Artikelen over Brouwtechniek
| Terug naar overzicht | |
Beluchten van wort |
november 2009 |
Door: Frits Haen |
|
|
BELUCHTING VAN WORT Zuurstof in bier is ongewenst, behalve op een moment (en ook het enige) tijdens het brouwproces. Dat enige moment is wanneer het wort na het koken is afgekoeld tot vergistingstemperatuur en voordat de gist toegevoegd wordt. Zuurstof lost op in wort afahnkelijk van de temperatuur en het soortelijk gewicht. Dus hoe kouder en hoe lager het soortelijk gewicht hoe meer zuurstof er in de oplossing kan worden opgenomen. Door het borrelen en spatten tijdens het koken is de meeste zuursof uit het wort verdwenen omdat het wort te heet ids tijdens het koken. Daarom moet de zuurstof aangevuld worden als het wort is afgekoeld en in staat is om weer zuurstof op te nemen in de oplossing. Zuurstof is noodzakelijk voor de groei en het voortplanten van de gist. Gist moet groeien en zich voortplanten (delen) voordat het in staat is om het wort te vergisten en er bier van te maken. Gist heeft zuurstof nodig om materiaal aan te maken voor de celwanden, namelijk sterolen en vetzuren. Slechte beluchting van wort kan leiden toot problemen zoals een lange lag-fase voor het begin van de vergisting, vastgelopen of onvolledige vergisting of een overmatige esterproductie (fruitsmaak), waardoor het eindresultaat minder wordt dan gewenst. Nu we weten over het “wanneer” en “waarom” van beluchting gaan we bekijken hoe amateurbrouwers zuurstof kunnen toevoegen aan hun afgekoelde wort om hun gekozen favoriete gist te kunnen laten groeien. Commerciële brouwerijen voegen 8 tot 10 ppm opgeloste zuurstof in hun wort voor de vergisting. Vijf ppm zuurstof in het wort is het absolute minimum om de gist goed te laten groeien. Acht ppm zuurstof in afgekoelde wort kan gehaald worden met gewone lucht (die 21% zuurstof bevat). Om het wort te verzadigen met meer dan 8 ppm zuurstof is meestal nodig om gebruik te maken van zuivere zuurstof. Als het soortelijk gewicht van het wort hoger is, wordt het moeilijker om zuurstof op te nemen. Daarom is het toevoegen van voldoende zuurstof soms kritischer dan hun succesvolle productie. Omdat het moeilijk en duur is voor amateurbrouwers om de hoeveelheid opgeloste zuurstof te meten is ervaring nodig om te bepalen of de manier waarop je zuurstof toevoegt voldoende is voor een goede vergisting. Als de vergistingstemperatuur en de hoeveelheid gist die toegevoegd wordt voldoende zijn, maar de vergisting is traag en incompleet, dan moet je toich eens gaan kijken of je beluichting van het wort voldoende is geweest om in de toekomst teleurstelling te vermijden. Er zijn drie manieren waarop amateurbrouwers zuurstof kunnen toevoegen aan het wort: beweging, plenzen en inspuiting van lucht of zuivere zuurstof. Beweging Nadat het wort is afgekoeld en in het gistvat is gedaan zijn er een aantal manieren om zuurstof in het wort te krijgen door beweging. Als je wort in een glazen fles zit kun je deze afsluiten met een dop, de fles stevig beetpakken en de fles flink heen en weer te bewegen. Let er wel op dat de fles op een zachte ondergrond staat en dat de fles niet per ongeluk uit je hand schiet. Als je het wort vergist in een open emmer of ton met een flinke opening aan de bovenkant kun je met een gesteriliseerde schuimspaan het wort flink kloppen tot er een aantal centimeters schuim op de vloeistof zit. Als je denk dat je arm dit niet lang genoeg kan volhouden kun je ook een (nieuwe) verfroerder steriliseren en deze in een elektrische boormachine zetten tot hetzelfde effect is bereikt. Als je een elektrische boormachine gebruikt moet je er wel op letten dat je het gistvat niet beschadigd en er voor zorgen dat het wort niet uit het vat spat. Als je wort in een fles of een emmer zit en je wilt koud water toevoegen om voldoende volume te krijgen dan kan spuiten of plenzen van het koude water ook helpen om de hoeveelheid zuurstof in je wort te verhogen. Beweging is de eenvoudigste en goedkoopste methode om het wort te beluchten, maar vraagt wat meer tijd en handwerk dan plenzen of injecteren. Plenzen Een ander tijdstip om zuurstof aan je brouwsel toe te voegen is wanneer het afgekoelde wort overgebracht moet worden van de kookketel naar het gistvat. Als het transport gebeurt met een slang en je hebt op het eind een sproeikop gemonteerd, dan zal het wort sproeien en spatten als het in het gistvat komt. Als je twee gedesinfecteerde vaten hebt kun je het wort tussen de twee vaten overgieten (minstens vijf of zes keer) waarbij je zoveel spat als mogelijk is. Het plenzen moet resulteren in een schuimlaag van een aantal centimeters. Zorg er voor dat het vat waarin gegoten wordt stevig staat zodat het niet kan bewegen en er dus geen wort verspild kan worden. Let er ook goed op dat alle vaten, slangen en andere hulpmiddelen goed gedesinfecteerd zijn. Plenzen is een eenvoudige en goedkope oplossing om zuurstof in het wort te krijgen, maar bij het overgieten tussen twee vaten kan er besmetting opterden dooradt microben uit de lucht opgenomen worden. Injecteren De meest effectieve methode om wort te beluchten is het direct inspuiten van zuivere zuurstof in het wort. Dat kan gedaan worden als het wort gekoeld is in de kookketel en overgeheveld wordt in het gistvat of als het wort via een koeler in het gistvat loopt. Deze methode is erg effectief maar vraagt meer apparatuur en is duurder dan bewegen of plenzen, zoals hierboven beschreven. Door amateurbrouwers meest gebruikte methode is zuurstof of lucht te injecteren nadat het wort gekoeld is en in het gistvat is gedaan. Deze techniek gebruikt echter lucht of zuurstof onder druk en een soort bruissteentje om het gas in het wort te laten bruisen zodat de zuurstof in de oplossing kan worden opgenomen. Om de lucht onder druk te krijgen kan gebruik worden gemaakt van een aquariumpomp (of een andere luchtcompressor) en terwijl de lucht wordt aangezogen door een soort filter dat stof en/of micro-organismen tegenhoudt. Een speciaal filter of een geïmproviseerd filter van van watten, gedrenkt in alcohol, is aanbevolen om de lucht zo zuiver mogelijk te hmaken voordat het in het wort terecht komt. Veel winkels voor amateurbrouwers verkopen luchtpompen, filters en bruissteentjes. Het simpel een slang in het wort hangen is niet effectief voor het opnemen van zuurstof omdat er weinig luchtbelletjes en en dan ook nog groot in omvang. Om zo efficiënt mogelijk zuurstof in het wort te krijgen is een soort bruissteentje nodig aan het eind van de slang die in het wort hangt. Bruissteentjes zijn er van goedkope aquariumsteentjes tot gesinterde roestvaststalen exemplaren. Aquariumsteentjes zijn niet duur maar minder efficient dan een roestvaststalen exemplaar met gaatjes van 0,5 micron. Roestvaststaal is dus beter omdat het efficienter is langer meegaat. De kleine gaatjes van 0,5 micron zorgen voor hele kleine belletjes, waardoor een groter gasoppervlak ontstaat waardoor de zuurstof beter wordt opgenomen. Een roestvaststalen bruissteentje kan worden gedesinfecteerd door het 15 minuten voor het gebruik uit te koken. Steentjes die ontworpen zijn voor een aquarium kunnen worden gedesinfecteerd door ze onder te dompelen in wodka, maar na een paar keer gebruiken worden ze teer en neigen er toe om uit elkaar te vallen (dat is mijn persoonlijke ervaring). Als je pure zuurstof gebruikt in plaats van lucht is het niet nodig deze te filteren omdat micro-organismen niet kunnen overleven in een omgeving van zuivere zuurstof. Overigens is de techniek van het gebruik van zuurstof hetzelfde als van lucht, behalve de tijd. Omdat lucht maar 21% zuurstof bevat zijn er meer belletjes nodig om de gewenste hoeveelheid lucht op te laten nemen in de oplossing. Een apparaat wat lucht door het afgekoelde wort (21 °C) voeert heeft minstens 15 minuten nodig om de juiste hoeveelheid zuurstof op te laten nemen. Bij zuivere zuurstof is twee minuten voldoende om hetzelfde resultaat te bereiken. Er zijn apparaten in de handel (Oxynater) om zuurstof in een vatr te blazen, inclusief een cilinder met zuurstof, gasregulator, slangen en een roestvaststalen bruissteentje. Industriele zuurstof is goed om wort te beluchten. Medische zuurstof is veel duurder, moeilijk te krijgen en is niet nodig voor het brouwsel. Een waarschuwing bij het gebruik van zuivere zuurstof: er zijn weinig dingen zo brandbaar als als zuivere zuurstof, dus zorg dat er geen vuur is in de omgeving waar de zuurstof wordt gebruikt. Een meer geavanceerde manier van het beluchten van wort is het injecteren van lucht of zuurstof in de leiding die loopt van de kookketel of de koeler naar het gistvat. Commerciele brouwers gebruiken deze methode gewoonlijk om hun wort te beluchten. Er zijn twee technieken die gebruikt kunnen worden om lucht te injecteren in het wort als het naar het gistvat stroomt; door middel van een simpele venturi of door injectie van samengeperste lucht of zuurstof in het stromende wort. Bij de venturi vloeit het wort door een deel van de buis waarin kleine gaatjes van 0,5 mm zitten en waardoor de lucht in de vloeistof wordt geblazen als deze passeert. Een commercieel voorbeeld is de Wort Wizard (www.wortwizard.com). Een venturi kun je zelf maken en is beschreven op www.kettlemoraine.com/mikesbeerpage/gadgets.php. Een nadeel van sommige venturisystemen is dat er geen filter aanwezig is om de lucht te zuiveren, waardoor er een bacteriële infectie kan ontstaan. Een alternatief voor de venturibuis is samengeperste lucht of zuivere zuurstof te gebruiken en deze rechtstreeks in het stromende wort te spuiten. Dit kan bereikt worden door een T-stuk in de leiding te plaatsen en de lucht te injecteren door een bruissteentje in de leiding. Door het injecteren van lucht of zuurstof in wort kan veel schuim ontstaan,dus is het belangrijk om goed op te letten. Anti-schuimmiddelen die geschikt zijn voor voedingsmiddelen zijn te koop en hebben, als ze volgens voorschrift worden gebruikt, geen invloed op de latere smaak of schuimhoudbaarheid van het bier. Beluchting van afgekoelde wort is belangrijk voor een goede vergisting. Om succes te hebben moeten amateurbrouwers aandacht schenken aan deze belangrijke stap in het brouwproces die aansluit bij hun apparatuur en hun budget. Zuurstof is belangrijk voor de groei van de gist ….. en blije gist zorgt voor blije brouwers! John Stika Bron: Brew Your Own, juli/augustus 2009, vertaald en bewerkt door Frits Haen |
|
| Terug naar overzicht | |
High-Gravity brouwen |
juni 2009 |
|
HIGH-GRAVITY BROUWEN De concurrentie op de biermarkt wordt steeds groter en de brouwerijen proberen marktaandeel bij elkaar weg te kapen. Tegelijkertijd richten ze zich op het verlagen van de productiekosten en het verbeteren van de kwaliteit van hun bier. De uitdaging is om meerbier te produceren met dezelfde productiesystemen of in elk geval met een zo laagmogelijke investering. De tendens is om de productie richting ‘high-gravity’-brouwen te brengen, een proces waarin hooggeconcentreerd wort geproduceerd wordt en het bier aan het eind van het proces wordt verdund. In dit proces, tussen concentratie en verdunning, kan een grotere hoeveelheid product worden verwerkt zonder dat er meer brouwcapaciteit, grotere gistingstanks of filterinstallaties nodig zijn. Ontluchting van water Het ‘high-gravity’-brouwproces bestaat uit een aantal stappen. In de brouwerij wordt minder water gebruikt om het wort te brouwen. Hierdoor worden grotere hoeveelheden wort en eindproduct verkregen die tegelijk verwerkt kunnen worden, in tegenstelling tot het brouwen van het uiteindelijke soortelijk gewicht vanaf de start van het proces. Aan het einde van het proces wordt het bier verdund tot het gewenste soortelijk gewicht of het gewenste alcoholgehalte is bereikt. Verdunning lijkt een eenvoudig proces, maar het vereist wel degelijk speciale aandacht. Wanneer er water aan het concentraat wordt toegevoegd, dient het water eerst te worden gezuiverd en ontlucht, omdat water dat micro-organismen en/of zuurstof bevat de kwaliteit aantast en daardoor ook de houdbaarheid van het bier. Een geavanceerd waterontluchtingssysteem bestaat uit meerdere deelprocessen:
Mengen Het ontluchte water is nu geschikt om met het bier te worden vermengd. Het is van cruciaal belang dat de juiste hoeveelheid water wordt gebruikt. Een brouwerij die te veel water in het bier vermengt, zal een product op de markt brengen dat niet aan de specificaties voldoet. Als er te weinig water wordt vermengd, gaat dit ten koste van hun eigen opbrengst. Het mengproces dient goed te worden gecontroleerd, bijvoorbeeld aan de hand van het alcoholgehalte of het soortelijk gewicht (afhankelijk van de belastingwetgeving in een land). Het controlesysteem in de blender is voorzien van stromingsmeters voor het meten van de bier- en waterstroom, het meten van het ‘in-line’ alcoholgehalte of het soortelijk gewicht. De vereiste combinatie van deze metingen vormt de basis van het mengproces. Carbonisatie Nadat het bier verdund is met water tot het uiteindelijke soortelijk gewicht en/of het gewenste alcoholgehalte moet het CO2-gehalte worden aangepast. Omdat het meng- en carbonisatieproces in direct verband staan met elkaar, worden deze bij voorkeur met één apparaat uitgevoerd. Omdat het CO2-gehalte van het verdunde bier na het mengen Gecontroleerd en eventueel aangepast moet worden, maakt een combinatie van beide stappen het mogelijk om ook met niet gecarboniseerd water te mengen. Het carbonisatieproces bestaat uit drie stappen;
CO2-dosering Bij het verdunnen van het bier met water wordt er veel moeite gedaan om te voorkomen dat het bier met zuurstof vervuild raakt. Omdat het bier tijdens carbonisatie vermengd wordt met CO2, is het belangrijk om de meest zuivere CO2 te gebruiken om zuurstofvervuiling van het bier te voorkomen. In dit geval zorgt moderne technologie voor CO2-terugwinning voor kwalitatief hoge CO2 voor de brouwerij. CO2-oplossing Het is belangrijk dat de gedoseerde CO2 volledig in het bier oplost. Onopgeloste CO2- bellen zorgen tijdens het filteren voor problemen indien de carbonisatie vóór de filtratie plaatsvindt. De bellen zullen in dat geval ook de ‘in-line’ metingen voor CO2, alcohol en soortelijk gewicht verstoren. Om tot volledige oplossing te komen, is het cruciaal dat de CO2-bellen zo klein mogelijk zijn voor een groot oppervlak tussen gedoseerde CO2 en bier. Bij geavanceerde carbonisatie-apparaten gebeurt dit door middel van statische mengers. CO2-bepaling Zodra is vastgesteld dat alle CO2volledig in het bier is opgelost, moet worden gecontroleerd of het bier het juiste CO2-gehalte heeft. Dit gehalte wordt constant doorgegeven aan het CO2-doseringspunt. Procesintegratie De hierboven beschreven processtappen –waterontluchting, mengen en carbonisatie –zijn onderling met elkaar verbonden. Het resultaat van de afzonderlijke stappen wordt beïnvloed door processen die hieraan vooraf gaan, en zal ook invloed hebben op latere processen. Daarom kunnen de afzonderlijke processen niet los van elkaar worden gezien. Processen moeten met elkaar worden geïntegreerd. De tijd waarin vele lokale leveranciers losse onderdelen van de procesapparatuur leverden is voorbij. Tegenwoordig blijven de echte specialisten over, omdat kennis van het proces nodig is om een degelijk systeem voor ‘high-gravity’-brouwen te ontwerpen en installeren. Hieronder vallen, behalve de reeds genoemde systemen, ook het leidingennetwerk, spruitstukken, perifere tanks, CO2-filters en pompen. Deze moderne, verfijnde ‘highgravity’- systemen stellen brouwers in staat hun bierproductie te verhogen zonder dat er grote investeringen nodig zijn. Last but not least zorgen ‘high-gravity’-systemen ook voor een vermindering van de productiekosten. Heiko Grimm Bron: KnowHow, jaargang 11/2008-3. KnowHow is een uitgave van Norit NV |
|
| Terug naar overzicht | |
Bierbrouwen zonder bijsmaak |
april 2009 |
Door: Frits Haen |
|
|
BIERBROUWEN ZONDER BIJSMAAK
Afgelopen clubavond kregen we een mooie demonstratie van de microbrouwerij van Mark Andries, die hij heeft laten opzetten door Pierre Rajotte. Wat mij meteen opviel was de eenvoud van het systeem dat hij hanteert. Ten eerste wordt 660 liter water, de nacht voor het brouwen, verwarmd in een afgesloten ketel op een temperatuur van 75 ºC. Vanuit de ketel wordt het brouwwater bij het begin van het brouwproces, van onder de maischketel ingepompt. Ten tweede wordt er gemaischt in een maischketel met filter, die niet verder verwarmd wordt met één maischtemperatuur, namelijk op 65 ºC. De Engelse infusiemethode. Zoals we die ook gezien hebben in Engeland bij de brouwerij van Shepherd Neame in Faversham. Daar maakte men gebruik van een houten maischton, waaronder dus niet gestookt kon worden. Ik heb altijd gedacht dat deze maischmethode problemen zou geven, bijvoorbeeld met de eiwit afbraak waardoor er te weinig korte eiwitten zouden worden gevormd. Maar we hebben zijn bier gekeurd en er was niets mis mee, qua smaak, schuimhoudbaarheid of zoetheid. De eerlijkheid gebied dat Mark voor de schuimhoudbaarheid wel extra tarwevlokken toevoegt. Ten derde, zo weinig mogelijk beroering van het beslag. Eenmaal gestort wordt, notabene met een roeispaan, het beslag goed gemengd, maar blijft vervolgens onberoerd tot het wort volledig opgelost is, dus jood negatief. Daarna wordt het beslag niet geroerd maar rondgepompt tot het helder is om vervolgens naar de naar de kookketel te worden getransporteerd. Het enorme voordeel van dit brouwsysteem is, dat de oxidatie van het beslag tot een minimum wordt beperkt. En dat hebben we ook geproefd, het was mooi zuiver en moutig van smaak. Om de bewustwording omtrent het tegengaan van zuurstofinslag nog eens op te peppen, haal ik nog eens een artikel terug dat ik jaren geleden geschreven heb voor het blad Proost.
Wat is oxidatie Oxidatie is een chemische reactie tussen moleculen van een stof en zuurstof. Bij oxidatie worden zuurstofmoleculen van bijvoorbeeld lucht of water verbonden met moleculen van bijvoorbeeld voedsel. Voor het verloop van de reactie zijn enzymen verantwoordelijk. Enzymen zijn in staat om de molecuulstructuur van een stof te veranderen. In het lichaam noemen we dat stofwisseling. Overal om ons heen vindt oxidatie plaats. Het is een van de normale onderdelen van de levenscyclus. Bijvoorbeeld, als wij ademhalen nemen we zuurstof op. Enzymen zorgen er voor dat de zuurstof in de longen aan ons bloed wordt gebonden. Omdat dit bloed wordt rond gepompt kunnen ook de cellen in mijn grote teen van deze zuurstof gebruik maken. Maar oxidatie betekent niet alleen dat lichaamscellen aan hun zuurstof kunnen komen, maar ook de bacteriën en andere micro-organismen. De zuurstof bijvoorbeeld die ze nodig hebben om te beginnen met de afbraak, datgene wat wij bederf noemen. En dat geeft meteen aan dat oxidatie zowel positief als negatieve effecten heeft. Bij voedsel zorgt oxidatie voor het begin van afbraak en verrotting. Na oxidatie krijgen bacteriesporen de kans om zich te ontwikkelen. Vandaar dat antioxidanten, de conserveringsmiddelen, het bederf kunnen afremmen. Dat oxidatie de smaak kan veranderen kennen we bijvoorbeeld bij koffie die uren geleden gezet is, die verliest gaandeweg zijn heerlijke aroma en gaat bitter smaken. Of aan oud brood, aan zuur geworden wijn, aan boter die ranzig is geworden en ga zo maar door. Dat is een negatieve kant van oxidatie. Dat het ook een positieve werking kan hebben weten we bijvoorbeeld met sherry en portwijnen. Die ontlenen hun typische smaak namelijk aan langdurige lagering aan de open lucht. Of bier van spontane gisting dat, als men er van houdt, zijn rijpe aroma o.a. krijgt door voortdurende oxidatie tijdens de vergisting. Of neem de productie van thee. De oxidatie van theebladen, ook wel fermentatie genoemd, is een rijpingsproces. De oxidatie-enzymen in het blad komen in aanraking met zuurstof, waardoor chemische processen in gang worden gezet. Deze resulteren o.a. in opvallende kleur-, aroma- en smaakveranderingen. Vergis je niet, het is niet de zuurstof die verantwoordelijk is voor de smaakverandering, maar de enzymenafscheidende micro-organismen. Bij rottingsbacteriën, bij bier en wijn de gist.
