Artikelen over Vergisten
| Terug naar overzicht | |
Gist oogsten |
april 2008 |
Door: Frits Haen |
|
|
GIST OOGSTEN Hoe verzamelen, opslaan en hergebruiken van brouwsel naar brouwsel Het oogsten en hergebruiken van gist is een tamelijk eenvoudige en goedkope techniek die een thuisbrouwer evengoed kan gebruiken als een professionele brouwer. Professionele brouwers vinden het normaal om de gist te oogsten en opnieuw te gebruiken en ze zorgen voor een verse, gezonde en overvloedige hoeveelheid gist van een vorig brouwsel. Iedere keer als we bier brouwen streven we ernaar een gezonde gist te gebruiken in een behoorlijke hoeveelheid. Als we gist oogsten van een vers vergist bier hebben we de perfecte combinatie van kwaliteit en kwantiteit die we weer kunnen gebruiken in een nieuw gistvat. Het verzamelen, opslaan en het opnieuw gebruiken van de gist is niet moeilijk; het vergt alleen een beetje planning en speciale aandacht voor schoonmaken. Elk vat, lepel, trechter, slang of wat er ook met de gist in aanraking komt moet goed worden schoongemaakt en gedesinfecteerd voordat het gebruikt wordt. Schoon betekent dat er geen vuil of andere ongewenste achterblijfselen aan je apparatuur mag zitten. Gedesinfecteerd betekent het doden van alle ongewenste micro-organismen in of op je apparatuur. Er zijn diverse schoonmaakmiddelen beschikbaar om brouwapparatuur schoon te maken. Een oplossing van bleekmiddel in water is prima voor glas of plastic. Een schoonmaak middel zonder bleekmiddel is prima voor roestvaststaal. Door de lange contacttijd of een lage pH-waarde kunnen er putjes in het metaal ontstaan. Om het goed schoon te maken moet de apparatuur minimaal 10 minuten worden ondergedompeld in de bleekmiddel-oplossing en daarna worden afgespoeld met schoon water om de chloorresten te verwijderen. Als de kwaliteit van het spoelwater twijfelachtig is moet het eerst een half uur gekookt worden voor gebruik of gebruik een schoonmaakmiddel wat niet behoeft te worden afgespoeld. Alcohol (bijvoorbeeld goedkope wodka) desinfecteert door het contact en droogt snel op, dus is het handig voor kleine dingen. Voor alle schoonmaakmiddelen en desinfecteermiddelen geldt dat je het met zorg moet gebruiken en de aanwijzingen op de verpakking moet volgen. Het oogsten Hoe je gist kunt oogsten uit je gistvat hangt af van het soort gist en je gistapparatuur. Als je een gistvat hebt wat van boven af gemakkelijk bereikbaar is (zoals een plastic emmer) en je gebruikt bovengist, dan kun je eenvoudig wat gist afscheppen van de oppervlak van je bier tijdens de actieve periode van de hoofdgisting. Doe de geoogste gist in een gedesinfecteerde fles, zet er een waterslot op en plaats het in de koelkast. Als je vergist in een glazen fles of een ander vat wat niet van boven af bereikbaar is, zul je moeten wachten tot de hoofdvergisting voorbij is. Hevel in dat geval het bier over in het lagervat en oogst het bezinksel uit het gistvat. Hoewel de gist uit het lagervat minder trub-deeltjes zal bevatten is de gist uit het gistvat toch gezonder. Om de gist over te brengen naar flessen of een vaatje wervel de gist op de bodem van het gistvat en schenk een kwart tot een halve liter in een schoongemaakte fles. Zet er een waterslot op en plaats het in de koelkast. Als je een ondergist wilt bewaren volg dan dezelfde procedure. Als je in het gelukkige bezit bent van een cilindroconische tank met een kraan aan de onderzijde en een verwijderbaar deksel dan kun je zowel bovengist oogsten tijdens de actieve hoofdgistperiode als een ondergist aan het einde van de hoofdgisting door het openen van de aftapkraan. Als je de gist aftapt van de onderzijde van de tank probeer dan de “middelste” hoeveelheid op te vangen. Het bezinksel helemaal onderin bestaat hoofdzakelijk uit trub en dode gistcellen. De onderste hoeveelheid van dode gistcellen en trub herken je aan de donkere kleur, terwijl de gist die jij wilt hebben meer een oranje stopverfkleur heeft. Oogst de gist zo snel mogelijk als de hoofdgisting voorbij is en de gist is uitgezakt. Het bewaren Nu je een hoeveelheid gist hebt geoogst is het zaak om het goed op te slaan zodat de vitaliteit bewaard blijft. Sla de gist op in de koelkast op een temperatuur van ongeveer 0 °C om de gist slapend te houden. Dit voorkomt het risico van bederf en van autolyse. Autolyse ontstaat als een gistcel uiteen valt en in feite zichzelf op gaat eten. Dit proces geeft dikwijls een rubberachtige lucht, waarvan je kunt zeggen dat die niet gewenst is in bier. Zoals al eerder aangegeven moet de gist bewaard blijven in een fles met waterslot. Nadat je de gist verzameld hebt en in de koelkast hebt geplaatst zal hij niet onmiddellijk gaan slapen, omdat de meeste koelkasten niet zo koud zijn en de temperatuur schommelt. Daarom zal gist die in de koelkast wordt bewaard koolzuur produceren wat voor problemen kan zorgen. Om de gist op een lagere, meer constante temperatuur op te slaan kun je de fles in een kleine koelbox (met ijsklontjes erin) zetten. Het is belangrijk de koelbox dagelijks te ontluchten, want teveel CO2 kan de gist vlug beschadigen. Nadat de gist is verzameld moet hij binnen twee weken opnieuw worden gebruikt in een nieuwe hoeveelheid bier. Gist die niet actief bezig is met vergisten kan zijn vitaliteit snel verliezen als het op een eenvoudige manier wordt opgeslagen, zoals hierboven is aangegeven. Daarom is het belangrijk zeer regelmatig te brouwen als je op deze manier de gist wilt hergebruiken. Als je zover bent dat je de gist uit de koelkast haalt om opnieuw te gebruiken is het belangrijk de gist wakker te maken voordat hij aan het werk gaat. Haal de fles met gist uit de koelkast en laat hem langzaam op de temperatuur komen van het wort waarin hij moet gaan werken. Je kunt de gist helpen door er een zuurstof-shot aan te geven. Dat kun je doen door met een gedesinfecteerde lepel of klopper te roeren tot er schuim ontstaat op het oppervlak. Als je een magnetische roerplaat hebt, desinfecteer dan het roerstaafje, doe het in de fles en zet de roerplaat aan. Als je een aquariumpompje hebt met een steriel filter kun je lucht in de gist pompen waardoor de gist belucht wordt. Als je wort goed is belucht hoef je er geen zorgen over te maken of je gist wel voldoende belucht is. Als je gist geroerd is en de kans heeft gekregen om op temperatuur te komen kan het direct in het wachtende wort gedaan worden. Nog een paar opmerkingen over het hergebruik van de gist in relatie tot het soort bier. Het is het beste steeds een bier te brouwen met een vergelijkbaar begin soortelijk gewicht en vergelijkbare bitterheid. Plan daarom je brouwsels zodanig dat de gist geen ongewenste smaak over kan brengen. Als je de gist wilt gebruiken voor een bijzonder donker of bitter soort bier plan dat dan als laatste bier waarbij je de hergebruikte gist doet, zodat je niet bang hoeft te zijn dat er een verkeerde smaak wordt overgebracht via de gist. Met een beetje planning en voorbereiding kun je veel geld besparen en een goede vergisting krijgen door de gist te oogsten en te hergebruiken tussen de verschillende brouwsels. Besteed wel voldoende aandacht aan zowel het desinfecteren en het soort bier wat je brouwt en je kunt brouwen als een professionele brouwer! Jon Stika Bron: Brew Your Own, november 2007, vertaald en bewerkt door Frits Haen |
|
| Terug naar overzicht | |
Gisteperimenten met olijfolie en gistvoeding |
februari 2008 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door: Jacques Bertens |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
GISTEXPERIMENTEN MET OLIJFOLIE EN GISTVOEDING
Inleiding De laatste maanden heb ik diverse experimenten uitgevoerd. Voor mij is dat een hobby in de hobby. In november 2006 heb ik experimenten uitgevoerd waaruit bleek dat je voor het opkweken van gist het beste een wort kunt hebben van 1040. Zowel zwaarder als lichtere wort leverde minder gistgroei op. Verder bleek uit een experiment dat je meer gist kreeg naarmate je met meer gist begint. Voor het geval je verse gist toevoegt bij het bottelen is dit een belangrijk gegeven. Als je wilt dat het depot onder in de fles na de hergisting beperkt blijft doe je er goed aan om de hoeveelheid verse gist gering te houden (max. 0,5 gram per 10 liter). In het clubblad van februari 2007 kunnen jullie de resultaten van het experiment van november 2006 nalezen.
Na een pauze van een jaar ben ik verder gegaan met het experimenteren met gist. Directe aanleiding was het nieuwe inzicht dat het toevoegen van een paar druppels olijfolie gunstig kan zijn voor de vergisting. Op welke wijze deze sensationele ontdekking gedaan is weet ik niet. Mogelijk werd het ontdekt doordat al langer olijfolie door hobbybrouwers als antischuimmiddel gebruikt werd bij het continu beluchten van giststarters. Adrie Otte heeft overigens over het continu beluchten van een giststarter in combinatie met het toevoegen van gistvoedingsstoffen een heel interessant artikel geschreven. Degenen die daarvoor belangstelling hebben kunnen surfen naar http://home.tiscali.nl/adrieotte/wp/giststarter.htm. Als je een starter continu gaat beluchten dan krijg je erg veel schuimvorming. Voor een starter van een liter heb je een glazen fles nodig van ten minste 10 liter om overschuimen te voorkomen. Door een paar druppeltjes olijfolie te gebruiken wordt de schuimvorming (tijdelijk) beperkt. Hoe het werkt weet ik ook niet maar het lijkt er op dat de gist in staat is de olijfolie om te zetten in onverzadigde vetzuren en dat de gist deze gebruikt voor de opbouw van gistcellen. In ieder geval wordt de olijfolie verbruikt en gaat na verloop van tijd het bier weer meer schuimen. Ook is er niets meer terug te vinden van de olijfolie als je even niet belucht (net na de olijfolie toevoeging krijg je olie-ogen op het wort).
