maisch voorzichtig uit totdat je ongeveer 12 liter wort hebt met een s.g van 1053 (13 °P). De bitterhoppen toevoegen als het wort kookt; hierna nog 1 uur verder koken. De laatste 15 minuten kan eventueel nog Iers mos of een ander klaringsmiddel worden toegevoegd. De laatste hopgift komen op 10 minuten voor einde kooktijd en aan het einde van het koken (nadat de verwarming dus uitgedraaid is). Koel vervolgens het wort terug tot 20 °C en zorg voor een grondige beluchting. De juiste gisthoeveelheid is 7 gram gehydrateerde korrelgist of 1 pakje vloeibare gist of 1 pakje dat opgekweekt is in een starter van 2 liter. Vergist op circa 20 °C totdat de gist uitgewerkt is. Bij het gebruik van gezonde gist zal dat binnen 1 week gebeuren. Laat het brouwsel gedurende 2 extra dagen rustig staan om te laten ontwikkelen en goed kan klaren. Bottel het jongbier met wat suiker in flessen of zet het op fust met koolzuurdruk. Vrij vertaald door Kees Emmen naar een artikel van Jamil Zainasheff in Brew Your Own.
|
|
| Terug naar overzicht | |
Gekruid winterbier |
december 2020 |
Door: Huub Soemers |
|
|
GEKRUID WINTERBIER In theorie zou je bijna elk basisbier kunnen nemen, wat "Kerst/Winter" kruiden toevoegen, en het een Kerst/Winter bier noemen. Maar negen van de tien keer zal het waarschijnlijk niet zo goed zijn. Het beste basisbier voor deze stijl is een bier met een volle, rijke moutige zoetheid met hints van karamel en chocolade, een beetje vergelijkbaar met een zoet dessert. Een zware dubbel (Trappist), of een vergelijkbare stijl, is een goede basis voor het maken van een gekruid Kerst/Winterbier. Ik heb het over rijk, donker, vijgenachtig, fruitig donker bier. Niet de hoppige, blonde, hoge alcoholische bieren die soms ook als Kerstbier worden verkocht in de VS. Kerst/Winterbieren zijn meestal rijke, lichtzoete bieren met zacht verwarmende alcohol en kruiden, wat een vereiste lijkt om in de late herfst of winter van een biertje te kunnen genieten. De rijke, fruitige en karamelachtige smaken van het donkere bier en de kruiden doen denken aan een Engelse kerstpudding of goede, ouderwetse melassekoekjes. Zoals in de meeste gekruide bieren speelt hop in deze stijl geen heel grote rol. Hopbittering moet stevig genoeg zijn om het bier in balans te brengen, maar hoparoma en -smaak zijn in het beste geval achtergrondtonen. Je wilt niet dat hop concurreert met de specerijen of deze zelfs maskeert. De granen De hop Toevoegingen Een vriend vertelde me ooit dat je geen oud bier kunt maken zonder stroop toe te voegen. Als je denkt dat je het bier een tijdje wilt bewaren, kan de toevoeging van stroop heel mooi zijn. Als je van plan bent om het kort na de gisting te drinken, dan kun je misschien beter de gewaagde strooparoma's weglaten of deze flink verminderen. Hoewel sommige mensen denken dat stroop alleen maar het Britse woord voor melasse is, zijn er veel producten die als "stroop" of "melasse" worden bestempeld en ze zijn allemaal een beetje anders. Stroop geschikt voor het brouwen van oud bier wordt soms aangeduid als zwarte stroop. Het is donker, zoet en vol met sterk gekarameliseerde tonen. Sommige mensen zeggen dat Blackstrap melasse een acceptabele vervanger is, maar mijn voorkeur gaat uit naar Lyle's Black Treacle, die je bij veel Engelse speciaalzaken kunt vinden als je eigen brouwwinkel het niet voor je kan krijgen. Als je geen stroop kunt vinden, kun je in plaats daarvan er 227 gram kristalmout (400 EBC) gebruiken. Het bier zal niet hetzelfde zijn, maar het zal je ook geen 5 dollar kosten voor een blik stroop. Je kunt natuurlijk kiezen voor meer speciaal-mouten voor een rijker, gedurfder bier, maar wanneer je brouwt met specerijen, wil je geen subtiele specerij-smaken maskeren. Of je moet de hoeveelheid specerijen zo veel verhogen dat ze een ander karakter beginnen toe te voegen dan dezelfde specerij in een lagere concentratie. Het lastigste van het brouwen van een lekker Kerst/Winterbier is het kunnen brouwen van een lekker vol biertje en dit vervolgens te verrijken (niet te verpesten) met specerijen. Concentreer je eerst op het kruidenaroma en de kruidensmaak volgt vanzelf. Terwijl deze stijl bier voor de hand liggende kruidige tonen vereist, gebruiken de beste Kerst/Winter-bieren kruidige smaken en aroma's als begeleiding van de mout en de van de gisting afkomstige esters. De kruiden moeten zich harmonieus mengen met andere aspecten van het bier en niet overheersen. Veel kruiden variëren echter in sterkte afhankelijk van de herkomst van het kruid. Als je niet in staat bent om telkens weer dezelfde kruiden te verkrijgen die elk jaar onder exact dezelfde omstandigheden worden gekweekt, zul je enige variabiliteit hebben. Zelfs als je elke keer precies dezelfde kruiden zou kunnen krijgen, maakt de manier waarop je ze aan het bier toevoegt een groot verschil. Als het mogelijk is, koop dan verse, hele specerijen en maal of plet ze zelf vlak voor gebruik. Je kunt tijdens het gehele brouwproces twee keer specerijen aan een biertje toevoegen: tijdens het koken of bij/na de gisting. Het gemakkelijkst is om ze de laatste minuten aan de kook te brengen, waarbij de warmte en het water het karakter van de specerijen onttrekken. Dit is een goede methode, want er is geen gevaar voor besmetting en de extractie gebeurt snel. Het nadeel is dat je niet weet hoeveel kruidenkarakter je krijgt tot je het bier na de gisting proeft. Een ander probleem is dat het karakter van veel specerijen verandert als ze eenmaal aan de kook zijn gebracht en dat ze in korte tijd gekookt of (te) bitter kunnen lijken. Een alternatief is het direct toevoegen van kruiden aan het (gistende) bier. Het toevoegen van kruiden na het grootste deel van de gisting zorgt voor een betere nauwkeurigheid van dosering, aangezien je het bier om de paar dagen kunt proeven om te zien hoe de smaak en het aroma zich ontwikkelt. Natuurlijk is er bij deze methode enig gevaar voor besmetting, vooral bij bieren met een laag alcoholgehalte. Je kunt de kruiden ook enkele minuten laten koken in een beetje water en dat gebruiken om in het bier naar smaak te doseren. Kruiden gebruik Gist
Stap voor stap Geschreven door Jamil Zainasheff, bewerkt door Huub Soemers. |
|
| Terug naar overzicht | |
Goddelijke goedheid van bok |
december 2011 |
| Door: anoniem | |
Goddelijke goedheid van bok
De subcategorieën hebben een aantal eigenschappen gemeen, namelijk het uitgesproken moutkarakter, ondergisting, een lange lagering bij een lage temperatuur, subtiel gebruik van nobele hopsoorten en decoctie maischen om het moutkarakter te accentueren. MeibokEen meibok is licht van kleur (goud tot amber) en heeft iets meer hopkarakter dan de traditionele bok. Het hoparoma en bitterheid moet wel echter laag tot medium blijven. Edele, bij voorkeur Duitse hopsoorten worden gebruikt. Dubbel decoctie maischen wordt typisch toegepast, de kooktijd voor een meibok is minder lang vergeleken met een traditionele bok om karamelliseren te beperken. Pils of Vienna mout wordt gebruikt als basis, Munich mout wordt in kleinere hoeveelheden gebruikt voor het moutaroma en –smaak. Meibok wordt vaak geassocieerd met het voorjaar, maar als dit bier een helles bock wordt genoemd kan het gerust het gehele jaar worden gedronken. De start SG is tussen 1.064 en 1.072, eind SG tussen 1.011 en 1.018. Het is iets droger dan de traditionele bok met een alcoholgehalte is ca. 6.3-7.4v%. Traditionele BokDe traditionele bokbieren hebben een meer nadrukkelijke melanoïde en broodachtige moutsmaak en –aroma die gepaard gaat met de hogere eesttemperaturen die twee tot drie eeuwen geleden werden toegepast. Het bier moet gebrouwen worden met als doel een clean, diep moutkarakter te verkrijgen. De kleur varieert van lichtkoper tot bruin met een smaakpatroon afkomstig uit munich en vienna mouten, in combinatie met een lange kooktijd (karamellisatie) en decoctie maischen. Het hoparoma is zeer ondergeschikt aan het moutkarakter en de bitterheid moet juist voldoende zijn om de zoetheid gedeeltelijk te compenseren, maar niet zoveel als het ‘in balans’ brengen. De traditionele bok is echter niet plakkerig zoet, gebruik daarom een ondergist met een hoge potentiële vergistingsgraad. Begin SG 1.063 – 1.072, eind SG 1.013-1.019, alcohol 6.3-7.2v%. DubbelbokDe dubbelbok is vaak een uitdaging om te brouwen. Het alcoholpercentage is relatief hoog maar het doel moet altijd een uitgesproken moutkarakter zijn. Door deze focus op mout mogen er lage hoeveelheden fruitaromas aanwezig zijn, maar niet als gevolg van de vergisting, uitsluitend van mout bijproducten. Chocolade tonen kunnen aanwezig zijn maar geroosterde of gebrande aroma’s zijn buiten de stijl. Gebruik daarom de donkere moutsoorten als Carafa uiterst spaarzaam tot niet. Zoals bij de andere boksoorten moeten edele hopsoorten worden gebruikt en slecht om de zoetheid deels de balanceren. De vergisting moet voldoende zijn om het bier niet plakkerig zoet te laten smaken. De monniken brouwde de historische ‘vloeibaar brood’ dobbelbock bieren gedurende het vasten. Modernere versies zijn soms nog wel vergelijkbaar, maar hebben een fijne balans tussen een vol mondgevoel en alcohol warmte om ze goed drinkbaar te houden. De lichtere versies als zware varianten op de meibok hebben ook een iets hoger hoparoma en een drogere afdronk. Begin SG 1.072-1.112(!), eind SG 1.016-1.024, alcohol 7-10v%. Er is enigszins een overlap met de traditionele bok. EisbockEisbock is eigenlijk meer een brouwmethode dan een bierstijl. Het doel is om een mooie bok of dubbelbok te brouwen en een deel van het water te verwijderen om zodoende een geconcentreerd bier te maken. Het resulterende bier moet zacht en alcoholisch zijn met een sterk moutkarakter en zeker niet plakkerig of ‘hard’. Er kunnen pruimen- en druivensmaken aanwezig zijn. Het glas kan van die druipers laten zien, die soms ook bij wijn of port worden waargenomen; het hoge alcoholgehalte kan een negatief effect hebben op de schuimstabiliteit. De begin SG heeft geen maximum, maar is typisch tussen 1.078 en 1.120. Het alcoholgehalte is niet direct te berekenen volgens de gangbare relaties, er moet rekening gehouden worden met het verwijderde water, de meeste hobbybrouw resultaten liggen tussen 9 en 14v%. |
|
| Terug naar overzicht | |
Gose, de wedergeboorte van een relikwie |
oktober 2011 |
| Door: anoniem | |
Gose, de wedergeboorte van een relikwie
We kennen allemaal wel die reclames waarin mensen in een warm oord vakantie vieren met een fles bier in de hand. In veel gevallen zie je dan een stuk citroen uit de nek van de fles steken. Er zijn ook mensen die in het gebruik van kruiden nog een stapje verder gaan en zout in hun bier gooien. Als ik moet kiezen tussen stukken citroen van drie dagen oud en een handvol zout die je zongebruinde schoonbroer in je bier heeft gemikt, dan haak ik af. Maar wat, als je vertelt dat er een bier bestaat dat de combinatie van zuur en zout in zich heeft. Daar zit ook koriander in, wat kenmerkend is voor deze stijl. Dat bier is Gose, met een interessante historie en misschien een beetje hoop voor de toekomst.
Ondanks de verwijzing naar de tropen hierboven, zul je dit bier niet snel in de Caraïben aantreffen. Voordat we vertellen waar je dat bier kunt krijgen, gaan we eerst naar Goslar in Duitsland. Daar werd dit bier al meer dan 1000 jaar geleden voor het eerst gebrouwen. De naam is afkomstig van de rivier de Gose die door de stad loopt. Daarmee wordt voor een groot deel de eigenschap van het bier duidelijk. Dit gebied was namelijk bekend door zijn mijnbouw en in het bijzonder de aanwezigheid van zoutmijnen. Het is dus niet verrassend dat een deel van dat zout in opgeloste vorm voorkwam in het grondwater waarmee het bier gebrouwen werd. En aangezien men toen nog geen waterontharders of flessenwater kende, werd er simpelweg gebruikt wat er voorhanden was. Na de lokale markt in Goslar enige eeuwen beheerst te hebben, nam de populariteit af. Gelukkig voor ons nam Leipzig begin 1800 de fakkel over. Ondanks de zware schade door de bombardementen in de Tweede Wereldoorlog, en de onvriendelijke opstelling van het communistisch regime in Oost-Duitsland ten opzichte van brouwerijen, is Leipzig nog steeds de hoofdstad van de Gose. Nu zullen sommigen zich afvragen hoe dit bier te rijmen valt met het Reinheitsgebot. Dat komt in eerste instantie omdat het gebied waar Gose gebrouwen wordt, niet in Beieren ligt en daarmee niet onderhevig was aan die wet. Na de val van de Muur moesten er wel wat moeilijkheden worden overwonnen omdat de wet toen voor het hele land ging gelden. Uiteindelijk werden verworven rechten gerespecteerd omdat het bier al zo’n lange tijd werd gebrouwen. De reden dat niet veel mensen dit bier kennen komt, omdat het buiten Duitsland bijna niet te krijgen is. Mijn eerste kennismaking dateert van een jaar geleden toen ik via internet aan een fles kon komen. Ik heb het nog nooit gevonden in de lokale speciaalzaken in het zuiden van Californië. De enige manier om er aan te komen was via een online handelaar in New York. Als je het kunt vinden, dan kan ik de Gose van de Gasthaus und Gosebrauerei Bayerische Bahnhof aanbevelen. De beperkte verkrijgbaarheid van dit bier is een extra reden om dit thuis eens na te maken. Laten we eens nagaan waar een Gose aan moet voldoen (het bier is nog niet aan een type toegewezen). Het aroma moet zuiver zijn, met de onmiskenbare geur en smaak van koriander. Het aandeel aan esters en hogere alcoholen moet erg laag zijn. Van enig nobel hopkarakter is geen sprake. Over de boterachtige smaak van diacetyl hebben we het al helemaal niet. In het algemeen is de smaak van een Gose nogal zurig en fris, met een lichte ondertoon van zout en de kruidigheid van koriander op de achtergrond. Meestal zijn er citrusachtige geuren van citroen en grapefruit aanwezig. De bitterheid is erg laag en de hopgeur varieert van bijna niet waarneembaar tot totaal afwezig. Het mondgevoel is droog, verfrissend, met een lichte tot middelmatige body en een redelijk koolzuurgehalte. De kleur varieert van strogeel tot goudkleurig en de helderheid loopt van wazig tot bijna doorzichtig.