Oxidatie bij het bierbrouwen Oxidatie is eigenlijk niet zo’n goede uitdrukking omdat het staat voor zo vele processen waarbij zuurstof in het spel is. Als we het over oxidatie hebben bedoelen we in dit geval het smaakbederf in voedingsproducten. De Engelsen hebben een eigen woord voor, dat is staling (spreek uit steling). Het betekent veroudering, niet vers meer enzovoort. Voor dat oxidatie kan plaatsvinden, moeten een aantal factoren in werking zijn gesteld. Dat zijn, zuurgraad, temperatuur, de aanwezigheid van vrije opgeloste zuurstof en de aanwezigheid van enzymen. Zo is gist is een belangrijke aromaproducent. Voor meer dan de helft bepaald de gist de smaak van alcoholische dranken, of het nu wijn of bier is. Een goede keurmeester kan in het aroma of bouquet de herkomst of stam van de gist met de neus vaststellen. Voor het overgrote deel bestaat het bouquet uit door de gist gevormde esters en hogere alcoholen. Bij het maken van wijn is het vooral de natuur die zijn werk moet doen en kan de smaak niet veel beïnvloed worden door het proces. Bij bier ligt dat anders, omdat er voor de gisting veel handelingen moeten worden gedaan die het risico van oxidatie met zich mee brengen. Natuurlijk mag bier esters bevatten, graag zelfs, maar het probleem zit hem in dat er gauw teveel dat wordt gevormd. Een aantal esters staat bekend vanwege de negatieve smaakeigenschappen. Zonder al te diep op de namen in te gaan wil ik hier wel enkele uitschieters geven:
De laatste is eigenlijk een combinatie van de verschillende voorafgaande, maar zodanig met elkaar verweven dat een ‘beige’ of ‘grijs’ smaakpatroon ontstaat, om in de metafoor van het bouquet te blijven.
Hoe en wanneer worden de Oxidatiearoma’s gemaakt In de biochemie worden chemische verbindingen gemaakt of ontbonden met behulp van enzymen. De stofwisseling van een levende cel kan niet functioneren zonder de enzymen. We weten dat er bij het brouwen 2 grote bronnen zijn voor enzymen, dat zijn de enzymen in de mout tijdens het brouwproces en de enzymen die de gist produceert tijdens de gisting. We beperken ons even tot de oxidatie- bevorderende enzymen (meerdere). Oxidatie van het wort en het produceren van de bijsmaken in bier door een enzym is afhankelijk van een aantal factoren.
Oxidatie- bevorderende enzymen zijn bij bepaalde temperaturen actiever dan op andere. De temperaturen waarbij die actief zijn zie je in het volgende schema: Als we het schema bekijken zien we dat er een aantal temperaturen waarbij er met het wort gewerkt moet worden terwijl er in die fase juist een enzym actief is.
Naast de temperatuur is de aanwezigheid van zuurstof een belangrijke factor. Als het brouwwater veel zuurstof bevat kunnen oxidatie- bevorderende enzymen meer oxidatie veroorzaken dan wanneer het brouwwater zuurstofarm is. En bij diverse handelingen zoals water tappen en te heftig roeren, overgieten of -scheppen en het storten van ingrediënten, kan telkens extra zuurstof aan de maisch worden toegevoegd. Verder is de zuurgraad van de maisch perfect voor de werking van verschillende enzymen, dus ook voor de oxidatie-bevorderende. En tenslotte is er de tijdsduur van de blootstelling. Enzymen versnellen chemische processen, maar dat wil niet zeggen die bepaalde processen niet kunnen plaatsvinden als er weinig of geen enzymen aanwezig zijn. In dat geval is de tijd een factor om rekening mee te houden. Als bier bijvoorbeeld bewaard wordt in plastic vaten en er wordt geen koolzuur meer geproduceerd, dan is er na verloop van tijd een goed waarneembare oxidatie vast te stellen. En zelfs in bier dat gebotteld is en niet koel bewaard is, kan al snel oxidatie optreden. Wijn moet daarom ook koel bewaard worden en bewaarwijn krijgt niet voor niets een loden dop over de hals die de kurk hermetisch afsluit.
Maatregelen om oxidatie te voorkomen Uit het voorgaande hebt u wel begrepen dat oxidatie te beperken is door het nemen van een aantal maatregelen. Zien we het temperatuurschema, dan is gemakkelijk vast te stellen, wanneer de maisch of wort gevoelig is voor oxidatie. Als eerste de temperatuur rond 32 °C. Tijdens het koelen kan men met beluchten van het wort beter wachten tot de temperatuur onder de 25 °C komt. De temperatuur rond de 38 °C kan in maischschema’s beter vermeden worden. Zeker nu de moderne mout goed oplosbaar is. Moderne maischschema’s beginnen bij 50 °C, maar ook deze temperatuur (rond de 55 °C) levert oxidatie op. In deze fase kan men bijv. de geschrote mout voorzichtig storten in water van 52 °C en daarna niet of nauwelijks roeren. Bij het verwarmen naar 60-63 °C, kan men rustig en dus niet te onstuimig roeren, om zo oxidatie te beperken. En tenslotte is tussen de 75° en 85 °C weer een fase die gevoelig is voor oxidatie. In die fase moet het wort gefilterd worden. Als men gebruik maakt van een andere zeefkuip dan de brouwketel dan moet het overscheppen van het beslag rustig en zonder plenzen gebeuren. Ook het opbrengen van het spoelwater brengt het risico van extra oxidatie met zich mee.
Concrete maatregelen om oxidatie van wort tegen te gaan
Het water waarmee we brouwen komt uit de waterleidingkraan. Door de waterleidingmaatschappij is het water van extra zuurstof voorzien. Vervolgens wordt het bij velen uit de kraan getapt via een straalbreker. Dit ding zorgt voor extra zuurstof toediening. Het water is bij aanvang al zuurstofrijk. Beter is daarom water te nemen via een slang. Dat kan warm water zijn rechtstreeks uit de geiser of warmwaterketel, of koud water dat verwarmd is zonder mout. Tijdens het verwarmen verliest het water weer een flink deel van de zuurstof. Gassen lossen namelijk minder goed op in water dat warm is. Een van de redenen waarom vissen ‘s zomers dood gaan aan botulisme, een bacterie die in een zuurstofarm milieu groeit. Een andere manier om zuurstofarm water te krijgen is het de dag voor het brouwen koken van het water. Men kan dan twee vliegen in een klap slaan, het verminderen van opgelost zuurstof en het verwijderen van een flinke hoeveelheid kalk bij hard water.
Roeren is een noodzakelijke bezigheid. Tijdens het verwarmen van het beslag wordt de bodem warmer dan het beslag zodat bij onvoldoende roeren daardoor veel enzymen stuk gaan. Verder zal zetmeel gemakkelijk aan de bodem gaan koeken en zal er sneller onbedoelde karamellisering optreden. Een nadeel van te veel en te onstuimig roeren is echter de oxidatie. Een compromis is een rustige gelijkmatige en constante roermethode, die het best machinaal gedaan kan worden.
Overscheppen of overgieten van een vloeistof is in het kader van oxidatievoorkoming verkeerd. Wort moet niet plenzen omdat daarbij veel zuurstof wordt opgenomen. Beter is om het overdoen van wort van het ene vat in het andere zoveel mogelijk te voorkomen. Maar als het toch dient te gebeuren gebruik dan altijd een hevel. Waarbij de uitloop van de hevel indien mogelijk onder de vloeistofspiegel moet blijven. Nog beter is natuurlijk het werken met een gesloten circulatiesysteem. Het nieuwste op dit gebied is en RIMS (recirculation infusion mash system), dat is een gesloten brouwsysteem waarbij de verwarming van het beslag in een aparte ketel plaatsvindt en het wort door een gesloten systeem wordt rond gepompt.
Met het maischschema kan men handelingen voorkomen. Storten in warm water bij 52 °C voorkomt verwarmen en roeren in de periode daarvoor. Het gebruik van een hevelfilter, of wortverzamelpijp, zorgt er voor dat het heldere wort van de bostel kan worden gefilterd zodat overscheppen bij de oxidatiegevoelige temperatuur van 70-80 °C niet hoeft. Als men het wort dan meteen opvangt in de kookketel dan kan daarmee weer een handeling worden vermeden.
Het opbrengen van waswater (spoelwater) op de bostel om zo de suikerresten uit de bostel te wassen is een zwakke schakel in het geheel. Water van 80 °C moet opgebracht worden en daarmee wordt zuurstof mee de bostel ingebracht. Het best kan dat gedaan worden met kleine hoeveelheden die zo kort mogelijk boven de vloeistofspiegel worden opgebracht. Om dat te vergemakkelijken kan een sproeier worden gebruikt. Een cirkelvormige buis met openingen aan de onderkant die met een (hevel-) slang verbonden is met het vat waar het waswater inzit.
Je zult denken: ”wat een gedoe allemaal”. Maar ik kan je verzekeren dat, als je op deze wijze werkt, de kwaliteit van je zelfgebrouwen bier met sprongen vooruit zal gaan. En is het niet zo, dat het leuk is om zelf te brouwen maar dat het dan wel zodanig moet smaken dat buitenstaanders bewonderend zeggen: ”heb je dat zelf gebrouwen?”
Brouwgroeten van Martin Hofhuis |
|
| Terug naar overzicht | |
Stomme brouwersfouten |
november 2008 |
Door: Frits Haen |
|
|
STOMME BROUWERSFOUTEN ... en tips hoe je die kunt voorkomen Ik was alles aan het klaarmaken om samen met een vriend te gaan brouwen en had alvast twee ketels met 50 liter water op het vuur gezet om te verwarmen. Na een minuut of twintig begon het water al aardig warm te worden toen de natuur riep. Toen ik binnen was kwam mijn vrouw het huis inrennen en riep: “Er is brand in de garage.” Ik rende naar buiten en zag dat een van de gasslangen doorgebrand was en een vlammenwerper was geworden. Ik had verzuimd om te controleren of verbindingen goed aangedraaid waren waardoor dit ongeluk ontstond. Gelukkig kon ik snel de gaskraan dichtdraaien waardoor het weer goed kwam. Uit ergernis besloot ik iedereen te waarschuwen voor dit soort ongelukjes. Ik deed een oproep op internet om anderen hun eigen verhaal te laten vertellen. Binnen twee weken had ik meer dan 100 reacties van wat ik “stomme brouwersfouten” noem. Ik geef regelmatig brouwdemonstraties en dan zeg ik meestal: “Deze mooie hobby combineert gas onder druk, kokende vloeistoffen, glas, elektriciteit, alcohol en vuur. Kan er dan iets fout gaan?” Ja, bijna alles zo blijkt uit de reacties. Glazen (mand)flessen De meeste brouwongelukjes hadden betrekking op glazen (mand)flessen, vooral als ze nat zijn. Tientallen personen vertelden over de splinters die ontstonden als ze met de flessen vielen, uitgleden en de vloer raakten. “Ik was mijn bier aan het hevelen in een fles van 15 liter. Toen ik de dop er op deed sprong er een stuk glas van 15 centimeter uit de zijkant en mijn bier liep eruit. Het gat zat op ongeveer een kwart van de bovenkant van de fles, dus liep er al behoorlijk wat bier over de vloer. Zonder na te denken over veiligheid pakte ik een plastic vat van 70 liter en zette de gebroken fles er zo zachtjes mogelijk in. Het lukte om het meeste bier te redden, maar achteraf realiseerde ik me wat een stomme zet ik gedaan had. Was de fles verder gebroken terwijl ik hem oppakte dan was mijn hand die de bodem vasthield er waarschijnlijk afgesneden.” Hoewel sommige mensen er geen verwondingen aan hadden overgehouden, vertelden anderen over beschadigde vingers en andere lichaamsdelen. Het resultaat van de ongelukjes met flessen zijn de volgende tips voor het omgaan met flessen - Maak de buitenkant van de fles schoon met warm water en droog hem goed af voordat je hem oppakt, gaat dragen of verplaatsen. - Gebruik kratten om de flessen te verplaatsen. - Leg rubberen matten voor je aanrecht. - Bescherm de randen van je aanrecht met schuimplastic van buisisolatie. - Pak geen volle flessen op om ze over te gieten. Hevel de vloeistof over tot de fles bijna leeg is. - Kijk naar nieuwe plastic flessen om te vergisten en naar beugels om de flessen vast te pakken. - Gebruik veiligheidsmiddelen: handschoenen, schoenen en veiligheidsbril of stofbril. - Als je fruit in je gistvat doet gebruik dan een ontluchtingsslang en geen gewoon waterslot. Fruit kan een gewoon waterslot verstoppen en daardoor een hoge druk kan ontstaan in je fles. - Als je weet dat je in een netelige positie bent geraakt en je hebt de tegenwoordigheid van geest geef de fles dan een zetje om hem van je weg te krijgen. - Heet water reinigt beter, maar gebruik geen retourwater van je dompelkoeler om je fles schoon te maken. Door de temperatuurschok kan het glas kapot springen. - Koel de fles niet af in de sneeuw. Meestal blijft de bodem liggen als je de fles op wilt pakken. Naast de gebroken flessen is er nog ander glaswerk wat volgens de verhalen kapot kan gaan, maar dat heeft meestal minder ernstige consequenties: hydrometers, thermometers en bierflessen die teveel bottelsuiker hebben gekregen. Warmte De volgende veel genoemde “ongelukken” waren brandwonden. Brandwonden ontstonden tijdens het brouwproces. Sommigen kregen brandwonden tijdens het overgieten van hete vloeistof bij een decoctie-maisch. Anderen pakten te snel de brander vast nadat de kraan was dichtgedraaid. Nog anderen waren met iets anders bezig en raakten per ongeluk een heet onderdeel van de brouwinstallatie. Een ongelukkige brouwer schreef: “Toen het filteren laatst stopte, dacht ik dat er een slang was losgeschoten onder in de filterkuip. Dus pakte ik de filterkuip op met de bedoeling deze leeg te gieten in een ander vat. Het wort van 68 °C spatte recht in mijn gezicht en mijn bril zat vol, zodat ik niets meer zag. Blijkbaar had ik hard geschreeuwd want mijn partner kwam aangerend. Het eerste wat ik dacht was “doorgaan met filteren, dan maar een verbrand gezicht”. Het bier was niet slecht, maar de rest van de brouwdag zag ik eruit als een vreselijk rood gerstmonster. Een aantal tips verzameld uit de pech van anderen: - Zet altijd de gasbrander uit als je iets toevoegt aan je kokende wort en doe het langzaam; - Voeg geen hete stenen toe aan een kokende wort. Het resultaat is dat deze meteen gaat overkoken. Een oude truc is het verwarmen van het wort op kamertemperatuur. Het was interessant dat in alle reacties een rode draad zat: de meeste mensen zeiden dat hun eerste reactie was het redden van hun brouwsel, zelfs als een ritje naar de Eerste Hulp noodzakelijk was. Een brouwer meldde dat hij naar beneden viel van een gladde trap terwijl hij zijn mandfles naar beneden wou dragen. Toen ik mijn voet op de eerste trede zette voelde ik al dat het slecht ging aflopen. De treden waren wat glad van de regen en mijn voet schoof uit. Ik viel met mijn stuitje op de tweede tree terwijl ik mijn mandfles stevig vasthield. Ik dacht dat de mandfles mijn ribben zou breken. Maar na vijf seconden was dat nog niet gebeurd. Ik zat rechtop, zette de mandfles op de grond en probeerde de volgende minuten om weer op adem te komen. Het volgende halfuur probeerde ik mijn rug weer recht te krijgen. Maar er was geen druppel gemorst! Drinken en brouwen Het was niet verrassend dat veel verhalen gingen over teveel alcoholconsumptie. Als variatie op de slogan van brouwgoeroe Charlie Papazian: “Relax, don’t worry, have a homebrew” zou ik willen zeggen “Wees voorzichtig, blijf rustig tot het wort gekoeld is en neem dan een lekker biertje.“. Ik was een chocolate cherry stout aan het brouwen in mijn kelder en genoot (te veel) van de producten van eerdere bezigheden. Het maischen ging prima en ook het filteren verliep naar genoegen. Ik weet niet waar ik met mijn gedachten was, ik weet wel dat ik al eerder besloten had om de kraan van mijn kookketel te vervangen. Blijkbaar dacht ik dat het een goed idee was om dit te doen TIJDENS HET KOKEN en ik realiseerde me dat het een verkeerde beslissing was toen het wort uit de kraanopening spoot. Ik had maar twee keuzes (opvallend hoe snel je toch nog kunt reageren in zo’n situatie): het bier opofferen of brandwonden. Ik koos voor de brandwonden. Het lukte me toch om de kraan weer aan de ketel te krijgen en het meeste wort nog kon redden. Het resultaat? Tweede graads verbranding van mijn hand, een serieus besluit om minder in te nemen tijdens het brouwen en een geweldige Verbrande Hand Stout. Chemicaliën Een brouwer vertelde een verhaal over het schoonmaken van zijn drukvat met Proxitane (perazijnzuur). Op een dag vergat hij de druk af te laten van het drukvat waar hij mee bezig was. Als gevolg hiervan spoot de Proxitane uit de slang en recht in zijn oog en neusgat., wat leidde tot een gedeeltelijk verlies van het gezichtsvermogen in een oog en littekenweefsel wat geregeld uit zijn neus moest worden verwijderd. Onvoorzichtigheid met chemicaliën, bleekmiddel en andere bijtende stoffen hoort niet thuis in onze brouwerijen. Gebruik net als professionals een veiligheidsbril en let goed op als je deze stoffen gebruikt. Belgische kandijsuiker maken Hoewel je het niet zou verwachten kreeg ik toch drie of vier mailtjes over ongelukken die gebeurden met het maken van Belgische kandijsuiker. Het kan zorgen voor lastige schoonmaakproblemen. Als je Belgische kandijsuiker wilt maken strooi dan eerst poedersuiker op het bakpapier. Als het blijft plakken op je aanrecht giet er dan heet water op en schraap het er voorzichtig af. Met een hamer en een schroevendraaier lukt het niet! Veiligheid voorop In de loop der jaren ben ik brouwers tegengekomen die kokende wort in mijn schoen lieten lopen, koolmonoxide vergiftiging kregen door onvoldoende ventilatie, diverse mandflessen en hydrometers braken, digitale thermometers lieten smelten en zich brandden aan gasbranders. Hoewel ongelukken kunnen gebeuren toch zijn de meeste te voorkomen door goed op te letten waar je mee bezig bent. Ik wil eindigen met het verhaal van Art, waarvan de mandfles klapte, waardoor van iedere hand drie vingers bijna werden afgesneden en met 48 hechtingen weer werden opgelapt. Art lag drie uur op de operatietafel om bovendien vier pezen aan te hechten waarvoor nog eens 30 hechtingen nodig waren. Ondanks revalidatie kan hij nog steeds zijn linkerhand niet gebruiken.
Waarom ik mijn verhaal verder vertel? Ik hoef mijn collega-brouwers niet te redden. Ik probeer niet om glazen flessen uit te bannen. Toch is het een goed verhaal. Ik hoop dat het helpt zodat een aantal mensen gaan “DENKEN”. Ik dacht dat het op een manier kon die niet helemaal veilig was. Zoals mijn vrouw zegt, ik denk als een man. Dikwijls denk ik dat het vlugger of gemakkelijker kan. In plaats daarvan kan ik persoonlijk getuigen dat veiligheid voorop moet staan. Chris P. Frey Bron: Zymurgy, juli/augustus 2008, vertaald en bewerkt door Frits Haen |
|
| Terug naar overzicht | |
Te droog bier? |
oktober 2008 |
Door: Piet Reniers |
|
|
TE DROOG BIER? Frans Hendriks heeft een brouwinstallatie gebouwd met een maischketel in een kookketel. In de bodem van de maischketel zitten sleufjes van een millimeter doorsnee. Het schrootsel komt in de binnenste ketel en de buitenketel wordt door een brander verwarmd. Na het maischen wordt de binnenste ketel er langzaam uit getakeld terwijl het spoelen met spoelwater kan doorgaan. Tijdens het maischen wordt het opgewarmde wort tussen de bodem van de maisch- en kookketel weggepompt en boven in de maischketel gestort. Nu is het probleem dat Frans zijn bieren te droog vindt. Als ze zijn uitgegist hebben ze een densiteit van 1005 en zijn daardoor minder volmondig. De bieren bevatten geen of weinig dextrinen. Veel brouwers hebben juist het omgekeerde probleem. Hun bieren blijven te zoet en gisten niet ver genoeg uit. Ze zouden blij zijn met zo’n resultaat. Ik denk dat dat dan vooral voor smalbieren het geval is. Frans bracht zijn probleem op de Roerstokavond van 12 september tijdens het “vragenhalfuurtje” naar voren. In de discussie kwam geen echte oplossing naar voren. Zorgen voor een dikkere maisch was een mogelijkheid. Het toevoegen van geschrote gerst bij 70 graden tijdens het maischen had niet het gewenste resultaat. Ik ben over het probleem gaan doordenken en heb mijn overpeinzing op papier gezet die mogelijk tot oplossing van het probleem kunnen leiden. De factoren maischdikte, maischschema, keuze van de gist en gistingstemperatuur laat ik daarbij buiten beschouwing. Het gaat om de installatie van Frans, die ik afgelopen voorjaar heb bewonderd. Ik denk dat het volgende het geval is: de ruimte tussen bodem van de maischketel en de bodem van de kookketel is niet zo groot. Het daar aanwezige “gefilterde” wort warmt snel op. Deze wort kan mogelijk bij een temperatuur van 60º in de maischkuip een temperatuur van 70º bereiken onder in buitenste ketel en in de buizen die voor het rondpompen zorgen. Tijdens het proces van rondpompen zijn dan de alfa-amylasen actief die het zetmeelmolecuul afbreken in dextrinen. Het wort komt vervolgens boven in de maischketel waar bij een temperatuur van 63 °C de beta-amylasen voor een snellere afbraak zorgen tot vergistbare maltose. Daarmee heeft de installatie van Frans kenmerken die je ook ziet in de Engelse maischmethode of zelfs bij de decoctiemethode ook al is een geen sprake van een deelmaisch of koken daarvan. Mogelijk kan een oplossing gevonden worden in een of meer van volgende ideeën:
Het zou voor de brouwinstallatie van Frans ideaal zijn als hij door sturing van bovenstaande instellingen de gewenste einddensiteit kon bereiken. Wel heeft zijn verhaal me erg nieuwsgierig gemaakt en doe hem het voorstel tot een experiment: we brouwen hetzelfde bier: hetzelfde recept, water, maischschema, gist en vergistingstemperatuur met zijn installatie en mijn traditionele brouwwijze met aparte maisch- en kookketel en vergelijken dan het uiteindelijke resultaat. Kan erg leuk worden. Piet Reniers |
|
| Terug naar overzicht | |
Hoe kunnen we van één hele brouwdag een halve maken? |
juni 2008 |
Door: Ton van Riel |
|
|
“Hoe kunnen we van één hele brouwdag een halve maken?” Dit was het door Manus voorbereidde thema, waarbij er een viertal stellingen aan de orde kwamen. Aan het begin van de avond was iedereen voorzien van een naamsticker zodat duidelijk was wie er aan het woord was.