In totaal heb ik drie keer een gistexperiment uitgevoerd om te kijken wat het effect is van olijfolie op de vergisting. Daarvoor heb ik steeds een moutextractoplossing gemaakt (hierna wort genoemd) en deze gesplitst over verschillende flessen van wit doorzichtig glas. Het wort in de flessen is op verschillende manieren behandeld.
Het eerste experiment Voor dit experiment heb ik drie flessen gevuld met 700 ml wort met een begin SG van 1044. Het wort heb ik na het koken in de flessen laten afkoelen. Na het afkoelen heb ik met een fles (A) 4 x geschud terwijl de fles voorzien was van een siliconen stop. Aan alle flessen heb ik 1,0 gram Danstar Windsor toegevoegd.
Fles B voorzien van een druppel olijfolie. Fles C voorzien van 1,0 gram SiriS Yeast ViT
Door het schudden van fles A werd de gist goed verdeeld over de inhoud van de fles. Hierdoor kreeg de vloeistof een iets lichtere kleur en was deze troebel. Bij de flessen B en C bleef aanvankelijk de olijfolie en de gistvoeding op de moutextractoplossing drijven.
Resultaten
A 1014 B 1015 C 1015 Het SG is bepaald met een zeer nauwkeurige hydrometer. De verschillen zijn zeer klein en eigenlijk verwaarloosbaar. Bij fles A was zo te zien aan de depotvorming (slurrie) de minste gistgroei. Bij de flessen B en C was de depotvorming nagenoeg gelijk. Van deze flessen had fles B net de meeste slurrie.
Het tweede experiment Voor het tweede experiment heb ik 4 flessen gevuld met ongeveer 600 ml moutextract. Het begin SG was deze keer 1038 De behandeling van de flessen was als volgt: Fles 1 in totaal 6 x intensief geschud gedurende zo’n 10 seconden Fles 2 hieraan 3 druppeltjes olijfolie toegevoegd Fles 3 hieraan 0,5 gram Siris Yeast ViT toegevoegd Fles 4 niet belucht en niets toegevoegd. De gebruikte gist was deze keer Safbrew T-58 (0,2 gram per fles) Verloop experiment Na 12 uur was er al een redelijke laag schuim op fles 1. Op fles 2 was een dunner laagje schuim te zien. In de flessen 3 en 4 was de zichtbare vergisting net op gang gekomen. Weer een 12 uur later was fles 1 nog steeds het actiefst direct gevolgd door fles 2 (olijfolie). 36 uur na de start was fles 1 al minder actief aan het worden. Flessen 3 en 4 lijken bezig te zijn met een inhaalslag. Na 60 uur waren alleen fles 2 en 4 nog goed actief. Resultaten Acht dagen na het begin van het experiment heb ik het SG en de pH bepaald. Het bier dat al behoorlijk helder was (er waren geen zichtbare verschillen tussen de flessen) heb ik van de gist afgegoten. Daarna met het depot geschud en in een glazen schaaltje gegoten. Aangevuld met water tot het schaaltje met inhoud 150,0 gram woog (het schaaltje weegt zo’n 58 gram). De inhoud van het schaaltje geroerd en vervolgens in een maatglas met een inhoud van 25 ml gedaan. Deze handelingen heb ik dus 4 maal uitgevoerd.
Als je kijkt naar de berekende eind SG dan vallen de verschillen erg mee. Opvallender zijn de verschillen in de pH-waarden. Fles 3 heeft de laagste pH-waarde. Waarschijnlijk is dat veroorzaakt door een infectie. Mogelijk komt dit omdat de flessen door mij zijn afgesloten met watten simpelweg omdat ik te weinig rubberen stoppen van de juiste maat in huis had.
1 licht zurig, verder neutraal 2 moutig, vol, zoetig 3 zurig, fruitig 4 vrij neutraal, licht moutig, licht zoetig, licht monddrogend
Na het bezinken van de gist in de maatglazen had ik het volgende resultaat. Het is duidelijk wie de winnaar is qua depotvorming (fles 3). De flessen 1 en 4 eindigen op een gedeelte tweede plaats. Fles 2 (olijfolie) is derde.
Het derde experiment Mijn laatste experiment heb ik op 21 december gestart. Met het experiment wil ik meerdere zaken onderzoeken:
Fles 1 Niet behandeld voor toevoeging voor de gist. Na toevoeging het wort belucht met een rvs (inox) bruissteentje en aquariumpompje in een fles met een inhoud van 2,5 liter. Als volgt belucht 2x 20 minuten en 3x 30 minuten steeds met zo’n 10 minuten tussenpauze. Na beluchting het wort overgegoten in een fles met een inhoud van 1 liter. De pH na beluchting heb ik niet gemeten.
Na toevoeging gist 5 (kleine) druppels olijfolie toegevoegd. Vervolgens de fles 8 keer intensief geschud gedurende zo’n 10 seconden. Tussen het schudden steeds een pauze aangehouden van zo’n 20 seconden. Voordat opnieuw geschud werd de rubberen stop van de fles gehaald.
3,0 gram Siris Yeast ViT toegevoegd. Omdat deze gistvoeding zout maar ook zoet van smaak is en het pakje al even open is heb ik de gistvoeding eerst gekookt in 25 ml water. Dit om een mogelijke infectie te voorkomen. Vervolgens gemengd met de 600 ml wort en daarna een monster genomen voor het bepalen van de pH. De was 6,46 (niet zo veel hoger dan de oorspronkelijke pH). Met druppels fosforzuur (5 %) de pH teruggebracht naar 6,33. De genomen monsters voor de bepaling van de pH steeds even opgekookt voor deze terug te gieten. Na gisttoevoeging de fles geschud op een wijze zoals beschreven bij fles 2.
3,0 gram Brouwland Nutivit toegevoegd. Omdat het hier gaat om een droog zoutmengsel heb ik deze zo toegevoegd aan het wort. De pH bepaald. Deze was 6,81. Door toevoeging van fosforzuur de pH teruggebracht tot 6,30. Na gisttoevoeging de fles geschud op een wijze zoals beschreven bij fles 2.
Overigens heeft fles 3 door het oplossen en koken van de gistvoeding zo’n 50 ml meer vloeistof dan de andere flessen. Achteraf gezien had ik dit moeten corrigeren door ook bij de andere flessen 50 ml water toe te voegen. Experimenteren is net als brouwen, al doende leert men steeds beter het proces te beheersen.
Het duurde 24 uur na de gisttoevoeging voordat enige activiteit te zien was. Dit komt overeen met ervaringen die we hebben opgedaan met de Wyeast German Ale Deze gist is gebruikt bij het gezamenlijk winterbierrecept (Winterroer). Tijdens de clubavond van december 2007 werd er geklaagd over het langzaam op gang komen van deze gist en het feit dat de gist een dikke schuimlaag op het bier vormde.
Het snelst kwam fles 1 aan de gang direct gevolgd door fles 3. In het onderstaande overzicht geef ik het aantal bluppen weer die ik per 2 minuten per fles heb mogen tellen
Pas 36 uur na de start van het experiment ben ik met het bluppen tellen begonnen. Dit betekent dat de snelle start van fles 1 niet vastgelegd is.
Resultaten
De verschillende ‘bieren’ zijn door mij ook geproefd. De resultaten daarvan is volgt: 1 moutig, fruitig, fris, bierig 2 vettig, vol, minder fris dan monster 1 3 gistachtig, gistvoedingsmaak, zwavelig, licht samentrekkend, zeer licht zuur 4 zout, licht zoetig
Monster 3 vertoont verschijnselen van autolyse. De hogere pH-waarde, de slechte schuimvorming en de smaak doen dit vermoeden. Dit is niet zo verwonderlijk gezien de grotere hoeveelheid gevormd depot. Het zou ook kunnen dat 5 gram gistvoeding per liter toch iets te veel van het goede is voor een goede smaak, ook voor een starter.
De gistvoeding van Siris komt er in dit experiment qua depotvorming (lees aanwas biomassa) beter uit dan Nutrivit. Nutrivit geeft een hogere eind SG en een hogere pH-waarde. Verder heeft het monster met Nutrivit een kleinere depotvorming. Na het bezinken van de gist blijkt dat de volgorde van de hoeveelheid gevormd biomassa als volgt is 3, 2, 4 en 1. De olijfolie scoort dus niet zo slecht en is een aardig alternatief als je zonder gistvoeding zit.