De ingrediënten In Gose wordt normaal gesproken tarwe en pilsmout gebruikt in een verhouding van 60 op 40. Deze beide moutsoorten worden in vrijwel alle brouwerijen in Leipzig aangehouden. (Voor ons als thuisbrouwers roept dat meteen de vraag op hoe we dan aan de zure smaak in het bier kunnen komen.) Het wazig uiterlijk dat eigen is aan Gose komt door het hoge gehalte aan eiwit uit de tarwe, waardoor tevens iets van de bloemige geur wordt bereikt. Het pilsmout geeft die welbekende frisse smaak die Duitse bieren kenmerkt. Brouwers die overigens met extract werken moeten dezelfde verhoudingen aanhouden als in het recept wordt aangegeven. Als je niet aan extract van pilsmout kunt komen, gebruik dan lichtkleurig extract, hoewel sommige kenmerken in het eindproduct daarmee zullen ontbreken. En probeer natuurlijk de meest verse producten te gebruiken. Voor het berekenen van een Gose, moet je uitkomen op een alcoholpercentage van 3,9 tot 4,9%. Een van de grootste moeilijkheden van dit bier is om een manier te vinden hoe het melkzuur moet worden toegevoegd. Traditioneel werd er gebruik gemaakt van spontane vergisting. Een mengsel van gist en Lactobacillus viel in het wort en zorgde zo voor de gewenste smaak en vergisting. Vandaag de dag is het meer een wetenschap. Een speciale gist wordt toegevoegd evenals een afgemeten hoeveelheid Lactobacillus. Een thuisbrouwer kan op dezelfde manier werken. Net als de andere aspecten van het brouwen, moet het gebruik van bacteriën worden geleerd. De mate van toevoegen van gist, vergistingstijd en speciale aandacht voor schoon werken zijn maar een paar zaken om rekening mee te houden bij het gebruik van bacteriën. Je wilt tenslotte de juiste reuk en smaak in je bier zien te krijgen. Als je al eens eerder succesvol met deze materie gewerkt hebt, dan mag het nu ook geen probleem zijn. En degene die nog nooit bacteriën heeft gebruikt hoeft niet te wanhopen: er zijn twee manieren om bier aan te zuren. De eerste manier is het toevoegen van melkzuur aan het bier nadat het vergist is en voordat het gebotteld wordt. Melkzuur is ook via internet wel te verkrijgen als je het niet om de hoek kunt vinden. Omdat de beleving van zuur voor iedereen verschillend is, kun je het beste een paar milliliter aan het bier toevoegen en proeven voordat het gebotteld wordt. Je moet de zure smaak kunnen waarnemen, maar niet in de mate als bij een Berliner Weisse of in een Lambic. De tweede manier is het toevoegen van zuurmout aan het brouwsel. Dat is bleke mout die besprenkeld wordt met melkzuur en vervolgens gedroogd. De mate van zuur varieert van 1 tot 3 volumeprocenten afhankelijk van de leverancier. Die informatie hoeft niet perse op de verpakking te staan. Een vuistregel voor het gebruik van dit mout is ½ tot 1 kilo per brouwsel van 20 liter. Als je niet zeker bent, neem dan iets daar tussen in.
Het brouwen Omdat het bier aan de droge kant moet zijn, wordt een maischtemperatuur van 64 tot 66 graden Celsius aanbevolen. Het basismout moet minimaal 60 minuten rusten op die temperatuur. Als je zuurmout gebruikt moet dat op een afwijkende manier gebeuren. Het zuur in dit speciale mout zorgt voor een verlaging van de pH waardoor het een negatief effect heeft op de enzymen die voor de omzetting van het zetmeel moeten zorgen. Als het zuurmout te vroeg aan de maisch wordt toegevoegd, zou het wel eens kunnen zijn dat er te weinig vergistbare suikers worden aangemaakt. Aangeraden wordt om te wachten totdat het basismout is omgezet, dan het zuurmout toe te voegen en alles nog eens 45 tot 60 minuten te laten rusten. Let wel, het gebruik van dit mout is bedoeld om een zurige smaak toe te voegen. Maar het totale extract kan wel eens hoger uitvallen omdat er meer enzymen beschikbaar komen bij het toevoegen van het zuurmout (af en toe roeren wil nogal eens helpen). Bij het gebruik van extracten kun je op een soortgelijke manier te werk gaan. Maisch het zuurmout gedurende dezelfde tijd en bij dezelfde voorgestelde temperatuur in een verhouding van 4 liter water per kilo storting en voeg het wort toe aan de kookketel. Afhankelijk van je eigen systeem kun je er voor kiezen om ook nog rijstkaf toe te voegen. Door het gebruik van grote hoeveelheden tarwe of ander graan zonder kafjes is het niet ondenkbaar dat het spoelen vastloopt. Een half pond rijstkaf per 20 liter zou de klus moeten klaren. Koken gedurende 60 minuten moet voldoende zijn om teveel verkleuring en verdamping tegen te gaan. Hop wordt minimaal en vroegtijdig toegevoegd tijdens het koken. Een enkelvoudige storting Hallertauer, Tettnanger of gelijkaardige hop is voldoende om een bitterheid van 8 tot 15 IBU te bewerkstelligen. Er moet net genoeg worden toegevoegd om de zoete smaak te onderdrukken ten faveure van het zuurtje. Voeg overigens geen hop meer toe als er minder dan 30 minuten kooktijd over zijn. Een ander punt van persoonlijke voorkeur zit in het gebruik van de hoeveelheden koriander en zout. Bij het gebruik van zout kun je kiezen tussen bijvoorbeeld Kosher, Engels Grijs, Hawaiaans Rood of gewoon zeezout. Ze brengen allemaal hun specifieke smaak en mineralen mee, maar die zijn mogelijk moeilijk te achterhalen in je bier. Gebruik geen Jozo in verband met de jodiumsmaak. Een hoeveelheid van 15 tot 30 gram tijdens het koken toevoegen zou voldoende moeten zijn zonder dat de smaak overheersend wordt. Begin met een beetje en proef het wort om te beslissen of er nog wat bij moet. Het korianderzaad moet vers zijn en kortstondig voor gebruik gemalen. Je kunt de zaadjes zelfs nog 5 tot 10 minuten opbakken in een droge koekenpan om de essentiële oliën vrij te maken zoals koks wel doen. Om de juiste smaak en geur op te leveren, is een hoeveelheid van 15 tot 30 gram voor 20 liter bier voldoende. Bij het proeven moet de koriander aanwezig zijn, maar niet overheersend. Zowel zout als koriander moet 10 tot 15 minuten voor het einde van het koken worden toegevoegd. Als er te weinig aanwezig is, kan dat altijd bij het bottelen nog worden gecorrigeerd. Wat betreft het vergisten moet je kiezen voor een soort die helder vergist en niet te snel neerslaat. De vergistingsgraad moet ergens tussen 74 en 78% liggen om een voldoende droog bier te krijgen. Enkele van die gisten zijn White Labs WLP029 (German Ale – Kölsch) en Wyeast 1007 (German Ale). De temperatuur van de vergisting moet bij een temperatuur van 19 à 20 graden Celsius verlopen. Dat zorgt ervoor dat de bijdrage van geur- en smaakstoffen uit de gist tot een minimum beperkt blijft en dat de andere toevoegingen beter tot hun recht komen. Iedereen heeft wel eens het cliché gehoord: als het leven je citroenen geeft, moet je er limonade van maken. Het lijkt een beetje op de manier waarop deze stijl werd geboren. Dankzij de creatieve gaven van de bewoners van Goslar vonden ze een manier om hun zoute water te gebruiken voor een groots bier. Dus stook het vuur onder je brouwketel op en laat maar weten of je het er mee eens bent. Naar mijn idee is er op een warme dag aan het strand niets beters te drinken. Als je binnenkort op vakantie gaat, vergeet dan niet om een paar flessen in te pakken.
Een Gose recept: There she Gose again
Een recept voor 10 liter Begin SG: 1048, Eind SG: 1012, IBU: 12, SRM = 4, vol%alc = 4,7
Benodigde grondstoffen: 1150 gram tarwemout 750 gram pilsmout 450 gram zuurmout 125 gram rijstkaf 7 gram Santiam hop van 5,6% (60 minuten koken) (n.b. volgens het www is dit een Tettnang-variant) 1 theelepel Iers Mos 12,5 gram koriander 10 gram zout White Labs WLP029 of Wyeast 1007 75 gram suiker voor de nagisting Het brouwproces Schroot het mout maar zorg ervoor dat het zuurmout apart wordt gehouden. De rijstkafjes hoeven niet gemalen te worden. Stort alle mout behalve het zuurmout in 7,5 liter brouwwater en hou de temperatuur op 65 graden Celsius. Zorg dat deze temperatuur constant blijft voor 60 minuten tot de omzetting klaar is. Voeg het zuurmout toe en laat nog eens 45 minuten staan. Zorg dat de temperatuur zo constant mogelijk blijft, gelijk aan de oorspronkelijke maischtemperatuur. Alles tussen 62 en 65 graden is goed. Breng daarna de temperatuur op 76 graden en begin te spoelen met water van 77 graden totdat je 11,5 liter wort hebt. De totale kooktijd is 60 minuten. Voeg de berekende hoeveelheid hop toe zodra het wort goed aan de kook is. Als er nog 15 minuten te koken valt, mag het Ierse Mos toegevoegd worden. Als er nog 10 minuten resteren, worden de gemalen koriander en het zout gestort. Koel het wort terug tot 20 graden Celsius, breng het over naar de gistemmer en zorg voor een stevige beluchting. Vergist bij 20 graden tot het eind s.g. bereikt is, wat in 5 tot 7 dagen zou moeten gebeuren. Hevel het jongbier af en laat het nog eens 5 tot 7 dagen nagisten bij dezelfde temperatuur. Het bier is nu gereed om gebotteld te worden met toevoeging van de suiker. Justin Burnsed Bron: Brew Your Own, vertaald en bewerkt door Kees Emmen |
|
| Terug naar overzicht | |
Gruitbier |
december 2012 |
Door: Frits Haen |
|
GruitbierHet kloonbier voor 2013 is Jopen Koyt, een pittige uitdaging omdat het een gruitbier is. Men heeft brouwerij Jopen gevraagd wat de samenstelling van het bier is, maar zij willen dat uiteraard niet prijsgeven. Misschien maar goed ook, want anders is er geen uitdaging meer. Jopen Koyt valt onder de Gruitbieren of (Gruytbieren). Dit zijn historische bieren die men in de middeleeuwen brouwde, voordat hop algemene toepassing vond. In plaats van hop gebruikte men een hele keur aan andere kruiden, die samen smaak en houdbaarheid aan het bier gaven. En soms ook wat andere eigenschappen, zo is van sommige kruiden bekend dat ze (licht) hallucinerend werken. Hugo Ammerlaan van het Kennemer Wijn- en Biergilde heeft een uitgebreid artikel over Gruit gepubliceerd wat wij jullie niet willen onthouden en wat je misschien wel een heel eind op weg kan helpen bij het samenstellen van het kloonbier 2013!
Inleiding
Kruidensoorten en gebruik
Wilde gagel (Lat: Myrica gale)
Gewoon duizendblad (Lat: Achillea millefolium)
Jeneverbes (Lat: Juniperus communis)
Bijvoet (Lat: Artemisia vulgaris)
Absint alsem (Lat: Artemisia absinthium)
Groenlands mos (Lat: Rhododendron groenlandicum, Ledum groenlandicum)
Gewone dopheide (Lat: Erica tetralix)
Salie (Lat: Salvia officinalis)
Lievevrouwebedstro (Lat: Asperula odorata) [Walstro=Galium odoratum]
Koriander (Lat: Coriandrum sativum L.)
Lavendel (Lat: Lavendula angustifolia)
RECEPTEN
Eenvoudig Gruitbier
Hopelijk heb je wat aan bovenstaande gegevens en behoor je volgend jaar tot een van de winnaars van de kloonbierklasse, succes met het brouwen! |
|
| Terug naar overzicht | |
Ierse Stout |
oktober 2022 |
Door: Fons Michielsen |
|
|
IERSE STOUT Inleiding Leden van de nationale vereniging van amateurbrouwers hebben me geholpen om de verschillen binnen de Ierse bieren beter te begrijpen. Ze benadrukten dat Guinness Stout een uniek product is en dat er weliswaar andere regionale variëteiten zijn, zoals die Stouts uit Cork (!!), maar die hebben toch wel een ander smaakprofiel. Eerder had ik al gelezen dat Guinness eigenlijk toch wel de enige echte Stout was. Vroeger werden Stouts gebrouwen met verschillende alcoholgehaltes. Ik leerde dat de sterkere Ierse Extra Stout (8 % alcohol) meer op de vroegere bieren lijkt dan de moderne Ierse Stout (met ca 4 % alcohol). Ik gooide dat allemaal op een hoop omdat ik dacht dat dat te maken had met de manier waarop Guinness in de VS op de markt werd gebracht. Maar de discussie wordt gemakkelijker als je weet dat het om verschillende stijlen gaat. Ierse Stout, ook wel droge Stout of Ierse droge Stout genoemd, is stijl 15B van het boek voor bierstijlen (BJCP of Beer Judge Certification Program, een soort van BKG-gids). Het is een onderdeel van hoofdstuk 15 over Ierse bieren, samen met Iers Red Ale en Iers Extra Stout. De geschiedenis van Ierse Stout. De Engelse bierschrijver Roger Protz schreef in zijn boek Classic Stout and Porter dat Arthur Guinness, de zoon van de oprichter, experimenteerde met verschillende recepten van zijn porters om een nieuwe bierstijl te ontwikkelen. Want hij had geen zin om te veel belasting te betalen aan de Britse regering: over mout moest je meer belasting betalen dan over graan. Dus voor Stout wordt een deel van de donkere mout vervangen door geroosterd graan!! Londense oorsprong Smaakprofiel Grondstoffen en methoden Voorbeeld voor thuisgebruik Getallen voor Ierse Stout
Stap voor stap Tips voor succes: Bron: Brew Your Own, Gordon Strong. |
|
| Terug naar overzicht | |
IPA volgens wikipedia |
juni 2011 |
Door: Gerrie Hage |
|
IPA VOLGENS WIKIPEDIA
India Pale Ale, afgekort IPA, is een bierstijl binnen de categorie Pale Ale. Het bier werd voor het eerst gebrouwen in Engeland in de 18e eeuw en was bestemd voor de Engelse koloniën in India. Het allereerste ontdekte gebruik van de naam India Pale Ale was in een advertentie in de Liverpool Mercury, gepubliceerd op 30 januari 1835. Tot dan werd deze bierstijl aangeduid als pale ale as prepared for India, India Ale, pale India ale of pale export India Ale.