Stelling1: Inmaischen bij 66 of 67 graden en 90 minuten aanhouden geeft voor alle bieren een prima resultaat. Omdat de kwaliteit van de mout de laatste jaren sterk verbeterd is kunnen we voortaan volstaan met een eenvoudig maischschema. Wie is het eens met deze stelling?
Na een aarzelend begin was er een uitgebreide uitwisseling van ideeën tussen voor- en tegenstanders bij deze stelling. Als eerste noemde Ger Daverveld zijn goed beoordeelde Duvel als resultaat van dit maischschema. Dit werd aangevuld door Jos van Vroonhoven, hij verwees naar Engeland waar dit breed verbreid is. Tijdens het maischen gaf Martin Hofhuis aan dat de alfa-amylase en beta-amylase van belang zijn voor de suikervorming, deze worden sterk beïnvloed door de temperatuur. Frans Hendriks was ook positief over het resultaat van een brouwsel waarbij hij een uur gemaischt had op 65 graden en daarna door naar 78 graden. Als tegenargumenten werden genoemd dat sturing met temperaturen niet mogelijk is bij dit maischschema. Problemen met donkere mouten bij een temperatuur van 65 graden. Brouwerijen hanteren dit schema niet en het is erg afhankelijk van het type bier dat gebrouwen wordt.
Stelling 2: 60 minuten koken is voor alle bieren voldoende. Koken zorgt er voor dat het wort steriel wordt en dat de eiwitten uitvlokken. Ook zorgt het koken ervoor dat de bitterstoffen uit de hop oplossen en dat vluchtige stoffen uitdampen. Wie is het niet eens met deze stelling?
Als eerste reageerde Sietze Koopmans met de opmerking dat dit tekort is voor zware bieren gebrouwen van donkere mout. Hieraan voegde Kees Emmen toe dat voor de caramellisatie een kooktijd van 90 minuten nodig is, voor het Maillard proces is een langere tijd nodig. Bij een heftig kookproces wordt het uitdampen bevorderd en kan volstaan worden met een kortere kooktijd naar de mening van Joop Joosten. Dit werd bevestigd door Sjef Groothuis met de opmerking dat het DMS er uit moet en door een hevig kookproces wordt dit bereikt. Je installatie moet wel voldoende capaciteit hebben. Onze clubkampioen Carlo gaf aan dat hij al 25 jaar volstaat met één uur koken. Herman Beeke gaf aan dat het hoprendement bij 60 minuten koken optimaal is. Bij een langere kooktijd moet er meer hop gebruikt worden. Hierna was er een pauze.
Stelling 3: Korrelgist zorgt in 2008 voor een evengoed resultaat als vloeibare gist en het is veel makkelijker voor de thuisbrouwer. Vloeibare gisten geven een constanter resultaat dan korrelgist. De laatste jaren neemt de kwaliteit van de korrelgisten echter toe. Voordeel is dat je dan geen giststarter hoeft te maken en op elk gewenst moment kunt besluiten om te gaan brouwen. Wie is het eens met deze stelling?
Algemeen geldt dat het gebruik van Wyeast gisten voorbereiding vraagt. Met korrelgist bereikt Francien Reichwein goede resultaten. Frits Haen heeft met beide goede resultaten. Met korrelgisten bereikt Carlo Rossi goede resultaten. Met vloeibare gisten heeft hij meer problemen, wel hetzelfde resultaat als korrelgisten, maar wel meer keuzes. Sjef Groothuis voegt hier nog aan toe dat er een breed aanbod aan korrelgisten is die goede resultaten geven en weinig voorbereiding vragen. Zijn er ook voorstanders voor het gebruik van vloeibare Wyeast gisten vraagt Manus? Bij het gebruik van dezelfde basis en verschillende gisten is het mogelijk verschillende bieren met andere smaken te brouwen. De ervaring van Fon de Laat is dat hij met vloeibare gisten betere smaken krijgt. Martin Hofhuis refereert naar het gebruik van cultuurgisten bij wijnen, die ontwikkeld zijn voor verschillende smaken. Dit geldt ook voor bieren, vooralsnog missen korrelgisten dat. Is er wel verschil tussen beide vraagt Ger Daverveld, korrelgist is toch ook vloeibaar geweest? Als reactie geeft Martin Hofhuis aan dat korrelgist wel veel cellen bevat en dat vloeibare gist met minder start maar hun voeding bepaalt de vergisting. Op de vraag waarom Wyeast van zijn soorten geen droge gisten levert geeft Sietze Koopmans als antwoord dat dit technisch niet mogelijk was. Mogelijk gaan zij ook met korrelgisten komen.
Stelling 4: Op deze manier brouwen levert een goed bier op. Samenvatting stelling 1, 2 en 3. Voor 20 liter bier heb ik 2 uur nodig om te schroten en te maischen. Daarna 1 uur om te koken. Ik heb dan nog 1,5 uur over om het aan de kook te brengen, af te koelen en op te ruimen. In totaal heb ik 4,5 uur nodig om te brouwen. Wie is het niet eens met deze stelling?
Samenvatting van de discussies bij de stellingen. Stelling 1: Inmaischen bij 66 of 67 graden en 90 minuten aanhouden geeft voor alle bieren een prima resultaat. Deze stelling is zeker toepasbaar voor een aantal bieren, het toepassen bij alle brouwsels roept bij een groot aantal deelnemers aan de discussie twijfels op. Stelling 2: 60 minuten koken is voor alle bieren voldoende. Algemene conclusie is dat koken zijn tijd vraagt, waarbij geldt dat een heftig verlopend kookproces bijdraagt aan het resultaat. Stelling 3: Korrelgist zorgt in 2008 voor een evengoed resultaat als vloeibare gist en het is veel makkelijker voor de thuisbrouwer. Vloeibare gisten geven een herkenbaar resultaat, dit is nog niet mogelijk met alle korrelgisten. Maar leden van De Roerstok zijn positief over het gebruik van korrelgisten. Stelling 4: Op deze manier brouwen levert een goed bier op. Een halve dag is te kort om te brouwen. De tijd voor spoelen beperken biedt mogelijkheden maar ook het schoonmaken na afloop moet niet vergeten worden.
Na afloop werd Manus bedankt voor de voorbereiding en het gevoerde debat. Het was leuk voor de deelnemers en er was met veel enthousiasme deelgenomen.
Ton van Riel |
|
| Terug naar overzicht | |
Verhoog je brouwrendement |
juni 2008 |
Door: Frits Haen |
|
|
VERHOOG JE BROUWRENDEMENT Hoe haal je het meeste uit je mout Als je dezelfde hoeveelheid ingrediënten geeft aan twee brouwers en aan allebei vraagt om 10 liter bier te brouwen, dan zal het resultaat waarschijnlijk op verschillende punten afwijken. Elke brouwer gebruikt ander water, andere apparatuur en een andere techniek. Een belangrijk verschil tussen de bieren kan het verschil zijn in begin soortelijk gewicht. Als in elke zak mout 2400 gram pilsmout en 240 gram caramout zit dan kan het zijn dat de ene brouwer 10 liter wort heeft met een begin soortelijk gewicht van 1048. De ander kan 10 liter wort hebben met een begin soortelijk gewicht van 1060. Dit komt omdat verschillende brouwers een verschillend rendement bereiken. In dit geval is het verschil 60% ten opzichte van 75%. Met de stijgende moutprijzen willen we de mogelijkheden bekijken hoe we het rendement kunnen verhogen en het meeste rendement uit de mout halen. Rendement, ook wel brouwzaalrendement genoemd, is een maat voor de hoeveelheid materiaal wat je uit het graan haalt. Dit materiaal bestaat hoofdzakelijk uit koolhydraten. In droge toestand bestaat mout voor 70-85 procent uit koolhydraten. Ongeveer 60 procent van het droge gewicht van pilsmout is zetmeel. Dit zetmeel wordt tijdens het maischen opgelost in het brouwwater en wordt omgezet in maltose en andere suikers. Toch zitten er ook andere stoffen in het mout die oplossen in het wort en bijdragen aan het begin soortelijk gewicht. Mout bevat eiwitten, tussen 9 en 12 procent in pilsmout, en door het maischen en filteren worden wat eiwitten opgelost, zowel polypeptiden als aminozuren door de afbraak van deze eiwitten. Andere stoffen zoals glucaan, tanninnes en silcaten worden ook opgelost. Brouwers gebruiken het woord “extract” om al deze verschillende stoffen aan te geven. “Extract”, het woord dat de stoffen aangeeft die uit je mout komen, moet niet verward worden met moutextract, een gecondenseerde vorm van wort. Extractrendement kun je vertalen met “de hoeveelheid extract die je uit je graan haalt”. Als je alle materiaal uit je mout zou halen die er mogelijk inzit, dan zou je extractrendement 100% zijn. In de praktijk halen brouwers niet alle mogelijke materiaal uit het mout. Grote commerciële brouwerijen halen 90-98% rendement. Het gemiddelde rendement van de gemiddelde amateurbrouwers wordt geschat op 70-75%. De recepten in Brew Your Own gaan uit van een extractrendement van 65%. Als je een hoge graad van extractrendement kunt bereiken is dat natuurlijk een voordeel, je haalt meer uit je graan. Er zijn veel factoren die van invloed zijn op je extractrendement. Om meer uit je mout te halen worden de kosten hoger. Deze kosten kunnen bestaan uit een langere brouwdag of een mindere wortkwaliteit. Dus probeert een brouwer een balans te vinden tussen rendement en kwaliteit. In dit artikel zal ik beschrijven hoe de gemiddelde brouwer zijn of haar extractrendement kan verhogen zonder hun brouwdag erg te verlengen of dat hun wortkwaliteit minder wordt. Schroten Om het mout goed te kunnen maischen moet het eerst geplet worden. En voor de meeste amateurbrouwers is het schroten de variabele die het gemakkelijkste aangepast kan worden om het extractrendement te verhogen. Simpel gezegd: hoe fijner de mout wordt gemalen, hoe meer extract eruit gehaald kan worden (vooropgesteld dat de andere variabelen hetzelfde blijven). Maar zeer fijn gemalen mout leidt tot verschillende problemen. Hoe fijner het mout geschroot wordt hoe langer de filtering duurt. Het doorlopen van de vloeistof door het graanbed wordt moeilijker en zal zelfs stoppen. Beneden een bepaalde afmeting zullen de vliesjes niet in staat zijn een filterbed te vormen dat poreus genoeg is om het wort erdoor te laten lopen. Bovendien hoe fijner de vliesjes zijn gemalen hoe groter het oppervlak is dat in aanraking komt met het maischwater en het spoelwater. Daardoor worden er meer tannines uit de vliesjes gehaald. Dus moet er een balans zijn tussen de grootte van het geschrote mout en de mogelijkheid om het graanbed in een redelijke tijd te spoelen. Want je wilt niet al teveel tannines in je wort. Als richtlijn zijn in een goed geschrote mout de vliesjes in twee of drie stukjes gebroken. Het zetmeel interieur van het mout in ongeveer gelijke delen van meel, kleine korrels en grotere korrels. Om te weten wat een goed geschrote mout is moet je veel ervaring hebben, maar je kunt het eenvoudiger doen door telkens goed te kijken hoe het er uit ziet en opschrijven wat je extractrendement is. Toch kan zelfs een onervaren brouwer zien of er problemen ontstaan. Als je veel hele korrels ziet en bijna geen meel, dan staat je schrootmolen te grof afgesteld. Aan de andere kant als je geschrote mout eruit ziet of het half meel is, alle vliesjes heel klein zijn en je merkt dat het filteren langzaam gaat (of stopt) dan staat je schrootmolen te krap afgesteld. Bij een schrootmolen met twee rollen is een afstand van 1,1 mm het beste voor het meeste mout. Toch is het kijken naar je geschrote mout belangrijker dan de afstand tussen de rollen. Als je 500 gram mout schroot kijk dan goed naar het resultaat. Als het nodig is stel dan de molen bij en schroot weer 500 gram. Herhaal dit tot je geschrote mout er goed uitziet en schroot dan de rest. De meeste brouwers vertrouwen er op dat hun molen goed staat ingesteld voor de meeste situaties en verstellen het pas als er problemen te verwachten zijn, zoals het schroten van tarwemout. Als je mout gebruikt die niet geplet is krijg je op z’n hoogst een extractrendement van 35%. (Vraag me niet hoe ik dit weet.) Ook het verschil tussen tamelijk matig geplet mout en goed geplet mout kan oplopen naar 10 procent en meer. Spoelen Als de geplette granen zijn gemaischt en het eerste wort is gefilterd, wordt het graanbed gespoeld met water om het extract eruit te spoelen dat nog niet met het eerste wort is meegekomen. Hoe meer spoelwater wordt gebruikt, hoe meer extract uit het graan wordt gespoeld. Toch stoppen brouwers met spoelen en wort verzamelen voordat al extract eruit is. Daar zijn een aantal redenen voor. De eerste vijf liter spoelwater halen meer extract uit de bostel dan de volgende vijf liter. Toch is dat geen nadeel. Als je teveel water spoelt moet dat weggekookt worden om een bepaald volume en soortelijk gewicht te krijgen en de meeste brouwers willen niet veel langer koken om een of twee meer punten bij het soortelijk gewicht te krijgen. Nog belangrijker is dat het karakter van je wort verandert als je meer spoelwater gebruikt. Door teveel spoelwater daalt het soortelijk gewicht en de pH-waarde van je wort stijgt. En bij een hogere pH-waarde worden er meer tannines opgenomen in je wort. Bij teveel tannines ontstaat er een scherpe smaak in je bier. Het wordt aanbevolen het spoelen te stoppen als de pH-waarde stijgt tot 5,8-6. (Meestal komt dit overeen met een soortelijk gewicht van 1008 tot 1010, maar kan wat variëren door de mineralen die in je water zitten). De gemakkelijkste manier om het soortelijk gewicht van je wort te meten is met een refractometer. Met een refractometer heb je maar een druppeltje wort nodig en kunt het in een paar seconden aflezen. Met een hydrometer moet je een groter monster nemen (minstens 200 ml voor de meeste hobby-hydrometers) en dit af laten koelen voordat je het af kunt lezen. Je kunt het natuurlijk ook heet meten en een lijst raadplegen voor de temperatuurcompensatie. Natuurlijk zijn er ook brouwers die steeds dezelfde hoeveelheid wort verzamelen voor elk bier, genoeg om na het koken nog genoeg wort over te hebben voor de geplande hoeveelheid bier. Als voorbeeld kan een brouwer 12 liter wort verzamelen en na het koken de geplande 10 liter overhouden. Dit werkt goed bij bieren van een gemiddelde sterkte, maar het gaat fout bij sterkere bieren. Als je sterkere bieren brouwt zul je moeten kiezen of je zoveel mogelijk extract uit de bostel wilt halen of wilt volstaan met een lager rendement. Als je veel spoelwater gebruikt is het rendement van je zwaardere bieren even hoog als voor je normale bieren. Je moet wel je wort langer koken om het te laten verdampen. Temperatuur Als je een dikke suikeroplossing verwarmt wordt het meer vloeibaar. Als je het wort in je graanbed verwarmt zal het ook meer vloeibaar worden en beter doorlopen. Hoe heter je graanbed en je spoelwater is, hoe hoger je extractrendement zal zijn. Toch klopt het niet helemaal. Tijdens het maischen moet de temperatuur tussen de 64 en 72 °C zijn om het zetmeel om te kunnen zetten in suikers. Daarna kun je het graanbed verwarmen tot kooktemperatuur en spoelen met kokend water. Als je dat doet zal je rendement sterk stijgen. Maar je bier zal verschrikkelijk slecht gaan smaken. Warmte zorgt er niet alleen voor dat je wort meer vloeibaar wordt, maar ook de vaste stoffen in je wort zullen beter op kunnen lossen. Teveel warmte loogt ongewenste stoffen uit van de vliezen van het mout. Vooral aan het eind van de filtering als het soortelijk gewicht laag is en de pH hoog is. Brouwgeleerden hebben uitgevonden dat de temperatuur van de bostel niet hoger mag zijn dan 77 °C. Voor de amateurbrouwer die zijn rendement wil verhogen zijn er een paar mogelijkheden om de temperatuur te beheersen tijdens het filteren. De standaard aanbeveling is om af te maischen op 77 °C nadat het zetmeel is omgezet en dan te spoelen met water dat heet genoeg is om de temperatuur te handhaven. Belangrijk is de temperatuur van het graanbed en niet de temperatuur van het spoelwater. Als je spoelt meet dan de temperatuur om de 5 minuten boven in het graanbed. Maak de temperatuur van je spoelwater zo hoog dat de bostel dicht bij de 77 °C blijft en niet veel hoger. Om de juiste watertemperatuur te vinden zul wat moeten experimenteren, want het warmteverlies hangt af van je filterkuip, de snelheid waarmee je het spoelwater toevoegt en de tijd die je nodig hebt om te filteren speelt een rol. Tijd De laatste belangrijke factor die van invloed is op het rendement is tijd. Hoe langer je spoelwater in contact is met de bostel, hoe hoger je rendement. In een commerciële brouwerij duurt het filteren ongeveer 120 minuten in een filterkuip of 90 minuten in een maischfilter. De hoogte van de bostel is in een amateurbrouwerij minder dan in een commerciële brouwerij (0,9 - 1,2m). De meeste amateurbrouwers zijn ongeveer 60 - 90 minuten aan het filteren. Een probleem van langere filtertijd door een amateurbrouwer is het warmteverlies. Het relatief kleine volume graan wat we gebruiken heeft een groot oppervlak ten opzichte van het volume en zal daardoor meer warmte verliezen. Hoewel de meeste filterkuipen goed op een temperatuur van 77 °C gehouden kunnen worden (door wat heter spoelwater) wordt het toch moeilijk als het filteren meer dan twee uur gaat duren. Als je langzaam genoeg spoelt zal de bovenkant van je filterbed wel op de juiste temperatuur blijven, maar de onderkant zal in temperatuur dalen. En dat was nou juist het probleem: een snelle, warme filtering zorgt voor een hoger rendement. Van alle variabelen die tot nu zijn gepasseerd is tijd de minst belangrijke. Er zijn aanwijzingen dat het rendement niet sterk daalt als je snel filtert in een tijd van 30 - 45 minuten. Als je tijd belangrijker is dan een pondje mout kun je besluiten het filteren te versnellen. Minder belangrijke factoren Er zijn nog veel meer factoren die van invloed zijn op het rendement, zoals het roeren van de maisch en de vorm van je filterkuip. Roeren kan helpen als je mout niet voldoende is geschroot en je maischtijd is kort. Aan de andere kant verlies je een hoeveelheid warmte als je de maischketel openmaakt om te roeren. Als je goed hebt geschroot en maischt gedurende 60 - 90 minuten is roeren niet nodig om een goed rendement te krijgen. Ook je maischtemperatuur en de samenstelling van je maischwater zijn van invloed, maar het belangrijkste zijn de temperatuur (65 - 68 °C) en de pH (5,2 - 5,4) voor de enzymen om hun werk goed te doen. Tot slot, de Duitse auteur Kunze zegt dat het hoogste extractrendement wordt behaald als het spoelwater in drie of vier keer wordt toegevoegd in plaats van dat het met beetjes wordt toegevoegd. Conclusie Als je het rendement flink wilt verhogen dan is de volgende benadering waarschijnlijk het beste: let allereerst goed op het schroten. Als je denkt dat je wat fijner moet schroten, probeer het dan eens. Als je een beter rendement krijgt en geen problemen krijgt met filteren, probeer de volgende keer nog iets fijner te schroten. Blijf je schrootmolen bijstellen tot je een evenwicht hebt tussen een goed rendement en nog goed kunt filteren. Meet de temperatuur van je graanbed als je filtert en niet de temperatuur van je spoelwater. Meet de temperatuur iedere vijf minuten op verschillende plaatsen en verhoog de temperatuur van je spoelwater zonodig als de temperatuur van je graanbed te laag wordt. Zorg dat er genoeg spoelwater in je filterkuip zit, zodat je graanbed niet droog komt te staan. De tijd van filteren is prima tussen de 60 en 90 minuten, maar als de tijd wordt bekort tot 45 minuten dan zal het rendement maar een klein beetje dalen. Als je een zeer hoog rendement wilt halen zorg er dan voor dat alles precies goed gaat. Maar als je rendement opmerkelijk laag is ligt dat meestal aan één enkele oorzaak. En het goede nieuws is dat je rendement zal stijgen als je er achter kunt komen waar dat aan ligt. En het waarschijnlijk beste nieuws is dat het meestal ligt aan het schroten. Chris Colby Bron: Brew Your Own, mei-juni 2008, vertaald en bewerkt door Frits Haen |
|
| Terug naar overzicht | |
Dry Hopping |
februari 2008 |
Door: Frits Haen |
|
|