Conclusies Heel opmerkelijk is dat een intensieve beluchting niet betekent dat de hoeveelheid biomassa ook toeneemt. Hiervoor moet je toch gistvoeding toevoegen (of een beetje olijfolie). Uit de experimenten die ik in november 2006 heb uitgevoerd bleek dat als je met meer gist start je ook een snellere en betere vergisting krijgt. Als je gistvoeding gebruikt verdient het aanbeveling het wort aan te zuren met fosforzuur (is ook gistvoeding) voor het snel op gang komen van de vergisting. Beperk de hoeveelheid gistvoeding om smaakafwijkingen te voorkomen.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Terug naar overzicht | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoe bewaar je gist? |
november 2007 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door: Frits Haen |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
HOE BEWAAR JE GIST? Bijna iedere amateurbrouwer wil wel eens veilig zijn gist opslaan. Het probleem ontstaat als je de brouwdag uit moet stellen omdat je gist niet is opgekweekt of je wilt juist je favoriete giststam bij de hand hebben om op het laatste moment te kunnen besluiten om te gaan brouwen. Met de juiste informatie en behandeling kunnen ook amateurbrouwers hun gist met succes opslaan. Er zijn verschillende manieren om brouwgist op te slaan. De meeste manieren staan in de tabel. De keuze van behandeling hangt er van af hoelang de gist bewaard moet worden en hoeveel tijd, geld, ruimte en speciale apparatuur je wilt besteden aan de gistopslag. Een ander gegeven is het risico op kwaliteitsverlies en het daaropvolgend gedrag van de gist. De belangrijkste zorg is dat de gist vrij blijft van bacteriën en wilde gisten, een goede levensvatbaarheid heeft en geen genetische mutaties krijgt die invloed hebben op de vergisting en het smaakprofiel. Gistopslag op de korte termijn De meest gebruikte gistopslag is meestal voor de korte termijn (twee tot acht weken) en is gelijk aan die in brouwerijen wordt toegepast waar grote hoeveelheden gist, geschikt om direct te worden toegevoegd, bewaard worden als slurry onder water, bier of wort en zo koud mogelijk (0 - 3 °C). Deze grote hoeveelheden worden geoogst van een vorig brouwsel en als het goed is zijn de trub en hopdeeltjes zoveel mogelijk verwijderd. Brouwerijen oogsten het middelste gedeelte van de gist. Het onderste deel bevat trub en hopdeeltjes en het bovenste gedeelte bevat de samengevlokte gist met eiwitten en de minder levende gistcellen. Het is voor amateurbrouwers moeilijker om te bepalen welk gedeelte van de gist bewaard kan worden, want bij een gistemmer of glazen fles is dat moeilijker te bepalen dan bij een conisch gistvat. Persoonlijk probeer ik het bovenste tweederde gedeelte te bewaren en het onderste derde deel (hoofdzakelijk trub) achter te laten.Als alternatief kan de hele gistkoek worden overgedaan in een schone fles en de gist voorzichtig worden afgegoten als de trub en het hopmateriaal zijn gezakt. Het is belangrijk de trub te verwijderen, omdat dit een rijke voedingsbodem is voor bacteriën tijdens de opslag. Als de trub is verwijderd kan de gist worden opgeslagen of verder bewerkt om het eventuele bier nog te verwijderen. Er is verschil van mening of de gist bewaard moet worden onder bier, water of wort. Wat je ook kiest het moet in ieder geval steriel zijn om eventuele besmetting te voorkomen. De sleutel tot het succesvol bewaren van gist is het tegengaan van het bederf van de gist en vermindering van het glycogeen. Dit gaat hand in hand omdat door de vermindering van het glycogeen de celwand verzwakt en uit elkaar valt. Door het bederf van de gistcellen vermindert niet alleen het aantal actieve gistcellen, maar er komen ook voedingsstoffen vrij voor microben en dat verhoogt de kans op besmetting. Het glycogeen wordt gevormd aan het eind van de vergisting. Deze hoeveelheden glycogeen zijn belangrijk in de vroege lag-fase van de vergisting en treden op als energiebron. Net zo belangrijk als beluchting is voldoende glycogeen nodig voor de vergisting. Als de bewaaromstandigheden leiden tot een belangrijke vermindering van het glycogeen, zal dit niet alleen het bederf van de gist versnellen maar zal het ook de glycogeenreserve in de overlevende gist uitputten en de lagfase in een latere vergisting langer laten duren. Factoren die van invloed zijn op het bederf van de gist en vermindering van het glycogeen zijn tijd, temperatuur, gezondheid van de gist op het moment van opslag en de aanwezigheid van koolzuur en zuurstof. Koolzuurvorming kan de gist vergiftigen en gistbederf en autolyse versnellen. Daarom moet het vat waarin de gist bewaard wordt, worden voorzien van een waterslot. Zuurstof versnelt de vermindering van de hoeveelheid glycogeen en moet dus worden tegengegaan. Koude opslag kan de vermindering van het glycogeen tegengaan. Temperaturen van 0-2 °C zijn het beste maar dat is wat kouder dan de meeste koelkasten. Het beste is om de gist weer binnen 24 tot 72 uur opnieuw te gebruiken voor een betrouwbare werking met een limiet van twee weken. Afhankelijk van de giststam kan het een of twee maanden gebruikt worden als het koud wordt opgeslagen met een juiste hoeveelheid vloeistof er boven. Voor deze langere perioden gebruik ik meestal steriel brouwwater (niet gedistilleerd). Er zijn wel verhalen over het langer bewaren van gistslurry (tot 6 maanden) maar het risico van besmetting en onvoorspelbare vergisting stijgt met de langere bewaartijd en hangt af van de soort gist. Ernstige afbraak van het glycogeen kan worden gecompenseerd door meer gist te gebruiken of door het mengen met verse wort voor het gebruik. Ik geef er de voorkeur aan om aan gistslurry die langer dan een week is opgeslagen een zelfde hoeveelheid wort toe te voegen als de slurry op kamertemperatuur is. Het meeste vocht wat boven op de slurry staat moet worden afgegoten en vervangen worden door verse, steriele wort. Als het mogelijk is moet dit een dag van tevoren worden gedaan. Deze eenvoudige voeding van de gist geeft een goede indicatie van de vitaliteit van de gist. Er moet op worden gewezen dat het oogsten van de gist moet gebeuren als de gist de stationaire fase heeft bereikt, dus kort nadat het eind soortelijk gewicht is bereikt. Ook als je een slechte vergisting hebt gehad door niet helemaal gezonde gist is het niet aan te bevelen om de gist nog een keer te gebruiken omdat je dan het probleem erger maakt. In het kort moet je de gezonde gistslurry dus oogsten nadat het eind soortelijk gewicht is bereikt, scheidt de gist van de trub, bewaar het onder water op een temperatuur van 0-3 °C, gebruik het binnen een of twee maanden, verwarm het tot kamertemperatuur en doe er 24 uur voor gebruik een gelijke hoeveelheid (of meer) steriele wort bij.
Gistopslag voor de lange termijn Langdurige opslag van gist vereist een zuivere cultuur die kan worden bewaard als vloeistof, bevroren, droog of in een vast medium. De gist moet dan weer tot leven worden gewekt en opgekweekt om aanvaardbare hoeveelheden gistcellen te krijgen. Daarom moeten steriele media en steriele opbergmiddelen worden gebruikt. Opslag voor langere tijd (jaren) gaat het beste door opslag bij een temperatuur van min 40 tot min 196 °C en wordt gebruikt door de meeste commerciële gistverkopers en laboratoria. Ik heb gistcultures op deze manier meer dan 15 jaar bewaard. Normale huishoud-diepvriezers halen deze lage temperatuur niet. Bevriezing is niet de meest aangewezen methode voor amateurbrouwers. Gistopslag in schuine buizen of vaste media is een algemeen aanvaarde opslagmethode voor zowel amateurbrouwers als professionele brouwers. Zuivere gistculturen worden bewaard in wort of vaste media, zoals agar (1,5-2 procent). Geselecteerde gistculturen worden bewaard op media die agar bevatten als vaste stof. Deze vaste stof kan worden geprepareerd op petrischaaltjes of reageerbuisjes. Agar platen worden gebruikt gist om kolonies te laten groeien, waarna de goede kolonies verder gekweekt kunnen worden. Platen zijn gemakkelijk om mee te werken omdat de gistkolonie goed te zien is en goed bereikt kan worden. Het grootste bezwaar van platen is dat ze erg gevoelig zijn voor stof en het grotere oppervlak meer blootgesteld wordt aan zuurstof, waardoor de gist minder vitaal wordt op de langere termijn. Hoewel er mensen beweren dat ze gist een jaar of langer hebben bewaard op platen, zijn ze gewoonlijk maar een maand stabiel. Gist kan in afsluitbare schuine buizen in de koelkast een tot twee jaar bewaard worden. Het is aan te bevelen de schuine buizen iedere vier tot zes maanden opnieuw op te kweken, maar de kwaliteit van de reageerbuisjes en de afsluitdop bepaalt hoe lang de gist zo kan worden bewaard. Een steriele afdekking met minerale olie kan de levensduur verlengen, omdat de olie de zuurstof minder kans geeft waardoor de afbraak van glycogeen beperkt wordt. Er zijn meldingen van amateurbrouwers die gist hebben bewaard op kamertemperatuur in steriel gedistilleerd water. Dit wordt gedaan met hele kleine hoeveelheden gist; een enkele gistkolonie wordt eraf geschraapt en bewaard in een of twee milliliter water. Het belangrijkste hierbij is dat elk spoortje bier of groeimedium moet zijn verwijderd. Er zijn lange bewaarperioden gemeld (een tot twee jaar), maar de hoeveelheid gistcellen is extreem laag. Het opkweken van de slapende gistcellen duurt veel langer dan bij de andere methoden, waardoor de kans op bacteriële besmetting groter wordt. De soort van het medium (wort of laboratorium-medium) dat gebruikt wordt om de gist op te slaan is ook van invloed op de bewaartijd van de gist. Hetzelfde geldt voor de media waarmee de gist wordt opgekweekt. Hoewel er meestal wort gebruikt wordt, groeit de gist langzaam in wort en agar. Laboratorium-media zoals YPD (yeast peptone dextrose) wordt meestal gebruikt en hoewel de brouwgist goed groeit in YPD, bevat het niet de verschillende suikers en andere voedingsstoffen die belangrijk zijn voor een latere vergisting. Dit gebrek aan voedingsstoffen kan leiden tot verschillen in de gist, met name als het gaat over het vergisten van bepaalde soorten suikers. Daarom gebruik ik liever een aangepast YM-medium, omdat het droge moutextract en andere componenten bevat. ConclusieAmateurbrouwers brouwen verschillende soorten bier, waarbij verschillende soorten gist gebruikt kunnen worden. Als je in staat bent om gist jaren te bewaren in plaats van enkele maanden, kan je een eigen gistbibliotheek opbouwen zodat je diverse soorten bier kunt brouwen. Gelukkig zijn er diverse leveranciers van gist dus is het niet noodzakelijk om gist erg lang op te slaan, zoals vroeger het geval was. Toch zijn er situaties dat bepaalde giststammen niet verkrijgbaar zijn of dat bepaalde giststammen zijn opgekweekt en bewaard moeten worden voor later gebruik. Commercieel beschikbare giststammen zijn meestal vloeibare culturen die een bepaalde tijd slapend worden gehouden. In de meeste gevallen wordt aanbevolen de gist op te kweken om een goede vergisting te krijgen. Vers geoogste gist van een petrischaal of schuine buis zal goed groeien en zorgen voor een goede vergisting, als het in voldoende hoeveelheden wordt toegevoegd. Je eigen gist opkweken heeft ook een aantal nadelen, omdat het veel tijd kost om de gist op te slaan en weer op te kweken. Dit vergt ook een investering in materialen, zoals hogedrukpan, buizen, enzovoorts en het risico van besmetting is groter omdat er meer met de gist wordt gewerkt. Ook is het belangrijk om goed te plannen omdat je zeven tot tien dagen nodig hebt om de gist tot de nodige hoeveelheid op te kweken. Zonder er rekening mee te houden welke gist je gebruikt (commerciële gist, vloeibaar of korrelgist) elke gist wordt op een bepaald moment opgeslagen. Als je de basiskennis hebt van de opslag van gist zorgt dit voor een betere beslissing hoe je om moet gaan met je gist zodat je kunt beschikken over een gezonde, goede gist die zorgt voor een goede vergisting van je bier. Maribeth RainesBron: Zymurgy, maart/april 2007, vertaald en bewerkt door Frits Haen |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Terug naar overzicht | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoeveel warmte komt er vrij tijdens de vergisting? |
oktober 2007 | ||||||||||||||||||||
Door: Manus van Bommel |
|||||||||||||||||||||
|
HOEVEEL WARMTE KOMT ER VRIJ TIJDENS DE VERGISTING? De afgelopen 15 jaar zette ik elk brouwsel in de woonkamer om te vergisten. Vorig jaar heb ik een kist gemaakt waarin ik de vergisting plaats laat vinden op zolder. Ik was het gesjouw beu en dacht dat ik warmte toe zou moeten voeren om een constante vergisting te krijgen. Ook kocht ik een digitale thermometer om zo tijdens de vergisting continue te kunnen meten. Ik werk sinds kort alleen maar met korrelgisten van Peter Bloxs in allerlei soorten. Vanaf januari heb ik een aantal brouwsels gemeten en kwam tot onderstaande resultaten.