Geschiedenis Vanaf de zeventiende eeuw had Engeland veel overzeese kolonies en al het bier voor de Engelse soldaten en burgers werd met behulp van schepen naar de andere kant van de wereld gebracht. Een zeilschip was bijna vijf maanden onderweg naar India, te lang om het gewone bier goed te houden. Nu wisten de Engelse brouwers, dat door aan het bier meer hop toe te voegen en het alcoholgehalte te verhogen, het bier langer houdbaar bleef. Vandaar dat al het exportbier wat zwaarder gehopt werd en daardoor bitterder en hoger van alcoholgehalte was. Zo ontstond aan het einde van de 18e eeuw het India Pale Ale. Rond 1840 werd dit export type pale ale ook populair in Engeland zelf.
België en NederlandHeel wat (micro)brouwerijen in België en Nederland brouwen hun eigen (Double)IPA bieren. In 2010 gaf de Nederlandse brouwerij De Molen het recept van hun IPA bier Vuur & Vlam aan andere brouwerijen in Nederland (Emelisse), België (Alvinne, De Struise Brouwers), Engeland (Marble) en Denemarken (Midtfyns Bryghus, Mikkeler), die elk hun eigen Vuur & Vlam op de markt brachten.
Black IPADe Black IPA of Cascadian Dark Ale (CDA) is een recentere variant van IPA, met een karakteristieke zwarte kleur, te danken aan het gebruik van geroosterde mout, maar met het typisch aroma van de IPA-bieren. CDA verwijst naar de Cascade Mountain Range, waar de cascade hop geteeld wordt. De Amerikaanse cascade-hop is een aromahop, de geur lijkt zeer sterk op citrus of grapefruit.
Double and Triple India Pale AleDouble IPA (DIPA), ook wel gekend als Imperial Pale Ale (IIPA), is een sterke, hoppige stijl van Pale Ale. Deze bieren hebben een hoog gehalte aan mout en hop en een alcoholgehalte van minstens 7%. De bitterheidsgraad ligt boven de 60 EBU. De eerste DIPA werd gebrouwen in 1994 door Vinnie Cilurzo, brouwmeester van de Blind Pig Brewing Compagny in Temecula (Californië). Cilurzo beweert dat hij per ongeluk 50% te veel mout in zijn maischketel deed. Hij corrigeerde zijn fout door 100% meer hop toe te voegen en creërde daardoor deze bierstijl. Niet enkel in Amerika, maar ook in Nederland (Emelisse, De Molen), België (De Struise brouwers, De Proefbrouwerij), Noorwegen en Denemarken wordt DIPA gebrouwen. De bitterste DIPA momenteel in België is Elliot Brew, met een bitterheid van 163 EBU. Het wordt gebrouwen door de Struise Brouwers in samenwerking met Mikkeler in Denemarken. Veel van de sterkere DIPA's zouden geklasseerd kunnen worden als American Barleywines of Triple IPA's. De (onofficiële) basisrichtlijn voor een Triple IPA versus een IPA zou zijn: 100% meer mout en 200% meer hop.
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie |
|
| Terug naar overzicht | |
Irish Red Ale |
mei 2024 |
Door: Fons Michielsen |
|
|
IRISH RED ALE Er is een serie boekjes over klassieke bierstijlen – Classic Beer Styles – waarin de geschiedenis en het karakter van een aantal klassieke bieren worden beschreven. Je kunt daarin bijvoorbeeld Porter vinden en Stout en Lambiek (géén Tripel, want die is relatief nieuw) en ook Scotch Ale. Ik vond die laatste naam fascinerend (geen idee wat voor bier het was) en ik besloot het te brouwen. Ik zocht een receptje op internet maar het bier voldeed niet helemaal aan de verwachtingen. Ik besloot om het bier in te sturen naar een wedstrijd als Irish Red Ale en ik behaalde zowaar de eerste prijs. Het is niet best als er zó met bierstijlen wordt omgegaan (ik heb het nu over mezelf). In Brew Your Own van december 2023 las ik een stukje over Irish Red Ale. De schrijver, Gordon Strong, vertelt uit ervaring dat ook Amerikanen, die een verkeerde ale hebben gebrouwen, het advies krijgen om het bier in te sturen naar een wedstrijd als een Irish Red Ale. Ook hij spreekt er schande van. Laten we eens naar deze bierstijl gaan kijken. Het lijkt wel wat op Pale Ale
Gordon Strong |
|
| Terug naar overzicht | |
Italiaans Pils |
september 2021 |
Door: Fons Michielsen |
|
|
Italiaans Pils
Birra Mediterranea & Birra Venezia: twee gewaagde innovaties van Italiaans Pils
Vertaald en bewerkt door Fons Michielsen |
|
| Terug naar overzicht | |
Kellerbier |
april 2023 |
Door: Christian Bertens |
|
|
KELLERBIER
Een korte geschiedenis van Kellerbier Waarom werd er veel Kellerbier gebrouwen en niet bijvoorbeeld helles (zoals veel van Beieren)?
Kellerbier kloon van Bierkeller Columbia (USA, 19 L/5 gallon) Het recept is geïnspireerd op een Mahrs Ungespundet. Het is een ongefilterde Franconische lager Ingrediënten:
Stap voor stap:
Bewerkt en vertaald door Christian Bertens |
|
| Terug naar overzicht | |
Maak het eens wat warmer |
december 2020 |
Door: Frits Haen |
|
|
MAAK HET EENS WAT WARMER
Eerst iets over pepers Peperbierstijlen Brouwen met pepers Om de pepers aan je bier voor te bereiden, is het belangrijkste apparaat een paar handschoenen. Raak geen enkel lichaamsdeel aan totdat je de handschoenen hebt verwijderd en je handen hebt gewassen. Je gezicht aanraken of in je ogen wrijven kan pijnlijk zijn. Een ongelegen plaspauze kan een gedenkwaardige, zo niet ernstige fout zijn. Mijn eerste pogingen tot peperbieren in het midden van de jaren 90 waren precies wat ik wilde met betrekking tot het aroma en de smaak, maar had een verbazingwekkend snel verdwijnend schuim. Het bier werd met mooi, wit schuim geschonken en een paar seconden later, poef, verdween het (het schuim, niet het bier; het bier duurde iets langer). Ik ontdekte dat het probleem is opgelost door het glanzende buitenoppervlak van de paprika te verwijderen. Achteraf denk ik niet dat dit een wax is die door de detailhandelaar of boer is opgespoten voor schoonheid of bescherming, en onderzoek heeft aangetoond dat minder dan 20% van de geteste pepers sporen van pesticiden bevatten. Het kan een natuurlijke glans zijn. Het verwijderen door roosteren was mijn oplossing en dit had het extra voordeel van een resulterende geroosterde pepersmaak en aroma. Je kunt het glanzende oppervlak ook wassen met wat alcohol, zoals wodka. Sommige brouwers zullen de pepers van pitten ontdoen en aan het einde van het koken erin gooien om ze te pasteuriseren. Carlos Sanchez, hoofdbrouwer bij Six Rivers Brewing in Noord-Californië, roostert en hakt vervolgens de hele peper – met zaden en al - in een blender voordat hij ze in de ketel gooit aan het einde van het koken. Dit verzekert hem dat geen bacteriën uit de peulen in het bier zullen overleven. Hij brouwt een keer per maand een peperbier en houdt vooral van habaneros in een Amerikaans tarwebier. Weer anderen gaan een beetje verder en roosteren de pepers, spoelen de houtskool af en voeg ze toe aan het vat. Als ik dit doe, houd ik ervan om de pepers in de broodroosteroven enkele minuten bij 93 °C te pasteuriseren, hoewel er na het braden weinig kans is dat er bacteriën aanwezig zijn. Ik wil het gewoon zeker weten. Het laten zitten van de pepers in een vat bier lijkt na verloop van tijd niet nadelig te zijn voor de smaak. Na ongeveer een week zal alle warmte geextraheerd zijn en zodra dat gebeurt, wordt het bier later niet steeds heter als het wordt geconsumeerd. Ik heb de pepers maanden in een vat laten zitten zonder off-smaken terwijl het bier van de tap was. Houd er rekening mee dat pepers een kleine hoeveelheid restsuiker bevatten, wat kan leiden tot meer koolzuur dan bedoeld. Pepers kunnen variëren in warmteniveau, zelfs binnen de variëteit. Soms is een poblano-peper erg mild en is die ernaast in de prullenbak op de markt veel heter. Dit heeft soms te maken met rijpheid, want hoe rijper een peper is, hoe heter het is. Serranos veranderen van groen naar rood of geel naarmate ze ouder worden, dus de rode pakken meestal meer warmte in dan de frissere groene. Het tegenovergestelde kan gelden voor Hatch-pepers, omdat de rijpe rode pepers een zoeter, grondiger profiel hebben. Het toevoegen van de pepers na de gisting is een veilige manier om warmte toe te voegen als je tijd hebt. Voeg het aantal en het type toe waarvan je denkt dat je het resultaat krijgt dat je zoekt en wacht drie of vier dagen. Als je proeft en de behoefte hebt aan meer warmte, smaak of aroma, voeg dan het juiste type peper toe om dat doel te bereiken. Als er meer geroosterd aroma nodig is, voeg dan enkele chipotles toe; als het meer warmte nodig heeft, voeg dan wat habanero toe. Als je op zoek bent naar meer verse pepersmaak, voeg dan groene chili's toe van het type dat je lekker vindt. Om erachter te komen welk effect een hete chili zal toevoegen aan een bepaald bier, probeer een glas bier te doseren met een scheutje hete saus. Het gebruik van een soort hete saus met weinig tot geen azijn in de ingrediënten levert de beste resultaten op. Deze methode is misschien niet de beste voor het doseren van een hele batch vanwege het verlies van helderheid en het vasthouden van de schuimkraag, maar het kan je een idee geven van hoe een verscheidenheid aan peper zal smaken in een glas van je brouwsel. Daarnaast is het leuk! Wees creatief met recepten Uiteindelijk kun je op elk moment in het proces elke pepersoort in elke bierstijl gebruiken. Het hangt allemaal af van wat je wilt. Ga gewoon langzaam. Je kunt later altijd meer toevoegen. Peperbierrecept
Stap voor stap Begin SG: 1064 Eind SG: 1012 IBU: 15 Alc.: 6.6% Jeff Gladish |
|
| Terug naar overzicht | |
Minder calorieën, evenveel smaak |
november 2020 |
Door: Frits Haen |
|
|
Hoewel bier aanleiding heeft gegeven tot veel discussie, wordt algemeen aangenomen dat bier als heilzaam wordt beschouwd voor de bevordering van gezondheid en voeding. Gemaakt van verschillende graansoorten, was de verbinding tussen bier en brood vrijwel onafscheidelijk, bij veel van de vroegere recepten inclusief de toevoeging van brood en broodachtige stoffen. Bier was zo verbonden met gezondheid en voeding dat men het kan vinden in de medische geschiedenis van de westerse wereld. De Egyptenaren gebruikten bier om de zieken te versterken. Hippocrates, de vader van de westerse geneeskunde, gebruikte bier om koorts en wonden te behandelen. Artsen in het Verenigd Koninkrijk hebben Guinness ooit voorgeschreven aan zwangere vrouwen als een vroege vorm van prenatale vitamine, omdat het bier vaak rijk was aan ijzer en B-vitamines. Er zijn zelfs aanwijzingen in de huidige wetenschappelijke literatuur dat matige bierconsumptie verbeteringen in de algehele gezondheid kan bevorderen. Terwijl mensen al millennia lang de gezondheidsvoordelen van bier aanprijzen, bracht de 20e eeuw de erkenning dat elke fles bier ontzettend veel calorieën opleverde. De Coors Brewing Company schonk de Verenigde Staten vlak voor de Tweede Wereldoorlog zijn eerste lightbier in de vorm van Coors Light. Hoewel dit aanbod van Coors Light van korte duur was, bracht het de Amerikaanse drinkers op het idee van een lichter, verfrisser bier dat de bereidheid van de Amerikaanse soldaat om te vechten niet in gevaar zou brengen. Nu Amerikaanse dieettrends ons weer weghalen van massale koolhydraatconsumptie, maken grote bieren die de lievelingen waren van liefhebbers van ambachtelijk bier, nu plaats voor sessiebieren en zelfs non-alcoholische bieren. De erkenning dat we veel calorieën drinken, zorgt ervoor dat Amerikaanse drinkers hun dranken nader bekijken. Waar komen de calorieën vandaan? De eerste bron is de alcohol. Alcohol bevat zeven calorieën per gram. Dit betekent dat in een bier van 300 ml met 5% alcohol, 92 calorieën worden bijgedragen door de alcohol:
De rest van de calorieën komt grotendeels van de resterende dextrines die zijn overgebleven van het maischproces. Dextrines zijn vertakte ketens van glucosemoleculen. Hoewel ze te groot zijn om te worden vergist, geven ze bieren body en restzoet. Naarmate de populariteit van ambachtelijk bier is toegenomen, is het aantal calorieën in bieren ook dramatisch gestegen, aangezien alcohol, mout en hop zijn toegenomen. Hoewel hop niet rechtstreeks bijdraagt aan de calorietelling van bier, moet hun bitterheid worden gecompenseerd door resterende zoetheid. Dit wordt vaak bereikt met hogere maisch-temperaturen, die de omzetting van alfa-amylase bevorderen, waardoor de vorming van dextrines wordt gestimuleerd. Dit is de reden waarom het gemiddelde aantal calorieën voor een IPA ongeveer 170 calorieën is, terwijl een dubbele IPA maar liefst 255 calorieën per 300 ml portie kan bereiken. Dit zijn meer dan twee 300 ml flessen Coca-Cola. Afgezien van alcohol en koolhydraten, zijn er andere ingrediënten die het aantal calorieën in een bier kunnen verhogen. Vruchtenpuree en sappen kunnen een bron zijn van extra calorieën. Milk stouts en milk-IPA's worden gemaakt door toevoeging van lactose, een suiker die niet door gist kan worden gebruikt, maar door mensen kan worden gemetaboliseerd. Kandijsuikers, die populair zijn in Belgische bieren, worden soms gedeeltelijk gekarameliseerd, waardoor veel van de suiker in deze gekarameliseerde producten ontoegankelijk is voor gist maar door mensen kan worden verwerkt. Ten slotte kan gist, afhankelijk van de soort, slechts een bepaalde hoeveelheid alcohol verdragen en als ze de vergisting stopzetten voordat alle vergistbare suiker is gebruikt, zullen de restsuikers ook bijdragen aan een hoger aantal calorieën. Om een caloriearm bier te krijgen, is de sleutel om een recept te ontwikkelen met een laag begin soortelijk gewicht met veel vergistbare suikers. Hier zijn een paar eenvoudige technieken die je kunnen helpen deze doelen te bereiken. Technieken om calorieën te verminderen Er is ook een enzym genaamd amyloglucosidase (AMG) dat aan het gistvat kan worden toegevoegd en dat bij kamertemperatuur werkt om het dextrine-gehalte van je bier te minimaliseren. Voor deze activiteit is het belangrijk om te zoeken naar een enzym dat werkt op zowel 1-4 glucosidebindingen (de lineaire bindingen) als 1-6 glucosidebindingen (de bindingen die verantwoordelijk zijn voor de vertakkingen in dextrines). Het verbreken van deze bindingen resulteert in een zeer vergistbaar wort. Sebstar maakt een product genaamd SebAmyl GL dat al deze banden zal verbreken. Er moet voor worden gezorgd dat na het toevoegen van dit product het eind soortelijk gewicht is bereikt, aangezien deze enzymen nog steeds bij kamertemperatuur zullen werken en eventuele resterende dextrines nog steeds kunnen afbreken en overtollige suiker voor de gist kunnen veroorzaken, wat resulteert in mogelijke overstromende en flesbommen door teveel koolzuur. Vergistbare suikers Smaak maximaliseren Hop Kruiden Fruit Benaderen van je recept
Stap voor stap Het koken van dit bier is heel eenvoudig. Zestig minuten koken, kruiden en hop toevoegen met nog 15 minuten aan de kook en weer hop toevoegen als het vuur uitgezet wordt. Het paradijszaad is een kruid waar ik van hou in lichtere bieren. Het is verwant aan kardemom en komt uit West-Afrika. Paradijszaad heeft een zoete en pittige smaak, maar hebben ook een botanische component. Ik krijg altijd een subtiele lavendel en jeneverbes als ik deze specerij gebruik. Na afkoelen tot mijn gist-temperatuur en enten met gist, voegde ik glucoamylase toe. Eerder noemden we "exogene enzymen", dit zijn degenen die je aan je proces toevoegt, in tegenstelling tot "endogene", wat de natuurlijk voorkomende enzymen in je basismouten zouden zijn. Glucoamylase zal doorgaan met het afbreken van de resterende dextrineketens tot vergistbare glucosemoleculen. Met het maisch-schema en het gebruik van de glucoamylase in het gistvat, heb ik het eind soortelijk gewicht tot 1,002 omlaag kunnen krijgen, maar gemiddeld kom ik op 1005. Het bier is licht met een pittige bite op de tong en subtiele botanische aroma's in de neus. Met een begin soortelijk gewicht van 1039 en een eind soortelijk gewicht van 1005 komt dit recept uit op ongeveer 4,5% ABV en 105 calorieën, net mijn doel van 100 calorieën. Indien gewenst, zou ik het eind soortelijk gewicht nog een beetje naar beneden kunnen duwen door een deel van het graan eruit te halen en het te vervangen door 100% fermenteerbare suiker. Begin SG: 1039 Eind SG: 1005 IBU: 20 Alc.: 4,5% Johnathan Wilson & Brian Wolf |
|
| Terug naar overzicht | |
Moderne Porters |
februari 2021 |
Door: Fons Michielsen |
|
|
MODERNE PORTERS Zou er een vraag zijn die vaker wordt gesteld dan: wat is het verschil tussen een stout en een porter? Ik kan er geen bedenken. Maar wat ik wel weet is dat je niet zozeer zou moeten kijken wat het verschil is tussen de ene bierstijl en de andere, maar eerder hoe die bierstijlen zich in de loop van de tijd hebben ontwikkeld. Dat lijkt een vreemde vraag in een brouwwereld die veel belang hecht aan innovatie en nieuwigheidjes; sommigen zullen zeggen dat de bierstijlen van vroeger helemaal niet meer voorkomen. Maar, hoe snel zaken zich ook ontwikkelen, je begrijpt het heden beter als je het verleden kent, ook al ziet het heden er nog zo chaotisch uit. Wat is een Porter? Moderne porters - ik refereer aan de beschrijvingen in de 2015 Beer Judge Certification Program en in de Brewers Association gids van 2020 - worden gekenmerkt door een duidelijk maar niet al te sterk gebrand/donker moutaroma, een matige bitterheid en duidelijk aanwezige esters. De bruine en Baltic porters worden omschreven als zacht, matig en bescheiden in hun gebrand profiel, zelfs als dat aroma best wel flink aanwezig is. Zelfs de Amerikaanse (robuust) porter, die heel dicht tegen het sterke gebrande aan zit, moet niet té bijtend zijn en mag een zekere droogte hebben in de afdronk. Stijl beschrijvingen geven aan dat porters goed kunnen dienen als basis voor moderne aanpassingen zoals rookporters en ouderwetse stroop-en-dropsmaken in porter. Porter is een overlever dankzij deze flexibiliteit en de brede variatie in grondstoffen. Dankzij nieuwe brouwtechnieken die de huidige amateurbrouwers ter beschikking staan kan porter gemakkelijk aan deze huidige tijd worden aangepast zoals ook al eerder is gebeurd. De sub-categorieën die hier en daar beschreven staan in richtlijnen zijn een goed uitgangspunt voor verdere vernieuwingen binnen dit biertype. Mout Gist Hop Ik probeer je niet over te halen om saaie porters te maken hoor. Porters kun je heel goed maken met een subtiel en goed gebalanceerd smaakprofiel maar dat betekent niet dat ze in de richting moeten gaan van een Schwarzbier of een Continental dark lager. Ondanks alle voorgestelde afwijkingen kun je nog steeds een mooi complexe porter maken: je porter is interessant als er een goede balans is tussen complexiteit en bescheidenheid. Water Het brouwproces Ten slotte, als we tijdens het beslag maken iets te warm uitkomen kunnen we de vergisting wat lager laten verlopen. Gebruik de gist onder in het aanbevolen temperatuurtraject en wel om twee redenen. Ten eerste, met al onze pogingen om te voorkomen dat we bier krijgen met een te scherp gebrande smaak zouden we wel eens een bier kunnen overhouden dat té rond is met te weinig scherpe kantjes. En omdat we al een gist hebben gekozen die wat gebalanceerde aroma’s maakt kan het geen kwaad om de vergisting wat kort te houden. Naar mijn ervaring is het gemakkelijker om een complexere gist te gebruiken en daar niet alle aroma volledig te benutten, dan omgekeerd: een simpele gist vragen om wat méér aroma te maken door een warmere vergisting. Ten tweede werkt dit omdat we niet proberen een zo droog mogelijke afdronk te krijgen in het bier. Dat zou eerder een nadeel zijn. Dus laag en langzaam kenmerkt deze vergisting. Josh Weikert |
|
| Terug naar overzicht | |
Ondergisting (n)iets voor ons? |
januari 2007 |
Door: Theo Verschoor |
|
|
ONDERGISTING (N)IETS VOOR ONS? Enige tijd geleden heb ik op de clubavond de vraag gesteld of er leden waren die interesse hadden om gezamenlijk een ondergistend bier te brouwen. Er was niet echt veel enthousiasme, maar een aantal wilde wel een poging wagen. Helaas was ik te laat met het inzenden van dit stukje om het in het clubblad van november te plaatsen, maar bij deze mijn verhaal. Veel mensen denken bij ondergistend bier aan Pils en trekken er dan een vies/afkeurend gezicht bij. Gelukkig zijn er genoeg andere bieren van lage gisting en moeten we een keuze maken wat we gaan brouwen. Als leidraad lijkt mij de Biertypengids van Derek Walsh een goed boek, waarin een aantal lagegistingsbieren staan beschreven met voorbeeldrecepten en een beschrijving wat we van het eindproduct kunnen verwachten. Ook in onze bibliotheek zijn een aantal leuke boeken te vinden over lagerbieren. Al een aantal jaren heb ik geprobeerd een Urtype-pils te brouwen, met wisselende resultaten. Als gist is mij tot nu toe de vloeibare Wyeast het best bevallen, maar tegenwoordig zijn de korrelgisten van steeds betere kwaliteit en kunnen misschien als alternatief dienen. De beste tijd om te gaan brouwen is half december of begin januari, dit i.v.m. de langere vergistingstijd en de lagertijd bij een zo laag mogelijke temperatuur. Mocht de winter dit jaar “normaal” verlopen is het geen probleem om eerder te beginnen. Opwarmen van het gistingsvat kunnen we wel regelen, maar voor koelen moeten we gebruik kunnen maken van de buitentemperatuur. Voor de vergisting gebruik ik het liefst de RVS gamel, omdat deze makkelijker de temperatuur laat corrigeren en het redlijk constant houdt, iets wat het eindproduct zeker ten goede komt. Ik plaats deze op een lege krat in de schuur, met een elektrisch kacheltje eronder om het geheel iets op te warmen, indien nodig.Een slaapzak gebruik ik als extra isolatie. De hoofdvergisting duurt ongeveer 10 tot 15 dagen en vindt plaats bij zo’n 9 tot 13°C en niet hoger om de smaak zo zuiver mogelijk te houden. Als de temperatuur lager wordt is dit voor de smaak geen probleem, maar de vergisting gaat wel langer duren. Als het SG richting 1012 gaat hevel ik het van de gist af en kan de lagering beginnen. Probeer nu de temperatuur zo ver mogelijk onder de 9°C te houden en zo constant mogelijk, hoe kouder hoe beter en een temperatuur van net boven het vriespunt is geen probleem. Het nadeel van een plastic vat vind ik dat het moeilijker op temperatuur te houden is i.v.m. de geleiding van plastic en is het dus zaak de temperatuur vaker te corrigeren tijdens de hoofdgisting als het te koud wordt in de schuur. Om de temperatuur te meten heb ik een thermometer in een fles wodka staan, zodat die steriel genoeg is. Over het vat trek ik plastic folie met een elastiek eromheen om het zo goed mogelijk af te sluiten. Het voordeel van ondergist is dat het vanaf de bodem werkt en niet zo’n grote schuimlaag vormt zodat het vat tot op zo’n 5 à 10 cm onder de rand kan worden gevuld. Het is wel even wennen, want in het begin is er visueel veel minder waarneembaar dan bij bovengist. Wel is het zaak om in het begin te beluchten met een aquariumpompje i.v.m. de groei van de gistkolonie. Na een aantal weken lagering (langer is ook geen probleem, maar het moet ook nog op de fles nalageren) zal het SG niet verder meer dalen en kan er gebotteld worden. Sommige gisten produceren een wat sterke zwavellucht of wat meer diacetyl dan normaal. Het is wenselijk om twee dagen voor het bottelen de temperatuur van het bier langzaam op te laten lopen tot ongeveer 15°C, zodat de geuren sneller verdwijnen en de gist eventueel zijn laatste strijd met de moutsuikers kan aangaan. Ik voeg dan vaak een kleine hoeveelheid suikeroplossing toe van twee suikerklontjes in gekookt water zodat de gist weer actief wordt en zo ben ik er zeker van dat er gist aanwezig is in de fles bij het bottelen. De temperatuur voor de nagisting in de fles probeer ik zo rond de 9°C te houden totdat er een laagje gist op de bodem is ontstaan. Dan gaan de flessen terug in de schuur en laat ik ze zo lang mogelijk koud staan tot ze geheel helder zijn. De meeste lagergisten plakken goed op de bodem zodat het geen probleem is om een mooi helder bier te schenken na een lange tijd wachten. Theo Verschoor |
|
| Terug naar overzicht | |
Op hout gerijpt bier |
januari 2012 |
| Door: anoniem | |
Op hout gerijpt bier
|
|
| Terug naar overzicht | |
Orval |
december 2020 |
Door: Frits Haen |
|
|
ORVAL: EEN ONDERZOEK NAAR TRADITIE, INNOVATIE EN VAKMANSCHAP
Praten over Orval is praten over het water, in het bijzonder de legende van Mathilda van Toscane, die naar verluidt het terrein bezocht had toen ze haar trouwring in een vijver liet vallen. Het werd teruggestuurd, zegt het verhaal (dat ook op het etiket van het bier staat) door een forel, waarop de vrouw riep: "Echt, deze plek is een Val d'Or." Ze besteedde de nodige fondsen om het klooster te helpen bouwen. Wandelen over het terrein van het klooster, dat dateert uit 1070, is een stap terug in de tijd en een nederige ervaring. De gebouwen worden inderdaad elk jaar bezocht door tienduizenden mensen die komen voor reflectie of voor de geschiedenis. De brouwerij is maar een paar keer per jaar open voor bezoekers, andere rondleidingen moeten op afspraak gemaakt worden. De brouwerij heeft minder dan 40 werknemers in dienst en brouwt slechts zes keer per week - vier keer op dinsdag en twee keer op woensdag, zei mijn gids. Vorig jaar produceerde de brouwerij ongeveer 47.500 vaten. In totaal blijft 85% van de geproduceerde Orval in België. De rest wordt verdeeld over de andere landen die het importeren. De brouwer, Anne Francoise Pyparert, weigerde een interview.