DRY HOPPING Als je wilt experimenteren met nieuwe recepten en ingrediënten zijn er diverse mogelijkheden om een persoonlijk stempel op je bier te drukken door wijzigingen in vergistingstemperatuur, verandering van gist en andere moutsoorten. Een andere mogelijkheid is dry hopping, waardoor je meer hoparoma krijgt zonder bitterheid toe te voegen. Je hebt natuurlijk wel eens een paar commerciële voorbeelden geproefd, waarvan het Trappistenbier van Orval het bekendste voorbeeld is. Sommige brouwers gebruiken al een soort dry hopping door meer hop te gebruiken, zodat er meer vluchtige stoffen in het wort zitten dan normaal gesproken tijdens het koken kunnen verdampen. De definitie van dry hopping is hop toevoegen aan je wort na het koken, als het wort is afgekoeld. Dit is een verschil met andere hoptoevoegingen omdat de hop niet aan hitte wordt blootgesteld en daarom niet kan koken. Zonder hitte worden de alfazuren uit de hop niet geïsomeriseerd en dragen dus niet bij aan de bitterheid, zoals de hop die aan de hete wort wordt toegevoegd. Er zijn een paar verschillende manieren om te dry hoppen, afhankelijk van de soort en de vorm van de hop die je wilt toevoegen. Het uitzoeken van een hopsoort voor dry hopping is subjectief, maar meestal wordt er hop gebruikt met een lage tot gemiddelde hoeveelheid alfazuren, zoals Cascade, E.K.Goldings, Saaz of Willamette. Je kunt natuurlijk ook experimenteren met hop met een hoog alfazuurpercentage, zoals Chinook of Simcoe. Er bestaan geen harde regels voor. De vorm van de hop mag je kiezen zoals je ze het liefste gebruikt. Hopbellen, hoppluggen of hoppellets kun je allemaal gemakkelijk toevoegen aan je gistvat en als je een gistvat hebt met een grote opening dan kun je de hop in een gesteriliseerde hopzak doen en ze dompelen als thee. Een goede vuistregel is dat je ongeveer 15 tot 30 gram hop gebruikt per 10 liter bier, afhankelijk van de variëteit hop. Als je de hop hebt gekozen dan kun je ze toevoegen aan je afgekoelde wort. Sommige brouwers doen de hop al in het gistvat erbij. Je moet er dan rekening mee houden dat je meer hop moet gebruiken voor hetzelfde effect, omdat een deel van het aroma verdwijnt met het koolzuur dat ontstaat bij de vergisting. De meeste brouwers voegen de hop toe in het lagervat, waardoor er geen stoffen verdwijnen. Bovendien heeft het bier in je lagervat een lagere pH, waardoor er minder kans is op besmetting door iets wat er op de hop zou kunnen zitten (maar dat risico is erg klein). Laat de hop er een week of twee inzitten als je op kamertemperatuur lagert en twee tot drie weken bij lagere temperaturen. Proef regelmatig van je bier tot je vindt dat er de hopsmaak aan zit die je wilt hebben. Verwijder de hopresten en je kunt gaan bottelen. Betsy Parker
Bron: Brew Your Own, januari-februari 2008, vertaald en bewerkt door Frits Haen |
|
| Terug naar overzicht | |
Brouwen op kleine schaal |
november 2007 |
Door: Frits Haen |
|
|
BROUWEN OP KLEINE SCHAAL Er is een tendens bij sommige amateurbrouwers om steeds groter te gaan brouwen. In het enthousiasme voor hun hobby worden steeds grotere systemen gebouwd die meer op kleine professionele brouwerijen gaan lijken, dan op de oorsprong van het amateurbrouwen: brouwen in de keuken op kleine schaal. Aan de andere kant zijn er brouwers die juist steeds kleinere hoeveelheden gaan brouwen. De redenen om kleinere hoeveelheden te gaan brouwen lopen uiteen van weinig ruimte tot de drang om te experimenteren en nieuwe recepten uit te proberen. Ook de wens om meerdere keren te brouwen en zo veel meer verschillende soorten bier tot je beschikking te hebben. Klein volume = Grote pret Brett Niland uit Tulsa, Oklahoma, heeft zich fanatiek gestort op het brouwen van kleine hoeveelheden. Hij schreef: “Ik brouw nu pas een paar maanden en alleen al de laatste maand heb ik drie bieren en twee ciders gemaakt, één bier staat te gisten en drie bieren staan te lageren. Als ik telkens hoeveelheden van 19 liter zou brouwen dan waren dat meer dan 500 flesjes. Ik heb nu minder dan 60 flesjes met allerlei typen en soorten bier.” Sindsdien heeft Niland besloten steeds kleine brouwsels te maken. Hij heeft een drinkwaterkoeler van 7,6 liter omgebouwd tot maischton en gebruikt een geperforeerde vinylslang als filter. “Ik heb tot nu toe acht keer hiermee gebrouwen en het proces zodanig aangepast dat ik steeds 10 flesjes overhoudt van een brouwsel van 3,8 liter,” zegt Niland. “Ik wil proberen lagerbieren te gaan maken. Het voordeel is dat ik dan geen aparte, dure koelkast nodig heb.” Navin Mittal uit Bombay, India, maakt een grapje door te zeggen dat hij de enige bierbrouwer is in zijn land. Omdat het erg moeilijk is om in India apparatuur en ingrediënten te kopen importeert hij alles wat in zijn bier gaat en improviseert hij met brouwapparatuur, met wat hij voorhanden heeft. De prijs van onroerend goed is in Bombay even hoog als in Manhattan, New York, dus veel ruimte is er meestal niet. “Toen ik begon met brouwen was het maken van een hoeveelheid bier van 19 liter geheel onmogelijk. Thuis was de grootste pan die ik had er een van 8 liter en de keuken was ingericht op het koken voor twee tot maximaal vier personen. Ik begon met het brouwen van 5 liter bier, maar dat was eigenlijk al teveel.” Omdat de omgevingstemperatuur dikwijls oploopt tot 38 °C vergist hij in een kleine koelkast die speciaal voor dit doel is bestemd. “Ik heb al meer dan twintig keer gebrouwen en als het niet van die kleine hoeveelheden waren geweest dan had ik het allang opgegeven,” zei hij. Michael Tonsmeire uit Washington, D.C. is ook aan het experimenteren met kleine hoeveelheden vanaf het begin van zijn brouwcarrière. “Toen ik begon met brouwen met mijn maatje Jason, had ik allerlei gekke ideeën en daarom brouw ik kleine hoeveelheden van 3,8 liter om ze uit te proberen,” zegt Tonsmeire. “We brouwden bijvoorbeeld een pepermunt-chocolade-stout en een tarwebier met dadels.” Voor Tonsmeire zorgt het gemak van kleine brouwsels ervoor dat je gemakkelijk nieuwe dingen uitprobeert. “Veel experimentele ingrediënten die tamelijk duur zijn, zoals exotische kruiden, of moeilijk te verwerken op grotere schaal, zoals interessante fruitsoorten, lenen zich uitstekend voor kleine brouwsels,” zegt hij. Zoals grote brouwerijen kleine hoeveelheden maken om nieuwe recepten uit te proberen zo kunnen amateurbrouwers hun recepten uitproberen voordat ze grotere volumes gaan maken. “Door kleinere hoeveelheden kun je gewend raken met het werken met een ingrediënt, zonder het risico dat je met 20 liter bier komt te zitten dat je niet lust.” Mijn belangstelling voor kleine brouwsels begon toen er discussie was over de voor- en nadelen van het toevoegen van moutextract aan het eind van het koken bij een brouwsel van moutextract. Ik besloot om een test te doen. Op mijn fornuis maakte ik twee brouwsels van 3,8 liter. In de ene deed ik moutextract en hop aan het begin van de kooktijd van een uur. In de andere deed ik alleen hop in gewoon water en voegde de laatste vijftien minuten van de kooktijd het moutextract toe. Mijn maatje Steve Wilkes en ik proefden de twee brouwsels. We vonden geen slechte smaak bij het koken van de hop in het water, maar het hopkarakter en de kleur van de beide brouwsels was heel verschillend. Wat is het verschil? Brouwen is in principe hetzelfde, of je nu een groot of klein brouwsel maakt. Toch zijn er een paar verschillen. Een nauwkeurige weegschaal is belangrijk om de hoeveelheid ingrediënten af te wegen, want als de hoeveelheden kleiner zijn, worden ook de effecten groter. Dit geldt vooral voor de hop. Een weegschaal die tot op één gram nauwkeurig is is nuttig voor het brouwen van kleine hoeveelheden. Als je deels met mout en deels met moutextract werkt dan moet je het recept zodanig aanpassen dat het meeste extract komt van de mout en niet van het moutextract. Het geeft je de mogelijkheid om een grote verscheidenheid van moutsoorten te gebruiken, maar ook van tamelijk grote hoeveelheden van andere zetmeelleveranciers (zoals mis en rijst). Brouwen op kleine schaal kan gemakkelijk in een kleine pan of een koelbox. Voor 3,8 liter kun je 900 gram mout maischen en wort maken van ongeveer 12 °Plato (SG 1048). Het exacte volume en wort densiteit hangt af van de mout die je gebruikt, hoe goed deze is geschroot, hoeveel spoelwater je gebruikt en andere variabelen. Ook bij kleinere hoeveelheden kun je wel of niet spoelen. De tijd die je nodig hebt om het wort op te warmen tot kooktemperatuur is uiteraard korter dan bij grotere hoeveelheden. Zelfs op een gewoon keukenfornuis is er maar weinig tijd voor nodig. Het nadeel van een kleine hoeveelheid wort koken is dat je beter op moet letten dat het wort niet overkookt of dat er teveel verdampt. Kleine hoeveelheden kunnen ook gemakkelijker en sneller gekoeld worden, zonder wortkoeler. Pas geleden heb ik gemeten hoelang het duurde voordat het wort afgekoeld was in mijn aanrechtspoelbak met 2,3 kilo ijs. De drie liter wort ging in tien minuten van kooktemperatuur naar vergistingstemperatuur. Hoeveelheden tot 11 liter kunnen in de spoelbak zonder veel problemen afgekoeld worden (het duurt ongeveer een uur en je hebt wat meer ijs nodig). Een buisje vloeibare gist van White Labs en een pakje vloeibare gist van Wyeast bevatten ongeveer 100 miljard cellen per pakje. Voor 19 liter wort van gemiddelde sterkte (SG 1048) is de ideale hoeveelheid cellen ongeveer 260 miljard cellen. Dus voor kleinere hoeveelheden wort heb je genoeg cellen en hoef je geen giststarter te maken. Recepten? De meeste brouwrecepten zijn aangegeven voor 10 of 20 liter bier. Om het recept naar beneden bij te stellen vermenigvuldig dan de hoeveelheid van de ingrediënten met het aantal liters wat je wilt maken en deel het daarna door de originele hoeveelheid van het recept. Het recept geeft bijvoorbeeld 300 gram caramout aan voor 20 liter. Als je 8 liter wilt maken van hetzelfde bier dan heb je 300 x 8 : 20 = 120 gram caramout nodig. Natuurlijk zal het koken, het sneller koelen en andere bezigheden op kleinere schaal invloed hebben op het resultaat. Let daar goed op en gebruik dit als handleiding om in het vervolg recepten aan te passen. Meer gereedschap nodig! Je hebt natuurlijk een goede weegschaal nodig om de hop nauwkeurig af te kunnen wegen. Maar er zijn nog een paar dingen die belangrijk zijn als je op kleine schaal wilt gaan brouwen. Met zulke kleine hoeveelheden is de hoeveelheid wort die je nodig hebt om je hydrometer te laten drijven van invloed op je eindresultaat. Een refractometer, een instrument dat de dichtheid meet van een vloeistof, heeft maar een paar druppels nodig om te kunnen meten. Voor brouwen heb je een Brix refractometer nodig die een schaal heeft van 0 - 30 °Brix. Als vuistregel kun je aanhouden dat °Brix hetzelfde is als °Plato, elke graad Plato is 4 punten van je soortelijk gewicht plus 1000. Bijvoorbeeld wort van 10 °Plato heeft een soortelijk gewicht van 10 x 4 + 1000 = 1040. Waarom zou je je druk maken? De meest gemaakte opmerking over het brouwen op kleine schaal is: “Als ik toch bier ga brouwen dan kan ik net zo goed minstens 20 liter maken. ”Blijkbaar heeft elke brouwer zijn eigen voorkeuren en omstandigheden. Maar voor degenen die weinig plaats hebben en mogelijkheden of weer eens iets anders willen maken, is brouwen op kleine schaal een belevenis die je niet hebt bij grotere hoeveelheden. Recept voor 3 liter Six-pack late hopped Simcoe AleEen uitermate korte brouwdag. Vanaf het opzetten van het water tot het opruimen is slechts 90 minuten. Veel bloemige, fruitige Simcoe hopsmaak en -aroma. Ingredienten voor 3 liter bier: 60 gram caramout 120 EBC 450 gram lichte droge moutextract 10 gram Simcoe hopellets 13% (15 minuten koken) 4 gram Simcoe hopellets 13% (5 minuten koken) 4 gram Simcoe hopellets 13% (0 minuten koken) 4 gram Simcoe hopellets 13% (dry hopping) 2 gram Safale US-56 gist Schroot de caramout. Breng 3,8 liter water op een temperatuur van 66 °C. Doe de caramout in een moutzak en hang die 30 minuten in het water van 66°C. Verwijder de moutzak en breng het water aan de kook. Als het kookt de moutextract en 10 gram hoppellets toevoegen. Tien minuten later 4 gram hoppellets toevoegen. Aan het einde van de 15 minuten koken de warmtebron uitschakelen en 4 gram hoppellets toevoegen. Zet de pan in een ijsbad en roer met een steriele lepel, beweeg de pan in het ijs en zorg er voor dat er geen ijswater in het wort komt. Controleer de temperatuur regelmatig met een steriele thermometer. Haal de pan uit het ijsbad als de temperatuur 20 °C is. Droog de buitenkant van de pan met een handdoek om te voorkomen dat er infectie optreedt bij het overgieten. Gebruik een steriele trechter, giet het wort in een steriel vat van 4 liter en laat de hop en de trub achter in de pan. Voeg de gist toe en belucht. Afsluiten met een waterslot. Als de hoofdvergisting voorbij is voeg dan 4 gram hoppellets toe voor de dryhopping. Na drie dagen het vat afkoelen en in de koelkast zetten om het bier helder te laten worden. Bottelen vanuit het gistvat en voeg in elk flesje wat suiker toe. Laten rijpen , koelen en geniet van je six pack! James Spencer Bron: Brew Your Own, juli/augustus 2007, vertaald en bewerkt door Frits Haen
|
|
| Terug naar overzicht | |
Enzymen in je bier |
juni 2007 |
Door: Frits Haen |
|
ENZYMEN IN JE BIER
Enzymen spelen binnen de mouterij en de brouwerij een belangrijke rol. In de mouterij zorgen ze o.a. voor de afbraak van celwanden in de gerstkorrel. In het brouwhuis zorgen ze ervoor dat gewenste stoffen uit de mout en het ongemout oplossen. Tijdens de vergisting en de lagering vinden ook belangrijke enzymreacties plaats.
Enzymen zijn eiwitten met een speciale functie. Bepaalde reacties zullen met behulp van enzymen eerder (bijvoorbeeld bij een lagere temperatuur) tot stand komen. Factoren die de werking van enzymen beïnvloeden zijn:
Elk enzym heeft zijn eigen optimumtemperatuur. Bij een te hoge temperatuur worden enzymen onwerkzaam door (gedeeltelijke) eiwitdenaturatie. Bij lage temperaturen neemt de enzymwerking af. De invloed van de temperatuur op de werking van enzymen is dus erg groot.
Elk enzym heeft zijn eigen optimum-pH. De meeste enzymen werken bij een pH van 5 tot 9.
Water is een eerste vereiste om enzymwerking plaats te kunnen laten vinden. De enzymen en het substraat moeten elkaar kunnen ontmoeten. Dit kan alleen als er een transportmiddel aanwezig is. De concentratie van de oplossing is ook van belang. Bij een hoge concentratie aan stoffen is de ontmoetingskans tussen enzymen en substraat groot. Te hoge concentraties geven echter weer een minder goede enzymwerking. Dit komt doordat het enzym erg vaak andere stoffen (bijvoorbeeld reeds afgebroken substraat) ontmoet.
Andere stoffen kunnen de werking van enzymen bevorderen of juist afremmen. Zware metalen remmen bijvoorbeeld de werking van enzymen.
De enzymen die een belangrijke rol spelen in mouterij en brouwerij zijn:
Voor de afbraak van zetmeel zijn verschillende koolhydraatafbrekende enzymen nodig. Afbraak van zetmeel vindt tijdens vermouten en tijdens brouwen plaats. Tijdens het brouwen is het zetmeel veel beter bereikbaar voor de enzymen dan tijdens het vermouten. Dit komt doordat: - de celwanden om de zetmeelkorrels zijn afgebroken; - de mout verkleind is; - de verkleinde mout vermengd is met (warm) water. We gaan er bij de bespreking van de afbraak van zetmeel van uit dat de zetmeelmoleculen zijn omgeven door water en door enzymen, die vrij kunnen bewegen. Er zijn veel enzymen die zetmeel kunnen afbreken. We beperken ons tot de enzymen die tijdens het brouwen een rol spelen. Dit zijn: - α-amylase; - β-amylase; - maltase; - de grensdextrinasen.
Zetmeel bestaat uit amylose- en amylopektinemoleculen. Afbraak van de amyloseIn de figuur is te zien waar de α-amylase het amylosemolecuul splitst. De splitsing vindt in het midden van het amylosemolecuul plaats. Een enzym, dat midden in een molecuul veranderingen veroorzaakt, noemen we een endo-enzym. Een endo-enzym maakt van een groot molecuul vrij grote brokstukken. Bij zetmeel noemen we deze brokstukken dextrinen. Zetmeelmoleculen moeten een minimale lengte hebben van 8 tot 12 glucose-eenheden om nog door α-amylase afgebroken te kunnen worden.
De volgende figuur laat zien dat β-amylase vanaf één uiteinde van het amylosemolecuul afbreekt. β-amylase werkt op dezelfde manier op dextrinen in.
Een enzym, dat een groot molecuul vanaf één uiteinde afbreekt, noemen we een exo-enzym. Door de werking van β-amylase ontstaan brokstukjes van twee glucose-eenheden, maltose. Bij de afbraak van amylose en dextrinen ontstaat ook glucose. Dit kan op twee manieren gebeuren: - door β-amylase: bij de afbraak van ketens met een oneven aantal glucose-eenheden blijft er één glucose over; - door de werking van het enzym maltase. Maltase is het enzym dat maltose kan splitsen in twee moleculen glucose.
Afbraak van amylopektineDe afbraak van amylopektine verloopt in principe hetzelfde als die van amylose. Maar er is een verschil. Amylopektine bevat zogenaamde 1-6 verbindingen. De tot nu toe genoemde enzymen (α-amylase, β-amylase en maltase) kunnen deze verbindingen niet verbreken. Er blijven dan kleine, vertakte dextrine-eenheden over, de zogenaamde grensdextrinen.
De grensdextrinasen (een groep enzymen) zijn in staat om de 1-6 binding te verbreken. Ze worden geïnactiveerd bij ca. 65 °C.
OpmerkingWe hebben hierboven de afbraak van zetmeel tot glucose besproken. De afbraak verloopt tijdens het brouwen echter niet in dezelfde volgorde. Het is ook niet de bedoeling om tijdens het brouwen zetmeel helemaal af te breken tot glucose. Tijdens het brouwen is het van belang dat er vergistbare suikers (o.a. maltose) met daarnaast een bepaalde hoeveelheid onvergistbare suikers (dextrinen) verkregen worden. We hebben hier alleen maar duidelijk willen maken welke omzettingen de verschillende enzymen kunnen veroorzaken. Hoe de afbraak van zetmeel in het brouwhuis precies verloopt komt later aan de orde.
Eiwitten worden, net als zetmeel, door een groot aantal verschillende enzymen afgebroken. De endo-enzymen werken midden in de moleculen en vormen grotere brokstukken. Deze brokstukken worden door exo-enzymen afgebroken tot aminozuren. De afbraak van eiwitten kan schematisch als volgt worden weergegeven: Eiwitten → polypeptiden → peptiden → dipeptiden → aminozuren De figuur geeft de afbraak van eiwitten op een ander manier weer.
De afbraak van celwandkoolhydraten door enzymen is zeer ingewikkeld. Er zijn namelijk veel verschillende celwand-koolhydraten. Het ziet er ongeveer als volgt uit: Celwanden → onoplosbare brokstukken → oplosbare brokstukken → gummi-achtige stoffen → glucose De mate waarin oplosbare brokstukken ontstaan, is afhankelijk van het soort celwandkoolhydraat dat wordt afgebroken. De afbraak van celwanden verloopt zeer langzaam. Dit komt doordat celwanden bijna niet toegankelijk zijn voor water. Daardoor kunnen de enzymen bijna niet werken. Tijdens vermouten en brouwen is er te weinig tijd om de celwanden helemaal af te kunnen breken.
Tot nu toe zijn er enzymen besproken die grote moleculen afbreken. Er zijn tijdens het vermouten en het brouwen natuurlijk nog veel meer enzymen werkzaam. De meeste zijn belangrijk voor de bierbereiding omdat ze stoffen vrijmaken die nodig zijn voor de voeding van de gist (bijvoorbeeld fosfaten). Als het vermouten en het brouwen normaal verlopen hoeven er geen speciale maatregelen te worden genomen om deze enzymen in voldoende mate te laten werken. Daarom zullen we ze hier niet behandelen. We bespreken hier wel de oxidatie-bevorderende emzymen. Een ander naam is oxidatieve enzymen. Deze enzymen bevorderen de oxidatie van een aantal stoffen, zoals vetzuren en looistofvormende stoffen. De oxidatie van vetzuren heeft een slechte invloed op de kwaliteit van het bier. Bijvoorbeeld de smaak, het schuim en de eiwitstabiliteit worden hierdoor beïnvloed. Voor de werking van deze enzymen is zuurstof nodig. Daarom moet men tijdens de bierbereiding zuurstofinslag zoveel mogelijk zien te voorkomen.