Ik had al eerder gemeten en wist dat er flink warmte vrij komt. Toch schrok ik nog van de stijging. Alleen bij het witbier viel het mee maar voor de rest was het 3 tot 4,5 graad. De Quadrupel is een verhaal apart. Omdat ik bang was dat hij stil zou vallen heb ik twee zakjes korrelgist toegevoegd. Twee keer zoveel gist en twee keer zoveel warmte? Het lijkt er wel op. In de kist heb ik een slaapzak zitten om te isoleren. Mijn ervaring is dat het snel te warm is en blijft. De emmer kan zijn warmte niet kwijt als de slaapzak dicht zit. Alleen bij extreme koude is de slaapzak echt nodig. De kist isoleert vanzelf zo lijkt het. Ik heb er wel van geleerd dat je niet te hoog moet beginnen. Koelen tot minstens 20 graden is echt nodig om onder de 25 te blijven tijdens het gisten. Ik gebruik mijn kist wel maar ga geen extra warmte toevoeren. Ik denk er eerder aan om de deksel er af te laten, slaapzak weg of iets anders om warmte te kunnen afvoeren. Hoeveel warmte komt er vrij tijdens de vergisting? Veel!!!!!!!! De huiskamer was zo slecht nog niet, misschien ga ik toch maar weer sjouwen.
Manus van Bommel
|
|||||||||||||||||||||
| Terug naar overzicht | |||||||||||||||||||||
Geeft het soort gistvat een merkbaar verschil? |
juni 2007 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door: Frits Haen |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
GEEFT HET SOORT GISTVAT EEN MERKBAAR VERSCHIL? Grote brouwerijen gebruiken gistvaten in verschillende vormen en materialen. Geven de verschillende materialen ook een merkbaar verschil op amateurbrouw-niveau? Die vraag kreeg ik voorgelegd door de directeur Gary Glass van de American Homebrewers Association. Om het experiment uit te voeren vroegen we het advies voor een recept aan Jeff Renner, een advies voor de gist aan Dave Logsdon en gebruikten we vier verschillende gistvaten: een conische van roestvaststaal, een plastic emmer, een open glazen gistingsfles en een afsluitbare glazen gistingsfles. Dave Houseman zocht een aantal keurmeesters om het eindproduct te keuren. Drie amateurbrouwersclubs uit Zuidoost Michigan zorgden voor de medewerking. Om het experiment goed te laten verlopen moesten alle variabelen goed gecontroleerd kunnen worden en de tijd waarin het gebeurde moest niet te lang duren. Voor een thuisbrouwer met beperkte mogelijkheden is het een opgave om zodanig te brouwen dat het experiment later opnieuw kan worden uitgevoerd met dezelfde resultaten. Het receptHet recept was tamelijk eenvoudig. Men was het er over eens dat een simpel brouwsel het meest geschikt was om eventuele verschillen aan te kunnen tonen. Het werd een Special Bitter. Ingrediënten voor 75 liter: 12,3 kilogram pale ale mout 1,8 kilogram munichmout 85 gram chocolademout 56 gram Willamette hop 5,2% alfazuur (first wort hopping) 56 gram East Kent Golding hop 6,6% alfazuur (60 minuten) 42 gram East Kent Golding hop 6,6% alfazuur (20 minuten) 56 gram Willamette hop 5,2% alfazuur (5 minuten) Wyeast Ringwood Ale Yeast De granen zijn gemaischt op een temperatuur van 65 °C gedurende een uur en daarna nog 15 minuten op een temperatuur van 75 °C. De bostel werd gespoeld tot een hoeveelheid van ongeveer 83 liter. Het wort werd rondgepompt tussen twee kookketels van 60 liter om een goede vermenging te krijgen. De controlesDe verschillende variabelen werden gecontroleerd om het aantal mogelijke verschillen tussen de vergistende partijen zo klein mogelijk te houden. Dit hield in: - nadat het wort was gekoeld tot 25 °C werd een giststarter van 5 liter toegevoegd aan de beide ketels en gedurende 5 minuten gerecirculeerd; - nagegaan dat elk gistvat op de juiste wijze was gedesinfecteerd; - elk gistvat werd drie minuten belucht met zuurstof; - elk vat werd geplaatst op een hoogte van 90 centimeter boven de vloer in een kelder waar gedurende het experiment een constante temperatuur heerste; - alle bieren werden na 13 dagen gelagerd in glazen flessen en 10 dagen later gebotteld; - van alle bieren werd de inwendige temperatuur gemeten en opgeslagen in een PC om te bepalen of er verschillende vergistingstemperaturen voorkwamen. De temperatuur van het roestvaststalen conisch gistvat liep het hoogst op, de twee glazen gistflessen bleven het koelst en de temperatuur van de plastic gistemmer zat er tussenin. Na vijf dagen bleven ze op 18 graden (de keldertemperatuur) tot aan het bottelen. ResultatenHet bier werd gebrouwen op 29 oktober en had een begin soortelijk gewicht van 1052. Het werd gebotteld op 21 november en het eind soortelijk gewicht van de verschillende brouwsels was: - roestvaststaal 1012 - glas (open) 1014 - plastic 1015 - glas (gesloten) 1015 Waargenomen verschillenDe laatste stap was een blindproeverij van de bieren om te zien of er waarneembare verschillen waren. Ik koos voor de criteria volgens onderstaande tabel. De tabel is de terugkoppeling van de leden van het Downriver Brewers Guild, het Ann Arbor Brewrs Guild en de F.O.R.D. Homebrew clubs. De proeverijen vonden in dezelfde week plaats. Hoewel er een aantal officiële keurmeesters in de clubs zitten is het de ervaring van de leden van beginneling tot professional. Niet iedereen heeft alle variabelen ingevuld, dus is er een verschil van de totalen in elke categorie.
- minder / = gelijk / + meer Opmerking: Het roestvaststalen gistvat is als referentie gebruikt voor alle juryleden, omdat de vergisting de hoogste temperatuur had en het laagste eind soortelijk gewicht. Veel juryleden wezen op de sterke diacetylsmaak. De gist (Ringwood) is hier berucht om en het verschil van maar een paar graden bij de vergisting is verantwoordelijk voor de productie van deze smaak. Open glas vergisting Ten opzichte van het bier wat vergist is in het roestvaststalen vat vond de meerderheid van de proevers het karakter van het bier vergist in het open glas gistfles in alle aspecten gelijk, behalve de fruitigheid, waarvan volgens de meeste proevers meer aanwezig was. Dat is niet opmerkelijk omdat de druk in het gistvat de productie van esters de kop indrukt. Een aantal proevers vond ook een meer uitgesproken moutkarakter en body bij de open vergisting. Plastic gistemmer Een meerderheid van de proevers signaleerde een meer uitgesproken hopsmaak en moutkarakter in het bier uit de plastic gistemmer vergeleken met het bier uit het roestvaststalen gistvat. Veel proevers vonden dat het bier uit de plastic gistemmer meer body had en ook meer hoparoma. Gesloten glazen gistfles De proevers vonden dat het bier uit de gesloten glazen gistfles meer hopsmaak had en meer body dan het brouwsel uit het roestvaststalen gistvat. Opmerkingen over calibratieVan de calibratie-jury, bestaande uit Houseman, Beth Zangari, Gordon Strong en Scott Bickham, waren er twee die bij de blindproeverij de voorkeur gaven aan het bier vergist in de plastic emmer. “Het is het meest droge bier en heeft het meeste hopprofiel,”zei Strong. Bickham noteerde: “Het bier heeft een uitgebalanceerde bitterheid die versterkt wordt door een beetje minerale karakteristiek van veel Britse ales. Het monster benadert het meest de Special Bitter door de betere balans in de smaak en de nasmaak. Houseman vond het bier vergist in de open glasfles het beste. Hij noemde het een “prima gebalanceerd voorbeeld van de soort.” Hij beschreef dat het moutiger was dan de andere bieren. Het bier vergist in de plastic emmer kreeg zijn op een na hoogste score. Zangari prees ook het bier uit de open glasfles als “licht, verfrissend, een goede balans tussen geroosterde mout en de hop”. ConclusieWat hebben we nu geleerd? Ten eerste, waarneming is een onbetrouwbaar begrip. Zelfs degenen met een getrainde smaak kunnen verschillende meningen hebben. Hoewel het werk bijna wetenschappelijk is, zijn er toch opmerkelijke verschillen in de gemeten variabelen tussen de gistvaten. Een aantal mogelijke factoren kunnen hier van invloed zijn, zoals: - verschillende warmteafgifte van de verschillende materialen (staal, glas en plastic); - druk van de koolzuur tijdens de vergisting (open t.o.v. gesloten); - vorm van het gistvat - de conische vorm van het roestvaststalen gistvat geeft meer ruimte aan de gist; - zuurstofopname door het plastic en de open vergisting t.o.v. het gesloten glas en roestvaststaal. Al jaren probeer ik amateurbrouwers te stimuleren om te spelen met elk brouwsel, door het gebruik van verschillende gistsoorten bij hetzelfde wort, het gebruik van verschillende vergistingstemperaturen of het toevoegen of juist weglaten van een enkel ingrediënt om de verschillen te constateren. Ik zal zeker doorgaan om dit aan te moedigen en ik kijk dan ook uit naar mijn volgende “experiment”. Chris P. Frey Bron: Zymurgy maart/april 2007, vertaald en bewerkt door Frits Haen
