5 artikelen uit het clubblad van Maart 2022

Terug naar overzicht

Berekenen koolzuur in bier

maart 2022
Door: Fons Michielsen

KOOLZUUR IN DE FLES: MAKEN EN METEN
 
Je hebt je bier gemaakt en laten vergisten. De vergisting is klaar. Dat kun je mooi zien want je hebt een proefvergisting gedaan en je bier heeft dezelfde waarde als de proefvergisting. Dus: bottelen. En bij bottelen hoort bottelsuiker, want anders krijg je geen druk in de fles en dus geen schuim. Er zijn allerlei manieren om de gewenste hoeveelheid bottelsuiker te berekenen. Sommigen voegen gewoon een klontje bottelsuiker toe of iets van 5 gram per liter.
Dat kan.
 
Maken
Ik vind het een sport om precies de gewenste druk in een flesje te krijgen. Niet dat dat altijd lukt, maar eigenlijk kom ik altijd heel dicht in de buurt. Een paar voorbeelden:

gewenste druk (bar) gemeten druk (bar) opmerkingen
0,52 0,55 eind s.g. 2 punten hoger dan proefvergisting (1008 en 1010), dus iets te vroeg gebotteld
0,58 0,59 1022 en 1022
0,41 0,40 1007 en 1007
0,53 0,55 1017 en 1020
0,54 0,58 1014 en 1014
0,48 0,47 1021 en 1022

Eerlijk gezegd gaat het ook wel eens minder goed, maar dat kan ook liggen aan het individuele flesje, want ik meet er maar één of twee.
Als je bijvoorbeeld precies 0,50 gewichtsprocent koolzuur wilt hebben moet je eerst weten hoeveel koolzuur er al in je bier zit na de vergisting. Dat is afhankelijk van de vergistingstemperatuur. Een voorbeeld: bij 10 oC zit er 0,253 % koolzuur in je bier. Als je 0,50 % wilt hebben moet je dus het verschil “bij maken” met suiker. Dat is (0,50 – 0,253 =) 0,247 % koolzuur.
Dat maak je ongeveer door de dubbele hoeveelheid suiker toe te voegen, dus 0,494 %. Maar als de vergistingstemperatuur 20 oC is dan moet je 0,658 % suiker toevoegen voor dezelfde druk.
 
Wat ik doe.
Ik heb een spuitje van 5 ml en een Excelbestandje. In dat bestand vul ik in hoeveel bier ik heb, welk koolzuurgehalte ik wil, het volume van mijn flesjes en het volume van mijn spuitje (5 ml). Oh ja, en de temperatuur van de vergisting. Dat is allemaal heel erg handig. Dan geeft dat bestandje aan hoeveel gram suiker ik in hoeveel gram water moet oplossen en dan werkt het. Dat bestandje kan ik niet toevoegen aan de papieren versie van dit verhaal, maar als je dit leest op de site en je klikt hier dan krijg je dat bestandje vanzelf op je scherm. Oh ja, ik heb voor de zekerheid 1,5 liter extra gerekend, zodat je ietsje meer suikerwater maakt dan je nodig hebt.
 
Meten
Nu heb ik keurig mijn bier afgevuld met de gewenste hoeveelheid bottelsuiker, ik laat de flesjes staan en na een paar weken wil ik wel eens weten of de druk ook precies is geworden wat ik heb bedacht. Daarvoor heb je weer een Excelbestandje nodig (datzelfde als hierboven) en een meter. Volgens mij zijn er twee systemen om te meten. De eerste is een manometer die je op de fles zet (zie afbeelding 1). Het voordeel is dat je de drukopbouw ziet en je ziet dus ook wanneer die drukopbouw klaar is en de eind-druk bereikt is. Te koop bij alle brouwzaken als Unibrew en Brouwland. Het nadeel is dat de manometer voor een paar weken onbruikbaar is, want hij zit op die ene fles vast. 
 
Een tweede systeem is een drukmeter, die een gaatje prikt door de kroondop. Deze werden vroeger bij alle brouwerijen op het lab gebruikt en is dus wat ouderwets, niet meer te koop, maar ik vind ‘m heel praktisch. De reden dat ik ‘m toch beschrijf is omdat ik weet dat er brouwers zijn die interesse hebben en zoiets kunnen maken.
 
De beschrijving.
Het principe is een holle naald (van 4 mm dik) die aan een manometer vast zit (2a). Die naald heeft een heel speciale bouw: de holte zit centraal tot vlak bij de punt en dan buigt de holte af naar de zijkant (afb.2b). Zo kan de punt de dop doorboren en kan het koolzuur bij de manometer komen.
De naald moet natuurlijk aan de manometer vast zonder gas te lekken. Daartoe zit er boven op de naald een schroefdraad gedraaid (een ingewikkelde naald dus). Met een soort lange moer zit deze constructie aan de manometer vast (afb. 2c en d).

koolzuur_maken_en_meten_2a

Om de naald zit een rubber stop met een nauwe opening, zodat er geen koolzuur kan ontsnappen tussen de naald en het rubber (afb. 2c en d). Het geheel zit aan een constructie die is afgebeeld in afbeelding 2e en 2f. Door een handle omlaag te halen druk je de naald rechtstandig door de kroondop. De kurk sluit lekkage af. In feite het apparaat nog iets uitgebreider. Zo kan de naald in de onderste positie gefixeerd worden én kan de manometer met een afsluitertje worden afgesloten. Als de naald dan weer omhoog gaat behoud je de aflezing op de manometer.
 