De invloed van enzymen op elkaarBij de meeste bewerkingen in de brouwerij zijn meerdere enzymen betrokken. Enzymen kunnen elkaars werking beïnvloeden. Dit kan op verschillende manieren. Hieronder volgen enkele voorbeelden van hoe het ene enzym de werking van het andere enzym kan beïnvloeden. Substraat toegankelijk maken Enzymen kunnen alleen inwerken op stoffen als ze er werkelijk mee in contact kunnen komen. Bijvoorbeeld zetmeelafbrekende enzymen kunnen het zetmeel in het meellichaam van een gerstkorrel afbreken. Maar ze kunnen het zetmeel pas bereiken nadat de celwandafbrekende enzymen de celwanden van het meellichaam (gedeeltelijk) afgebroken hebben. Substraat maken Het ene enzym kan substraat maken voor het andere enzym. Zo kan het zijn dat het eindproduct van enzymatische reactie A het substraat is enzymatische reactie B. In dat geval zal reactie B pas kunnen verlopen als reactie A al verlopen is. Bij de enzymen α- en β-amylase is er sprake van samenwerking. Zetmeel bestaat uit lange ketens. De β-amylase kan alleen werken vanaf de uiteinden van deze ketens. De α-amylase splitst de lange ketens in kortere stukken (dextrinen). In het begin zijn er nog maar weinig uiteinden. Dit betekent dat de β-amylase nog niet veel maltose kan maken. In het begin is daarom vooral α-amylase actief. Hierdoor ontstaan er veel dextrinen. Dextrinen zijn substraat voor β-amylase. De β-amylase kan dus pas goed gaan werken als α-amylase al dextrinen gemaakt heeft. Dat is in de volgende grafiek weergegeven. Door de samenwerking van α- en β-amylase ontstaat maltose. Maltose is weer substraat voor het enzym maltase. Blokkering opheffen Bepaalde stoffen kunnen de werking van een enzym blokkeren. Een ander enzym zal dan eerst deze stof moeten afbreken (zie verderop: invloed van andere stoffen). Invloed van het substraatEen enzym zet meer substraat om naarmate de concentratie van het substraat groter is. Tijdens de bewerkingen, bijvoorbeeld het brouwen, kunnen concentraties van stoffen veranderen. Dit heeft invloed op de werking van enzymen. Bijvoorbeeld: - door de werking van α-amylase neemt de concentratie van amyloseketens af. De concentratie van dextrinen neemt toe. Hierdoor zal de activiteit van α-amylase afnemen en die van β-amylase toenemen; - tijdens het brouwen neemt de concentratie van maltose toe. Hierdoor zal maltase beter kunnen werken; - oxidatiebevorderende enzymen zullen vooral actief zijn bij hoge concentraties zuurstof (aan het begin van het brouwproces). Invloed van andere stoffenBepaalde stoffen kunnen enzymen in hun werking remmen (of blokkeren) of juist bevorderen. Bijvoorbeeld glucose en fructose lijken veel op elkaar. Tijdens de vergisting scheiden de gistcellen enzymen af die fructose kunnen afbreken. Omdat glucose en fructose zoveel op elkaar lijken kunnen deze enzymen ook een binding aangaan met glucose. Maar ze kunnen glucose niet afbreken (het pasje past, maar de code is onjuist). Zolang het enzym aan glucose gekoppeld is kan het geen fructose afbreken. Het enzym wordt geblokkeerd door glucose. De glucose in de oplossing moet eerst grotendeels afgebroken worden door enzymen die wèl glucose kunnen afbreken. Pas als er nog maar weinig glucose in oplossing is zal het glucosemolecuul door het enzym losgelaten worden en zal fructose afgebroken kunnen worden. De blokkering van enzymwerking, doordat het enzym aan een andere stof gebonden wordt, noemen we inhibitie. Of de binding tussen een enzym en de blokkerende stof verbroken wordt hangt af van: - de sterkte van de binding; - de concentratie van de blokkerende stof. Naarmate de binding sterker is, zal de concentratie van de blokkerende stof lager moeten zijn om de binding te verbreken. Bron: Dictaat Bier – AOC Mnidden & Oost Brabant |
|
| Terug naar overzicht | |
Hoe krijg ik een goede schuimkraag op het bier? |
juni 2007 |
Door: Frits Haen |
|
|
HOE KRIJG IK EEN GOEDE SCHUIMKRAAG OP HET BIER?
Het wel of niet goed schuimen van een bier is afhankelijk van vele factoren, zoals: - Maischtijden en temperatuu Inmaischen op een hogere temperatuur (bijvoorbeeld 52°C) heeft volgens onderzoeken een zeer gunstige invloed op de schuimhoudbaarheid. Als je ongemoute granen gebruikt in je brouwsel moet je voorzichtig zijn en toch bij 40 °C moeten starten, omdat je anders een grote kans hebt dat het bier een botersmaak krijgt. Laat de maisch niet te lang bij deze lagere temperatuur maar verhoog de temperatuur na maximaal 15 minuten. - Moutsoorten en granen Ook de gebruikte moutsoorten en granen hebben hun invloed op de schuimhoudbaarheid. Er zijn diverse amateurbrouwers die om een goede schuimkraag te krijgen aan al hun bieren tarwe toevoegen. Ook donkere moutsoorten zorgen voor een betere schuimhoudbaarheid dan lichte moutsoorten. Ook oude mout kan minder schuim geven. - Hopgift Een andere grondstof die van belang is bij de schuimhoudbaarheid is de hop. Volgens de vakliteratuur zou een zwaarder gehopt bier een betere schuimhoudbaarheid geven. - Gist De ene gist geeft een beter schuimend bier dan de andere. Een belangrijke factor daarbij kan zijn de hoeveelheid hogere alcoholen die gevormd worden door een gistsoort. - Vergistingstemperatuur Bij hogere vergistingstemperaturen worden meer hogere alcoholen gevormd. Hogere alcoholen hebben een bijzonder slechte invloed op de schuimhoudbaarheid. - Alcoholgehalte Een zwaar bier met een hoger alcoholgehalte schuimt in de regel minder goed dan een bier met een lager alcoholgehalte. Alcohol werkt schuimnegatief. Uiteraard worden er bij een hoge alcoholproductie ook meer hogere alcoholen aangemaakt. - Koolzuurgehalte Schuim bestaat uit belletjes koolzuur. Hoe meer koolzuur hoe meer schuim. Voeg daarom voldoende suiker toe bij het bottelen. Gebruikelijk is 8 tot 10 gram per liter bier. - Leeftijd bier Tenslotte is het opmerkelijk dat een ouder bier minder schuimt dan een jonger bier. Frits Haen
|
|
| Terug naar overzicht | |
Hoe ontstaat het schuim op het bier? |
juni 2007 |
Door: Frits Haen |
|
EvenwichtElk bier bevat koolzuurgas (kooldioxide of CO2) dat bij het gistingsproces gevormd wordt. Als het bier niet in een gesloten flesje zou zitten, zou het gas ontsnappen en krijgt men “plat” bier, dus zonder koolzuurprikkeling. Omdat het bier in een flesje zit opgesloten is er sprake van een evenwicht. Er komt voortdurend koolzuurgas uit het bier vrij en dat verzamelt zich onder de dop. Maar evenveel koolzuurdioxidemoleculen duiken weer terug het bier in. TemperatuurdalingPas als de kroonkurk van de fles wordt gehaald wordt het evenwicht verbroken. Het koolzuurgas onder de dop schiet naar buiten en door de plotselinge uitzetting van het gas ontstaat een temperatuurdaling. Volgens een natuurwet wordt namelijk de energie die ergens voor nodig is (in dit geval het uitzetten van het gas) ergens anders vandaan gehaald (in dit geval temperatuurdaling van het gas). Bij een gekoeld bier van 8 °C kan de temperatuur van het gas gedurende een fractie van een seconde dalen tot ongeveer 35 °C onder nul. Door de plotselinge temperatuurdaling wordt de aanwezige waterdamp in het gas gecondenseerd tot druppeltjes. Daardoor een fijne, witte mist uit de halsopening van het flesje. BelletjesOok onder in het flesje vinden veranderingen plaats als de kroonkurk van het flesje wordt getrokken. Allereerst ontstaan er belletjes. Door de overdruk bleef het koolzuurgas in het bier opgelost. Nu de fles open is valt de druk terug tot de normale waarde en kunnen de gasbelletjes ontsnappen. Omdat het gas lichter is dan het bier stijgen de belletjes naar de oppervlakte en vormen daar de schuimkraag. Weg schuimZoals je weet zakt de schuimkraag na verloop van tijd in. Dit komt doordat de koolzuurbelletjes aan de oppervlakte komen waar door het drukverschil het koolzuur door de belwand ontsnapt. Dit proces heet gasdiffusie. Bovendien zal door de zwaartekracht biervloeistof uit de wanden van de bellen naar beneden sijpelen. Hierdoor wordt de celwand dunner en zal knappen. Dit verschijnsel heet drainage. Bierschuim in drie dimensies doorgrondDrie Amerikaanse wiskundigen hebben nu een formule gevonden die verandering van bellen exact beschrijft. De wanden daarvan herschikken zich voortdurend, met een grover schuim als gevolg. Het resultaat, dat ze in Nature publiceren, is een uitbreiding van de theorie die het wiskundige genie John von Neumann in de jaren vijftig voor het platte vlak opstelde. De auteurs denken dat hun 3D-versie in de materiaalwetenschappen breed gebruikt gaat worden. EvenwichtElk bier bevat koolzuurgas (kooldioxide of CO2) dat bij het gistingsproces gevormd wordt. Als het bier niet in een gesloten flesje zou zitten, zou het gas ontsnappen en krijgt men “plat” bier, dus zonder koolzuurprikkeling. Omdat het bier in een flesje zit opgesloten is er sprake van een evenwicht. Er komt voortdurend koolzuurgas uit het bier vrij en dat verzamelt zich onder de dop. Maar evenveel koolzuurdioxidemoleculen duiken weer terug het bier in. TemperatuurdalingPas als de kroonkurk van de fles wordt gehaald wordt het evenwicht verbroken. Het koolzuurgas onder de dop schiet naar buiten en door de plotselinge uitzetting van het gas ontstaat een temperatuurdaling. Volgens een natuurwet wordt namelijk de energie die ergens voor nodig is (in dit geval het uitzetten van het gas) ergens anders vandaan gehaald (in dit geval temperatuurdaling van het gas). Bij een gekoeld bier van 8 °C kan de temperatuur van het gas gedurende een fractie van een seconde dalen tot ongeveer 35 °C onder nul. Door de plotselinge temperatuurdaling wordt de aanwezige waterdamp in het gas gecondenseerd tot druppeltjes. Daardoor een fijne, witte mist uit de halsopening van het flesje. BelletjeOok onder in het flesje vinden veranderingen plaats als de kroonkurk van het flesje wordt getrokken. Allereerst ontstaan er belletjes. Door de overdruk bleef het koolzuurgas in het bier opgelost. Nu de fles open is valt de druk terug tot de normale waarde en kunnen de gasbelletjes ontsnappen. Omdat het gas lichter is dan het bier stijgen de belletjes naar de oppervlakte en vormen daar de schuimkraag. Weg schuimZoals je weet zakt de schuimkraag na verloop van tijd in. Dit komt doordat de koolzuurbelletjes aan de oppervlakte komen waar door het drukverschil het koolzuur door de belwand ontsnapt. Dit proces heet gasdiffusie. Bovendien zal door de zwaartekracht biervloeistof uit de wanden van de bellen naar beneden sijpelen. Hierdoor wordt de celwand dunner en zal knappen. Dit verschijnsel heet drainage. Bierschuim in drie dimensies doorgrondDrie Amerikaanse wiskundigen hebben nu een formule gevonden die verandering van bellen exact beschrijft. De wanden daarvan herschikken zich voortdurend, met een grover schuim als gevolg. Het resultaat, dat ze in Nature publiceren, is een uitbreiding van de theorie die het wiskundige genie John von Neumann in de jaren vijftig voor het platte vlak opstelde. De auteurs denken dat hun 3D-versie in de materiaalwetenschappen breed gebruikt gaat worden. Frits Haen
|
|
| Terug naar overzicht | |
10 dingen die een amateurbrouwer moet proberen |
september 2019 |
Door: Frits Haen |
|
|
10 DINGEN DIE EEN AMATEURBROUWER MOET PROBEREN 1. Maak een monsterbier 2. Streef naar perfectie 3. Doe mee aan een wedstrijd 4. Gebruik een ongebruikelijk ingrediënt 5. Brouw voor een groot evenement 6. Zie hoe de andere helft leeft 7. Leer iemand om te brouwen 8. Maak je eigen “signatuur” bier 9. Word lid van een amateurbrouwclub 10. Duik nog eens in je geheugen Chris Colby |
|
| Terug naar overzicht | |
5 tips voor het brouwen van ondergistende bieren |
september 2019 |
Door: Frits Haen |
|
|
5 TIPS VOOR HET BROUWEN VAN ONDERGISTENDE BIEREN 1. Voeg veel gist toe
3. Overweeg een versnelde gisting
Het woord lagerbier komt van de Duitse lagern, wat 'bewaren' of 'opslaan' betekent. De etymologie verwijst naar de lange, koude conditioneringsfase die traditioneel wordt geassocieerd met deze bierstijlen. Amateurbrouwers die versnelde gistingsschema's uitvoeren, zijn vaak in staat om grote lagers in slechts twee weken uit te zetten, maar het loont om langer te wachten. In feite is geduld een deugd met deze bieren, en de bieren zijn vaak beter met een zekere leeftijd. Houd je afgewerkte lagers koud, in de buurt van het vriespunt van water (0 °C) totdat je klaar bent om ze te verpakken, en ze zullen graag op je wachten. Ik streef meestal naar ongeveer een week lagering voor elke 10 punten (2,5 °P) oorspronkelijk soortelijk gewicht. Een lager van 1050 (12.5 °P) zou dus ongeveer vijf weken koude opslag krijgen. Als je een dag kunt brouwen, maar niet zeker weet wanneer je kunt gaan bottelen, kan lagerbier een goede keuze zijn. Koud-vergist bier is terug en met deze 5 eenvoudige tips ben je in een mum van tijd op weg om te genieten van een soepele, zelfgebouwde pilsener of bock. |
|
| Terug naar overzicht | |
Bacteriologische oorlogsvoering |
april 2020 |
Door: Frits Haen |
|
|
BACTERIOLOGISCHE OORLOGVOERING Een introductie in de microbiologie van het bierbederf Microben en bier Als amateurbrouwer hoef je niet alle details te weten van brouwerij-microbiologie, maar wel de beginselen van wat bedervende organismen zijn en hoe ze in het brouwproces terechtkomen. Je kunt dan beter voorkomen dat ze binnendringen in je brouwproces. In tabel 1 zie je een overzicht van fouten in bier en hun mogelijke oorzaken en hoe je het kunt voorkomen. Door te ruiken en te proeven kun je bepalen wat de boosdoener is en aan dat deel van het brouwproces extra aandacht besteden. In de meeste gevallen is de oplossing hetzelfde: zorg voor het toevoegen van een grote hoeveelheid brouwgist met veel actieve gistcellen en zo weinig mogelijk andere microben door schoon, hygiënisch en snel te werken. In overeenstemming met de titel van dit artikel ga ik je nu wat informatie geven over de vijand, zodat je bijna al je oorlogen kunt winnen. We weten dat grote hoeveelheden actieve, gezonde gist het wort snel zal omzetten in alcohol en zuren. Dit voorkomt dat ongewenste organismen voedsel krijgen en kunnen groeien. Bovendien zijn deze organismen bijna allemaal gevoelig voor alcohol en zuren. Om te zorgen dat de gist deze strijd wint moet je hem wel helpen, waar dat kan. Als het hele proces, van ingrediënten tot apparatuur, steriel zou zijn dan was, in theorie, één gistcel in het steriele wort voldoende om een prima bier te maken. Zoiets is echter alleen mogelijk in het laboratorium, maar niet thuis of op grote schaal in een brouwerij. Als we de vijand kennen dan moeten we het voordeel geven aan onze gist. Dit doen we door wat we hygiëne noemen; dit betekent dat alles wat met het bier in aanraking komt schoon moet zijn en bewerkt met chemicaliën om de meeste microben te onderdrukken of te doden. Om succesvol te brouwen moet het aantal microben in de ingrediënten en apparatuur tot een aanvaardbaar niveau worden teruggebracht. Wat een aanvaardbaar niveau is zie je aan het resultaat van je bier. Als het er goed uitziet, goed ruikt en smaakt dan heb je het goed gedaan. De belangrijkste stappen in deze strategie zijn: 1. Begin niet met teveel microben aan het proces 2. Verminder het aantal microben tijdens het brouwproces 3. Als het wort steriel is laat er dan zo weinig mogelijk microben bij komen 4. Zorg voor goede vergistingsomstandigheden Conclusie Paul Farnsworth, Ph.D. |
|
| Terug naar overzicht | |
Begin s.g. en eind s.g. |
november 2023 |
Door: Fons Michielsen |
|
|
Begin s.g. en eind s.g. |
|
| Terug naar overzicht | |
Bereken van fruit in bier |
|
Door: Fons Michielsen |
|
| Terug naar overzicht | |
Berekenen koolzuur in bier |
maart 2022 | |||||||||||||||||||||
Door: Fons Michielsen |
||||||||||||||||||||||
|
KOOLZUUR IN DE FLES: MAKEN EN METEN
Eerlijk gezegd gaat het ook wel eens minder goed, maar dat kan ook liggen aan het individuele flesje, want ik meet er maar één of twee. Om de naald zit een rubber stop met een nauwe opening, zodat er geen koolzuur kan ontsnappen tussen de naald en het rubber (afb. 2c en d). Het geheel zit aan een constructie die is afgebeeld in afbeelding 2e en 2f. Door een handle omlaag te halen druk je de naald rechtstandig door de kroondop. De kurk sluit lekkage af. In feite het apparaat nog iets uitgebreider. Zo kan de naald in de onderste positie gefixeerd worden én kan de manometer met een afsluitertje worden afgesloten. Als de naald dan weer omhoog gaat behoud je de aflezing op de manometer. |
||||||||||||||||||||||
| Terug naar overzicht | ||||||||||||||||||||||
Bier, bewaren of vers drinken |
juni 2020 |
|
BIER, BEWAREN OF VERS DRINKEN?
De microbiologische houdbaarheid. De smaak houdbaarheid. Gefiltreerde bieren met een redelijk laag alcoholgehalte. Hop, hoppiger, nog meer hop. Bier en gist. Vatrijping. Smaakevolutie. Toon van den Reek. |
|
| Terug naar overzicht | |
Bierschuim deel 2 |
januari 2022 |
Door: Fons Michielsen |
|
|
BIERSCHUIM DEEL 2 De theorie Eiwit Z Hordeïne LPT1 Hop
De invloed van het brouwproces Maischen Vergisting Ten slotte John Palmere Bewerkt en vertaald door Fons Michielsen |
|
| Terug naar overzicht | |
Brouwen met enzymen |
maart 2024 |
Door: Jacques Bertens |
|
|
BROUWEN MET ENZYMEN Brouwerij Stijl is een wat eigenwijze kleine brouwerij uit Almere. Raymond en Anneke Geraards zijn de brouwers. Net als zoveel andere crafbrouwers in Nederland waren ze eerst een tijdje hobbybrouwer en actief geweest op dit forum. Bij Brouwerij Stijl schuwen ze het experiment niet, iets wat ongetwijfeld overgehouden hebben uit de hobbybrouwperiode. Zo produceert de brouwerij bier waaraan oud brood van supermarkten uit Almere is toegevoegd. Maar ook bier met kruiden uit Flevoland. Ook hebben ze een bier met anijs waarmee geproost kan worden bij de geboorte van een kind. Het verhaal van BR Brouwen met lokale gerst Flevo Campus Brouwen met enzymen Het brouwen Gerstekorrels zijn geen moutkorrels Rijsthulzen Wijn of bier? Smaak Duurzaamheid Mycotoxines Kennisdeling Jacques Bertens |
|
| Terug naar overzicht | |
Brouwen met noten en andere ingrediënten |
november 2012 |
| Door: anoniem | |
|
BROUWEN MET NOTEN EN ANDERE INGREDIËNTEN
Hallo biervrienden,
Het uitwassen van vet of olieachtige producten
Om vet uit wassen heb je de volgende hulpmiddelen nodig:
Het uitwassen van het vettige deel van de grondstof verloopt als volgt:
Ik heb deze procedure op verschillende grondstoffen toegepast. De resultaten staan hieronder opgesomd. Wat opviel is, dat sommige extracten snel in kracht afnemen (zoals bacon) terwijl andere extracten altijd hun sterkte behouden (sesamolie, boter).
Recept om amandelextract c.q. amandellikeur te maken, per partij:
In dit geval maak ik twee versies: de ene versie wordt direct van de amandelen gemaakt, bij de andere versie worden de amandelen eerst geroosterd. Het roosteren gebeurt op bakpapier in drie fases bij ongeveer 200 °C. Tussentijds laat ik ze afkoelen op een keukenpapier om alvast wat van de olie weg te werken. Na het roosteren worden beide partijen fijngemalen en gescheiden in een glazen pot gestopt, overgoten met wodka of de mix van Everclear en water. De amandelen zullen 3 tot 4 weken blijven weken, waarbij tussentijds de olie zal worden afgescheiden. Later zal ik aangeven wat er van deze extracten is geworden. Ik wil ze nog gaan gebruiken in toekomstige brouwsels.