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Terug naar overzicht | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7 fascinerende feiten over gist |
oktober 2019 |
Door: Frits Haen |
|
|
7 FASCINERENDE FEITEN OVER GIST Biergist is slechts een van de 500 soorten, maar binnen een enkele soort kunnen er letterlijk duizenden genetisch verschillende soorten zijn. Saccharomyces cerevisiae is de soort waarin de brouwersgist is ingedeeld (cerevisiae is de soortnaam). Gist draagt meer dan 600 smaak- en aromaverbindingen bij aan afgewerkt bier. De meeste van deze hangen rond waarneembare waarden, dus kleine veranderingen in omstandigheden of ingrediënten kunnen smaakprofielen beïnvloeden. Bovendien, de verbindingen die gist zelf niet kan maken, kunnen ze wel beïnvloeden. Gist verandert bijvoorbeeld de manier waarop mout- en hopverbindingen smaken en ruiken. Hop wordt beïnvloed omdat verschillende giststammen verschillende hoeveelheden iso-alfazuren adsorberen, die goed zijn voor 60 procent van de bitterheid van het bier. Moutcomponenten worden aangetast omdat ze door gist worden gemetaboliseerd. Gist groeit en leeft in vloeistof. Voor opslagdoeleinden kan het ook worden gedroogd nadat het is gekweekt. De Romeinen ontdekten hoe ze dit moesten doen als ze bakkersgist (deeg) in de zon legden en later konden doen herleven met suiker. (Natuurlijk wisten ze niet dat er gist in het deeg zat!) Tegenwoordig is de meeste gist, die in de brood- en wijnindustrie wordt gebruikt, in droge vorm. Veel brouwers gebruiken echter liever gist die niet gedroogd is. Waarom het verschil? Wanneer zoete wort wordt gemengd met gist, is er een kenmerkende lagfase voordat tekenen van vergisting duidelijk zijn. Deze lag-fase is een belangrijk onderdeel van het vergistingsproces. Het kan één tot 24 uur duren, afhankelijk van de hoeveelheid gist, de gistingstemperatuur en het zuurstofgehalte van wort. De vergistingsgraad is het percentage suikers dat gist consumeert tijdens de gisting; suikers worden omgezet in alcohol en kooldioxide. Een vergistingsgraad van 100 procent zou resulteren als een bier helemaal tot 1.000 (eind soortelijk gewicht) vergist. Een bier met een begin soortelijk gewicht van 1052 en een eind soortelijk gewicht van 1013 zou bijvoorbeeld een vergistingsgraad van 75 procent hebben. Een vergelijking met behulp van het soortelijk gewicht is: Flocculatie is het speciale vermogen van de gist van de brouwer om samen te klonteren na het einde van de gisting en naar het oppervlak te stijgen of naar de bodem van het gistvat te vallen, waardoor het gemakkelijk uit het bier kan worden verwijderd. De meeste gistsoorten zijn niet vlokkig. Er wordt gedacht dat de reden waarom de gist van de brouwer vlokkig is, het natuurlijke selectieproces is dat plaatsvond bij het brouwen, dat honderden jaren teruggaat. Omdat gist werd hergebruikt bij het brouwen, moest het worden teruggewonnen. Meestal werd dit gedaan door het oppervlak van gistend bier af te schuimen. Dit selecteerde voor gist die naar de oppervlakte zou stijgen, vandaar bovengistende gist. Wanneer het bier is gekoeld, valt de gevlokte (klonterige) gist op de bodem. Dit selectieproces vond plaats in veel brouwerijen en produceerde veel verschillende soorten vlokkige gist. De optimale temperatuur voor gistgroei is 32 °C. Gistceldood vindt plaats boven 38 °C. Waarom gisten we onze bieren dan niet bij 32 °C, waardoor de tijd die nodig is om bier te maken wordt verkort? Waarom laten we gist langzamer werken? Want wat het beste is voor gist, is niet het beste voor bier. Terwijl ze groeien en zich vermenigvuldigen, produceren gist veel verbindingen, waarvan de meest opvallende esters zijn. Naarmate de temperatuur van een gisting stijgt, treedt meer gistgroei op en bijgevolg worden meer esters geproduceerd. Bij 32 °C produceert gist zoveel aceetaldehyde (dat smaakt naar appels) dat het bier ondrinkbaar wordt. |
|
| Terug naar overzicht | |
Behandeling van gist in de brouwerij |
juni 2024 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door: Marc Vriens |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
BEHANDELING VAN GIST IN DE BROUWERIJ Essentiële voedingsstoffen Groei op verschillende koolstofbronnen Glucose wordt eerst in de cel getransporteerd, door transporters in het membraan. Nadat het in de cel is getransporteerd, wordt het gefosforyleerd om glucose-6-fosfaat te vormen in de eerste stap van een proces dat glycolyse wordt genoemd. Deze glycolyse leidt uiteindelijk tot de omzetting van de glucosesuiker in pyruvaat. Het pyruvaat wordt uiteindelijk omgezet in ethanol en CO2 tijdens dit hele fermentatieproces, behalve de ethanol en CO2 die worden gevormd, worden er ook twee ATP-moleculen geproduceerd per molecuul glucose en deze ATP-moleculen dienen eigenlijk als energiebron voor gistcellen. Interessant is dat gistcellen een andere manier hebben om deze ATP-moleculen te produceren, een proces dat ademhaling wordt genoemd. De groeicurve bestaat uit drie verschillende delen: Tijdsverloop van een fermentatie De hoeveelheid gist kan verminderd worden wanneer: Werkwijze: pH daling Stikstofverbindingen Daling redoxpotentiaal Daling van het gehalte aan looi en bitterstoffen Kleurvermindering Introductie tot gistaroma's
Organische zuren
Op deze manier kunnen gistcellen de essentiële stikstof (= de aminozuren) die aanwezig zijn in het fermentatiemedium (wort) gebruiken en in ruil daarvoor ook aparte aromacomponenten produceren. Organische zuren kunnen worden gevormd via de volgende hoofdroutes:
Factoren die het gehalte aan organische zuren beïnvloeden. Vanwege het complexe samenspel met aldehyden en hogere alcoholen, is het erg moeilijk om het niveau van organische zuren tijdens fermentatie te sturen. Aldehyden De belangrijkste aldehyden die bijdragen aan het bieraroma zijn:
Factoren die het aldehydegehalte beïnvloeden. temperatuur verhoogde temperatuur resulteert in verhoogde acetaldehyde spiegels, druk het azijnaldehyde-gehalte neemt toe wanneer de druk wordt verhoogd, O2 hogere zuurstof niveaus resulteren in hogere acetaldehyde gehaltes. Hogere alcoholen Algemeen overzicht van chemische reacties in Ehrlich-route
Hogere alcoholen versterken de alcoholische smaak van bier en geven het bier een verwarmend karakter. Een hoger niveau van foezelalcoholen leidt tot zwaardere bieren; terwijl een laag gehalte aan foezelalcoholen resulteert in een schoon en droog bier. Belangrijk is dat hogere alcoholen als voorlopers van esters dienen (zie volgend deel) en op deze manier ook het bieraroma kunnen beïnvloeden. Hieronder vindt u een overzicht van de typische hogere alcoholen die worden gevormd tijdens de gisting, samen met hun typische aroma en typische niveaus die worden aangetroffen in bieren van lage en hoge gisting.
Esters
De tabel toont enkele van de esters die tijdens de fermentatie door gistcellen worden geproduceerd.
Factoren die het gehalte aan esters beïnvloeden Temperatuur Zink (Zn2+) Zuurstof (O2) Druk Bron: (Avond)opleidingen universiteit van Leuven & Gent. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Terug naar overzicht | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Brettanomyces |
maart 2022 |
Door: Fons Michielsen |
|
|
Over Brett
Tegenwoordig worden ook Porters en Stouts en Ales en andere Engelse bovengistende bieren gewoon met reincultures gemaakt, maar het is beslist een goed advies om eens een Porter te maken en die na de hoofdgisting te enten met Brett.