Tja, waarom schrijf ik dit eigenlijk. Nou, ik heb zo’n ding, ik vind ‘m erg handig en misschien is er iemand in de club met een draaibankje die een paar van dit soort constructies zou willen maken voor belangstellende leden. Vooral die naald is een uitdaging, maar je weet maar nooit.
 
Fons Michielsen

Terug naar overzicht

Hopcreep

maart 2022
Door: Huub Soemers

BEN NIET BANG VOOR HOPCREEP

Stan Hieronymus legt het sluipende fenomeen uit van droog gehopte bieren die een eigen wil lijken te hebben -
en manieren om ze onder controle te houden.

Hopcreep
"Hop Creep" is niet de naam van een horrorfilm met bier als thema, maar een echt mysterie dat brouwers en hopwetenschappers nog steeds aan het uitzoeken zijn. Tom Shellhammer van de universiteit van Oregon, een van 's lands beste brouwwetenschappers, zegt dat hij ongeveer vijf jaar geleden voor het eerst met het fenomeen in aanraking kwam, hoewel hij dat toen nog niet besefte. "Ik gaf in 2015 een lezing op een bierbrouwers conferentie, en iemand vroeg op het eind van de lezing bij het vragen stellen: 'Waarom brouwers dikwijls diacetyl in hun bieren krijgen als ze drooghoppen?' Ik had zoiets van: 'Nee.'" Diacetyl is slechts één resultaat van hop creep. Bier met meer alcohol dan de bedoeling is van de brouwerij - wat brouwers "out of spec" noemen - is een ander resultaat, net als flessen, vaten of blikjes met een gevaarlijk hoog carbonatieniveau. Reeds in 1893 publiceerden Horace Brown en G. Harris een onderzoek over "de verfrissende kracht van droge hop", waarbij ze beweerden dat hop een "enzym" bevatte dat verantwoordelijk was voor een tweede gisting in het vat als gevolg van het drooghoppen. Meer onderzoek in 1940 bevestigde dat Brown en Harris gelijk hadden. Toch kwam de zaak gedurende meer dan 70 jaar niet meer ter sprake. Dus, 40 jaar nadat brouwerij Anchor Brewing in Amerika met Liberty Ale opnieuw een droog gehopte bier introduceerde, werd het plots noodzakelijk om rekening te houden met het enzymatisch potentieel van hop?

De antwoorden
Het zoeken naar antwoorden begon als een "twijfelachtig” project," zegt Shellhammer. "We openden deze doos, en we vonden allerlei interessante onderwerpen, vanuit een wetenschappelijk perspectief." Vreemd genoeg was het een vraag van Allagash Brewing - die op dat moment slechts 1 procent van zijn bieren droog hopte en 98 procent van zijn bieren conditioneerde op fles - die leidde tot het openen van de doos. De brouwerij dumpte haar eerste testbatch van 60 vaten Hoppy Table Beer in 2016 omdat het bier een veel hoger carbonatieniveau behaalde dan was beoogd, Allagash Brewing maakt dit soort conditioneringsfouten niet. Zach Bodah, hoofd van de kwaliteitscontrole, leidde een reeks experimenten en behandelingen en vond een oplossing voor het probleem. Maar toen "stelden we ons nog meer vragen over waarom dit gebeurde," zegt Bodah. "Tijd om een expert te bellen. En wie ga je bellen als je een hopvraag hebt? Dokter Tom Shellhammer."  Shellhammer, Bodah en Allagash brouwmeester Jason Perkins vertelden het verhaal op CBC in 2017. Toen hun presentatie, "Ongewenste over-vergisting van gedryhopte bieren," was afgelopen, zei de tweede brouwer die een vraag stelde: "We are all slaves to the creep." Vanaf die dag wordt het fenomeen hop creep genoemd, waarbij "creep" verwijst naar een voortdurende en langzame vermindering van het uiteindelijke eind SG. In het Duits bestaat er geen enkel woord om deze vermindering te beschrijven, dus noemen Duitse brouwers dit ook "hop kruip".

Een simpele uitleg van wat er gebeurd is als volgt:
- Drooghoppen maakt vergistbare suikers in bier vrij (glucose en maltose, meestal maltose), en hop draagt zelf een kleine hoeveelheid suiker bij.
- Een hogere hopbelasting voegt meer suikers toe.
- Langere dry-hopping tijd en hogere temperaturen resulteren in meer suikers.
- Droog-gehopt bier met een hoog residuaal extract produceert meer vergistbare suikers.
- De enzymatische activiteit varieert van variëteit tot variëteit hop en kan beïnvloed worden door de manier waarop de hop door de boer is geteeld.