Vrij vertaald door Kees Emmen naar een artikel van de site van ‘Ryan Brews’. |
|
| Terug naar overzicht | |
Brouwsuikers |
maart 2011 |
| Door: anoniem | |
BrouwsuikersMijn eerste brouwsel was afschuwelijk! Ik had onvoldoende brouwspullen, slechte kwaliteit ingrediënten en omdat er toen ook onvoldoende informatie beschikbaar was, ook geen idee waar ik mee bezig was. Ik kwam met brouwen in aanraking via het maken van wijn van vruchten en groenten waarbij een aanzienlijke hoeveelheid suiker aan te pas kwam. Toen ik naar de paar beschikbare bierrecepten keek die er toen voorhanden waren dacht ik dat die een wel zeer zwak bier zouden opleveren. Ik bedacht dat ik een gelijke hoeveelheid suiker zou gebruiken als moutextract. Het resulterende bier smaakte zeer alcoholisch en had weinig mondgevoel, het gebrekkige koken resulteerde ook in een weinig bitter bier. Toen ik me meer in brouwen ging verdiepen bleek dat de rietsuiker die ik gebruikte volledig vergistbaar was en alleen het alcohol gehalte verhoogde zonder aan de smaak bij te dragen. Dus brouwde ik voor een tijdje alleen met moutextract zonder toegevoegde suikers. Echter, Britse brouwers gebruikten toch veel toegevoegde suikers! Omdat ik een experimentele wetenschapper ben besloot ik nog een keer met suiker te brouwen. Ik brouwde twee bieren met identieke ingrediënten (mout, extract, hop en gist), waarbij ik bij een brouwsel 20% van het extract verving door suiker. Het resultaat was ondubbelzinnig: het brouwsel met de suikertoevoeging was dunner. Ik slikte het argument van de CAMRA (Campaignfor Real Ale in Groot Brittannië), dat suiker alleen werd gebruikt als goedkope vervanging voor mout. Suiker werd inderdaad alleen gebruikt als toevoeging in jaren van een slechte graanoogst – suiker was een verboden brouw ingrediënt in Groot Brittannië tot 1880. Toen ik ging brouwen zonder extracten gebruikte ik slechts mouten en schuwde ik het gebruik van toegevoegde suikers, maar ook maïs, rijst en andere toevoegingen. Mijn weerstand tegen suikers werd nog eens versterkt doordat er in noordwest Engeland in 1900 70 doden en 3000 ernstig zieken te betreuren vielen door arseen vergiftiging. De herkomst was van bier en meer specifiek van invertsuikers die gebruikt werden door de toenmalige brouwers [invertsuiker is een mengsel van glucose en fructose en is zoeter dan gewone suiker, sacharose]. De herkomst van het arseen was van het productieproces van de invertsuiker. Ik kwam in 1977 naar de USA waar thuisbrouwen binnenkort legaal en populair zou worden. Vreemd genoeg was het destijds gemeengoed dat rietsuiker of sucrose een cider-achtige smaak zou afgeven en daarom niet gebruikt zou kunnen worden in het brouwproces, zelfs niet in de kleinste hoeveelheden. Dextrose of sucrose uit maïs hadden de voorkeur. Sucrose zelf was echter niet de oorzaak van de bijsmaak, het probleem lag in de hoeveelheid suiker. Doordat er te veel mout werd vervangen door suikers waren er onvoldoende voedingsstoffen voor de gist voorhanden met een negatief effect op de vergisting. Ik zag dit in en begon te twijfelen aan mijn terughoudendheid voor het gebruik van suikers.
Commerciële voordelen van suikersHet lag voor de hand dat ik eerst eens ging kijken waarom de commerciële brouwerijen suikers gebruikten. De Britse brouwers gebruikten 10-15% suiker in de stort als stikstofverdunner, ofwel verdunner van eiwitten. Hiermee werd voorkomen dat eiwitten troebel neersloegen in gekoeld bier. Amerikaanse brouwers die gebruik maakten van 6-rijige gerst met een hoger eiwit gehalte gebruikten een hoog gehalte van niet eiwitachtige verdunners zoals rijst om diezelfde reden. Maar de Britten gebruikten suikers in vaten bier die normaal niet gekoeld werden, dus ook geen last van koude troebelheid hadden. Er moest dus een andere reden zijn. Die reden is een commerciële - het verhogen van het brouwvolume tegen lage kosten. De brouwers maakten een normale brouw, voegden 10% suiker toe en verdunden vervolgens het wort tot het gewenste SG en produceerden zodoende tot wel 15% meer bier. De kosten waren slechts voor de extra suiker; geen extra investeringen voor grotere ketels of ingrediënten. Op die manier kon flexibel worden ingesprongen op extra vraag.
InvertsuikerDe Britten gebruikten in het algemeen geen sucrose (kristalsuiker), maar invertsuiker, zoals eerder genoemd een mengsel van glucose en fructose. Invertsuiker wordt gemaakt door hydrolyse (splitsing met toevoeging van water molecuul) van sucrose. Invertsuiker kan aan het wort worden toegevoegd als siroop of in vaste vorm. Invertsuiker is beter oplosbaar dan rietsuiker, maar wordt vaak gemaakt van ruwe, niet geraffineerde suikers. De nog aanwezige onzuiverheden geven de kleur aan invertsuiker en diverse bijproducten waaronder melanoidin (bruinkleurders uit maillard reacties). Er zijn verschillende zuiverheden van invertsuikers met bijbehorende kleuren en vergistbaarheden. Met andere woorden, ze kunnen zowel kleur als smaak aan het bier toevoegen en niet alleen alcohol en kooldioxide. Invertsuikers worden vaak door commerciële brouwerijen gebruikt als toevoegingen. Vaak worden ze toegepast in donkere milde ales die snel gedronken moeten worden om de resterende smaken ‘weelderigheid’ van de invertsuikers tot zijn recht te laten komen. Deze stijl is relatief zeldzaam in het Groot Brittannië van vandaag. Het gebruik van invertsuikers als zodanig wordt nog wel toegepast voor andere bieren en zelfs voor de lichtere bitters. Een laatste opmerking over het gebruik van invertsuiker versus sucrose is de vergistbaarheid. Beiden zijn volledig vergistbaar in pure vorm; sucrose moet eerst worden gehydrolyseerd hetgeen buiten de gistcel plaatsvindt. Je zou dus denken dat invertsuiker veel sneller vergist dan sucrose, maar de hydrolyse vindt zo snel plaats dat dit niet merkbaar is.
Andere suikersEr is ook nog lactose (melksuiker). Lactose wordt gebruikt in zoetere stouts zoals ‘Milk Stouts’ (vandaar de naam). De meest bekende milk stout is Whitbread Mackeson Stout die met pale-, cara- en chocolademout wordt gebrouwen en waaraan net iets minder dan 10% lactose wordt toegevoegd. Het begin SG is 1040, met slechts een alcohol gehalte van 3-3.2% omdat de lactose niet vergist wordt. Het resultaat is een laag alcoholisch bier met een verrassend volle smaak maar niet extreem zoet omdat de lactose minder zoet smaakt dan sucrose. Ik ben er dus inmiddels achter dat de Britten suiker gebruiken voor andere dan economische doeleinden. Maar waarom zou ik alleen naar Groot Brittannië kijken? Het heeft geen zin om naar Duitsland te kijken vanwege het Reinheitsgebot, maar hoe zit het met België? De Belgen gebruiken voornamelijk kandijsuiker. Kandijsuiker is een redelijk pure vorm van sucrose (wit of bruin) dat langzaam gekristalliseerd wordt. Het heeft een positief effect op de schuimvorming van het bier. Het wordt voornamelijk gebruikt in de abdijbieren (dubbel en tripel) voor tot 10% van de storting. Omdat kandijsuiker volledig wordt vergist is het resulterende bier droger vergeleken met een bier dat is gebrouwen uit enkel mout. Er wordt voldoende mout gebruikt voor de genoemde bieren om er genoeg ´body´ aan te geven. De kandijsuiker zelf voegt weinig aan de smaak van het bier toe, maar doordat het bier droger wordt komt de fruitige smaak van de Belgische bieren beter tot zijn recht. En dan is er natuurlijk nog de goede oude USA… De eerste inwoners maakte bier met behulp van een zeer onzuivere vorm van suiker, melasse. Melasse was in die tijd de enige beschikbare vorm van vergistbare suiker voor het produceren van bier, mouten waren niet beschikbaar of te duur (import uit Europa). Moderne melasse is iets zuiverder dan die van de eerste import Amerikanen, maar nog steeds niet goed genoeg om mee te brouwen, behalve misschien als extra toevoeging om een robustporter of stout te maken. Je hebt dan ongeveer 120 gram nodig op een totale storting van 2.4 kg voor 10 liter bier. Er zijn nog twee andere suikers in gebruik bij brouwers, nl. ahornsiroop (maplesyrup) en honing. Ahornsiroop is voornamelijk sucrose en honing een mengsel van dextrose en fructose (dus een soort invertsuiker). Deze suikers worden met name voor hun smaak toegevoegd. Ze worden daarom het beste gebruikt in bieren met een lage hopbitterheid en -karakter en een neutrale smaak, zoals lager of een milde ale. Honing werd trouwens al gebruikt bij de eerste bieren die gebrouwen werden in Mesopotamië en het oude Egypte. Dan zijn er nog tal van verschillende gradaties van bruine suikers met allemaal verschillende hoeveelheden onzuiverheden. Ze kunnen worden gebruikt om subtiele smaakjes aan het bier toe te voegen. Het probleem is dat ze geen uitgesproken karakter hebben maar wel zeer vergistbaar zijn. Je kunt ze echter maar in kleine hoeveelheden gebruiken voor ze het bier te veel uitdrogen, het alcohol gehalte te veel verhogen en zodoende het bier uit balans brengen. Er zijn geen richtlijnen voor het gebruik van toegevoegde ´smaak´suikers, anders dan max. 10 tot 15% van de storting, waarbij 15% alleen gebruikt kan worden voor de zwaardere bieren met een begin SG van boven de 1060. Hoeveel je exact moet gebruiken moet je proefondervindelijk zelf vaststellen. Begin met een moutsamenstelling die een neutrale biersmaak oplevert. Zelf invertsuiker makenInvertsuikers voor het gebruik in eigen brouwsels zijn niet overal verkrijgbaar. In de USA is het verkrijgbaar als Tate&Lule´s Golden Syrup. Het is echter ook makkelijk zelf te maken zonder gevaarlijke chemicaliën zoals zwavelzuur. Meng 0.45 kg rietsuiker met 0.24 liter heet water en roer totdat de suiker volledig is opgelost. Voeg 2 gram citroenzuur toe en breng het mengsel aan de kook. Laat het koken tot de vloeistof licht goud is gekleurd, normaal na 20 tot 30 minuten. Je kunt dit direct toevoegen bij het begin van het koken van het wort. Echter, als je een bier brouwt met een milde smaak is het mogelijk dat de citroenzuur smaak te proeven is. Om dit te voorkomen kun je 1 tot 2 gram (of tot pH 7) kalk (calcium carbonaat) aan de siroop toevoegen en goed roeren. Voor het beste resultaat nog even heet door een filter passeren voor het aan de ketel toe te voegen. Je kunt het mengsel eventueel donkerder, meer smaakvol maken met melasse, begin met niet meer dan 2 gram (de hoeveelheden zijn waarschijnlijk voor 19 liter bier, maar dit wordt in het oorspronkelijke artikel niet genoemd).
SamenvattingHet gebruik van suikers is een beetje controversieel, maar hopelijk heb ik laten zien dat het ook voordelen heeft. Misschien niet voor iedereen, maar het voegt in ieder geval weer een kleur toe aan het palet van de hobbybrouw artiest. Terry Foster Bron: BrewYourOwn, november 2010, vertaald en bewerkt door Arjan Baks.
|
|
| Terug naar overzicht | |
De wetenschap van hygiënisch brouwen |
september 2020 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door: Frits Haen |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
DE WETENSCHAP VAN HYGIËNISCH BROUWEN
Vervolgens is het nuttig om te kijken naar elk voorwerp dat moet worden schoongemaakt en wat er normaal gesproken moet worden verwijderd. Zoals je in onderstaande tabel 1 kunt zien, worden wasmiddelen en bijtende middelen (zoals natriumhydroxide en kaliumhydroxide) gebruikt voor dezelfde soort vervuiling. Bijtende stoffen zijn over het algemeen sneller met reinigen omdat ze zeer effectief zijn in het oplossen van eiwitten, vetten en oliën, maar veel gevaarlijker dan huishoudelijke wasmiddelen, zoals afwasmiddelen. Het is erg belangrijk om voor gebruik getraind te zijn in het correct omgaan met bijtende middelen. Een chemisch schort, spatwaterdichte oogbescherming (ook bekend als een veiligheidsbril) en stevige handschoenen zijn vereist. We gaan ervan uit dat de meeste brouwers die dit lezen wasmiddelen gebruiken en beginnen te begrijpen hoe ze zijn ontworpen.
Zeep is het meest gebruikte wasmiddel waarmee we ervaring hebben, maar zeep is niet erg nuttig voor de brouwer. Het wasmiddel dat we meestal als brouwer gebruiken (in producten zoals PBW) is natriummetasilicaat, een matig sterke alkalische reiniger, met wasmiddeladditieven (ook bekend als oppervlakteactieve stoffen of dispergeermiddelen) om de eigenschappen te verbeteren en onderscheid te maken tussen verschillende merken. Een wasmiddel heeft een hydrofiele (waterminnende) kant en een hydrofobe (waterafstotende) kant. Het ene uiteinde van het molecuul hecht zich aan water en het andere uiteinde hecht zich aan olie en laat het wegspoelen. Dit proces noemen we emulgeren. Bij het overwegen van een wasmiddel kijken we naar ten minste vier eigenschappen:
Zodra we een wasmiddel nemen en dit verdunnen met water, wordt het een betere reiniger dan gewoon wasmiddel of puur water. Een belangrijk ding om te overwegen is dat de snelheid waarmee een wasmiddel werkt, stijgt met de temperatuur tot het punt dat de chemie wordt vernietigd. Aangezien eiwitten bij verhitting op oppervlakken kunnen "bakken", is het een goed idee om eiwitvervuiling met warm water af te spoelen voordat je hete chemische reinigingsmiddelen gebruikt. Een goede vuistregel is dat voor elke 5,5 °C dat je de temperatuur verhoogt, je de schoonmaaktijd halveert. In de chemie is bekend dat het antischuimmiddel en de oplossing gaan schuimen als je het te warm maak. Hete vloeistoffen zijn gevaarlijk! Ik raad aan om niet hoger te gaan dan 49 °C buiten een commerciële omgeving. In een commerciële omgeving wordt bijtende of bijtende soda vaak gebruikt als de favoriete reiniger in veel toepassingen. Het werkt door de eiwitten in de bodem af te breken (hydrolyseren), zodat ze gemakkelijk kunnen worden weggespoeld. Het kan ook oliën reinigen door een proces dat bekend staat als verzeping (hetzelfde als bij het maken van zeep), waardoor de oliën oplosbaar zijn in water. Er zijn twee soorten natronloog die veel worden gebruikt: natriumhydroxide en kaliumhydroxide. Bleekmiddel of natriumhypochloriet wordt vaak toegevoegd aan bijtende middelen om de effectiviteit te vergroten, aangezien bleekmiddel een oxidatiemiddel is en de reinigingsprestaties verbetert. Veel brouwers zullen geen natriumhypochloriet gebruiken vanwege de lage smaakdrempel van chloorverbindingen die ontstaan door slecht spoelen. Soortgelijke toevoegingen aan wasmiddelen worden vaak op merkspecifieke basis toegevoegd. Opgemerkt moet worden dat bleekmiddel alleen corrosief is voor roestvrij staal als de pH van de oplossing zuur is; gechloreerde bijtende stoffen zijn niet schadelijk voor roestvrij staal vanwege hun hoge pH. Er doen zich echter vaak problemen voor wanneer zure reinigingscycli volgen op gechloreerde loogcycli die niet grondig zijn gespoeld. Bijtende stoffen vertrouwen op een zeer hoge pH voor reiniging. Dit maakt ze gevaarlijk voor oog- en huidcontact. Het andere probleem met bijtende stoffen is dat ze ineffectief worden bij gebruik in een CO2-omgeving. CO2 lost op in het water als koolzuur en reageert met het loog om de pH te verlagen. Als dit gebeurt in een oplossing met bleekwater, kan de pH laag genoeg worden, zodat het hypochloriet een zuurstofmolecuul verliest en wordt omgezet in chloride, wat een corrosieprobleem veroorzaakt. Na het reinigen is het erg belangrijk om grondig af te spoelen. Als je onvoldoende spoelt, is je volgende brouwsel besmet. In het beste geval veroorzaakt dit een pH-probleem, in het slechtste geval zal het chloorverbindingen veroorzaken. De wetenschap van spoelen is zeer grondig bestudeerd omdat het een van de hoogste watertoepassingen in de brouwerij is. Een oplossing is om loogcycli te neutraliseren met zuurcycli, omdat loog langzaam spoelt. Dit heeft als bijkomend voordeel dat roestvrij staal tegelijkertijd wordt gepassiveerd. Een andere oplossing is het meten van de pH van spoelcycli om de voltooiing te verifiëren. Bij passivering van roestvrij staal wordt een zuur, meestal salpeter of citroenzuur, gebruikt om vrij ijzer van het oppervlak te verwijderen om de vorming van een chroomoxidefilm na blootstelling aan lucht te bevorderen. Vrij ijzer wordt gemakkelijk geoxideerd tot roest en een chroomoxidefilm helpt roestvrij staal te beschermen. We hebben besproken hoe gewone vervuiling uit brouwapparatuur kan worden verwijderd, maar we hebben het niet gehad over het verwijderen van biersteen. Biersteen is de neerslag van calciumoxalaat. Oxalaten zijn aanwezig in mout en combineren met calcium om calciumoxalaten te vormen. Biersteen is poreus en kan micro-organismen herbergen van chemische ontsmettingsmiddelen, dus de verwijdering ervan is meer dan cosmetisch. Biersteen is meestal ondoordringbaar voor wasmiddelen omdat de gehydrateerde vorm van calciumoxalaat volledig onoplosbaar is in water. De beste oplossing is om schoon te maken met een oxiderend zuur zoals salpeterzuur, een zuurstofproducerende reiniger zoals "Oxi-Clean" of het oude, aanwezige groene schuursponsje. Alles wat het bier na het koken raakt, moet ook worden ontsmet. Ontsmetten is veel gemakkelijker dan steriliseren en is voldoende voor het brouwen van bier. Het doel van schoonmaken is om 99,99% van de organismen te doden. Thuisbrouwers hebben veel zeer eenvoudige veilige ontsmettingsmiddelen gebruikt.
Sterilisatie is meestal gereserveerd voor de meest gevoelige aspecten van brouwen, laboratoriumwerk en gistopkweken. Handige hulpmiddelen bij sterilisatie zijn een autoclaaf / snelkookpan met 121 °C stoom gedurende 30 minuten of direct vuur. Een van de voordelen van het begrijpen van je reinigingschemie is dat je arbeid kunt besparen. Het is veel beter om te starten met een goed schoonmaakmiddel om een object schoon te maken dan om het te proberen met een schuursponsje. Wees trots op je werk, je bent een brouwer! Colin Kaminski Bron: Brew Your Own, vertaald en bewerkt door Frits Haen |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Terug naar overzicht | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dubbel maischen |
december 2024 |
Door: Huub Soemers |
|
|
DUBBEL MAISCHEN. ‘Reiterated mash’ Wat is ‘reiterated mash’ eigenlijk? Dat is eigenlijk niet meer dan meervoudig maischen en wel twee of soms zelfs wel drie keer. In dit geval van het filmpje wordt er 2 keer gemaischt en hiervoor wordt de totale hoeveelheid graan (6,74 kg) van het recept voor een hele zware Stout, in tweeën verdeeld. Dus in elke batch wordt er 3,37 kg graan gebruikt. Donkere moutsoorten kun je het beste pas tijdens de 2e maisch gebruiken. Hiermee voorkom je te veel onaangename bittere moutsmaken in je uiteindelijke bier. Recept Imperial Stout recept (15 liter). Door het hoge alcoholpercentage van dit bier heeft David gekozen voor de M-42 gist van Mangrove Jack. Deze kan volgens de fabrikant wel 12 % alcohol weerstaan. Er is in dit (bewaar)bier bewust geen aroma hop gebruikt i.v.m. de lange rijpingstermijn van het bier. Na een jaar zijn namelijk al de hop aroma’s in het bier zo goed als verdwenen. In het filmpje roert de brouwer tijdens het begin van het kookproces, steeds het opkomende schuim met een rvs-spatel door het kokende wort. Hij doet dat om de proteïnen in het wort te houden. David Heath is er sterk van overtuigd dat dit de smaak van het uiteindelijke bier ten goede komt. Hij propagandeert dat in meerdere van zijn filmpjes op YouTube. Wat cijfertjes Werkwijze. Maisch-batch nr. 1: Maisch-batch nr. 2: Links: Geschreven door: David Heath. |
|
| Terug naar overzicht | |
Een moderne manier om bitterheid te bepalen |
november 2022 |
Door: Fons Michielsen |
|
|
EEN MODERNE MANIER OM BITTERHEID TE BEPALEN De overeenkomst tussen ons is dat we allemaal brouwen en dat we (ons) bier drinken. Verder zijn er waarschijnlijk best wel verschillen. Sommigen brouwen groot, anderen klein, sommigen vaak, anderen af en toe, sommigen schrijven alles op, anderen niks. Ik behoor tot de categorie die vooraf best wel veel opschrijft en ook tijdens het brouwen houd ik de gegevens bij en maak achteraf berekeningen over van alles en nog wat: kleur, moutrendement, vergistingsgraad en ook bitterheid. Veel van die berekeningen zijn wel wat tricky en dat geldt zeker ook voor de berekening van bitterheid. Je zou bitterheid kunnen laten analyseren maar dat is wel wat duur. En daarom zijn er berekeningen beschikbaar. In Brew Your Own van juli/augustus 2022 stond een heel interessant stuk over het berekenen van bitterheid (IBU’s of International Bitter Units) van de hand van John-Paul Hosom die er blijkbaar erg veel verstand van heeft en ook heel veel moeite heeft gedaan voor een goed verhaal. Helaas is het wel ingewikkeld, maar ik hoop dat ik het wat begrijpelijk kan samenvatten.