|
|
| Terug naar overzicht | |
De ‘WILDE’ gisten van Belgische Trappisten e.a. |
januari 2007 |
| Door: Martin Hofhuis | |
DE ‘WILDE’ GISTEN VAN BELGISCHE TRAPPISTEN E.A.Michel Jackson over Belgische bierenMichel Jackson (niet de inmiddels niet meer zo hard zingende vaste klant van de plastisch chirurg, maar de Engelsman bekend als de “Beerhunter”), heeft op kleurrijke wijze beschreven hoe de Duitse, de Engelse en de Belgische brouwers verschillen in hun methoden. De Belgische brouwer schildert hij daarbij af als een circusartiest. “Stel je een leeuwentemmer in een kooi voor”, zei hij eens, “die juist achteruitstapt met de zweep in zijn handen. Zij houden net zo van het gevaar als die leeuwentemmer, wanneer ze werken met hun wilde gist”. En hiermee doelde hij niet alleen op het werken met de spontane gist zoals die gebruikt wordt bij de zure bieren zoals geuze, maar ook op de Belgische Saccharmyces Cereveciae in het algemeen. Zie hier de feiten: De brouwerijen van Westmalle, Westvleteren en Achel brouwen allen met gist die afkomstig is van bovengist, uit Westmalle. En evenals in Westmalle, gebruiken Westvleteren en Achel gist die vers geoogst is op de dag dat er gebrouwen wordt. Bij Achel wordt de gist ingezaaid bij een temperatuur van 17-18ºC en die temperatuur stijgt gedurende het gistingsproces naar 22-23ºC, in moderne cilindrisch-conische tanks. Bij Westmalle wordt de gist ingezaaid bij 18ºC en daar wordt de gist gecontroleerd zodat de temperatuur niet verder stijgt dan 20ºC, in gesloten vierkante vergistingkamers. Terwijl bij Westvleteren de gist ingezaaid wordt bij 20ºC, om vervolgens te stijgen tot 28-29ºC, in open vergistingkuipen. Dezelfde gist en drie verschillende gistingschema’s. Dezelfde gist die toch wel verrassend verschillende smaken kan veroorzaken door een andere behandeling. De brouwerijen Caracole, Saxo, Troublette en Nostradamus, zaaien hun gist in bij een temperatuur van 25ºC. Wat er daarna met de gisting gebeurt is afhankelijk van het seizoen. ’s Zomers kan de temperatuur daarbij oplopen tot 30ºC en ’s winters valt de temperatuur terug naar zo’n 20ºC. Ik kan me niet voorstellen dat dit een constante smaak geeft, maar ja wanneer proef je het bier en kun je verschillende brouwsels ooit naast elkaar proeven? Amerikaanse brouwerijen zaaien meestal een hoeveelheid gist in van 1 miljoen cellen per milliliter wort per graad Plato. Het normale advies voor thuisbrouwers is daar bij zware bieren 50% boven te gaan zitten. In contrast darmee is de brouwerij van Westmalle die 5 tot 6 miljoen cellen inzaaien bij hun Tripel (19,6ºP = SG 1081) dat is iets meer dan 0,25 miljoen cellen per milliliter, per graad Plato, op zich nogal zuinig dus. Het werken met deze en andere Belgische giststammen, vereist een goede controle op de vergistingpraktijk. De typische eigenschappen van Belgische giststammenIn vergelijking met de meeste Engelse en Amerikaanse gistsoorten, wijkt Belgische gist op verschillende punten af. Zo kunnen deze gistsoorten meer alcohol verdragen, hebben ze een goede eindvergistinggraad en leveren ze een breed scala aan fenolen en esters. Chris White van de Whitelabs ziet, als hij de gist onder zijn microscoop bekijkt, cellen die een kleiner oppervlak hebben dan andere gistsoorten. Belgische gistsoorten hebben veel gemeen met wijngist. Ze produceren de zelfde fenol-componenten als wijngisten. We hebben begrepen dat de Belgische gisten, bij gebruikmaking van het juiste maischschema een hoge eindvergistinggraad leveren met hogere alcohol percentages. En minder goede eigenschap is de lage flocculatie. Dat maakt dat, als je het bier helder wilt krijgen, je of zult moeten filtreren, of het bier een lange gekoelde lagering zult moeten geven, zoals bij Duvel gebeurt. De complexe aroma 's - met geurtjes die doen denken aan fruit en kruiden - maken van de Belgische gisten en klasse apart. Deze karakteristieken vinden hun oorsprong in de esters, hogere alcoholen en fenolen die tijdens het vergistingproces worden gevormd. Neem eens een flinke snuif van Belgische bier en je ruikt peren, appels, mandarijnen sinaasappels of aardbeien. In bieren met donkere mout, kun je pruim, vijg, druiven of kersen waarnemen. En verder neem je bijvoorbeeld de aroma’s peper, parfum, zuurstok en rozen waar. Maar de Belgische zware bieren vertonen ook enkele gelijkenissen met de Belgische witbier-gisten. Zo is het fenolische karakter van het witbier anders dan de aroma’s die je aantreft in de Duitse tarwebieren. In 2003 hebben de firma’s Wyeast en Microanalytics een verscheidenheid aan Belgische gisten getest, met gebruikmaking van de gaschromatograaf. Met een gaschromatograaf kun je een stof nauwkeurig ontleden in hun relatieve concentraties. De resultaten van dit onderzoek hebben ze gepresenteerd op de ‘Craft Brewers Convention’ in 2003. Enkele conclusies hieruit volgen hieronder. 4-vinylgualacol, is een fenol met een geur die doet denken aan gelooid leer. Het mag misschien vreemd zijn, maar dit fenol maakt dat bier ook echt naar bier smaakt. En in het bijzonder is het karakteristiek voor Beiers Witbier. Maar uit het onderzoek bleek dat de aanwezigheid van 4-vinylgualacol hoger was in de Wyeast 1214 (Chimay), de Wyeast 3787 (Westmalle) en de Wyeast 3522 (Achouffe), dan in de Beierse Witbieren. Een proefpanel identificeerde de bieren als buitengewoon in de 1214 en 3522. Daarentegen vertoonde de 1762, juist slechts spoortjes van kruidige aroma’s. Styreen. Is een aroma dat een wat harsachtig karakter heeft, neigt dus naar de geur van dennenbomen. Het aroma wordt door sommigen geïnterpreteerd als fenolisch. Aanwezig in Wyeast 1214, 3787 en 3522, in ruwweg dezelfde hoeveelheden als in witbier. Evenals bij de 4-vinylgualacol vertoont de 1762 hiervan slechts spoortjes. Echter werd in WY 1762 wel duidelijke hoeveelheden fenylethyl-alcohol en fenylethyl-acetaat vastgesteld. Wat resulteert in honingachtige- en rozen-aroma’s, dat daarmee dichter in de buurt van andere Belgische giststammen komt. Fenylethyl-alcohol is noodzakelijk voor de herkenning van biersmaak. En is in 1762 meer uitgesproken vanwege de kleinere hoeveelheden kruidnagelaroma en andere specerijen. Verder is het nog belangrijk om op te merken dat enerzijds de verhouding tarwe – gerst, normaal 40 – 60 bij Witbieren en de maischmethode, zeker effect zal hebben op de smaakervaring van het bier. Esters en hogere alcoholenEsters zijn de belangrijkste smaakcomponenten in bier. Ze zorgen over heet algemeen voor de fruitige smaak van bier. De meeste esters zijn aantrekkelijk, maar het ethyl acetaat dat als oplosmiddel of als de ouderwetse velpon wordt ervaren, is dat niet. Hetzelfde geldt voor isoamyl acetate, dat een banaanachtig aroma geeft, wordt wisselend wel of niet als positief ervaren. Hogere alcoholen, soms ook fusel-alcoholen genoemd, worden tijdens de hoofdver-gisting naast de gewone ethanol gevormd, hoewel natuurlijk in veel lagere concentraties. Sommigen worden tijdens de nagisting omgezet in mildere esters. De hogere alcoholen die overblijven kunnen bijdragen tot wrange oplosmiddel-achtige aroma’s boven een bepaalde smaakdrempel. Hoe dan ook - in het juiste bier en in de juiste mate aanwezig – kunnen hogere alcoholen juist de complexiteit van een bier verhogen en bijdragen tot aroma’s die doen denken aan toevoegingen van kruiden en aan parfum- en roosachtige aroma’s. (MH) Lachouffe is daar een voorbeeld van, want volgens Chris Bauweraerts van Lachouffe worden er geen kruiden aan het bier toegevoegd en heeft het bier zijn kruidige karakter enkel van de hop (Styrian Goldings en Saaz) en de gist. Of het waar is? Zal wel een geheim blijven. In ieder geval is de gist bij het laatste gezamenlijk recept-brouwen van de Roerstok een bijzondere gebleken. Het meest gebrouwen bier is wereldwijd het lagerbier. Daarom gaan de meeste studies over esters over esters in lagerbier. Hoe dan ook kan een gedeelte van dat onderzoek zeker ook gelden voor ale’s. De brouwmeester van de Coors brouwerijen, Gregory Casey, zegt: “Naar mijn mening zijn de meeste bevindingen over esters ook toepasbaar op de ale’s. In feite zijn de wijzen waarop esters en hogere alcoholen gevormd worden in wezen hetzelfde voor elke soort gist (saccharomyces). En Casey, sprekend over gist op de Rocky Mountain Microbrewing Symposium, gaf de relatie aan tussen het ontstaan van esters en hogere alcoholen en de snelheid waarmee gist groeit. Er is een directe relatie tussen gistgroei en de vorming van esters en hogere alcoholen, dat wil zeggen: meer groei staat gelijk aan meer foezels. Zoals bij de hogere alcoholen spreken de meeste bronnen over een toegenomen esterproductie bij verhoogde gistgroei. Casey presenteerde echter het bewijs dat – ten minste onder bepaalde omstandigheden – de estervorming omgekeerd evenredig is aan gistgroei. Daarbij doelde hij op de vorm van de vergistingtank en op de hoeveelheid trub die wordt overgeheveld in het wort. De vorm van de tank kan de estervorming beïnvloeden. Vergisting - temperaturenIn hun handleidingen en op hun websites, stellen de gistproducenten gistingtemperaturen voor, voor al hun giststammen. De daarbij voorgestelde temperaturen zijn veilige, bedrijfszekere waarden, maar zijn een stuk lager dan de gebezigde temperaturen in de Belgische brouwerijen. De gistleveranciers willen niet dat de thuisbrouwers, begeesterd door allerlei verhalen over de hoge temperaturen waarbij sommige Belgische brouwerijen hun bieren vergisten, ondertussen de controle over hun brouwsel totaal verliezen. Logson stelt daarom: “het probleem van de thuisbrouwer is het gebrek aan controle”. Als ze de bijvoorbeeld de vergisting starten bij 24ºC en de gist verder ongecontroleerd zijn gang laten gaan, zal een massa aan hogere alcoholen met een velpon-achtig karakter het gevolg zijn. Als de vergistingtemperatuur eenmaal een bepaald punt voorbij is, zal het misschien onmogelijk zijn om het proces nog zodanig bij te sturen dat er uiteindelijk nog een goed smakend bier uit voortkomt. Broeder Joris van Westvleteren zal proberen de temperatuurstijging af te remmen als een stijging van de temperatuur de 29ºC dreigt te overschrijden, al moet hij daarvoor in het holst van de nacht zijn bed uit. Want hij weet dat de gist zal instorten als de temperatuur over