Leren van avonturen in Hopcreep-bestrijding
Shellhammer leidde in mei een CBC Online panel, samen met vier andere brouwers die spraken over de aanpak die zij hebben gekozen om hop creep tegen te gaan. Brouwmeester Adam Beauchamp zegt dat Creature Comforts Brewing in 2016 hop creep begon op te merken in hun zwaar gedryhopte bieren. Het was echter geen serieus probleem in Tropicalia-IPA het vlaggenschip van de brouwerij. Dat veranderde in december van 2018, toen bleek dat het bier na 14 dagen gisten nog steeds te veel diacetyl bevatte. Het stamwortgehalte, gericht op 2,8° Plato, daalde tot 1,8° P. Tropicalia is goed voor meer dan 60 procent van de verkoop van Creature Comfort Brewing. Een langere keldertijd voor het bier zou de capaciteit van de brouwerij effectief hebben verlaagd van 70.000 naar 43.000 vaten per jaar. Een snelle controle bracht problemen met de levensvatbaarheid van de gist aan het licht, maar zelfs nadat die waren opgelost, deed Tropicalia er nog steeds langer over dan voorheen om alle diacetyl te verwijderen en eindigde het bier toch nog onder de gewenste doelstelling. De brouwerij testte een aantal mogelijke oplossingen: Lactose toevoegen, dextrose toevoegen, hopconcentraten gebruiken, gist- en hopvariëteiten veranderen, eerder
drooghoppen, hop recirculeren. Uiteindelijk koos Creature Comforts Brewing voor het gebruik van alfa acetolactaat decarboxylase, een enzym dat de voorloper voor diacetyl afbreekt tot acetoïne, een verbinding met een hoge smaakdrempel. De brouwers laten het bier crashkoelen wanneer het bier de beoogde stamwortgehalte bereikt heeft. Beauchamp benadrukt dat het scheiden van de gist van het bier, wat Creature Comforts Brewing doet met een centrifuge, essentieel is omdat de dextrinase uit de hop suiker blijft aanmaken. Caolan Vaughan, hoofdbrouwer van Stone and Wood in Australië, zegt dat zijn brouwerij in 2014 begon te merken dat er slepende gisting optrad in zijn Pacific Ale. Het 4,4 procent ABV, 20-IBU bier is goed voor 88 procent van de productie van de brouwerij. Het was een van de eerste bieren met Galaxy-hop. In 2015 ontving de brouwerij klachten over te veel koolzuur, en het lab stelde vast dat ook het alcoholgehalte was gestegen in de monsters die in hun bibliotheek werden bewaard. "We hadden een oplossing nodig, en we konden filtratie niet overwegen", zegt Vaughan. Stone and Wood koos ervoor om het bier te flash-pasteuriseren. "We losten ons probleem op zonder volledig te begrijpen hoe we het hadden gedaan." Pacific Ale won de zilveren medaille op 2016 World Beer Cup!

Leren van avonturen bij Hopcreep
Na het zien van de Allagash/Oregon State presentatie in 2017, voerden Stone en Wood een reeks experimenten uit om hop creep beter te begrijpen. Ze stelden vast dat 30°C de optimale temperatuur is voor enzymactiviteit en dat het optimale pH-bereik 4,0-4,5 is. Zij leerden ook dat 1 PU (pasteurisatie-eenheid) volstaat om hop enzymen en gist van vorm kunnen doen veranderen (denatureren). Tijdens het Shellhammer-panel presenteerde Vinnie Cilurzo van Russian River op gegevens gebaseerde details over twee oplossingen die zijn brouwerij heeft gevonden. Bij de eerste hebben de brouwers een volledig Simcoe-bier, Row 2, Hill 56 genaamd, droog gehopt met Cryo-hop en vergeleken met een droog gehopt bier met pellets. Yakima Chief Hops maakt gebruik van een eigen proces om Cryo hop te produceren, waarbij lupuline in de lupuline klier wordt gescheiden van groene materie. De enzymen van de hop bevinden zich in het plantaardige materiaal, maar niet in de Cryo-pellets.
Droog gehopt bier met Cryo verwijderd de diacetylprecursoren in zeven tot negen dagen, terwijl droog gehopt bier met pellets daar 10 tot 15 dagen over doet. In Cilurzo's tweede voorbeeld gebruikte Russian River hop die bij een hogere temperatuur werd gedroogd dan de temperatuur die standaard is geworden voor aroma hop. Russian River brouwde partijen Pliny the Elder bier met hop die was gedroogd bij 54°C, de nieuwe standaard, en hop die was gedroogd bij 63°C. De hoger verhitte batch had anderhalve dag minder nodig om het diacetyl vrij te maken dan de partij met hop die bij 54°C was gedroogd. In Oregon State evalueerde een proefpanel bieren waarvan de hop op een hoge en lage temperatuur was gedroogd en die op opeenvolgende dagen werden verpakt. Het panel beschreef het aroma van de "hoge temperatuur" versie als heldere Citrus, pittige grapefruit schil, sinaasappelschil, mandarijn, en tropisch. De smaak was harsachtig, Citrusachtig en bijna rauw. Het aroma van “de lage temperatuur” was helder Citrus, tropischer dan dat van het andere bier, en dennen-achtig. De smaak was harsachtig, Citrus, smakelijker, rond, en had een zachter mondgevoel met een kortere, bittere afdronk. Het belangrijkste voor Cilurzo was dat de juryleden sterk verdeeld waren over welk bier hun voorkeur had!