Het bier wordt vervolgens op sterkte aangepast, afhankelijk van het land van bestemming (in België wordt het geserveerd met 6,2% alc. en in de Verenigde Staten met 6,9% alc. en gebotteld of in vaten voor lokale consumptie. "Een laatste druppel suiker en een druppel Brettanomyces" wordt aan elke fles toegevoegd voordat deze wordt verzegeld om de fles te bewaren. Orval kan het beste binnen vijf jaar na verpakking worden geconsumeerd en wordt het liefst op keldertemperatuur genoten. In mijn ervaring als verslaggever heb ik gemerkt dat veel Belgische brouwerijen terughoudend zijn in het praten over details over een bier in hun portfolio. Dat een gids bij Orval zo graag veel over het proces en de ingrediënten opgaf, toont aan dat hoewel ze hun vak serieus nemen, ze niet overdreven bezorgd zijn dat het door anderen zal worden nagevolgd. Er is geen proeflokaal in de brouwerij zelf, maar een restaurant op korte loopafstand van de abdij, de A l'Ange Gardien, is de dichtstbijzijnde plaats om een kelk van het bier te drinken en de enige plek om Orval Vert te drinken, de kleinere alcohol-versie van het bier dat voor de monniken wordt gebrouwen. Orval Vert is alleen op de tap verkrijgbaar met 4,2% alc. en wordt geserveerd in een kelk met groene letters in plaats van blauw of goud. Waar traditionele Orval in de loop van de tijd verandert en hoppig kan zijn of barst van sappige fruittonen, of kruidig en leerachtig van de Brettanomyces, is groene Orval pittig, hoppig, met citroenachtige citrus en hooi. Er zijn recepten die zijn geïnspireerd door Orval en die waarschijnlijk grote vreugde kunnen brengen bij de thuisbrouwer, maar er is een sterk argument dat Orval het beste aan de traditie kan worden overgelaten. en, indien mogelijk, genoten bij de bron. Ode aan val d’or Orval schenk je oranjebruin met een grote, rotsachtige schuimkraag. De zeer pittige koolzuurniveaus met een licht zure toon en het kenmerkende Brett-karakter zorgen ervoor dat het bier stekelig aanvoelt op de tong. Orval is droog en heeft weinig hopbitterheid of smaak, hoewel het het enige trappistenbier is dat ge-dryhopt wordt. Dit recept zorgt voor een bier dat lijkt op het Orval-bier dat naar de VS wordt gedistribueerd met een hoger alcoholpercentage. Ingrediënten voor 10 liter bier
Stap voor stap Verwarm 13,5 L water tot 73 °C, roer de geschrote granen erdoor en maisch op 65 °C. Maischen gedurende 60 minuten, verhoog de temperatuur van het graanbed tot 72 °C. Houd 15 minuten vast. Recirculeer totdat het wort helder is en laat het wort naar de ketel stromen. Spoelen met water van 77 °C om ongeveer 14 l op te vangen. Kook het wort 90 minuten en voeg hop toe zoals aangegeven. Voeg gistvoedingsstoffen toe met 15 minuten kooktijd en kandijsiroop aan het einde van de kook. Laat het wort afkoelen tot 15 °C, belucht en voeg de Belgische giststam toe. De vergistingstemperatuur kan langzaam worden verhoogd tot 22 °C om te eindigen. Overhevelen naar lagervat wanneer de actieve gisting is voltooid en voeg Brettanomyces en droge hop toe. Voor het bottelen gedurende 3 weken laten conditioneren op 15 °C. Voor het opdienen 3 weken warm in flessen bewaren. Begin SG: 1.056 Eind SG: 1002 IBU = 33 Alc. Perc. = 6.9% John Holl |
|
| Terug naar overzicht | |
Pastry Stout |
mei 2023 |
Door: Huub Soemers |
|
|
PASTRY STOUT Je moet er op dit moment met de zomer in aantocht natuurlijk nog helemaal niet aan denken! Een moddervette, gitzwarte, mierzoete en zwaar alcoholische stout van ruim 10 %. Maar als je hier komende winter wel van wilt genieten is het hoog tijd om aan de slag te gaan. Vandaar dit artikel uit BYO met bijbehorende recept. Veel succes met het brouwen en neem komende winter gerust een paar flesjes mee naar een van de clubavonden!
Het kan het best worden beschouwd als een speciaalbier met een aantal veelgebruikte kenmerken. Als speciaalbier kan de basisstijl vaak niet worden gedefinieerd als een klassieke stijl, zoals b.v. Imperial Stout. Het is eerder donker en meestal vrij sterk, maar ook zoet, dik en zwaar van alcohol. Vanwege de donkerheid wordt het een Stout genoemd, maar vaak missen de bieren het sterk gebrande karakter dat typisch is voor de meeste Stouts. Het begrip evenwicht is ook moeilijk te definiëren, omdat de essentie van de stijl een bier is met een onevenwichtige zoetheid, dat veel meer zoetheid bevat dan andere bieren. Noch het Beer Judge Certification Program (BJCP), noch de Brewers Association (BA) vermelden Pastry Stout als een benoemde stijl, en geven er de voorkeur aan deze stijl te laten keuren door bestaande specialiteiten en experimentele bierstijlen. (Dit speelt momenteel ook binnen de Nederlandse bierkeurwereld). Ik denk dat dit een weerspiegeling is van het feit dat de bieren sterk kunnen variëren en dat ze zeer ingrediënt gericht zijn. De meest logische plaats om Pastry Stouts in een BJCP competitie te plaatsen zou categorie 30D Special Spice Beer zijn, die het gebruik van spices/kruiden, herbs/specerijen en groenten/vegetables (SHV) bieren toelaat (een basisstijl met een aantal SHV ingrediënten) met toegevoegde suikers, zoetstoffen en onvergistbare suikers. De basisstijlen in deze bieren kunnen flexibel worden gebruikt, zoals het vermelden van een stijlfamilie (bv. "Stout") of het geven van een algemene beschrijving van het bier. Versies waarin geen kruiden worden gebruikt, kunnen worden ondergebracht in 31B Alternatief suikerbier, en versies waarin fruit en kruiden worden gebruikt, in 29C Speciaal fruitbier (waarin een basisbier met fruit en kruiden en extra zoetstoffen is toegestaan). Geschiedenis van de "Pastry Stout De naam Pastry Stout lijkt voor het eerst te zijn gebruikt rond 2017 als een enigszins denigrerende term om deze overdreven zoete bieren te bekritiseren. Maar deze naam bleef hangen en werd feitelijk omarmd door degenen die het bier maakten, tot het punt dat het routinematig op het etiket van commerciële bieren verscheen. Artikelen over de stijl begonnen te verschijnen in 2018 en 2019 en meer brouwers creëren deze variaties op basis van de vraag van klanten en overmatige hyping op sociale media. Sinds die tijd blijft het aantal commerciële brouwerijen die het bier maken nog steeds groeien. Sensorisch profiel De donkere smaken kunnen tonen van koffie, donkere chocolade en cacao hebben, en worden vaak gecombineerd met zeer donkere kristalmout-smaken met karamel, gedroogd of donker fruit en gebrande suiker. Er zijn doorgaans geen sterk gebrande, scherpe, wrange, teerachtige, asachtige of verbrande smaken te proeven. Dit is vergelijkbaar met hoe bieren als black IPA en Schwarzbier donkere mouten en granen gebruiken zonder de genoemde scherpe tonen in het uiteindelijke bier te krijgen. Deze bieren hebben doorgaans veel body en mondgevoel, vaak met zijdeachtige of dextrine kwaliteiten. Het hoge suikergehalte kan ook een zwaarder mondgevoel geven, en kan soms ook iets plakkerigs overkomen, hoewel de alcohol deze indruk meestal compenseert. Het alcoholgehalte is hoog, waardoor het qua sterkte vaak vergelijkbaar is met een Imperial Stout, maar de balans lijkt heel anders omdat de bitterheid meestal vrij beperkt is om de gewenste zoetheid te laten blijven domineren. Brouw ingrediënten en methoden Zetmeelrijke hulpstoffen zoals tarwevlokken, gerst, rogge en haver kunnen worden gebruikt om meer body te krijgen. Suikers kunnen vergistbare soorten zijn (vaak bruine suikers of verschillende siropen die smaken toevoegen) of niet-vergistbare suikers zoals lactose en maltodextrine. Moutextract kan ook worden gebruikt om het begin-SG te verhogen, afhankelijk van het gebruikte brouwsysteem. De hoeveelheid basismout kan wat laag lijken, zo'n 50-70% van de mout, terwijl de speciale mouten en zetmeelrijke toevoegingen zo'n 30-40% kunnen bedragen. Suikers en zoetstoffen komen bovenop deze mout-percentages en kunnen worden toegevoegd tot het gewenste begin-SG is bereikt. Voel je niet beperkt om de basis te zien als een Imperial Stout. Het kan ook worden beschouwd als een zoete Stout of Oatmeal Stout gebrouwen tot een hogere eindsterkte, of zoiets als een Double Brown ale of Imperial Porter als basis. Aangezien de onderliggende stijl niet echt in aanmerking wordt genomen zolang het maar iets donkers is, zou ik me niet te veel zorgen maken over dit deel van de berekening van het uiteindelijke recept. Niet alle suikers zijn even zoet. Lactose is redelijk zoet, maar maltodextrine (technisch gezien geen suiker) is veel minder zoet, maar heeft vaak een Marshmallow-achtig aroma en voegt body toe aan het bier. Eenvoudigere suikers kunnen uitgisten (maar laten rest aroma's achter), maar de onvergistbare suikers blijven zoet. Het maischen gebeurt meestal in één keer. Ik zou bijna willen zeggen dat de beslagtemperatuur er bijna niet toe doet. Omdat de body en zoetheid vaak meer afkomstig zijn van de toevoegingen dan van een hoge beslagtemperatuur en dat een eventueel tekort aan body en zoetheid na het brouwen kan worden aangepast door meer van de in het recept gebruikte onvergistbare zoetstoffen of ‘bodybuilders’ toe te voegen. Als je een hoger alcoholgehalte wilt bereiken, kan dat vaak worden geregeld door toevoeging van vergistbare suikers of moutextracten bij het koken. Ik zou dus zeggen dat je moet maischen op je normale of favoriete maischtemperatuur voor Stouts, iets rond de 66 °Celsius is bijvoorbeeld prima. Hop doet er bijna niet toe, omdat de bitterheid van het bier vaak laag is en het late hopkarakter niet nodig is. Ik zou kiezen voor een hop met een hoog alfazuurpercentage en een relatief zuiver profiel (Magnum of Warrior hop). Ook de gist is meestal een ale-gist die goed tegen alcohol kan zonder veel extra karakter achter te laten. De ale-giststammen van het Chico-type (US West Coast gist die snel vergist en met een zeer zuiver eind aroma) werken goed, net als sommige die in sterkere IPA's worden gebruikt. Ik zou geen Belgische giststammen gebruiken die misschien wel werken in bieren met een hoger alcoholpercentage, maar die fenolen en esters achterlaten die kunnen botsen met je speciale ingrediënten. Je wilt niet dat de hop en de gist de kenmerkende smaken van een Pastry Stout gaan verdringen. Toen ik vorig jaar mijn vriend Michael Tonsmeire en zijn brouwpartner Scott Janish bezocht in hun Sapwood Cellars Brouwerij in Columbia, Maryland, beschreven ze een categorisatiesysteem van speciale ingrediënten dat me erg aansprak. Zij zeiden dat de meeste Pastry Stouts minstens twee of drie van de ongeveer 13 gemeenschappelijke ingrediënten zouden moeten bevatten. Ze zeiden dat bieren vaak ten minste één en maximaal drie van de groep-1 ingrediënten kokosnoot, ahornsiroop, vanille en cacao zouden moeten bevatten. Groep-2 ingrediënten zijn veel voorkomende "afgeleide" van de groep-1 ingrediënten en bevatten ingrediënten zoals pinda, hazelnoot, kaneel, koffie en marshmallow. Ten slotte zijn groep-3 ingrediënten minder gebruikelijk, maar kunnen worden gebruikt voor speciale doelen: Bijvoorbeeld de zoete Graham crackers, banaan, amandel en Oreo-koekjes. Van deze lijst zijn ahornsiroop en marshmallow suikers, banaan is een vrucht, en de rest is gecategoriseerd als SHV-achtige ingrediënten in Beer Judge Certification Program wedstrijden, wat teruggaat naar waarom ik deze stijl vooral zie als een speciaal SHV-bier (SHV staat voor Spices/Specerijen, Herbs/Kruiden en Vegetable/ Planten). Natuurlijke smaken en ingrediënten geven vaak een zuiverder resultaat dan in fabrieken geproduceerde extracten en essences. Sommige commerciële brouwers voegen daadwerkelijk gebak of dessert producten toe aan hun bieren, wat ik een beetje raar vind, maar niet veel meer dan het bier al is. Ik wilde benadrukken dat Pastry-Stouts niet noodzakelijkerwijs echt gebak hoeven te bevatten, maar dat het ook niet verboden is om deze aan het brouwsel toe te voegen. Wanneer gebak wordt gebruikt, wordt dit meestal tijdens de na-vergisting gedaan. De andere ingrediënten worden toegevoegd aan het einde van het koken, in de whirlpool, of aan de koude kant wanneer het bier klaar is met gisten. Sommige ingrediënten hebben baat bij wat warmte, terwijl andere beter smaken zonder warmte. Enig experimenteren is nodig om te zien wat het beste werkt. Ik ben geneigd te kijken naar het gebruik in de reguliere keuken om te helpen beslissen wat ik zelf het eerst zal proberen. Voorbeeld van thuisbrouwen Een van de dingen die ik leuk vond aan het bier is dat het zijn bier-achtige kwaliteiten behield en geen parodie van zichzelf was geworden. Ja, het had een sterk karakter van speciale ingrediënten, maar het leek nog steeds op een echte Stout. Dat kun je zien aan de ingrediënten, waar ze nog steeds een beetje geroosterde-gerst en zwarte-mout gebruiken om de zoetheid wat in balans te brengen. Ze noemen het zelf eigenlijk geen Pastry Stout, maar ze wilden wel dat het iets van die eigenschappen zou hebben zonder iemand in een ‘diabetisch coma’ te sturen. Het recept bevat een mengsel van geroosterde en ongeroosterde kokosnoot (een 50/50-% mix is prima) en gespleten vanillebonen (stokjes). Deze aroma's worden toegevoegd aan het bier nadat de hoofdvergisting is voltooid. Haver zorgt voor de zijdeachtige body van het bier en ondersteunt ook de beschrijving als Imperial Oatmeal Stout. Hun basismout is een mengsel van Maris Otter en Briess 2 rijige gerst en ze gebruiken ook Simpsons kristalmout. Ik heb hun recept aangepast naar de thuisbrouwschaal, en aan de Brew Your Own recept-normen. Dit is een geweldig winterbier, en ik hoop dat jullie er net zo van genieten als ik. Sapwood Cellars' Flaked kloon (Recept voor 19 liter).