dat kritische punt gaat. En anderen hebben dezelfde ervaring met deze gist, de Wyeast 3787 (Westmalle). “Als je de gist probeert af te koelen, stopt de vergisting”, zegt White. “Ze gaan over op een lagere stofwisseling, de overlevingsstrategie. Als je ze weer tot leven probeert te wekken door de temperatuur weer te verhogen, willen ze niet opnieuw starten.” Het enige wat dan nog helpt is het toevoegen van verse gist. Natuurlijk wil je de zaak niet laten vastlopen, maar dat is nou juist in de amateur-situatie het probleem, met de kleine hoeveelheden mis je stabiliteit en daardoor controle. Het is een moeilijk probleem waar veel kleine brouwers mee kampen. Het bekijken van de lijsten met smaakprofielen van de gistproducenten vereist het kennen en herkennen van veel variabelen aangaande de vergisting. Daarin kan men zien in welke fase van het vergistingproces de verschillende aroma’s worden geproduceerd. Bij lage temperaturen worden vooral de fenolen gevormd. En bieren die bij lage temperaturen worden vergist onderscheiden zich, bij gebrek aan esters, meer van anderen. Als je de estervorming continue onderdrukt krijg je een bier dat te fenolisch is. Je moet daarom zoeken naar een bepaalde balans, aldus White. Die balans hebben onder anderen de Amerikaanse brouwerijen Russian River Brewing en Allagash Brewing met vallen en opstaan moeten ontdekken. En daarom laten nu die brouwerijen de temperatuur gedurende het vergistingproces langzaam oplopen. Dit zorgt er voor dat de esters behouden blijven en toch een goede eindvergistinggraad verkrijgen zonder oplosmiddel smaakjes. Het Belgische Duvel zaait de gist in bij een temperatuur van 16-18ºC en laat de temperatuur daarna stijgen tot 29ºC gedurende 5 dagen. Op een koelere temperatuur starten heeft daarbij als voordeel dat daardoor enige productie van vetzuren overblijft die nodig is voor de vorming van esters, die anders zou worden gebruikt bij de vorming van nieuwe gistcellen, aldus Logsdon. Aanbeveling voor hen die met Belgische gisten willen werkenDus wat kunnen we hieruit leren als thuisbrouwers die geïnteresseerd zijn in het brouwen met Belgische biergisten? Hoewel de Belgische brouwers over het algemeen vergisting bij hoge temperaturen, moet je toch in staat zijn de vergisting onder controle te houden. Om te beginnen moet je exact kunnen vaststellen wat de temperatuur is van je vergistende wort. De monniken van Westvleteren zijn niet geïnteresseerd in de omgevingstemperatuur van de gistkamer, maar meten de temperatuur in het midden van de open gistkuipen. Als meer thuisbrouwers thermometers in hun gistingvaten staken, zouden ze verrast zijn. Je moet minimaal een temperatuurstijging verwachten van zo’n 4ºC, gemiddeld. Een gist kan temperaturen boven de 29ºC niet verdragen, dus beginnend bij meer dan 22 graden geeft het risico dat je daar snel overheen gaat. Het minste wat je kunt doen, is bijvoorbeeld een stripthermometer aan de buitenkant van je gistingvat plakken . Dan krijg je in ieder geval al een betere indicatie dan het meten van de omgevingstemperatuur. Te stevig isoleren kan oorzaak zijn van te grote temperatuurstijging, omdat de geproduceerde warmte nergens heen kan. De grote brouwerijen kunnen de temperatuur enigszins controleren door een warmtewisselaar in hun gistingtanks te bouwen. Daarnaast kan de vorm en grootte van het gistvat helpen. White zegt te kiezen voor een wijd en niet te hoog gistingvat en daar hoeft wat hem betreft niet eens een waterslot op. En als bijkomend voordeel geeft dat de mogelijkheid om gemakkelijk gist te oogsten. Het is gemakkelijker om gist te oogsten van een plastic emmer dan van een gesloten mandfles met waterslot. Van boven geoogste gist kan worden gebruikt voor een volgend brouwsel of voor het bottelen. Vertaald en bewerkt uit Brew Your Own, nr 4, july-augustus, 2006. Martin Hofhuis
|
|
| Terug naar overzicht | |
De positieve stikstofbalans |
maart 2007 |
| Door: Martin Hofhuis | |
DE POSITIEVE STIKSTOFBALANSZwervend over het internet zoekend naar informatie kom je van alles tegen. Op zoek naar informatie over het nut van diammoniumfosfaat kwam ik een verhaal tegen over de stikstofbalans. “Groei is alleen mogelijk bij een positieve stikstofbalans”. Waar slaat dat nou op zul je zeggen en wat heeft dat met bier te maken. Dat zal ik je zeggen, Gist is ook een levend wezen en heeft dus net als ieder ander levend organisme stikstof nodig om te kunnen groeien. Maar wat is stikstof eigenlijk voor goedje? Hoewel de lucht voor ongeveer 80 procent uit stikstof bestaat kunnen we van de lucht alleen niet leven. Stikstof moet gevangen, gefixeerd en voor een deel weer uitgescheiden worden. Dit gebeurt in de stikstofkringloop. En wat heeft Viagra en groene thee met mijn stikstofbalans te maken? Interessante vragen. Het unieke element stikstofStikstof (N) is de Nederlandse naam voor het chemische element nitrogenium, bij kamertemperatuur een kleur- en geurloos gas. Stikstof vormt het hoofdbestanddeel van de dampkring; droge lucht bevat ongeveer 80 procent stikstof. In het laboratorium wordt uit vloeibaar gemaakte en gedestilleerde lucht stikstof gewonnen voor allerlei industriële doeleinden, zoals bijvoorbeeld kunstmest. Met vloeibare (zeer koude) stikstof kun je ook je wratten laten verwijderen. Maar belangrijker hier is, dat stikstof een essentieel onderdeel van eiwitten is. Biochemie en stikstofStikstofbindingen en - nog meer – stikstof - koolstofbindingen die tot ketenvorming leiden zijn bijzonder algemeen en vormen een belangrijk deel van de chemische stofwisseling van organismen. Stikstof is daarom een bijzonder essentieel element voor het leven op aarde. Alle eiwitten bevatten stikstof omdat zij uit aminozuren bestaan. Ook een nucleïnezuur, waaruit DNA en RNA bestaan, bevat stikstof. De binding van stikstof vanuit de lucht kan door sommige organismen tot stand gebracht worden, n.l. de stikstofbindende bacteriën. Sommige planten zoals soja en sommige vlinderbloemigen leven in symbiose met deze organismen, bijvoorbeeld in uitstulpingen van hun wortels (knolletjes). Alle andere planten moeten echter de noodzakelijke stikstof verbindingen uit de grond opnemen die daar via bemesting in terecht moet komen. De stikstofcyclus, zeg maar gebruik en hergebruik, is een belangrijk onderdeel van de biologie. Hoewel stikstof het grootste bestanddeel van de aardse atmosfeer vormt, is het in deze vorm voor de meeste organismen niet bruikbaar als stikstofbron. Wanneer de stikstof uit de lucht door bepaalde bacteriën en organismen eenmaal ‘gefixeerd’ is in de bodem, kan het door planten worden opgenomen. Dieren eten planten en andere dieren, en aangezien mensen ook dieren zijn, komen wij door het nuttigen van plantaardige en dierlijke eiwitten aan onze stikstof. StikstofbalansDe stikstofbalans is de verhouding van de door een organisme (lees hier: mens en dier) gedurende een bepaald tijdvak opgenomen en uitgescheiden hoeveelheid stikstof. Alle levende organismen dienen voortdurend stikstof(verbindingen) op te nemen om de voortdurende opbouw van o.a. eiwitten en nucleïnezuren (belangrijk molecuul voor de opslag en vertaling van erfelijke informatie) mogelijk te maken. Evenals de meeste andere bestanddelen van de levende organismen, ondergaan ook de eiwitten en de nucleïnezuren een voortdurende vernieuwing, dat wil zeggen, dat zij enerzijds met een bepaalde snelheid worden afgebroken en anderzijds weer worden aangemaakt (vergelijk ook anabolisme en katabolisme in het archief van onze website), waarbij hun hoeveelheid onder de meeste omstandigheden bij benadering gelijk blijft. Wanneer evenveel stikstof wordt opgenomen als uitgescheiden, is er sprake van een stikstofbalans. Bij verwonding, ziekte en vermagering is er sprake van een negatieve stikstofbalans en bij groei (vooral kinderen en bodybuilders) een positieve stikstofbalans. Uitscheiding gebeurt bij de mens vooral via ureum in de urine. Aminozuren en eiwittenAminozuren zijn de kleinste eenheden van eiwitten. Ze zijn opgebouwd uit een zuurgedeelte: COO-, en een stikstofgedeelte H3N, en een zogenaamde restgroep. Het stikstofgedeelte wordt gevormd door 3 waterstof atomen (H3) en een stikstof atoom (N) Hiernaast afgebeeld de algemene formule, waarbij de restgroep per aminozuur verschillend is. Door de telkens verschillende restgroep, wijkt het aminozuur qua bouw per aminozuur net iets van de ander. Door die verschillen komen we tot een totaal van 20 verschillende aminozuren. Als voorbeeld van een van de 20 bestaande aminozuren geef ik hier de Valine. Het aminozuur valine is een essentieel aminozuur, dit betekent dat het aanwezig moet zijn in de dagelijkse voeding. Aminozuren kun je onderverdelen in essentiële en niet essentiële aminozuren, waarvan stikstof een belangrijk element is. De essentiële aminozuren heten essentieel omdat ze niet door het lichaam kunnen worden samengesteld. Ze moeten dus via de voeding worden opgenomen. Geef je over langere tijd iemand een incompleet aminozurenpakket te eten, dan is er heel snel sprake van een negatieve stikstofbalans. De voedingswaarde van een eiwit wordt dan ook bepaald door het essentiële aminozuur dat in de laagste relatieve hoeveelheid aanwezig is, alsmede door de verteerbaarheid van het eiwit (die afhangt van de totale aminozuursamenstelling). In het algemeen is de voedingswaarde van dierlijke eiwitten hoger dan die van plantaardige eiwitten. Eiwitten worden opgebouwd uit aminozuren. Ze bestaan uit ketens van aan elkaar gekoppelde aminozuren. De koppeling tussen twee aminozuren wordt een peptide binding genoemd en het eiwit dat wordt gevormd door twee aan elkaar gekoppelde aminozuren wordt daarom een peptide genoemd. De NH3 groep reageert dan met de COO- groep onder afsplitsing van water (H2O). Volgens onderstaande formule: Positieve stikstofbalans met stikstofoxide?De combinatie training, voeding, herstel en volop rust, weinig stress, geen ziekte en verwondingen, zijn allemaal belangrijke factoren bij het in de positieve richting sturen van de stikstofbalans. Op dit moment wordt over NO of stikstofoxide in supplementenland driftig de trom geroerd. Stikstofoxide, een verbinding die gewonnen wordt uit het aminozuur arginine, en in het lichaam vooral zorgt voor ontspanning van weefsels, zou onmisbaar