Nog meer oplossingen
Een andere optie is "flash-kilned" hop, maar Cilurzo zegt dat meer onderzoek nodig is om de waarde van het gebruik ervan te beoordelen. Van Tributary Hop Farms in Washington, wordt deze hop kort gedroogd bij een hoge temperatuur, daarna bij een veel koelere temperatuur. De drooghoptijd was iets korter voor een bier dat droog gehopt was met 907 gram geflashte Citra hop per biervat. Onderzoekers van Oregon State hebben het effect van temperatuur op enzymen gemeten, in dit geval als onderdeel van een lopend onderzoek naar het effect van eesten op aromatische kwaliteiten. Uit dat onderzoek is gebleken dat een hogere warmte de enzymen doet afnemen. "Dat is geen oproep aan hopboeren om hun ovens hoger te zetten," zegt Shellhammer. Hopboeren hebben de oventemperaturen de afgelopen tien jaar al met 8 tot 11 graden Celsius verlaagd, omdat brouwers vroegen om hop met meer essentiële olie, die de aromatische verbindingen bevatten die brouwers proberen te accentueren met dry hopping. Max Kravitz, kwaliteitsmanager bij Friem Family Brewers, heeft gesproken met brouwers in het hele land en heeft wat hij geleerd heeft eerder samengevat in een presentatie voor leden van de Brewers Association of the Americas. Hij heeft gehoord dat hop creep vaker voorkomt bij Californische ale gist, van welke herkomst dan ook, en bij Amarillo hop - maar dat betekent niet dat een brouwerij een giststam wil vervangen die veel van haar bieren hebben, of dat ze bepaalde hopsoorten wil opgeven. Hij somde de lijst op van variabelen waarmee rekening moet worden gehouden: gistcellen in suspensie, timing van drooghoptoevoegingen, drooghophoeveelheden, drooghoptemperatuur, totale contacttijd, en agitatie (roeren). Uiteindelijk gaf hij hetzelfde advies als de andere brouwers in het panel. "De manier waarop wij het benaderen zal niet voor elke brouwerij werken," zei hij. "Elke brouwerij moet zijn eigen strategie ontwikkelen."

Hop Creep thuis vermijden
Blaze Ruud, directeur bij Yakima Chief Hops, brouwt nog steeds thuis zijn eigen bier, hoewel niet per se vijf liter per keer. Hij merkte hop creep enkele jaren geleden al op en paste zijn recepten en proces voor zwaar gehopte bieren dienovereenkomstig aan.
Hij geeft de volgende adviezen:
- Houd de graansamenstelling eenvoudig, beperk de hoeveelheid onvergistbare suikers voor de hop om op te werken.
- Maisch bij een lagere temperatuur, opnieuw om de hoeveelheid onvergistbare suikers te beperken.
- Gebruik T-90 pellets tijdens de actieve gisting en Cryo hop tegen het einde (1-2° Plato van het verwachte stamwortgehalte).
- Hij stelt een combinatie voor van pellets en Cryo-hop (die het enzymatisch potentieel van de hop vermindert en het aroma verheldert), waarbij 57 gram pellets vervangen worden door 28 gram Cryo-hop. Een recept dat vraagt om 170 gram droge hop zou dan 57 gram pellets en 57 gram Cryo-hop bevatten.
- Het bier niet koelen tot het de diacetylproef heeft doorstaan. Als dit meer dan vijf of zes dagen duurt, controleer dan de gezondheid van de gist.
- Hevel het bier over van de trub binnen één tot twee dagen na de crashkoeling.

Enzymatische kracht
Kaylyn Kirkpatrick, technisch brouwproject coördinator bij de Brewers Association, schreef haar masterscriptie aan de OSU over "Investigating Hop Enzymes". Daarbij onderzocht ze het enzymatisch vermogen van 30 hopvariëteiten, en classificeerde hun potentieel als hoog, gemiddeld of laag. Ze wees voorzichtig op de beperkingen van het onderzoek, omdat naast de variëteit ook het oogstjaar, de rijpheid van de hopbellen en de droogpraktijken de enzymactiviteit kunnen beïnvloeden. Het feit dat één van de Amarillo's die zij in het onderzoek heeft opgenomen een hoog en één laag enzymatisch vermogen heeft, onderstreept dat punt.