Ingrediënten
Stap voor stap Verwarm de oven voor op 175 graden Celsius. Bekleed de bakplaat met bakpapier of een silicone bakmat. Verspreid de kokosvlokken in een gelijkmatige laag op je bakplaat. Rooster de Kokosnootvlokken gedurende 8 tot 10 minuten en roer je kokos telkens even om de 2 minuten om. Wanneer de Kokos gewenste kleur heeft bereikt haal je die uit de oven. Let goed op als de randjes van de kokos begint te kleuren, dan gaat het verdere verloop van het proces erg snel. Laat je niet verrassen! Na de hoofdvergisting de kokosnoot en vanille bonen toevoegen en laat het bier hier minimaal een week op rijpen. Daarna het bier bottelen of op het vat afvullen. Geschreven door Gordon Strong; |
|
| Terug naar overzicht | |
Porter |
januari 2021 |
Door: Christian Bertens |
|
|
PORTER Toen ik recentelijk weer een recept voor een Porter aan het samenstellen was kwam ik onderstaande tekst tegen in het boekje British Real Ale (door Graham Wheeler). Graag wil ik de vertaling van de tekst met u delen, om u meer inzicht te geven in de geschiedenis van Porter. Het is moeilijk, zo niet controversieel, om te proberen om een definitie te geven van een traditionele Porter. Het fenomenale succes van dit bier heeft ervoor gezorgd dat bijna iedere brouwer een eigen versie ervan op de markt bracht. Neem hierbij in overweging dat het succes van dit bier 150 jaar heeft geduurd en het zal duidelijk worden dat dit type genoeg tijd heeft gehad om zichzelf te ontwikkelen. Een achttiende-eeuwse Porter zal dan ook verschillend gesmaakt hebben ten opzichte van een negentiende-eeuwse Porter. Daarnaast moet men bij de definitie van Porter ook rekening houden met de regionale verschillen van de drank. Londen Porter werd beschouwd als de ‘echte’ Porter. De Porter gebrouwen op het platteland leek op de Londen Porter; toch werd de drank hetzelfde genoemd. Moderne Porters lijken waarschijnlijk het meeste op de plattelands Porters van die tijd. De originele (18e-eeuwse) Londense Porter was een mix van ‘mild’ en ‘stale’ bier. De termen ‘mild’ en ‘stale’ zijn echter in de loop der jaren veranderd, maar toentertijd betekende ‘mild’, vers en jong bier dat nog niet gerijpt was. Dit wilde niet zeggen dat het bier licht of zacht van smaak was, noch was het matig gehopt. Mild bier was zwaar, sterk en waarschijnlijk onaangenaam van smaak. Stale, aan de ander kant, betekende het tegenovergestelde. Het betekende dat het bier was opgeslagen, gerijpt en verouderd. Het milde bier was vers, recht uit de brouwerij en was goedkoop. Het stale bier was gerijpt gedurende één a twee jaar totdat het een licht zuurtje had gekregen, een gewaardeerde smaak bij de Londenaren, maar ook veel duurder. Rond 1700 werd de Porter bewust donkerder gemaakt om de drank ‘voller’ te laten lijken. Rond 1800 werd de pale mout (een ongerookte mout) goedkoper dan de bruine mout. Dit kwam door de industriële revolutie, waardoor er rookarme brandstoffen op de markt kwamen die het goedkoper maakten de mout echt te roosteren in plaats van te roken. Hierdoor werd het gebruik van de bruine mout gereduceerd en werd het vervangen door pale en amber mouten, meestal in een 33% mix. In die tijd werd ook de zwarte mout geïntroduceerd. Deze mout zorgde voor een donkere kleur en een bittertje. Door het reduceren van de bruine mout nam ook de rooksmaak in het bier af. Het verzuren van de Porter gebeurde nu voornamelijk in de brouwerij, waarbij tien procent stale vermengd werd met negentig procent mild. Om de originele smaak te behouden werden uiteindelijk de amber mouten weggehaald uit de recepten waardoor het beslag bestond uit pale, bruine en zwarte mout. Aan het begin van de negentiende eeuw werd de Porter als volgt omschreven: “Een kwaliteits-Porter presenteert zich met een perfecte donkerbruine/zwarte kleur, sterke bitterheid, een empyreumatische smaak met een fijn schuimende kop.” Het is hierbij niet duidelijk of empyreumatisch verwijst naar de verbrande of gerookte smaak, waarschijnlijk waren beide smaken behoorlijk aanwezig. Porter vanuit het platteland leek nog steeds niks op de Porter uit Londen. Het is moeilijk specifiek te zijn omdat veel van de technieken varieerden maar het is zeker, dat midden twintigste eeuw het aanzuren was verdwenen uit veel van de Porters. Hierdoor was de Porter gewoon een donker, bitter bier. Het beslag was, net als nu, voornamelijk pale mout met de toevoeging van gekleurde, donkere mouten. Dus de Porters van vandaag zijn niet echt de Porters zoals ze geweest zijn. Ze zijn niet meer gerookt, noch bevatten ze zurige smaken. De Porters van vandaag de dag bevatten Pale, zwarte, bruine en chocolade mout. Hierbij moet gewezen worden naar het verschil in zowel de kwaliteit als de benaming van de oude moutsoorten. Het is dan ook moeilijk een authentieke Londen Porter te maken die smaakt zoals 200 jaar geleden. Daarnaast is het onwaarschijnlijk dat de smaak van de Porter van weleer voldoet aan ons smaakpalet. Campaign for Real Ale (CAMRA) 2009, geschreven door Graham Wheeler |
|
| Terug naar overzicht | |
Russian Imperial Stout |
november 2022 |
Door: Wilfred Bouw |
|
|
RUSSIAN IMPERIAL STOUT
Als basisrecept heb ik het kloonrecept gevolgd van de volgende Basisgegevens Water en brouwzouten Maischschema (dubbele maisch) Hop Gistsoort Overige toevoegingen Aangezien het doel SG niet gehaald leek te gaan worden (10 minuten vóór einde kook was deze 1097), besloten om nog 800 gram Dry Malt Extract (Spray Malt Light) toe te voegen (enige wat ik nog op voorraad had). Uiteindelijk uitgekomen op een start SG van 1124. Vergisting leek te stokken op een SG van 1048. Derhalve geprobeerd om de vergisting opnieuw op gang te krijgen. Gistingsvat voorzichtig rond gezwenkt, wort voorzichtig doorgeroerd met gedesinfecteerde roerspaan en temperatuur een paar graden verhoogd. Geen resultaat. Hierna is de 20 liter eerst verdeeld over 3 batches (1 batch van 10 liter in een mandfles en 2 batches van 5 liter in 2 verschillende gistingsflessen), waarna de vergisting van alleen de 10 liter jongbier (Batch-A, basisbier zonder toevoegingen) is geprobeerd om opnieuw op gang te krijgen. Hiervoor is in eerste instantie een nieuw starter gemaakt van de gistslurry (US-05) onderin de Fermzilla en deze is vervolgens weer toegevoegd aan het jongbier. Geen resultaat. Hierna is op advies een starter gemaakt van de Lallemand Nottingham gist. Jongbier is vervolgens in gedeelten toegevoegd aan de giststarter. Eind SG gemeten vlak vóór bottelen was 1035. De andere twee batches (zonder pogingen om vergisting verder op gang te helpen) zijn als volgt geëindigd: In beide gevallen zijn de in Bourbon geweekte eikenhoutensnippers ca. 2 weken vóór bottelen toegevoegd aan de 5 liter gistingsfles. De snippers zelf zijn voorafgaand minimaal 4 weken geweekt in Heaven Hill Bourbon. Conclusie lijkt te zijn, dat de diverse pogingen om de vergisting verder op gang te helpen, nauwelijks tot geen resultaat hebben gehad. Er zit 1 a 2 SG punten verschil in, maar mogelijk ook veroorzaakt door de verdunning van batch-A met de giststarters. Ook hier weer: geduld is een schone zaak! En ondanks dat ik dit wist, wil je ook weer niet té laat erachter komen dat de vergisting daadwerkelijk gestokt was….. Wilfred Bouw |
|
| Terug naar overzicht | |
Saison, genieten in lente en zomer |
januari 2013 |
| Door: anoniem | |
|
SAISON, GENIETEN IN LENTE EN ZOMER Het beschrijven van een Saison lijkt op het beschrijven van pornografie: je herkent het als je het ziet (of, in dit geval, proeft). Er zijn zoveel kleine verschillen in kleur, sterkte en bitterheid tussen alle Waalse brouwsels dat je niet van dé Saison kunt spreken. Volgens de BJCP (Beer Judge Certification Program, vergelijkbaar met het BKG) is het een speciaal Belgische categorie. Dat is begrijpelijk, maar het legt wel beperkingen op. Mout Hop Gist Recept voor 10 liter Saison Ale
Het brouwproces, stap voor stap Jamil Zainasheff Bron: Brew Your Own, mei/juni 2012, vrij vertaald door Kees Emmen |
|
| Terug naar overzicht | |
Tarwebock, een Duits tarwebier van grote klasse |
mei 2012 |
| Door: anoniem | |
Tarwebock, een Duits tarwebier van grote klasseToen mijn kinderen nog heel klein waren, was een van mijn favoriete bezigheden als ‘papa’ het rondtrekken met Halloween. Ik vond het fantastisch om te zien hoe opgewonden ze werden bij het naderen van een huis en hoe blij ze waren als ze weer snoepgoed kregen. Toen ze nog echt klein waren, liepen we alleen maar het blokje om. Naarmate dat ze opgroeiden werd de ronde groter en groter. En ik maar slepen met snoep, hoeden, jassen, handschoenen, flesjes water, zaklampen en af en toe een uitgeput kind. Het duurde dus niet lang voordat ik een karretje had aangeschaft. De tocht werd daardoor een stuk aangenamer en er bleek bovendien nog plaats in het karretje te zijn voor een Tarwebock. Een Tarwebock is perfect voor de tijd rond Halloween. Het rijke en moutige karakter, het verwarmende van de alcohol en de kruidige en fruitige tonen laat het bier lijken op snoep voor volwassenen, ideaal voor de koudere dagen in de herfst. |
|
| Terug naar overzicht | |
Trappist |
november 2023 |
Door: Fons Michielsen |
|
|
Doe mij maar een Trappistje . . .
Fons Michielsen |
|
| Terug naar overzicht | |
Tripel |
november 2012 |
Door: Frits Haen |
|
TRIPELTripel is een bleek tot goudkleurig bier met een tamelijk hoog begin soortelijk gewicht (1075-1085) en alcoholpercentage (7,5-9,5%). Er zijn drie dingen die het bier bepalen: het is tamelijk droog, goed gehopt en tamelijk veel koolzuur. Er is nogal wat variatie mogelijk onder deze paraplu en Belgische tripels, inclusief bieren als Tripel Karmeliet, zijn kruidig. Hoewel bij de meeste tripels de kruidige noten komen van de gist. Water Pilsmout en suiker Mogelijk andere moutsoorten
Neutrale hop Gist Maischen voor een goede vergistbaarheid Filteren voor extract Flink koken Begeleid je vergisting Geniet er van Oostmalle Tripel Maisch gedurende 45 minuten op 60 °C. Verhoog daarna de temperatuur tot 67 °C en houd dat 30 minuten aan. Afmaischen op 76 °C. Begin SG: 1080 Eind SG: 1011 IBU: 34 Alc.: 9,0% Chris Colby Bron: Brew Your Own, mei-juni 2012, vertaald en bewerkt door Frits Haen |
|
| Terug naar overzicht | |
Tripel Karmeliet |
november 2020 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door: Huub Soemers |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
TRIPEL KARMELIET Een tijdje geleden ontving het bestuur een vraag van Ger Daverveld over het brouwen van Tripel Karmeliet. Het was de bedoeling om deze vraag te stellen tijdens ons gebruikelijke vragenhalfuurtje op de clubavond, maar ook hier gooide het beruchte virus roet in het eten. Hieronder de letterlijke tekst van de vraag: Graag wil ik u een vraag voor leggen voor de vragenronde van de eerstvolgende clubavond. Zoals velen van jullie wel weten, brouwen Manus van Bommel, Marc Emmen en ik samen ons biertje. Op de planning staat een Karmeliet. Hierin zit o.a. gemoute tarwe en gemoute haver. We hadden enige discussie over het volgende, waar tevens mijn vraag uit voort komt: Waarom kiest men voor gemoute tarwe en haver? De grootste hoeveelheid van de ingrediënten is pilsmout. Hierin is een overmaat aan enzymen voorhanden om het zetmeel af te breken tot vergistbare suikers. Waarom zou je geen groene Haver en groene tarwe in het recept gebruiken. Mouten voor haver en tarwe lijkt mij overbodig. De omzetting vindt toch wel plaats door de overmaat aan enzymen van de pilsmout. Het leek het bestuur wel leuk om eens te informeren hoe onze leden hierover denken. Op internet wordt momenteel ook regelmatig over het klonen van dit bier gediscussieerd. Er zijn behoorlijk veel meningen te lezen. Dikwijls over het gebruik van gemoute en ongemoute granen, de hopsoorten, maar ook over het aantal kruiden. Koriander wordt vaak genoemd maar soms gebruikt men ook Kardemon! Hieronder een recept van het MTG wat ik op internet vond. Hierin worden maar 3 graansoorten gebruikt, terwijl in de beschrijving van Wikipedia 6 graansoorten genoemd worden. Ook de gekozen hopsoorten zijn anders dan ik tijdens een van onze Roerstokexcursies bij brouwerij Bosteels daar hoorde. Volgens mij werd daar verteld dat men Cascade-hop in de Karmeliet gebruikt. Genoeg stof dus voor een flinke discussie! Hierbij roep ik iedereen dan ook op om jouw favoriete recept van Tripel Karmeliet naar de redactie (redactie@roerstok.nl) op te sturen. Die gaan daarmee aan de slag en komen binnenkort terug met een samenvatting en het “perfecte recept”!!!! Huub Soemers Maar eerst wat meer bijzonderheden over dit heerlijke bier, volgens Wikipedia. Smaak Geschiedenis Beste ter wereld
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Terug naar overzicht | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Viking ale |
januari 2011 |
Door: Gerrie Hage |
|
VIKING ALE |
|
| Terug naar overzicht | |
Wie houdt er niet van Rosébier?! |
november 2021 |
Door: Fons Michielsen |
|
|
WIE HOUDT ER NOU NIET VAN ROSÉ-BIER?!?! Oké, misschien een beetje een uitdagende titel. Maar het is wel interessant, ook al houd je niet van rosé-bier. Traditioneel wordt bier gemaakt met mout, water, hop en gist. En daar kun je nog een hoop aan toevoegen, zoals suiker, chocolade, drop, gember, gagel, zoethout, kardemom, sinaasappelschil, anijs, nou ja, vul maar in. Maar ook al heel lang worden er bieren gemaakt met toegevoegd fruit. Een oud voorbeeld is Kriek Lambiek: een lambiek die een paar maanden op kersen ligt, waardoor de kersensmaak in het bier trekt. En ja, tegenwoordig is er ook rosé-bier. Dat is ongetwijfeld bier met wat (rood) fruit of iets wat daar op lijkt. En eerlijk gezegd, ik vind dat ook wel lekker – op een warme zomerdag. En niet dat ik nu meteen dacht: dat ga ik ook maken. Maar ik vroeg me altijd wel af hoe je dat nou moet doen en wat er gebeurt. Ik wist al wel dat je het fruit toevoegt aan het einde van de vergisting en dat je dan de suikers uit het fruit de kans geeft om vergist te worden. Maar ik dacht: krijg je dan een bommetje in je fles of wat? Géén idee! Een tijdje geleden stond er een artikeltje in Brew Your Own, geschreven door Mick Spencer. In dat artikel beschrijft hij wat er gebeurt als je fruit toevoegt aan bier en toen werd het me allemaal helemaal duidelijk. Maar hij deed dat met een paar bladzijden boordevol rekenformules. Heel interessant als je er van houdt, maar eigenlijk is het niet te lezen. Maar voor amateurbrouwers is het toch leuk om te weten hoe je nou een fruitbier moet maken. Ik heb dat artikel wel vertaald en het staat op onze website maar het is nog steeds niet om dóór te komen. Daarom ga ik proberen om het op een andere manier uit te leggen. Allereerst de samenvatting van mijn verhaal:
Wat is het probleem? Eigenlijk wil je weten waar je uitkomt met je alcoholgehalte. En om dat te kunnen berekenen moet je twee dingen weten: wat is het begin s.g. en wat is het eind s.g. van het mengsel bier + fruit(sap). Bier:
Fruit(sap):
De oplossing Dit gaat nog redelijk gemakkelijk. Maar om het eind s.g. van het fruit te weten te komen moeten we even wat meer moeite doen. Zo gauw we dat weten kunnen we het “mengen” met het eind s.g. van ons basisbier, bijvoorbeeld het weizen, en dan weten we wat het eind s.g. van het mengsel moet worden. Dat is wel gemakkelijk, want dan kun je
Van die oplossing moeten we weten hoeveel koolhydraten er in zitten (dat zijn grote en kleine suikers) en welk deel daarvan vergistbaar is (dat zijn de kleine suikers). Op internet kun je voor elk fruit vinden hoeveel water er (gemiddeld) in zit, hoeveel koolhydraten er in zitten en hoeveel suiker er in zit. Het begin s.g. wordt alleen bepaald door de oplossing, dus door het water met alle koolhydraten (de grote of niet-vergistbare suikers en de kleine, of wél-vergistbare suikers). Het is niet gezegd dat alle kleine suikers, die vergist kunnen worden, ook écht vergist worden. En er zitten niet alleen (grote en kleine) suikers in oplossing, maar ook andere stoffen. Afijn, dat is allemaal werk voor het rekenprogramma. Maar als je in het rekenprogramma het watergehalte invult en het gehalte aan koolhydraten en het gehalte aan suikers dan wordt vanzelf het eind s.g. van het fruit uitgerekend. Dat getal wordt niet zichtbaar in het rekenprogramma. Er wordt meteen berekend wat het eind s.g. is van het mengsel van fruit en bier, dus van het fruitbier. En daarmee wordt ook het alcoholgehalte berekend van het fruitbier. Conclusie Fons Michielsen |
|
| Terug naar overzicht | |
Wil je een betere body? |
juni 2011 |
Door: Frits Haen |
|
Wil je een betere body?Ben maar niet bang dat ik het ga hebben over verschillende vormen van dieet om een beter figuur te krijgen. Ik wil het alleen maar hebben op welke manier je jouw bier meer kracht kunt geven. Body, ofwel mondgevoel zoals het meestal genoemd wordt, is moeilijk te omschrijven maar het valt wel op als het niet in je bier zit. Een bier dat geen mondgevoel heeft is niet in balans of “dun”, dikwijls met een smaak die de andere smaken overheerst. Als je bijvoorbeeld een flink gehopte pale ale hebt met te weinig body proef je alleen de hopbitterheid en niets anders. Zo’n bier is niet complex en je proeft geen andere smaken als het door je mond en je keel gaat. De temperatuurbenadering Hoe krijg je nu voldoende mondgevoel in je bier? De makkelijkste manier is het variëren van je maischtemperatuur. De twee belangrijkste enzymen die invloed hebben op je bier bij het maischen zijn de alfa- en de beta-amylase. Waarbij de beta-amylase het meest effect heeft op de vergistbaarheid van het wort. Maar dit enzym verliest zijn activiteit als de maischtemperatuur boven 65 °C komt, dus hoe hoger je maischtemperatuur hoe lager de vergistbaarheid van je wort. Een lagere vergistbaarheid betekent meer dextrinen in je wort. Dextrinen zijn suikers met een hoger moleculair gewicht dan vergistbare suikers zoals glucose of maltose en ze verhogen de viscositeit van bier, maar ook het mondgevoel. Dus als je bier een beetje dun is verhoog de maischtemperatuur dan met 1-2 °C. Als je nog niet tevreden bent verhoog dan de temperatuur in je volgende maisch, maar ga niet hoger dan 69-70 °C, want het wort bevat dan teveel onvergistbare suikers en zal resulteren in een zoet bier met weinig alcohol. Ik raad deze methode altijd eerst aan voordat je andere manieren probeert om meer body te krijgen in je bier.