Die oAA en die ABC ontstaan meteen zodra je de hop bij het kokende wort doet. Die IAA ontstaan langzaam tijdens het koken. Hoe langer je kookt, hoe meer bitterheid (niet te lang, dan wordt het weer minder). Zie afbeelding 1.
Model Hij ontdekte dat veel factoren van invloed zijn op de IBU zoals het wortvolume, pH, snelheid van afkoelen van het wort, gehalte aan alfazuren, bewaartijd van de hop en heel veel andere zaken. Je hoeft niet zo bezeten te zijn van details zoals hij, maar hij zegt dat de optelsom van kleine afwijkingen een heel grote afwijking kan geven: fouten kunnen elkaar opheffen maar helaas ook versterken. Hij koos ervoor om zoveel mogelijk zaken die van invloed zijn in zijn berekeningen te betrekken. Hosom haalt nog een onderzoek aan van ene Christina Hahn die stelt, dat afzonderlijke iso-alfazuren (er zijn er meerdere) en afzonderlijke geoxideerde alfazuren slechte voorspellers zijn voor de sensorische (of geproefde) bitterheid, maar dat de som van alle iso-alfazuren en geoxideerde alfazuren heel goed de sensorische
Belangrijke factoren voor IBU Bellen of pellets Dosering pH van het wort Helderheid van het wort Verder
Bron: Brew Your Own |
|
| Terug naar overzicht | |
Energieregels bij het brouwen |
juni 2020 |
Door: Ton de Kok |
|
|
ENERGIE REGELS BIJ HET BROUWEN, EEN NUTTIGE BLOEMLEZING VAN DE MOGELIJKHEDEN Ik ben al een tijdje bezig om een ontwerp te maken voor een RIMS. Dat is een systeempje om je brouwproces te automatiseren. Als voorbereiding heb ik eens bekeken hoe de meesten hun brouwketel verwarmen. Dat zijn bij de amateurs eigenlijk maar twee manieren, namelijk elektrisch of met gas! Ik wil in mijn systeem beide soorten kunnen regelen met dezelfde software. Daarom gaan we de problemen die zich voordoen wat nader bekijken. Gas
Wat is dit? Opmerking: vele regelaars die in de handel voor rond de 100 Euro te koop zijn kunnen ook op dit soort regeling geprogrammeerd worden. Electrisch
Het andere symbool bij de B is een wisselcontact. ( die staat of naar links of naar rechts). Als B bediend wordt zal het contact links onder sluiten en het contact boven R2 naar rechts schakelen en zo kan er stroom gaan lopen door R2. Gebruikelijk is de contacten te tekenen in de stand onbediend. Dus contact A is open en wisselcontact B vormt een verbinding tussen R1 en R2, maar is open tussen de fase en R2. Worden ze beide bediend dan vormt A een verbinding van de fase naar R1 en via het onderliggende contact B een verbinding met de nul waardoor R1 de volle netspanning krijgt. Er geldt: P=U x I, waarin P (power) het vermogen is, U de aangelegde spanning en I de stroom. De stroom wordt bepaald door de formule I= U/R, waarbij de weerstand (R) de Ohmse weerstand van het verwarmingselement is. Vullen we voor U. 1/2U in waarbij we U als de netspanning (Meestal 230V) nemen dan blijkt : Bij de serie schakeling is P=(UxU/2)xR! . Dit is ¼-de van als de beide elementen direct op de netspanning zijn aangesloten. Als we alleen B bedienen, zal alleen element R2 op de netspanning zijn aan gesloten. We hebben dan de helft van het maximale vermogen. Een diode is een component die de stroom maar in één richting door laat.
Door Ton de Kok met tekentechnische ondersteuning van Peter Mermans. |
|
| Terug naar overzicht | |
Fenolen in bier |
april 2023 |
Door: Fons Michielsen |
|
|
FENOLEN IN BIER Nog even . . . polyfenolen |
|
| Terug naar overzicht | |
Het koelen van wort |
december 2024 |
Door: Jacques Bertens |
|
|
Koelen van het wort is een essentieel onderdeel van het brouwproces. Na het koken moet het wort op een temperatuur gebracht worden, waarbij de gist zijn werk kan doen. Het koelen kan geforceerd gebeuren of langs natuurlijke weg. Geforceerd Koelen Koelen op natuurlijke wijze. Waterbad. Ijs. Natte lappen. Dompelkoeler. Tegenstroomkoelers. Het eerste wort kun je het beste teruggeleiden in de ketel om de vorming van DMS te voorkomen. Als het wort 80 °C is kun je eventueel een hopstand uitvoeren dan wel meteen het wort gaan opvangen. Gebruik een hopsok of een andere voorziening om te voorkomen dat er hopdeeltjes in je platenkoeler komen. Het schoonmaken van een platenkoeler is sowieso een punt van aandacht. Het vervelende is dat je niet in een tegenstroomkoeler kunt kijken. De koelers die hobbybrouwers gebruiken zijn met koper gesoldeerd. Tegenstroomkoelspiraal. Reinigen. Desinfecteren van de tegenstroomkoeler. Koelen met een koelkast. Waterverbruik koelers. Hergebruik koelwater. Bronnen. |
|
| Terug naar overzicht | |
Hete en koude breuk |
november 2023 |
Door: Fons Michielsen |
|
|
Hete en koude breuk
|
|
| Terug naar overzicht | |
Hijsvoorziening brouwautomaten |
februari 2023 |
Door: Huub Soemers |
|
|
HIJSVOORZIENING BROUWAUTOMATEN Hou het simpel. Maar onlangs kwam ik op internet deze handige oplossing tegen, die ik jullie niet wil onthouden. Deze slimme brouwer heeft gebruik gemaakt van een simpele huishoudtrap om zijn (elektrische) takel aan te bevestigen. Kijk natuurlijk wel goed uit wat je doet, zeker i.v.m. de veiligheid. Elke trap heeft een maximaal belasting-gewicht! Gebruik ook stevige RVS hijskettingen en musketonhaken. Je moet er natuurlijk niet aan denken dat de zware moutkorf plotseling in de ketel met kokende wort valt! |
|
| Terug naar overzicht | |
Hoe leeg is mijn bier? |
februari 2022 |
Door: Fons Michielsen |
|
|
Hoe leeg is mijn bier? Grondstof ![]() Ook de gist speelt mee in het eind s.g. of het restextract. Leveranciers van gist geven gewoonlijk aan hoeveel de gist kan omzetten. Er zijn gisten die heel veel soorten suikers kunnen omzetten, dus niet alleen de simpele (glucose en maltose) maar ook de grotere. En er zijn gisten die dat niet kunnen. Leveranciers spreken van schijnbare vergistingsgraad of apparent attenuation van hun gist. Een gist met een lage vergistingsgraad zal dus een hoog eind s.g. opleveren en daarmee veel restextract, een gist met een hoge vergistingsgraad een laag eind s.g. en weinig restextract. Je kunt de schijnbare vergisting van bier uitrekenen en dat is gemakkelijk. De formule daarvoor is: Samenvatting |
|
| Terug naar overzicht | |
Hoeveelheid toe te voegen suiker voor de nagisting |
maart 2011 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Terug naar overzicht | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Iets over thermometers, hydrometers en zo meer |
januari 2022 |
Door: Fons Michielsen |
|
|
IETS OVER THERMOMETERS, HYDROMETERS EN ZO MEER Ik heb een alcoholthermometer. Zo’n glazen ding met een rode vloeistof en met een schaal van 1 – 100 ⁰C. Ik gebruik ‘m als ik het s.g. wil meten van mijn wort of bier. Want dat moet op 20,0 ⁰C. Nou had ik al een tijdje het vermoeden dat-ie niet helemaal de juiste temperatuur aangaf, maar een artikeltje in Brew Your Own zette me aan tot daden. Het was een artikeltje van november ’21, geschreven door Drew Beechum en Denny Conn over het kalibreren van apparatuur. Zij zeggen terecht: de enige goede getallen zijn getallen die je kunt vertrouwen. Zij geven in dat artikeltje tips voor het kalibreren van thermometers, hydrometers, refractometers, pH meters, moutmolen en de inhoud van je brouwketel en gistvat. Voor de duidelijkheid: kalibreren is het vaststellen van de afwijking, ijken is het vaststellen van de afwijking en het corrigeren van die afwijking. Vooraf Thermometer
Maar dit werkt alleen als je er vanuit kunt gaan dat de afwijking een rechte lijn is (zie afbeelding 1A). Het zou ook kunnen zijn dat de afwijking bij 25 ⁰C en bij 50 ⁰C en bij 75 ⁰C anders is dan berekend. Als ik het simpel houd betekent dat in mijn geval dat, als ik het s.g. wil meten bij 20,0 ⁰C, de thermometer 18,9 ⁰C moet aangeven. Ik heb nog een paar andere thermometers in gebruik: een regelaar met een NTC als voeler (die krijg je bij de Inkbird), een regelaar met een Pt100 en nog een digitale Hydrometer Je kunt 2 dingen doen: een aantekening maken hoeveel je hydrometer afwijkt bij 1038 en bij 1081 en het daarmee doen. Of het ding kapot gooien en een duurdere kopen. Hier zal het ook wel zijn: alle waar naar zijn geld. Er zijn zeker ook geijkte of gekalibereerde hydrometers, maar die zijn wat duurder. Ze zijn onder andere te koop bij Brewing America, op Nederlandse sites heb ik het niet kunnen vinden. Beechum en Conn stellen voor dat je een NIST gecertificeerde lab hydrometer koopt. Refractometer
Fons Michielsen |
|
| Terug naar overzicht | |
Kleur van bier |
oktober 2023 |
| Door: anoniem | |
|
OVER DE KLEUR VAN ONS BIER
Moutkleur als uitgangspunt
Formules om de bierkleur te voorspellen. De klassieke Krüger formule
De Mosher formule De Daniels formule De Morey formule SRM=1,4922 X MCU0,6859. De Weyermann formule
Evaluatie Tabel 1 bevat 20 bieren die allemaal in de 2,5 hectoliter proefbrouwerij van Weyermann in Bamberg werden gebrouwen. In de tabel staan alle op basis van de diverse rekenmethodes voorspelde kleurwaardes en teven de spectrofotometrische waardes, alles in EBC en SRM met daarbij de afwijking in percentages van de gemeten waarde. Bron: Zymurgy, vol45, No 3. (mei/juni 2022)
Noten: |
|
| Terug naar overzicht | |
Koken, kan dat korter |
mei 2024 |
Door: Fons Michielsen |
|
|
KOKEN - KAN DAT KORTER? Helderheid |
|
| Terug naar overzicht | |
Koud vergistte ales |
oktober 2012 |
Door: Frits Haen |
|
KOUD VERGISTTE ALESToen ik begon met brouwen werd ik overstelpt met informatie. Het was een nieuwe wereld en mijn dorst naar kennis was even groot als het verlangen om een heerlijk zelfgebrouwen biertje te drinken. Er waren veel vragen hoe te brouwen, maar ook welk type bier ik zou gaan brouwen. Elke soort bier had weer verschillende subcategorieën, wat het alleen maar moeilijker maakte. Echter na een paar keer diep zuchten (en een paar barley-wines) bedacht ik dat ik het mezelf erg moeilijk maakte. Er waren maar twee soorten bier: bovengistende en ondergistende bieren. Bieren met een ale-gist, vergist op kamertemperatuur waren de beste keus voor een beginnende brouwer. Bieren met lagergist hadden een lagere temperatuur nodig en konden geprobeerd worden als je wat meer ervaring had. De Duitse invasie We hebben ook regels The rubber meets the road?? De beoordeling Kölsch 1: WLP029, 13-14 °C Kölsch 2: WLP029, 20-21 °C Hefeweizen 1: Wyeast 3068, 16-17 °C Hefeweizen 2: Wyeast 3068, 20-21 °C Hefeweizen 3: WLP300, 16-17 °C Hefeweizen 4: WLP300, 20-21 °C De enveloppe a.u.b. De stemming over de hefeweizen was duidelijker. De hefeweizen vergist op 16-17 °C waren duidelijk favoriet, waarbij de Wyeast de voorkeur had boven de White Labs, hoewel een deelnemer niet kon geloven dat hij de Wyeast beter vond. De hefeweizen vergist met Wyeast 3068 op 20-21 °C werd derde en de WLP300 vergist op 20-21 °C eindigde op de vierde plaats. Het blijkt dat het vergisten van bepaalde gisten op een lagere temperatuur dan aanbevolen inderdaad invloed heeft op de smaak. Ik heb altijd gedacht dat de hogere vergistingstemperatuur meer esters zou produceren, met als gevolg meer fruitigheid. Dat is niet altijd zo. De WLP029 Kölsch gist deed het opvallend goed op lagere temperatuur, ondanks de waarschuwing van de fabrikant. Wyeast 3068 is een duidelijke mededinger van de WLP300 voor de keuze van gist voor een hefeweizen. Op brouwforums zal het debat over warmer of kouder vergisten nog wel even voortduren, maar mijn volgende hefeweizen wordt vergist met Wyeast als ik wat kouder wil vergisten. Karol’s Kölsch
60 minuten maischen op 65 °C. Afmaischen op 76 °C gedurende 10 minuten. Spoelen tot je 12,5 liter wort hebt. 90 minuten koken. Afkoelen tot 13-14 °C en gist toevoegen.
Hands-down Hefeweizen
10 minuten maischen op 40 °C. Daarna 20 minuten op 52 °C. Daarna 60 minuten op 66 °C. Afmaischen 76 °C gedurende 10 minuten. Spoelen tot je 12,5 liter wort hebt. 90 minuten koken. Afkoelen tot 16-17 °C en gist toevoegen.
Mark Pasquinelli
Bron: Zymurgy, november/december 2011, vertaald en bewerkt door Frits Haen |
|
| Terug naar overzicht | |
Over esters gesproken |
maart 2023 |
Door: Fons Michielsen |
|
|
OVER ESTERS GESPROKEN . . .
Esters . . . soms jaag je als amateurbrouwer op esters in je bier. Misschien wil je meer bananengeur halen uit je gist voor Beiers tarwebier of meer perzikaroma uit je Conan gist die je laatst gebruikte in je NEIPA. Beide aroma’s vallen in de familie van de esters. De meeste esters in bier worden gemaakt door de gist en geven een fruitaroma of bloemengeur. Voor sommige biertypen is dat uitstekend, maar je wilt vast geen bananengeur of perzikgeur in je Münchener helles. Laten we daarom eens naar esters gaan kijken en hoe je esters in je bier kunt beheersen. Even wat chemie Esters en gistkeuze Esters en fermentatie-omstandigheden Esters en samenstelling van je wort Dave Green |
|
| Terug naar overzicht | |
Oxidatie |
april 2021 |
Door: Fons Michielsen |
|
|
Aan de koude kant: het ligt op de loer . . . oxidatie Dit hele artikel kan worden samengevat met het volgende zinnetje: zuurstof is heel belangrijk voor gist, maar desastreus voor bier. De gist heeft zuurstof nodig om bouwstoffen te maken die nodig zijn voor groei en vermenigvuldiging. Deze bouwstoffen zijn noodzakelijke vetten en sterolen. Gist fermenteert en dat betekent dat het niet ademhaalt zoals wij. Gist kan alle zuurstof in het wort gebruiken om deze bouwstoffen biochemisch te maken, zelfs als de zuurstof chemisch gebonden is aan andere wort-componenten - waardoor na de fermentatie het zuurstofgehalte in de wort werkelijk nul is. Zie afbeelding 1. Er is een hoop discussie over de nadelen van beluchting van de hete wort (dus van de wort na het koken). Er is wat onderzoek gedaan en er zijn heel veel meningen. Het zou erom gaan dat anaëroob brouwen (brouwen met heel weinig zuurstof) het moutaroma en geur en de geurstabiliteit van je bier verbeteren. Maar dit effect is moeilijk te meten.
Bier oxidatie 1 Wat zijn nou de mechanismen achter oxidatie en veroudering? Oxidatie is een chemische reactie waarbij een stof elektronen verliest. Eigenlijk kun je niet over oxidatie praten als je ook niet over de andere kant van de medaille praat, de reductie. Want de ene stof (A in afbeelding 1) verliest elektronen aan de andere (B). A wordt geoxideerd en B wordt gereduceerd. De uitdrukking oxidatie komt eigenlijk uit de historie: zuurstof gaat bijvoorbeeld aan ijzer zitten. Daarbij neemt zuurstof (O) 2 elektronen op (wordt O2-) en het ijzer (Fe) verliest twee elektronen (wordt Fe2+). Maar voor een redox reactie is helemaal geen zuurstof nodig. Het kan best een andere stof zijn die elektronen kan opnemen en dit gebeurt vaak bij brouwen. Dit is belangrijk om te snappen dat “veroudering door oxidatie” helemaal niet hoeft te betekenen dat het door zuurstof is gebeurd. Verderop meer over veroudering van bier. Geurstabiliteit 1: de temperatuur Simpel gezegd: je moet bier vers drinken. Er zijn wel bierstijlen waarbij het geoxideerde bier beter smaakt dan het bier na de vergisting, maar voor mij is het dan eigenlijk de uitdaging om de vergisting van deze bierstijl te verbeteren. In het algemeen zijn de eerste tekenen van oxidatie en slechte geurstabiliteit dat de hopgeur en het moutaroma achteruit gaan. Wat daarna gebeurt, verschilt. In pilsner bieren bijvoorbeeld ontstaat door veroudering bij 25 ̊C vooral een caramelkarakter maar door veroudering bij 30 - 37 ̊C ontstaat vooral kartonsmaak. In hoppige ales veranderde bij 2 weken opslag bij 3 ̊C een hopkarakter van tropisch fruit en citrus in een meer thee/kruidig en pittig aroma. Toen ditzelfde bier werd opgeslagen bij 30 ̊C gedurende 2 weken ging het hoparoma helemaal verloren en nam het mout aroma juist toe. Dit zijn maar een paar voorbeelden van de invloed van bewaartemperatuur. Iedereen is het er over eens dat temperatuur een belangrijke rol speelt bij verouderingsprocessen. Eigenlijk blijkt uit verschillende studies dat ook voor bier gewoon de Arrhenius vergelijking opgaat die zegt dat chemische processen 2 à 3x zo snel verlopen bij iedere 10̊ temperatuurstijging. Bier dat bij 0 - 4 ̊C werd bewaard was geurstabiel gedurende enkele maanden en bier dat bij kamertemperatuur werd bewaard verouderde al binnen enkele weken. Het is belangrijk te snappen dat veroudering-door-zuurstof niet altijd betekent dat het door zuurstof komt Geurstabiliteit 2: verpakt zuurstof Men is het er wel over eens dat, ná temperatuur, de zuurstof het meeste invloed heeft op de geurstabiliteit. En dan gaat het om zuurstof aan de koude kant, dus de zuurstof die tijdens verpakken in het bier komt. De standaard voor commercieel verpakt bier is dat het zuurstofgehalte maximaal 50 ppb (parts per billion = delen per miljard) mag zijn voor een lange houdbaarheid. De vraag is hoe we zorgen voor minimale zuurstofopname bij het afvullen in flessen, blikjes of fusten? Dat is niet gemakkelijk. Stilstaand water heeft ongeveer 8 - 10 ppm zuurstof (parts per million = delen per miljoen, dus 8 - 10 milligram per kg) op zeeniveau. Dit wordt minder bij hogere temperatuur en grotere hoogten. Als je water kookt verdrijf je de zuurstof grotendeels en blijft er ongeveer 1 ppm over. Bedenk wel dat 1 ppm = 1000 ppb en dat is 20x zoveel als ons doel van 50 ppb. Vervolgens moeten we kijken naar de beperkingen van de materialen waar we mee te maken hebben. Plastics laten gewoonlijk gas door en de hoeveelheid mag klein zijn, maar het gebeurt wel, en 50 ppb is niet echt heel veel. Met name daarom wordt bier niet in plastic flessen afgevuld. Bovendien neemt een plastic oppervlak zuurstof op en dit wordt na afvullen afgestaan aan het bier. Een schatting is dat bij een flesje van 500 ml ongeveer 352 ppb zuurstof beschikbaar is vanuit het plastic. De snelheid waarbij dat zuurstof wordt afgestaan aan het bier is afhankelijk van de temperatuur maar binnen een week is 90 % uit het plastic naar het bier gegaan en 40 - 65 % al binnen een dag. Het is wel mogelijk om de flesjes aan de binnenkant te voorzien van een coating waardoor deze problemen niet optreden, maar dan zijn de flessen niet te recyclen. Dus: glazen flessen zijn beter. De enige manier waardoor zuurstof in de fles kan komen of waardoor CO2 kan ontsnappen is door de inlage van de kroondop (of draaidop). Deze inlages van PVC zijn altijd wel een probleem geweest voor het zuurstof. Een onderzoek uit 1990 toonde aan dat er per dag wel 4 ppm zuurstof door die inlages naar binnen kan komen. Gelukkig zijn er nu kroondoppen met inlages die zuurstof kunnen afvangen (en hopelijk worden die nu ook gebruikt!). De beste manier om verpakkingen te vullen is spoelen met inert gas, vullen, opschuimen en dan sluiten. Laten we beginnen met het spoelen. Het idee achter dat spoelen is om de lucht te verdrijven en te vervangen door een inert gas als stikstof of koolzuur, zodat er tijdens het vullen geen zuurstof kan worden opgenomen en dat, als het flesje of blikje of fust is gevuld, er geen zuurstof in de kopruimte kan zitten. In een perfecte wereld zou de verdringing van lucht gaan door een laminaire stroming, maar in de praktijk treedt nogal wat turbulentie (werveling) op. Daardoor zou er toch wat zuurstof kunnen achterblijven en daarom spoelen veel bedrijven de verpakking nóg een keer met stikstof of koolzuur voor het afvullen. Dat spoelen gebeurt wel onder druk omdat de fles of het blik wordt “voorgespannen” op de koolzuurdruk die het bier moet hebben om schuimvorming te voorkómen. Dat opschuimen betekent dat je tijdens het vullen zoveel turbulentie toelaat dat er wat schuim ontstaat op het oppervlak (in Nederlandse brouwerijen wordt ná het vullen en klein, hard waterstraaltje op het oppervlak gespoten waardoor schuim ontstaat). Dat schuim is gevuld met CO2 en daardoor wordt de laatste zuurstof uit de kopruimte verdreven. Bier oxidatie 2 Veroudering ontstaat door oxidatie van zekere componenten in bier maar het is beslist niet zo dat die componenten meteen reageren met het zuurstofgas dat bijvoorbeeld in de kopruimte zit. Het ligt ietsje ingewikkelder. Zuurstof wordt eerst omgezet in reactieve zuurstof en deze reactieve zuurstof kan zorgen voor veroudering. Om het simpel uit te leggen: zuurstof reageert eerst met bijvoorbeeld ijzerionen of koperionen en mangaanionen (dat zit allemaal in heeeeeeeeel kleine hoeveelheden in bier) en daardoor wordt een zogenaamd superoxide anion gevormd O2 -. Dat is, voor de liefhebbers, een zuurstofmolecuul met een extra elektron of een extra negatieve lading. Dit kan weer verder reageren met water en dan worden nog reactievere moleculen gevormd zoals perhydroxyl radicaal (OOH∙), peroxide anion (O22-) en tenslotte waterstofperoxide (H2O2) (zie afbeelding 2).