  • Hoog: Amarillo (oogst 2015), Cluster, Fuggle, Nugget, Perle
  • Gematigd: Azacca, Cascade, Comet, Dr. Rudi, Golding, Kohatu, Mosaic, Mt. Hood, Moutere, Pacific Gem,
    Pacific Jade, Rakau, Simcoe, Wai-ti, Willamette
  • Laag: Amarillo (oogst 2016), Centennial, Citra, Crystal, East Kent Golding, El Dorado, Galaxy, Hersbrucker,
    Saazer, Summit
Geschreven door Stan Hieronymus, vertaald en bewerkt door Huub Soemers.
Terug naar overzicht

Hoe goed ben je in . . . . de keuken

maart 2022
Door: Jacques Bertens

Hoe goed ben je in… de keuken?

De laatste tijd sta ik wat vaker in de keuken om maaltijden te bereiden. Ik wist het al veel langer maar bierbrouwen is te vergelijken met het koken van maaltijden. Je moet het vaker doen om het onder de knie te krijgen. Daarnaast is het belangrijk te weten hoe je keukenapparatuur moet bedienen en is kennis van ingrediënten en bereidingswijzen noodzakelijk voor een goed resultaat. Dure ovens, inductiekookplaten en ultra scherpe messen maken het bereiden van een maaltijd iets makkelijker, maar het is de kok die weet wat hij doet die het verschil maakt. Zijn kennis en ervaring en gevoel voor smaak maakt het verschil tussen een doorsnee hap die je achteloos weg werkt en een gerecht waarvan je intens van kunt genieten.Bij het brouwen van bier is het niet anders. Je moet je grondstoffen leren kennen en ontdekken hoe je moet omgaan met het vergistingsproces, het voorkomen van infectie en oxidatie en meer van dit soort zaken. Het brouwproces beheersen is vergelijkbaar met gaar, niet gaar of aangebrand bij het bereiden van voedsel. Als je de nodige ervaring hebt met het koken van relatief simpele gerechten kun je verder. Je kunt dan andere technieken gaan gebruiken zoals het langzaam garen van vlees of het blancheren of frituren van groenten. Het is een kwestie van veel doen en kritisch zijn op dat je klaargemaakt hebt. Op een bepaald moment bouw je een zekere routine op. Het is dan opletten dat je niet op de automatische piloot gaat koken maar toch steeds de uitdaging opzoekt door blijft gaan met het ontdekken van nieuwe smaakcombinaties. In feite ben je nooit uitgeleerd en de hoogte van de lat bepaal jezelf.

202203_keuken
Soms wordt beginnende hobby-brouwers aanbevolen om zogenaamd smash te gaan brouwen. Dat wil zeggen brouwen met 1 mout, 1 hopsoort en 1 gist. Het wordt aangeraden om zo grondstoffen te leren kennen. Het lijkt voor de hand liggend maar naar mijn idee werkt deze methode niet. Bij deze methode duurt te lang voordat je een idee krijgt van de smaken die de individuele grondstoffen geven. Daarvoor zijn er veel te verschillende basismouten te koop. Wat vaak vergeten wordt dat bijvoorbeeld palemout van de ene mouterij anders van smaak kan zijn dan palemout van een andere mouterij. Ook in pilsmout is de nodige variatie. Alleen Weyermann heeft al 6 verschillende pilsmouten. Op de site van Unibrew telde ik snel een klein 40 verschillende basismouten en dan heb ik het alleen over mouten gemaakt met gerst en niet over tarwe-, spelt-, haver- rogge- en boekweitmouten. Als je die meerekent kom je snel op meer dan 50 basismouten alleen al dus bij Unibrew. Maar meestal brouw je niet met alleen een basismout. Dat geldt zeker voor donker gekleurde bieren. Feit is dat je geen bier kunt brouwen met alleen mout van boven de 30 EBU. Dat betekent dat je geen smash-brouwsel kunt doen met deze mouten en dat is heel jammer want deze mouten hebben veel meer invloed op de smaak van je bier dan een basismout. De smash-methode leer je dus niets over donkere mouten die de echte smaakmakers zijn.