De speciale moutbenadering De “standaard” manier om meer body in je bier te krijgen is het gebruik van caramout, meestal tot 10-15% van de totale storting. Ik zeg standaard, omdat er veel recepten zijn die daar van afwijken. Het thuisbrouwen begon in de jaren 1970 en 1980 en was gebaseerd op de Engelse brouwpraktijk. En de enige speciale mouten die Engelse brouwers gebruikten waren caramout en geroosterde moutsoorten als zwarte mout en chocolademout. Wat is daar mis mee? Caramout is nuttig en ik gebruik het vaak als enige speciale mout naast de basismout. Maar als ik op zoek ben naar iets meer dan alleen de zoetheid van caramel en meer body en complexiteit in mijn bier dan gebruik ik speciale mouten. Toen de Amerikaanse amateurbrouwwereld volwassen werd keken de brouwers en mouters voor inspiratie naar andere brouwnaties, zoals Duitsland en België. En al snel kwam een heel nieuwe range speciale mouten beschikbaar. Sommige soorten, zoals rookmout, haver en tarwemout hebben tamelijk speciale toepassingen. Andere hebben een veel bredere toepassing en kunnen gebruikt worden in een hele reeks bieren. Om wat onderscheid te kunnen maken tussen de verschillende moutsoorten heb ik ze ingedeeld in een zeer subjectieve en karakteristieke classificatie. Ik heb ze gesplitst in wat ik noem “toevoegende” en “vervangende” moutsoorten. De eerste soort zijn die mouten die geen enzymen hebben, zoals zwarte mout, chocolademout, geroosterde gerst en caramout die in relatief kleine hoeveelheden worden toegevoegd (5-15 % van de storting). Ze worden meestal toegevoegd om een specifieke smaak aan het bier te geven. Ze worden toegevoegd aan een storting van basismout, zoals pilsmout of palemout. Ze geven meestal sterke smaken, met uitzondering van de lichtgeëeste caramouten. Wat ik vervangende moutsoorten noem zijn te verdelen in twee subgroepen. De eerste soort bevat een behoorlijke hoeveelheid enzymen en kan genoeg vergistbare suikers geven, zodat ze gebruikt kunnen worden als vervangers van basis (pils-)mout. Dit zijn mouten zoals Munich-, Vienna- en mild alemout. Roggemout behoort hier ook bij, maar kan in mindere hoeveelheden gebruikt worden omdat het sterker van smaak is. De tweede soort bevat kleinere hoeveelheden of geen enzymen, zodat ze alleen in kleine hoeveelheden aan de basismout kunnen worden toegevoegd. De hoeveelheid is afhankelijk van de rest van de storting, maar is nooit meer dan 20% van het totaal. Dit zijn mouten die geen al te sterke smaak hebben, zoals amber, Special B en Caravienne. Deze moutsoorten versterken de body door het toevoegen van subtiele caramel-, geroosterde en biscuit smaken, zonder veel zoetheid toe te voegen. Donkere mouten passen in deze categorie door het gebrek aan enzymen en de geringe hoeveelheden die toegevoegd kunnen worden, maar hebben een wat sterkere smaak. Alle toevoegende moutsoorten zijn sterker geëest dan pils-of palemout en hiermee moet rekening worden gehouden bij het samenstellen van het recept. Ik gebruik niet al deze moutsoorten, maar alleen die waarvan ik gemerkt heb dat ze bijdragen aan de body van het bier door het geven van een geroosterde-, nootachtige- en caramelsmaak. Meestal zijn dat munich, Vienna, Victory en Special B voor lichte en lichtgekleurde bieren en bruine en ambermout voor donkere bieren. De laatste twee kunnen ook gebruikt worden in porters en stouts. Bij een stout, behalve bij de droge versie, kun je tot 30% van de storting gebruik maken van ambermout. Bruine mout heeft een sterkere smaak en kan ook gebruikt worden voor stout, met een maximum van 15-20%. Bruine mout doet het ook goed in porters. Er zijn twee belangrijke punten waar je rekening mee moet houden. Ten eerste dat de tegenwoordig gebruikte mout anders gemaakt wordt dan de dan de originele mout voor de porters in de 18e eeuw. Het tweede is dat het geen enzymen bevat, maar wel een behoorlijke hoeveelheid zetmeel. We hebben tot 50% van de storting bruine mout gebruikt, maar dat gaf een sterke, bijna metaalachtige smaak, die niet iedereen echt aangenaam vindt. Ik heb het ook geprobeerd met een combinatie van 33% elk met pilsmout, ambermout en bruine mout, wat een populair recept was voor een porter in de late 18e eeuw en het begin van de 19e eeuw. Het resulteerde in een meer uitgesproken smaak dan je in een bruine porter zou verwachten. Het is moeilijk deze smaak te omschrijven, omdat het niet overeenkomt met een smaak die ik ergens anders van ken. Om kort te gaan: het gebruik van bruine mout en ambermout gaf een belangrijke toevoeging van body en mondgevoel van het bier. Voor een robust porter moet je wat (tot 5%) hoog-geroosterde mout (meestal zwarte mout) toevoegen, maar het bier is gebaat bij de toevoeging van wat bruine mout aan de lichte basismout. Maar je moet niet overdrijven; 10-15% van het totaal is genoeg.
Een voorbeeld Laten we ook eens kijken naar de andere speciale mouten. Je was misschien verbaasd dat de mild alemout hierbij staat. Mild alemout is toch voor bruine bieren en niet voor lichtgekleurde bieren? Mild alemout is 12 EBC en is donker in vergelijking tot de 3-4 EBC van de meeste lichte mouten. Maar we zijn niet op zoek naar vervangende lichte moutsoorten, maar naar een manier om meer body in ons bier te krijgen. Een verhouding 80:20 van lichte mout en mild alemout zal de kleur van het bier niet sterk beïnvloeden en geeft het wat caramelsmaak. Een dergelijk mengsel geeft ook volledige omzetting van het zetmeel en heeft geen invloed op de vergistbaarheid. Voor de andere moutsoorten die ik genoemd heb, munich, Vienna, Victory en Special B geldt hetzelfde. Er zijn veel combinaties mogelijk met lichte mout afhankelijk van het type bier wat je wilt brouwen. Ieder jaar brouwen we een IPA ter gelegenheid van mijn verjaardag. Dit jaar wilden we een bier met 7,3% alcohol en een bitterheid van 73 IBU en we wilden wat body om dit in balans te krijgen. De storting bestond uit: Pilsmout 32,5% Palemout 23,7% Munichmout 17,8% Caramout 100 EBC 6,5% Victorymout 6,5% Roggemout 6,5% Special B 6,5%
En hoe pakte dat uit? Heel goed, de combinatie van mouten werkte precies zoals we hoopten voor dit bier. Het had veel body en alle geroosterde-, caramel-, nootachtige- en biscuitsmaken die je zou willen hebben. Het was ook goed in balans ondanks de hoge hopbitterheid en het alcoholvolume. De Special B mout was een vervanger voor de Viennamout die we in eerdere brouwsels hadden gebruikt. Het gaf een mooie warme roodachtige gloed aan het bier, hoewel de kleur een beetje te donker was voor een echte IPA. Een ander voorbeeld wat we gebrouwen hebben was tamelijk laag in alcohol (ongeveer 4%) en moest lijken op een IPA met zijn moutsmaak en body, maar ook met zijn hopkarakter en bitterheid. We besloten dat een goede verhouding zou zijn van 1:1:1 met munich, Vienna en Victory mout en brouwden het (zie onderstaand recept).
Body door de brouwer Ik heb het gehad over manieren om meer body te krijgen door te spelen met de moutsoorten die je gebruikt. Ik heb het niet gehad over het gebruik van verschillende gistsoorten. Ook heb ik het niet gehad over het gebruik van moutextracten. Maar mijn doel was om je verder te laten denken dan pilsmout met wat caramout en een beetje zwarte mout. Goed geïnformeerd zijn is de sleutel tot het brouwen van goede en onderscheidende bieren.