Deze moleculen kunnen nog verder reageren met metaalionen tot nóg reactievere zuurstof-radicalen (“radicalen” betekent moleculen die heel Deze radicalen kunnen reageren met ethanol of alcohol en vormen daarbij acetaldehyde (dat is de smaak die zo kenmerkend is in yoghurt) en een ander radicaal, het 1-hydroxy-ethylradicaal. Er komt in bier altijd wel acetaldehyde voor want dat wordt gevormd door de gist bij de omzetting van suiker (glucose) via acetaldehyde in ethanol. Normaal gesproken worden alle aldehydes door de gist afgebroken, maar door oxidatie kunnen ze dus (vanuit ethanol) weer terug komen in het bier.
We kennen ook wel de naam foezels of foezelolie: dat zijn grotere alcoholmoleculen (“hogere alcoholen”) die onder andere verantwoordelijk zijn voor alcoholwarmende eigenschappen in bier (en voor een kater). Deze hogere alcoholen kunnen ook oxideren en veroudering veroorzaken. Aldehydes zijn opvallende, organische moleculen. Ze veroorzaken gewoonlijk sterke aroma’s zoals vanille (een fenolisch aldehyde). Veroudering in bier wordt veroorzaakt door drie soorten aldehydes:
Dit zijn de smaken en aroma’s die het meest geassocieerd worden met veroudering van bier. Maar deze smaken en aroma’s zijn de laatste die ontstaan: als het bier het hoekje om is van slecht naar heel slecht. De eerste tekenen van oxidatie zijn nog steeds het verlies van hoparoma en moutaroma. Wetenschappers zijn er nog niet helemaal uit of dit verlies komt door de afbraak van de smaakstoffen en aroma’s of dat deze smaken en aroma’s overvleugeld worden door aldehydes die ontstaan door oxidatie of dat het een mix van beide is. Waarschijnlijk het laatste. Ten slotte Er is veel onderzoek gedaan naar het ontstaan van aldehydes door oxidatie tijdens vermouten, schroten en maischen maar de meeste van deze componenten verdwijnen tijdens het koken of worden door de gist afgebroken. Dat betekent dus dat, als je over veroudering in het eindproduct spreekt als gevolg van oxidatie, de hoofdoorzaak moet liggen in de koude kant van de bereiding: afvullen, distributie en opslag. Onthoud dat in ieder geval bier het beste koud kan worden opgeslagen, want oxidatie en veroudering zijn chemische processen en die verlopen langzamer bij lagere temperatuur. Bron: Brew Your Own.Geschreven door John Palmer Vertaald en bewerkt door Fons Michielsen |
|
| Terug naar overzicht | |
pH van het beslag |
april 2021 |
Door: Fons Michielsen |
|
|
OVER DE pH VAN BESLAG Ik maak graag Engelse IPA’s. Meet ik de pH vóór of na de toevoeging van mout? En welke pH wil ik hebben en wat is de beste manier om het gewenste resultaat te krijgen? Voor of na? IPA Aanpassen van de pH van het beslag Hier volgt een rekenvoorbeeld: Stel dat we 95 % basismout hebben en 5 % kristalmout (bij deze methode hebben we dus geen andere granen gebruikt) en dat het water 60 ppm carbonaat/bicarbonaat bevat, 120 ppm calcium en 20 ppm magnesium. Voor dit brouwsel moet je wel de beschikking hebben over het analyse-certificaat (COA, certificate of analysis) van de mout. Die informatie is niet altijd gemakkelijk te vinden, maar laten we voor deze mout aannemen dat we weten dat de pH-waarde 5,9 is bij 20 ̊C. Bier stabiliteit, pH en droog hoppen Chris Bennet bron: Brew Your Own Vertaald door Fons Michielsen |
|
| Terug naar overzicht | |
Problemen oplossen |
maart 2007 |
Door: Frits Haen |
|
PROBLEMEN OPLOSSENEen van de mooie dingen van het brouwen is dat het meestal wel goed gaat. De meeste kleine foutjes zorgen niet voor een ramp. Toch gebeurt het wel eens dat je bier niet smaakt zoals het zou moeten smaken. En het kan ontmoedigend werken als je een paar keer achter elkaar een slecht bier gebrouwen hebt, terwijl het vroeger meestal goed ging. Het goede nieuws is dan dat als je eerder goed bier gebrouwen hebt je dat meer kunt doen, alleen een kwestie van kijken waar de fout zit en het probleem oplossen. Ik zal je vertellen hoe je de problemen op kunt lossen, zodat je weer met plezier kunt brouwen. Wat moet je niet doenVoordat ik vertel wat je moet doen zal ik eerst vertellen wat je niet moet doen. Allereerst ontmoedigd raken. Als je eerder goed bier kon brouwen dan kun je het weer doen. Als je het probleem hebt kunnen oplossen dan weet je waaraan het lag de volgende keer vermijden. Het tweede wat je moet voorkomen is van alles veranderen in je recept of je manier van brouwen. Als je een mislukt bier hebt gemaakt is het te begrijpen dat je besluit om het helemaal anders te gaan doen. Met de hoeveelheid informatie die beschikbaar is bij je clubgenoten, forums op het internet, boeken en tijdschriften kun je besluiten om nieuwe recepten of technieken uit te proberen. Om een paar redenen is dit toch geen goed idee. De eerste is dat als je vroeger goed bier brouwde je oude methode dus goed is. Je hoeft alleen maar na te gaan waar het fout is gegaan. Ten tweede als je drie of vier nieuwe dingen probeert bij het brouwen kunnen deze weer onvoorziene problemen opleveren. Dan heb je nog meer problemen die je op moet zien te lossen. Begin dus niet in de wilde weg alles te veranderen, maar richt je op een enkel onderdeel. Deze regel geldt niet als je fundamentele brouwfouten negeert. Als je bij je oude manier van brouwen problemen had met bijvoorbeeld de vergisting en met de hygiëne dan moet je deze twee dingen tegelijk aanpakken bij je volgende brouwsel. Maar doe ook niet het tegenovergestelde: eenvoudigweg brouwen en steeds weer opnieuw mislukt bier brouwen zonder iets te veranderen. Als je bieren slechter worden dan heeft dat een reden. En de kans dat de reden van het mislukken vanzelf verdwijnt is nogal klein. Kijken naar het probleemProblemen oplossen is eigenlijk heel eenvoudig. Als een apparaat kapot is hoef je alleen maar elk onderdeel te testen tot je het kapotte onderdeel hebt gevonden. Meestal geeft het probleem zelf al aan welk onderdeel je het eerst moet nagaan. Als je de contactsleutel van je auto omdraait en er gebeurt niets, dan ga je eerder kijken naar de accu dan naar de bandenspanning. De meeste bierbrouwboeken hebben een overzicht van problemen en hun mogelijke oorzaken. Als je het probleem hebt gevonden in een van deze overzichten dan kan je, eventueel in overleg met je collega-brouwers, het probleem oplossen. Opgelet beginnersHet belangrijkste wat je moet doen als je een minder geslaagd bier hebt is het de tijd geven. Gooi nooit een bier weg als het tijdens de vergisting of de lagering er vreemd uitziet, raar smaakt of zelfs stinkt. Door de vergisting ontstaan er een heleboel onplezierige geuren en jong bier heeft soms een onprettige smaak. Wat er uitziet als besmetting kan juist voorkomen bij een bepaalde gistsoort. Beginnende brouwers trekken dikwijls de stop uit het vat en gooien het bier weg, terwijl het juist een normale vorm van vergisting is. Als je bier zuurstof heeft gevormd en een aantal weken gerijpt heeft en het smaakt nog vreselijk, of nog slechter gaat smaken, dan wordt het tijd uit te zoeken wat er fout is gegaan. Problemen zelf oplossenAls je het probleem niet kunt vinden op een overzicht dan zul je zelf het probleem op moeten sporen. Het eerste wat je moet doen is er achter komen wat de verschillen waren tussen je slechte bier en de goede bieren die je eerder hebt gemaakt. Soms zijn de verschillen duidelijk: je bent net verhuisd en je weet dat het water zachter of harder is dan je eerder gebruikte. Misschien heb je een nieuwe manier van brouwen gebruikt, een andere grondstof of een andere brouwhulp. Soms zijn de verschillen moeilijker te vinden. Misschien is de waterleidingmaatschappij een andere manier van waterbehandeling gaan gebruiken of komt het water uit een andere bron. Misschien werkt je thermometer niet meer naar behoren en heb je het nog niet gemerkt. Ik heb jaren geleden eens het verhaal gehoord van een brouwer van een brouwcafé waarvan het bier opeens het schuim op zijn bier verloor. Hij probeerde het op te lossen door tarwe toe te voegen bij zijn brouwsel, hij veranderde zijn maischschema, reinigde zijn tapinstallatie, maar niets hielp. Tot hij er achter kwam dat de restaurantmanager een ander soort glazenspoelmiddel had besteld, wat een laagje op de glazen achterliet, waardoor het schuim neersloeg. Om de verschillen tussen de brouwsels goed te kunnen bepalen is het belangrijk een gedetailleerd brouwboek bij te houden. In mijn brouwboek schrijf ik niet alleen het recept op en hoe de smaak is, maar ook een heleboel “nutteloze”informatie zoals wanneer ik nieuwe slangen ben gaan gebruiken, wanneer ik een nieuwe gastank heb aangesloten, wanneer ik een nieuwe zak Iers mos open heb gemaakt, hoe het weer was, welke muziek ik geluisterd heb (je weet immers nooit.) Goede aantekeningen hebben me geholpen om een probleem op te sporen in een brouwsel porter. Ik had opgeschreven dat ik een nieuwe fles fosforzuur voor de waterbehandeling had opengemaakt. Het zuur wat ik gebruikte kwam van een winkel die het spul in grote verpakkingen inkocht en verdeelde in kleine porties. Toen ik er mee terugging bleek dat het helemaal geen fosforzuur was, maar een pH buffer om pH meters te kalibreren. Zonder mijn aantekeningen zou het me verschillende brouwsels gekost hebben voor ik er achter kwam. Je volgende brouwselsAls je weet, of sterk vermoedt, welk verschil het probleem veroorzaakte brouw het bier dan opnieuw zonder de verandering. Als je bijvoorbeeld meestal met hard water brouwt, maar het water in je nieuwe woning is erg zacht, voeg dan wat mineralen aan je water toe. Soms kom je er achter dat je meerdere dingen hebt veranderd bij je mislukte brouwsel. Je gebruikt bijvoorbeeld steeds een ander recept en een nieuwe brouwmethode. Dan heb je meerdere kandidaten die voor het probleem hebben gezorgd. Het beste kun je dan brouwen met een recept waar je wel succes mee had . En als je een nieuwe brouwmethode hebt gebruikt bij je mislukte brouwsel, probeer het dan nog eens op de oude manier. Als het de eerste keer niet lukt.... Als je de eerste keer geen succes hebt probeer dan opnieuw na te gaan welke dingen er sinds het laatste goede brouwsel zijn veranderd, vooral dingen die helemaal veranderd zijn. Waren bijvoorbeeld je vergistingsvat of je hevelslangen nieuw, maar zijn ze nu aangekoekt? Is je thermometer nog wel goed? Meestal zijn problemen al op de achtergrond aanwezig tot ze een bepaalde grens overgaan. Als je denkt meerdere keren te moeten brouwen om het probleem te kunnen vinden, doe jezelf dan een plezier en brouw dan in ieder geval kleine hoeveelheden. Je kunt beter “mini-experimenten” houden in plaats van grote hoeveelheden te brouwen. Als je bijvoorbeeld denkt dat je tegenstroomkoeler een besmetting geeft aan je bier, maak dan bijvoorbeeld vijf liter wort (eventueel van moutextract met gekookt water) en vergist dat. Als er dan inderdaad een besmetting is opgetreden dan heb je het probleem gevonden zonder grote hoeveelheden bier weg te hoeven gooien. Als je helemaal niet weet waar je moet beginnen start dan met zaken die het meeste invloed hebben op je bier. Bier bestaat voor meer dan 90 procent uit water dus haal je water ergens anders vandaan als je helemaal niet weet waar te beginnen. Meestal vind je het probleem wel voordat je helemaal met je rug tegen de muur staat, maar het kan gebeuren. Chris ColbyBron: Brew Your Own, september 2006, vertaald en bewerkt door Frits Haen |
|
| Terug naar overzicht | |
Reinheid, de ziel van de brouwerij |
november 2023 |
Door: Jacques Bertens |
|
|
REINHEID, DE ZIEL VAN DE BROUWERIJ Onlangs woonde ik kort achter elkaar een twee presentaties bij over reinigen en desinfecteren. Een actueel onderwerp in mei 2023 was dit ook het onderwerp van een presentatie op de clubavond van De Roerstok. Die werd gegeven door Eco-Lab. De presentaties die ik bijwoonde waren van Diversey en Five Star. In wezen was de boodschap steeds hetzelfde. Reinheid, de ziel van de brouwerij - presentatie Wesley Aarse Wesley Aarse. Craft. Cirkel van Sinner. Mechanische actie. Alkalische middelen Diastaticus infectie. Platenkoeler. Presentatie Five Star Chemical Brew Fest 2023 Reinigen en desinfecteren. PBW. Star San. 5.2 pH stabilizer en Supermoss. |
|
| Terug naar overzicht | |
Reinigen door SBI |
juni 2023 |
Door: Fons Michielsen |
|
|
REINIGEN door SBI Lezing op clubavond mei 2023 SBI of Selected Brewing Ingredients (zoek maar eens op op Internet) zocht contact met De Roerstok en bood aan om een lezing te organiseren. Wij mochten kiezen uit de categorieën producten die zij aanbieden en wij kozen voor Reinigen en desinfecteren. Daartoe vroeg SBI hun leverancier, Ecolab, om iemand af te vaardigen en dat werd Mick Vranken.
Er kwam tussendoor een vraag over loog. Loog heeft de neiging aan te kleven aan de apparatuur en dat krijg je moeilijk weg, zeker wij als amateurbrouwers. Je zou het kunnen verwijderen met zuur of met een krachtige stroming heet water, maar er zit een risico. Ten slotte benadrukte Mick de (on)veiligheid van reinigen. Als je sterkere chemie gebruikt (en dat zullen er bij ons niet heel veel zijn) raadt hij aan je beslist aan de veiligheidsvoorschriften te houden. Dat is veiligheidsbril, veiligheidshandschoenen, veiligheidsschort, veiligheidsschoenen. Deze middelen moeten op de juiste manier worden gebruikt en niet vaker/langer dan is aangegeven. Het gaat niet vaak mis, maar als het mis gaat (en daarvan kende hij helaas wel voorbeelden) dan is het niet best. Hij liet een lijst met gevarensymbolen zien die ieder wel kan vinden op internet. Overigens is zijn diapresentatie ook terug te vinden op de site van De Roerstok. |
|
| Terug naar overzicht | |
Roeren of niet roeren |
mei 2012 |
Door: Frits Haen |
|
Roeren of niet roeren |
|
| Terug naar overzicht | |
Tropische smaken in je bier |
oktober 2022 |
Door: Christian Bertens |
|
|
TROPISCHE SMAKEN IN JE BIER Thiolen Wat zijn thiolen? Het opwindende detail van thiolen is dat ze kunnen worden waargenomen in delen per biljoen (ja - dat is biljoen!). Dit betekent dat een ongelooflijk kleine beschikbare hoeveelheid een aanzienlijke invloed kan hebben op het algehele uiteindelijke bieraroma en -smaak. 3MH is de meest prominente thiol die beschikbaar is in bier, daarom zullen we ons specifiek op deze verbinding concentreren. Om 3MHmoleculen (en de bijbehorende tropische smaken) in bier te krijgen, hebben brouwers geleerd dat dryhopping met specifieke hopsoorten deze vrije thiolen kan versterken. Helaas bevatten zelfs hopsoorten met de meeste 3MH slechts bescheiden hoeveelheden van deze wenselijke thiolen in vrije vorm, waardoor het een uitdaging is om bier met sterke tropische tonen te produceren. Gelukkig bestaat er een andere manier om 3MH en tropische smaken in bier te krijgen: biotransformatie van thiolprecursoren. Thiol-precursors (voorlopers) Simpel gezegd, dit zijn aminozuren (eiwitbouwstenen) waaraan thiolen zijn gebonden. Nu, hier is de grote schok… deze voorlopers zijn smaakloos en niet-aromatisch. Een gebonden thiol ruikt helemaal niet naar tropische aroma's. Er is een enzym nodig om thiolen vrij te maken van de gebonden, niet-aromatische vorm naar een "vrije", smaakactieve, aromatische vorm. Als thiolen eenmaal in hun vrije vorm zijn, ruiken ze naar heerlijk tropisch fruit… uiteraard afhankelijk van over welke specifieke thiolverbinding we het hebben. De biotransformatie die hier plaatsvindt is ongelooflijk belangrijk omdat gemoute gerst en hop veel meer 3MH-precursoren bevatten dan vrije 3MH. Voor elke microgram (μg) vrij 3MH in Cascade-hop is er bijvoorbeeld 35 μg van de Cyst-3MH-precursoren en 1,574 μg van de Glut-3MH-precursoren.[1] Dat is veel aromapotentieel dat eraan verbonden is. Gist, enzymen en biotransformatie
Hoe de vrije thiolen in afgewerkt bier te verhogen? Houd er echter rekening mee dat het toevoegen van voorlopers niet automatisch leidt tot meer vrije 3MH en tropische smaak. Als u het gehalte aan voorlopers verhoogt, zou u ook de hoeveelheid β-lyase-enzym moeten verhogen om een significant verschil in smaak en aroma in uw uiteindelijke bier te zien. Hoe thiolprecursoren te verhogen: Om de afbraak van deze verbindingen te verminderen, probeert u de bieren zuurstofarm te verpakken ende potentiële blootstelling aan metaalionen (vooral koper) te beperken. Biotransformatie van thiolen is nog een relatief nieuw onderzoeksgebied voor de brouwerij-industrie. Hetis opwindend om te zien dat veel brouwers en onderzoekers hard werken om meer licht te laten schijnenop deze zwarte gist-doos. Voor nu is het duidelijk dat thiolen een grote invloed hebben op de uiteindelijke biersmaak en door wat meer te leren over thiolen en hun voorlopers, kun je hopelijk bieren producerendie barsten van de smaakvolle tonen van o.a. passievrucht en guave. Bronnen: Geschreven door: Brittney Christianson voor Brew Your Own juli-augustus 2022 |
|
| Terug naar overzicht | |
Verbeter je brouwsels |
maart 2012 |
Door: Frits Haen |
|
|
VERBETER JE BROUWSELS |
|
| Terug naar overzicht | |
Vergistingsgraad en eind s.g. |
juni 2023 |
Door: Fons Michielsen |
|
|
VERGISTINGSGRAAD EN EIND S.G.
Berekenen van de vergistingsgraad.
Vertaald en bewerkt door Fons Michielsen |
|
| Terug naar overzicht | |
Voor alle helderheid . . . |
mei 2023 |
Door: Fons Michielsen |
|
|
VOOR ALLE HELDERHEID . . .
Maar als je verse grondstoffen gebruikt, goed reinigt en een goed brouwproces hebt komen de oorzaken die hierboven staan genoemd komen vrijwel niet meer voor bij amateurbrouwers, behalve natuurlijk het gebruik van tarwemout en ongemoute tarwe. Troebeling en koudetroebeling door eiwit en polyfenolen
Filtreren bewerkt en vertaald door Fons Michielsen |
|
| Terug naar overzicht | |
Wort beluchting |
april 2021 |
Door: Fons Michielsen |
|
|
WORT BELUCHTING Heet Algemene Regels Nodig? Dirk Kissing |
|
| Terug naar overzicht | |
Door: Frits Haen 
Door: Piet Reniers
Door: Ton van Riel 









Door: Fons Michielsen 



Door: Jacques Bertens 

Door: Huub Soemers 



Door: Ton de Kok 

































Door: Christian Bertens 