Voor hop geldt hetzelfde. Er zijn tegenwoordig heel veel hopsoorten, te veel om die allemaal uit te proberen in een smash-brouwsel. En ook die worden vaak in combinaties gebruikt. Een vervelende daar bijkomende complicatie is dat hop door interacties met gist andere smaken kan geven. Die andere smaken zijn gistras afhankelijk. Anders gezegd een hopsoort geeft net een iets andere smaak als je een andere gist gebruikt. Dit verschijnsel wordt ook wel aangeduid met de term biotransformatie. Even een vergelijking met het koken van eten. Rijpe tomaten kunnen heel smakelijk zijn. Echter in combinatie met uien, knoflook en basilicum wordt het pas een feestje. Dat kan in een salade of in een stoverij. De smaak wordt door verhitting geheel anders. Een tomaat op een pizza of in een tomatensoep smaakt anders dan in een salade. Weet je hoe tomaat smaakt als je een maaltijd bereidt met gekookte aardappelen, gekookte tomaten en een stukje vlees? Je weet dan hoe gekookte tomaten smaken maar niet hoe diezelfde tomaat smaakt als hij anders bereid is dan wel gebruikt wordt in combinatie met kruiden en andere ingrediënten.
Mijn idee is dat je veel sneller je grondstoffen leert door op een handje moutkorrels te kauwen. Eventueel kun je een minibrouwsel maken in een thermoskan voor een mengsel van mouten. Dat gaat snel en je hoeft niet een heel brouwsel op te drinken. Voor hop kun je hopthee maken. Door aan de hete thee te ruiken krijg je een indruk van de thee. Maar zoals hiervoor al beschreven wijkt de uiteindelijk smaak af van het aroma dat je ruikt bij het maken van hopthee. Voor de invloed van verschillende gisten kun je brouwsels splitsen. Aan elk deel geef je een andere gist. Dit is heel leerzaam. Net als in de keuken moet je als je een bier wilt gaan brouwen het een en ander gaan voorbereiden. Je moet weten welke richting je op wilt gaan met je bier. Zo maar wat mout en hop bij elkaar geeft wel een bier, maar als de ingrediënten op elkaar zijn afgestemd krijg je een veel betere smaak. Beginnende brouwers adviseer ik dan ook om bestaande recepten te brouwen waarvan bekend is dat ze goede resultaat geven. Brouw zo veel mogelijk verschillende bierstijlen, vergelijkbaar met het bereiden van gerechten uit verschillende landen. Door de grote verscheidenheid aan ingrediënten en bereidingswijzen leer je veel meer dan elke dag aardappelen, gekookte groente en vlees. Brouwen, brouwen en brouwen is mijn devies en ook veel uitproberen, kritisch zijn en goed luisteren naar de feedback die je krijgt. Bierbrouwen is niet iets dat je leert op een avond leert en ook niet door het lezen van boek. Het is vooral van doen en ook accepteren dat het een tijd duurt voordat je de kwaliteit onder controle hebt. Het mooie is dat je nooit bent uitgeleerd.

Terug naar overzicht

Brettanomyces

maart 2022
Door: Fons Michielsen

Over Brett

202203_Brett_1
Waarschijnlijk zijn bovengistende bieren alle eeuwen besmet geweest met Brett, of Brettanomyces, zoals de gist voluit heet. Vergisting van bier vond spontaan plaats (net zoals nu de Franse wijn). In de meeste landen was dat in een warme omgeving en daar waren dan vooral bovengisten actief en daar is Brettanomyces er één van. Het schijnt dat in Beieren al eeuwenlang wort in koude grotten bij lagere temperatuur werd vergist en daar zal waarschijnlijk vrijwel geen besmetting met Brett zijn opgetreden.
Al in 1845 werd er vanuit Beieren een gist naar Carlsberg in Kopenhagen gebracht en Carlsberg begon daarvan een reincultuur te maken. Dat was een Saccharomyces pastorianus, zoals ondergist tegenwoordig heet. In 1883 was het vrij algemeen om bij de bereiding van ondergistende bieren (pils) een reincultuur te gebruiken. Dat kon toen omdat er, door ontwikkelingen in de techniek, koelapparatuur beschikbaar was gekomen.
 
Maar het schijnt dat in sommige landen of landstreken deze manier van produceren niet werd overgenomen. Zo schijnt het dat Belgen en Britten van mening waren dat hun bieren een specifiek aroma had als gevolg van de warme vergisting. Wij zouden tegenwoordig zeggen: tja, bovengist smaakt anders dan ondergist.
Een Deense wetenschapper, meneer Claussen, ontdekte in 1904 dat er in Britse bieren een heel opvallende gist zat die waarschijnlijk verantwoordelijk was voor die typische smaak in bovengistende Britse bieren als Porters, Stouts en Ales. De gewone gist heet Saccharomyces, hij noemde deze Britse gist Brittanomyces, wat later is verbasterd tot Brettanomyces. Later bleek deze gist ook in andere bieren te zitten: Amerikaanse, Belgische, Zweedse.
 
202203_Brett_2
Hij ging de gist onderzoeken en merkte dat die gist heel bijzondere eigenschappen heeft. De gist groeit uiterst langzaam en hij is slecht te kweken op een petrischaaltje (waarschijnlijk omdat-ie zuren als melkzuur en azijnzuur produceert), hij  kan onvergistbare suikers afbreken en kan heel goed tegen een heel hoog gehalte aan alcohol. Bovendien ziet Brettanomyces (afbeelding 1) er onder de microscoop heel anders uit dan gewone biergist (afbeelding 2). En eigenlijk zijn er ook nog verschillende verschijningsvormen voor deze Brett: rond, ovaal, langwerpig en myceliumvormig (= vertakte draden).
Het is echt een secundaire vergister. Dat betekent dat de suikers in het wort eerst worden vergist door een gewone bovengist en dat deze Brett pas veel later aan de slag gaat. Er zijn verschillende soorten Brettanomyces maar de twee meest bekende voor de brouwers zijn B. bruxellensis en B. lambicus. En er zijn wel kleine verschillen voor de brouwer tussen die twee, maar die verschillen zijn niet echt groot.
Zoals eerder gezegd is Brett wat moeilijk te kweken, dus hoe gist-producenten dat doen weet ik niet. Eigenlijk moet je zeggen: Brett in bier groeit langzaam – traag -  moeizaam. Het kan wel een jaar kosten. Maar als je ooit Brett hebt laten vergisten in een houten of kunststof vat krijg je ‘m er nooit meer uit. Daar is een uitdrukking voor bij microbiologen: viable but not culturable, oftewel, wel levensvatbaar maar niet te kweken. Kort samengevat:

  • als je ‘m wilt hebben lukt het slecht,
  • maar als je ‘m kwijt wilt lukt dat ook maar slecht.