Small IPA Ingediënten voor 10 liter bier: 850 gram munichmout 850 gram Viennamout 600 gram Victorymout 12 gram Simcoe hoppellets 12% alfazuur (90 minuten koken) 15 gram Saaz hoppellets 2,9% alfazuur (0 minuten koken) 15 gram Saaz hoppellets 2,9% alfazuur (dry-hop) White Labs WLP 002 (English Ale) gist
Gebruik een eentemperatuursmaisch op 67-68 °C gedurende 1 uur. 90 minuten koken. Giststarter toevoegen en 3-5 dagen vergisten. Dan overhevelen en de Saazhop toevoegen aan het lagervat. Na 7-14 dagen bottelen met 3 gram bottelsuiker per liter. Begin SG: 1045 Eind SG: 1013 Alc.: 4,1% IBU: 35 Terry Foster Bron: Brew Your Own, oktober 2010, vertaald en bewerkt door Frits Haen |
|
| Terug naar overzicht | |
Witbier |
april 2021 |
Door: Huub Soemers |
|
|
WITBIER Wat nu bekend staat als Belgisch witbier, is definitief terug te voeren op het werk van één man, Pierre Celis. Zijn populariteit is waarschijnlijk meer te danken aan het feit dat Celis de brouwerij en het merk verkocht aan Interbrew (nu AB InBev) die het zwaar promootte en ondersteunde. Hoewel sommige brouwerijen beweren dat er een verband is met de Middeleeuwen, is dat niet zeker. Wel zeker is, dat deze bierstijl ooit is gestorven en later opnieuw uitgevonden in de tweede helft van de 20e eeuw. Vóór de dagen van de hazy IPA's was witbier een van de weinige opzettelijk troebele bierstijlen die werden geproduceerd. Door het gebruik van ongemoute tarwe en de middeleeuwse erfenis werd het vaak beschreven als een bier met een ingewikkeld maisch-schema dat moeilijk te produceren was. Het gebruik van zeldzame of mogelijk geheime specerijen maakte het bier nog mystieker. Evenals het feit dat het een beetje gevoelig kon zijn en onderhevig aan verzuring betekende dat het moeilijker was dit bier te brouwen. Toch werd het heel populair bij thuisbrouwers die altijd wel in zijn voor een uitdaging. Wheatbeer, tarwebier heet witbier in het Vlaams (Nederlands) en is ook bekend onder zijn Franse naam met dezelfde betekenis, bière blanche. Belgisch wit is dus een aanvaardbare vertaling, en veel consumenten noemen het gewoon kortweg ene Witte. Wit verwijst zowel naar de kleur van het bier als naar het feit dat er tarwe in verwerkt is, wat wittere bieren oplevert dan bieren op basis van enkel gerst (vaak rode bieren genoemd). De reflecterende "glans" van een witbier versterkt gewoon zijn witheid zonder dat je hoeft te vragen om met de kastelein te spreken. Het Beer Judge Certification Program (BJCP) groepeert witbier in categorie 24, Belgische bieren, samen met Belgische Pale Ale en Bière de Garde (technisch gezien een bier van Franse origine). Het gaat meestal om relatief evenwichtige, niet-zure bieren met een standaard sterkte en zonder agressief gistkarakter. Er zijn andere stijlcategorieën voor bier met een hoger alcoholgehalte, zuur bier, en bieren van het type dat afkomstig is uit kloosters. Witbier is stijl 24A in de stijlrichtlijnen. Witbier Geschiedenis Deze drie "witte" bieren waren allemaal verschillend, waarbij het Leuvense type bier vrij populair was. Peeterman werd beschreven als een donkerder bier dat calciumhydroxide bevatte en waarbij een langere kooktijd werd gebruikt om het wort donkerder te maken. Hoegaarden werd beschreven als lokaal en rustiek. Brouwprofessor Jean de Clerck stelde vast dat ze vaak besmet waren met Lactobacillus en een wisselende zurigheid hadden. De Clerck's A Textbook of Brewing uit 1958 vermeldt de stijlen slechts kort als "oud type," "zeer verouderd," en "uiterst gecompliceerd". Brouwerij Hoegaarden beweert dat het bier voor het eerst in 1445 werd gebrouwen door plaatselijke monniken, maar dit is niet dezelfde brouwerij en niet hetzelfde recept als vandaag de dag wordt gebruikt. Al deze stijlen stierven uit vóór het moderne ambachtelijke tijdperk. Het waren allemaal vrij populaire verfrissende zomerbieren voordat de Eerste Wereldoorlog de tarwebevoorrading in Europa onderbrak. De laatste brouwerij die het Hoegaarden-type produceerde, was brouwerij Tomsin in België, die haar deuren sloot in 1957. Maar er is wel een duidelijk verband met de oudere stijlen, want de wedergeboorte van het witbier is goed gedocumenteerd. Pierre Celis, een melkboer van beroep, werkte bij brouwerij Tomsin en brouwde in 1966 het witbier later opnieuw in zijn woonplaats Hoegaarden. De boeken van Michael Jackson beschrijven deze gebeurtenissen in levendige details. Zijn Great Beers of Belgium wijdt zelfs een heel hoofdstuk aan deze bierstijl. Celis opende brouwerij De Kluis in dat jaar en begon een witbier te produceren dat Hoegaarden heette, naar de gelijknamige stad. Deze kleine stad met enkele duizenden inwoners telde in het midden van de jaren 1700 ongeveer 30 brouwerijen, maar nog maar slechts zes brouwerijen vlak vóór de Eerste Wereldoorlog. Nadat hij de brouwerij in de jaren zeventig/tachtig flink had uitgebreid verkocht Celis later (vlak na een grote brand in de brouwerij) het merk in 1985 aan Interbrew,. De marketingkracht van dit concern leidde tot de brede beschikbaarheid en populariteit van dit bier. Pierre Celis richtte later in 1992 de Celis Brewery op in Austin, Texas, om eenzelfde stijl witbier te produceren in Amerika. Aangezien Interbrew in de tussentijd het recept aanzienlijk had gewijzigd, brouwde hij zijn originele versie. Celis verkocht zijn brouwerij uiteindelijk in 2000 aan Miller, die de brouwerij in 2001 sloot. Miller verkocht het merk later aan Michigan Brewing, dat in 2011 failliet ging. Een nieuwe Celis brouwerij gerund door Pierre Celis zijn dochter Christine Celis heropende in Austin in 2017. Het verhaal van zakelijke transacties met grote "partners" uit de industrie is een triest verhaal voor de oorspronkelijke moderne versie van het bier, maar het diende wel als inspiratie voor veel imitaties van dit witbier. De stijl werd dus herboren en leeft nog steeds voort, maar de geschiedenis is niet bepaald aaneengesloten. De moderne versies mogen niet worden beschouwd als overgebleven voorbeelden van middeleeuwse brouwsels, ondanks enkele vage verbanden. Pierre Celis heeft wel overlegd met de St. Bernardus brouwerij om hun versie van witbier te creëren in Watou, België. Brouwerij van Steenberge brouwt ook Celis White voor de Belgische markt. Het moderne Hoegaarden is duidelijk een product van de grote industrie, geen ambachtelijk bier van een kleine stad. Pierre Rajote schreef in 1992 in het Belgian Ales stijlboek dat er in de jaren tachtig slechts twee brouwerijen waren die het bier brouwden, maar dat er tegen 1990 meer dan 20 merken Belgisch witbier waren. Hij beschreef dat het bier van oudsher uit Leuven komt, maar nu in heel België wordt geproduceerd. Het raadplegen van verschillende referenties op verschillende tijdstippen toont op een bepaalde manier verschillende momentopnames uit de geschiedenis die samen een verhaal kunnen vertellen. Sensorisch profiel Door de ongemoute granen heeft het bier de neiging een matige body te hebben. De combinatie van body en droogheid, samen met het hoge koolzuurgehalte, leidt tot een verfrissend karakter zonder dun over te komen. De hoge koolzuurgraad en het hoge eiwitgehalte van het bier zorgen voor een zeer rotsachtige, romige schuimkraag. De kleur van het bier is zeer bleek, strogeel tot lichtgeel, maar de troebelheid geeft het bier een wittere aanblik. De tarwe en gerst geven het bier een licht broodachtige smaak, maar vaak met een licht honingzoete nasmaak. Met een alcoholpercentage van ongeveer 5% is dit een standaardbier dat geen sterke smaken of merkbare alcohol heeft. In oudere versies van deze stijl wordt melding gemaakt van een melkzure smaak, hoewel het niet duidelijk is of dit opzettelijk is gebeurd. De oudere productiemethoden zouden hiervan de oorzaak kunnen zijn, en velen merken op dat het bier het beste vers gedronken kan worden. Sommige bronnen vermelden dat het bier werd gepasteuriseerd om dit zure karakter te voorkomen, dus ik ben geneigd te denken dat het een onbedoeld rustiek element was dat destijds gewoon soms voorkwam. Een droog, laag bitterheid, bier met een hoog koolzuurgehalte, heeft geen zuurheid nodig om het verfrissend te maken. Een lichte wrangheid is toegestaan vanwege het historische karakter, maar maakt niet echt deel uit van de moderne stijl. Ingrediënten en brouwmethodes De koriander en de sinaasappelschil zijn zeer aromatisch, dus gebruik ze laat in het kookproces of aan het eind van het koken. Vermijd te lange contacttijden om te voorkomen dat de specerijen te veel wrange eigenschappen krijgen, want die zijn niet wenselijk in het eindprofiel van een witbier. Sommigen experimenteren met verschillende soorten Citrus- of sinaasappelsoorten, en ook met koriander van verschillende oorsprong (Marokkaans versus Indiaas). Deze experimenten zijn interessant, maar denk aan het klassieke profiel als referentie. Curaçao sinaasappelschil is altijd gedroogd, nooit vers. Als je verse citrusschillen gebruikt, zorg er dan voor dat je het witte merg aan de binnenkant van de schil niet gebruikt. Dit maakt het bier ook onnodig bitter. De gistenEr zijn verschillende Belgische witbiergiststammen verkrijgbaar.
Deze bovenstaande gisten behoren tot de vloeibare stammen, terwijl Fermentis Safe-Ale T-58 en Mangrove Jack's M21 (Belgian Wit) als gedroogde stammen kunnen worden gebruikt. Het water in de omgeving van de Hoegaarden wordt beschreven als hard en kalkrijk. Ik vind het Hoegaardenbier geen mineraal profiel hebben, dus ik denk dat je hier enige speelruimte hebt. Voorbeeld van eigen brouwsel Recept Gordon Strong's Witbier
Stap voor Stap Tips voor succes: Geschr. door Gordon Strong, vertaald en bewerkt door Huub Soemers. BYO; maart-april 2021 |
|
| Terug naar overzicht | |
Zuurbier |
juni 2021 |
Door: Jacques Bertens |
|
|
BERTENS BLIK IN DE BROUWKETEL
De juiste gist Een paar maanden geleden heb ik uitgelegd, hoe je een zuur bier kunt brouwen met Fermentis SafSour LP-652 door middel van “kettle souring”. Je laat daarbij het wort voorafgaand aan het koken verzuren door melkzuurbacteriën. Ik heb toen ook aangestipt dat er nog een andere manier is om zure bieren te brouwen. Een heel eenvoudige manier zelfs. Het enige wat je daarvoor hoeft te doen is een nieuwe gist van Lallemand te gebruiken met de naam Philly Sour. Het is een afwijkende gist omdat het geen saccharomyces gist is. Niet eerder heeft Lallemand een niet- saccharomyces gist op de markt gebracht. Voor degenen die het niet weten Lallemand is een Canadees bedrijf dat veel verschillende gisten produceert. Philly Sour is door Lallemand ontwikkeld in nauwe samenwerking met de universiteit van Philadelphia. Volgens de ontwikkelaars is de gist in de achtertuin van de universiteit gevangen. Men was namelijk op zoek naar gisten met unieke eigenschappen. Er zijn heel veel wilde gisten gevangen. Het was zoeken naar een speld in een hooiberg. Door het maken van proefbrouwsels is gekeken van de brouweigenschappen van de gisten. Productie De gist is vervolgens in productie genomen door Lallemand. Dat is fijn voor ons hobbybrouwers omdat het werken met een gedroogde gist veel handiger is dan met vloeibare gist. Dit geldt vooral voor het doseren van gist. Overigens heeft het doseren van gist een grotere invloed op de smaak van je bier dan vaak gedacht wordt. Achteloos wordt er vaak een zakje gist bij het bier gedaan terwijl ¾ zakje of 1,5 zakje veel beter zou zijn geweest. Vaak wordt ook geen aandacht besteed aan het feit dat niet alle zakjes evenveel gist bevatten. Zoals ik hierna uitleg is ook bij het gebruik van Philly Sour de dosering van groot belang. . . . . .... Ook het bewaren van gedroogde gist is veel handiger dan bij vloeibare gist en je hoeft geen giststarter te maken. Hydrateren is ook niet nodig. Gewoon over het wort strooien volstaat. Er zitten in een verpakking gedroogde gist meer gistcellen dan in een verpakking vloeibare gist. Als je gistcellen te kort komt voeg je een tweede verpakking toe. Korrelgist is veel goedkoper dan vloeibare gist. Het mooie is dat er steeds meer gedroogde gisten beschikbaar zijn. Als je meer gist nodig hebt kun je eenvoudig meerdere verpakkingen toevoegen. Dat heeft de voorkeur boven het maken van een giststarter met korrelgist omdat je dan nooit weet hoeveel gistcellen er precies bijgekomen zijn. Ook loop je het risico dat de gist geen voeding meer heeft als je een te kleine starter maakt en de starter helemaal laat uitgisten. Het gevolg daarvan is dat de gist gaat interen op zijn reservestoffen waardoor deze zich juist minder goed vermenigvuldigd. In het wild gevangen In de achtertuin van de Universiteit (om precies te zijn in een park behorende bij een begraafplaats 😊) zijn dus meerdere wilde gisten gevangen (een kleine duizend). Onder deze wilde gisten waren veel gisten die hele vervelende smaken aan bier geven. Er waren er zelfs bij waarvan je ziek wordt. Het is niet voor niets dat je moet oppassen voor infecties met wilde gisten. Uiteindelijk is er voor gekozen om één stam in productie te brengen. Deze stam heeft meerdere positieve eigenschappen: Vergisting Typerend voor de vergisting met Philly Sour is, dat de pH aan het begin van de vergisting snel daalt waarbij eenvoudige suikers worden om gezet in melkzuur. Pas daarna worden maltose en maltotriose door de gist verbruikt voor de alcoholproductie. Naast ethanol wordt ook een redelijke hoeveelheid glycerol gevormd. En dat is een fijne bijkomstigheid omdat glycerol bijdraagt aan de volmondigheid van een bier. Als je een iSpindel. TILT, of een BrewBrain Float hebt, zoals ik, dan kun je het verloop van de vergisting volgen. Bij gebruik van Philly Sour zie je dat vergisting langzaam op gang komt, dan volgt een periode dat de vergisting langzaam verloopt en dat daarna het SG sneller daalt. De hoeveelheid Philly Sour die je ent heeft grote invloed op de pH-waarde van het uiteindelijke bier. Zowel onder-enten als over-enten zorgt er voor dat de pH relatief hoog is. De laatste pH-waarde krijg je als je per liter wort (SG 1050) tussen de 1 en 1,5 gram gist ent. Omdat Philly Sour eenvoudige suiker omzet in melkzuur heeft ook het toevoegen van glucose een invloed op de pH en de smaak die de gist geeft. Door de glucosegift krijg een verdere daling van de pH. Bij een volmout wort krijg je esters met een rode appel/ciderachtig aroma. Een wort met glucose geeft meer esters met een steenvruchten-/perzikaroma. Je kunt de smaak van het bier ook beïnvloeden via je maischschema. Als je stuurt op meer vergistbare suikers zal de pH meer dalen.
Naast het webinar van Lallemand heeft ook “Bryan”, een microbioloog en hobbybrouwer, interessante informatie gedeeld op het internet. Hij heeft een artikel geschreven met als titel: -de Roerstok, juni 2021- In het artikel staan een aantal grafieken die zo helder zijn dat ik ze niet nader toelicht. Wel wijs ik erop dat de gist snel afsterft en dat daarom overhevelen aan te bevelen is zodra de hoofdgisting is afgerond. In februari van dit jaar heb ik een bier gebrouwen met Philly Sour. Het was een vrij eenvoudig recept met 82,5% pilsmout, 12,5% pale mout en 5% carabelge mout. De gebruikte hoppen zijn Lemondrop, Citra en Ekuanot. Dat zijn hopsoorten die naar mijn idee goed passen bij het fruitig zurige aroma van de gist. Het begin SG was 1050. Ondanks dat ik zowel een late hopgift gegeven heb 2 minuten voor het einde koken, een vlamuit hopgift bij 80 °C en ook koudhop heb toegevoegd, heeft het bier geen echt hoparoma gekregen. Wel is het een aangenaam zuurbier dat met de tijd steeds complexer wordt van smaak. Het is denk ik een bewaarbier. Met de tijd zal het bier zachter en ronder van smaak worden. Ik hoop het jullie te kunnen laten proeven als we weer fysieke clubavonden kunnen hebben. Als iedereen zich laat vaccineren komt dit weer snel in beeld verwacht ik.
|
|
| Terug naar overzicht | |
Door: Rene Stenvert
Door: Frits Haen 
Door: Fons Michielsen 












Door: Gerrie Hage
Door: Daan van der Vleuten 








Door: Huub Soemers 









Door: Christian Bertens 






Door: Theo Verschoor 


Door: Wilfred Bouw 




Door: Jacques Bertens 