Tegenwoordig worden ook Porters en Stouts en Ales en andere Engelse bovengistende bieren gewoon met reincultures gemaakt, maar het is beslist een goed advies om eens een Porter te maken en die na de hoofdgisting te enten met Brett.

202203_Brett_3
Op dit moment komt Brett, behalve bij amateurbrouwers, nog voor in Orval (bovengist met Brett), Vlaams Rood en Vlaams Bruin (bovengist, melkzuurbacteriën en Brett) en Gueuzes (spontane vergisting, een hele microbiologisch dierentuin en onder andere Brett). En waarschijnlijk bij nog wel meer bieren maar dat weet ik nu even niet.
 
Lambics en Gueuzes
Je maakt een Lambic door 70 % gerstemout en 30 % ongemoute tarwe te maischen. Tijdens het koken wordt er overjarige hop bij gedaan. Die hop heeft alle bitterheid verloren en is flink geoxideerd. Na het koken wordt het wort afgekoeld in een koelschip: een platte bak waar de wind langs waait. Oh ja, alleen bier uit de Zennevallei en Pajottenland, rond Brussel, mag Lambic worden genoemd.
Het afgekoelde wort wordt overgebracht naar houten foeders, enorme staande houten vaten, waarin het bier enkele jaren staat te vergisten (zie afbeelding 3) In de foeders vindt een besmetting plaats met alle microorganismen die überhaupt maar in bier willen groeien. Als alles stopt is het bier microbiologisch zéér stabiel: er kán niets meer in groeien.
Dan worden de Lambics gestoken, dat wil zeggen dat de inhoud van verscheidene foeders gemengd wordt tot er een eindproduct is van de gewenste smaak. We spreken nu van een Gueuze. Bij die Gueuze wordt verse Lambic-wort gedaan en er wordt afgevuld. De suikers in het verse wort zullen worden afgebroken door de gist en daardoor ontstaan koolzuur in de fles. Tijdens de rijping van Lambics ontstaan veel stoffen door veel micro-organismen. Hieronder staat aangegeven welke stoffen ontstaan door welke micro-organismen en op welk moment van de rijping.
 
Fons Michielsen
202203_Brett_4

Terug naar overzicht

Wanneer moet je hop toevoegen?

maart 2022
Door: Fons Michielsen

Wanneer moet je hop toevoegen?
 
Inleiding
Ik ben niet zo goed in bierrecepten ontwerpen. Als je mij zou vragen om een “lekker” bier te maken, zou ik niet ver komen. Ik denk dat niemand een glas zou leeg drinken als ik het zou proberen. Dus ik ben er zo één die recepten zoekt op internet en als dat er wel succesvol uitziet dan probeer ik dat uit. Dat geldt voor de keuze van de grondstoffen (mout, hop, gist) en ook voor de werkwijze.
 
Ik las in Brew Your Own een aardig stukje van Dave Green over het gebruik van hop in een IPA. En hoewel sommigen van jullie het al wel weten leek het me toch nuttig om het te vermelden. Het is niet een groot verhaal en ook niet ingewikkeld.
 
Zoals je weet zijn IPA’s bittere bieren. Bitterheid kan veroorzaakt worden door mout en door hop en meestal is mout-bitterheid niet gewenst, hop-bitterheid wel. En hop kan niet alleen bitterheid aan het bier geven, maar ook aroma. Een IPA kan vooral bitter zijn en niet erg hop-aromatisch, maar een IPA kan ook beide zijn: bitter én hop-aromatisch. Hoe krijg je dit nou voor elkaar?
 
Ik ontkom er niet aan om wat Engelstalige termen uit te leggen. In het Engels wordt gesproken van early boil hopping: hop toevoegen aan het begin van het koken. Ik zal dat vroege hop noemen. Mid-boil hopping is hop toevoegen halverwege het kookproces. Ik noem dat midden hop. Dan heb je Late-boil hopping, dat is hop toevoegen aan het einde van het kookproces en is dus late hop. Hopstands is wat ik in een artikel vorig jaar dip hopping heb genoemd: hop na het koken. En tenslotte dry hopping dat we in het Nederlands gewoon droog hoppen noemen.
 
Als er wordt gesproken over het tijdstip van hop toevoegen gaat het altijd over de tijd die de hop in de ketel verblijft. Dus als je 75 minuten kookt en je moet een 60 minuten hopgift doen, dan doe je dat als je nog 60 minuten moet koken, oftewel 15 minuten na het begin van koken.
 
Vroege hop (45 – 90 minuten)
In het algemeen wordt vroege hop gebruikt als je bitterheid aan je bier wilt geven. Bitterheid ontstaat uit alfazuren in de hop. Die moeten worden geëxtraheerd en omgezet in iso-alfazuren en dat kost tijd. Dus je moet de hop lang meekoken. Als je té lang meekookt worden de iso-alfazuren geoxideerd en verdwijnt de bitterheid weer uit je wort. Er is een balans in bier tussen het zoetige van de mout en het bittere van de hop. Hoe meer die balans naar de bitterheid moet uitvallen, hoe meer vroege hop je moet toevoegen.
Een ander voordeel van vroege hop is dat het voorkomt dat je wort gaat overkoken: het remt de schuimvorming. Sommigen voegen de vroege hop daarom ook wel toe 5 of 10 minuten vóór begin van koken.
Het is niet handig om aromahop te gebruiken als vroege hop om twee redenen: aromahop is vaak duurder dan bitterhop én je blaast de meeste aroma’s uit je wort tijdens het koken. Er zijn wel aromacomponenten die, ondanks de vroege toevoeging, in je bier achterblijven, maar dat is allemaal heel subtiel. Verder is het wel goed om als bitterhop een hop te gebruiken met een hoge bitterheid (bijvoorbeeld 10 % alfazuur) want dan hoef je er minder van te gebruiken en dat betekent automatisch ook dat je minder “afval” (blaadjes en zo) in je wort hebt.
 
Midden-hop (15 – 45 minuten)
Hop-aroma is afkomstig van hop-olie. Dat is een verzamelnaam van een heleboel stoffen met ingewikkelde namen en ingewikkelde formules. Maar het kenmerk is dat we ze ruiken, we ervaren ze als een geur. Nou is de ene geur vluchtiger dan de andere geur. Midden-hop werd (verleden tijd) veel gebruikt als je toch een beetje bitter wilde toevoegen aan het bier en ook de minder vluchtige aroma’s in het bier wilde hebben. In het Engels wordt gesproken van flavour. We hebben daar in het Nederlands niet een goed woord voor en zelfs in het Engels is de uitleg van dat woord omslachtig. Een flavour is een combinatie van smaak en geur. Smaak is met de tong (zoet, zuur, zout, bitter, umami), geur is met de neus, flavour is alle twee. Een midden-hop is dus eigenlijk een flavour hop, maar je komt het steeds minder tegen in recepten.
 
Late hop (0 – 15 minuten)
De hop die op het laatst van het koken wordt toegevoegd is altijd de aroma-hop genoemd. Het gehalte aan alfazuren is totaal niet van belang en deze hoppen zijn (veel) duurder dan de bitterhoppen. Maar er is de laatste jaren wel een verandering gaande: veel van de hopgiften die aan het einde van het koken werden gedaan worden nu gedaan op het moment dat de vlam uit is of zelfs als dip-hop of droge hop. Maar er is wel een verschil: hoewel de aroma’s die bij late hop vrijkomen, wel gedeeltelijk uit het wort zullen verdwijnen door het koken, zijn het toch niet dezelfde als de aroma’s die vrijkomen bij dip hop of droge hop. Hoeveelheden die vroeger wel werden gebruikt waren 50 – 80 gram per 10 liter bier, tegenwoordig wordt ook wel een dosering van 25 – 50 gram gewaardeerd per 10 liter en zelfs 15 gram kan nog het verschil maken.
 
Dip-hopping
Dit is wel een rekbaar begrip. In het algemeen wordt de hop zo’n 10 minuten in het wort gehangen en sommigen zeggen van 100 →  80 ⁰C, anderen 10 minuten bij 80 ⁰C, weer anderen tussen 50 en 80 ⁰C. Ik denk dat je een keuze moet maken en als je het recept nóg eens maakt, maak je een andere keuze om het verschil te ervaren. De dosering is gelijk aan bij late hop.
 
Droge hop
De eerste opmerking is: droge hop zal nooit een infectie in je bier veroorzaken. Als je hop toevoegt bij 100 ⁰C snapt iedereen dat dat microbieel geen kwaad kan. Maar hopbellen (of  pellets) in je steriele, koude wort doen? Ik vond het ook altijd wel tricky in het begin, maar het blijkt nooit fout te gaan. Al moet je natuurlijk het zakje, waar je de hop in toevoegt, wél goed schoon hebben. Gewoonlijk wordt deze hop toegevoegd aan het einde van de vergisting gedurende 3 dagen. Maar in het geval van troebele IPA’s wordt een deel van de drooghop ook wel aan het begin van de vergisting in het gistvat gehangen. Nadeel van een te vroege toevoeging is dat een deel van het aroma bij de hoofdgisting mét het koolzuur naar buiten wordt geblazen (maar dan zou je ook geen late hop en dip hop moeten gebruiken). De hoeveelheid is ten minste 10 gram per 10 liter, maar soms ook wel 50 of 60 gram per 10 liter bier.
 
Dave Green
Bron: Brew Your Own

Vertaald en bewerkt door Fons Michielsen

Terug naar overzicht