zijn voor de groei van spierweefsel na zware arbeid. Enerzijds door het ‘wakker schudden’ van ‘satellietcellen’ (stamcellen in het spierweefsel die nog van alles kunnen worden, voor bodybuilders natuurlijk het liefst spiercellen) en anderzijds door hun reparatievermogen van spiercellen. Het geringe onderzoek over de vermeende anabole werking van NO (of het supplement Nitrous) levert nog nauwelijks de basis voor harde conclusies, en aangezien voor groene thee in ieder geval wel meer bewijs is, dat het de concentratie van stikstofoxide verhoogt, kun je dan maar beter dagelijks een paar krachtige koppen groene thee consumeren. Hoe het zit met Viagra en stikstofoxide? Omdat stikstofoxide belangrijk is voor ontspanning van lichaamsweefsel, en de penis alleen bij ontspanning een behoorlijke ‘pomp’ kan krijgen, is het onderdeel van Viagra. En wat heeft dat nou met gistgroei te maken?Zoals al eerder gezegd heeft gist voor opbouw van de cel een positieve stikstofbalans nodig. Daarvoor moet de gist opneembare stikstof tot zich nemen, dat is stikstof in de vorm van chemische verbindingen die door de gist kunnen worden gebruikt om te groeien en eiwitten te maken. Ammoniak en nitraat zijn vormen van stikstof die door planten en micro-organismen kunnen worden gebruikt. Bij een gewone vergisting en een goede wort zal dat geen probleem zijn. Daarin zit voor de gist voldoende opneembare stikstof om de gewenste groei door te kunnen maken. Gaat de vergisting echter te snel, dan kan al gauw de stikstofbalans verstoord raken en zal de gistgroei afremmen of kan zelfs plotseling ophouden. Om dat tegen te gaan kan men amoniak in de vorm van gistvoedingszout dat in de brouwwinkel te koop is. Het bestaat uit diammoniumwaterstoffosfaat (kortweg diammoniumfosfaat, afgekort DAP). Je hebt niet eens erg veel nodig, een flinke theelepel op 25 liter wort is al voldoende. Brouw ze, Martin Hofhuis
|
|
| Terug naar overzicht | |
De tijdlijn van vergisting |
januari 2024 |
Door: Huub Soemers |
|
|
DE TIJDLIJN VAN DE VERGISTING Inleiding “Wie heeft er nu eigenlijk gelijk”, vraag ik me af? Artikel uit BYO: De tijdlijn van de vergisting
Hieronder een kort overzicht op elk van deze drie fasen in termen van gistgedrag. De lag-fase van de gist De exponentiële groeifase van de gist De stationaire fase van de gistgroei Bron BYO-januari 1999. |
|
| Terug naar overzicht | |
De tijdlijn van vergisting |
september 2019 |
Door: Frits Haen |
|
|
TIJDLIJN VAN DE VERGISTING Wat doet gist tijdens de vergisting? Het verbruikt wort-suikers en verandert die suiker in nieuwe gistcellen, ethanol, CO2 en smaakstoffen. Brouwers houden zich voornamelijk bezig met smaakstoffen. Om de juiste smaakstoffen te maximaliseren, is het handig om te weten hoe bier vergist. Lag Phase: drie tot vijftien uur na het zetten van gist Exponentiële groeifase: één tot vier dagen Stationaire groeifase van de gist: drie tot tien dagen Bron: BYO Vertaald en bewerkt door Frits Haen |
|
| Terug naar overzicht | |
Fermentis safale US 05 nader bekeken |
september 2012 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door: Manus van Bommel |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Fermentis safAle US 05 nader bekeken
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Terug naar overzicht | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gestokte vergisting |
februari 2022 |
Door: Jacques Bertens |
|
|
GESTOKTE VERGISTING Het is allemaal heel normaal. De vergistingsgraad die een mout geeft is niet steeds hetzelfde. Mout is een natuurproduct. Door klimatologische omstandigheden en kleine veranderingen tijdens het vermouten van het graan kunnen er verschillen ontstaan tussen de ene batch en de andere. Er zijn moutsoorten met weinig vergistbare suikers. Bijvoorbeeld donkere caramouten. Als je daar net wat meer van gebruikt daalt de vergistingsgraad. Ook is bekend dat bieren met veel donker geroosterde mouten een lagere vergistingsgraad kennen dan bieren met uitsluitend licht gekleurde mouten. Bij bieren met een heel hoog begin SG heeft de gist het moeilijk. Allereerst heeft de gist last van een hoge osmotische druk waardoor deze stress ondervindt aan het begin van de vergisting. Door vergisting van suikers loopt het alcoholgehalte op. Dit gehalte kan zo hoog worden dat de vergisting hierdoor geremd wordt en zelfs stopt als de grens van de alcoholtolerantie bereikt wordt . De ene gist is de andere niet
![]() Het antwoord op de bovenstaande vraag is simpel: wanneer je te weinig actieve gist hebt toegevoegd aan het wort. Dit antwoord geeft ook aan wat je moet doen om een stokkende vergisting te voorkomen: meer actieve gist enten. Uiteraard moet de gist die je ent bestand zijn tegen het alcoholgehalte dat gevormd wordt. Nu zou je kunnen denken dat als je last hebt van een gestokte vergisting je simpelweg meer gist kunt toevoegen aan je bier om het probleem op te lossen. Jammer genoeg lost dat het probleem niet op. Hè hoe kan dat? Het is een gevolg van het feit dat gist niet alleen suikers nodig heeft om te kunnen groeien en leven. Naast suikers heeft gist ook eiwitten, vetten en mineralen nodig. Als je begonnen bent met te weinig vitale gist moeten de gistcellen zich vaker delen. Het gevolg is dat de gist alle belangrijke voedingstoffen benodigd voor de groei verbruikt heeft. Wanneer je aan een dergelijk (jong)bier gist toevoegt kan deze zich niet vermenigvuldigen. De truc om gestokte vergisting is daarom aan het begin van de vergisting meer gist te geven. De gistcellen hoeven zich dan minder vaak te delen waardoor je geen tekort krijgt aan essentiële voedingstoffen.
Jacques Bertens |
|
| Terug naar overzicht | |
Gestopte vergisting |
januari 2022 |
Door: Fons Michielsen |
|
|
GESTOPTE VERGISTING. Ik weet niet of het jullie wel eens is gebeurd, mij in ieder geval nooit, tot nu: mijn vergisting is gestopt. Ik zal even vooraan beginnen. Ik brouw ongeveer 15 jaar. Vroeger kocht ik gist van Wyeast of Fermentis en dat mikte ik in het wort zodra die de goede temperatuur had. De vergisting duurde altijd 2 weken, of 3 weken, en ik was altijd jaloers op clubgenoten die binnen 5 dagen ongeveer het eind s.g. hadden bereikt. De laatste jaren maak ik een starter. Altijd. Ik maak nu 15 – 25 liter wort en ik zorg dat ik 400 – 500 ml starter heb, dan kan ik 2 % starter toevoegen. De starter is heel actief. Ik begin met appelsap, suikerwater (1045) en gistvoedingszout en ik meet iedere dag de dichtheid van die starter. Ik mik het zó uit dat ik ga brouwen als de dichtheid < 1005 is. Dan is-ie superactief. Zo ook dit keer. Quadrupel, begin s.g. 1089. Ik had S-04 gebruikt als gist, 350 ml starter en 18 liter wort. De vergisting was binnen een dag enorm op gang. Normaal gesproken heb ik één blupje uit het waterslot in 8-9 seconden, maar nu in 2-3 seconden. De proefvergisting was na 24 uur 1037. Helaas (nou ja) ging ik een weekje op vakantie en op dag 9 was de proefvergisting 1024. Dat was mooi. Maar mijn bier zat op 1052. En op dag 11 ook. Op dag 19 had ik ook 1052. Het bier belucht (kroonsteentje, gefilterde lucht). Artikel 1. De vergisting begint niet. Samengevat 2.Gestopte vergisting Te Hoog Advies Dat verhaal met die starter en die magneetroerder is misschien niet voor iedereen haalbaar. Je zou ook een smashpack kunnen toevoegen (zeg maar Wyeast) nadat-ie geactiveerd is. Nou ja, dat was het wel zo’n beetje wat Terry Foster schreef. Oh ja, hoe het met mijn bier is afgelopen? Als je het verhaal hierboven goed hebt gelezen heb je gezien dat ik ongeveer alle adviezen van Terry Foster heb opgevolgd (voordat ik zij artikel had gelezen hoor!!). Maar mijn bier nu: ik weet het nog niet. Fons Michielsen |
|
| Terug naar overzicht | |
Giststarter maken |
februari 2021 |
| Door: anoniem | |
|
Benodigdheden:
Voorbereiding Als je een smackpack gebruikt, smack dit op tijd. Houd als stelregel 1 dag per maand dat de smackpack oud is. Zorg ervoor dat je gist op kamertemperatuur is. Gebruik je gebruikte gist, giet deze dan af maar altijd nog zoveel vloeistof dat de gist nog te gieten is. Maken van de starter
Bron: www.ambrasseriehulst.nlv |
|
| Terug naar overzicht | |
Het maken van een giststarter |
december 2019 |
Door: Frits Haen |
|
|
HET MAKEN VAN EEN GISTSTARTER
Basisprocedure
|
|
| Terug naar overzicht | |
Het opkweken van originele gist |
april 2021 |
Door: Ger Daverveld |
|
|
HET OPKWEKEN VAN ORIGINELE GIST Het opkweken van gist uit een fles voor een brouwsel van 20 liter. In het clubblad van februari 2021 stond een vertaald artikel over een giststarter maken. Dit bracht mij op het idee voor onderstaand artikel. Ergens begin 2000 heerste de mening onder de Roerstokkers dat er voor het bier “Duvel” een andere gist in het flesje voor nagisting op fles, werd gebruikt, dus een bottelgist, en niet de originele Duvelgist. Omdat de gist 50 % van de smaak van het bier bepaalt, is een originele gist natuurlijk de beste manier om een zo goed mogelijke kloon te maken. Nadat ik beginjaren van 2000 een lezing over het opkweken van gist uit een flesje Duvel, het brouwen van een Duvel en een proeverijtje had georganiseerd tijdens de maandelijkse Roerstok bijeenkomst, was iedereen er wel van overtuigd dat het wel degelijk de originele Duvelgist was die ook voor het bottelen gebruikt werd. Mijn verhaal over dit brouwproces voor een Duvelkloon heb ik toen ook in een artikel samengevat voor ons clubblad met de titel “MET DEN DUVEL NAAR BED". De titel was ontleend aan het proces van opkweken van de gist. Om tijdens het opkweken een juiste stabiele temperatuur te bereiken maakt ik gebruik van ons waterbed. Deze had een constante temperatuur van 28 C. Het bleek de ideale temperatuur voor de opkweek van gist. En omdat het over Duvel-bier ging was deze titel snel bedacht. Quadrupel
Hiervoor gebruik ik:
Evt. Niet noodzakelijk:
WERKWIJZE KOELKAST Zet de flesjes minimaal 2 dagen koud in de koelkast. Hierdoor bezinkt de gist en plakt aan de bodem. KOKEN (enkele uren voordat je start)
Ontsmet de petfles. Zelf gebruik ik Oxonia voor het ontsmetten. Zorg er ook voor de je de schroefdop en ook de fleshals aan de buitenkant ontsmet. Ontsmet voor het openen van de flesjes bier ook de kroonkurk en het bovenste stuk van de hals van de flesjes door wat Oxonia (of alcohol) onder de kroonkurk aan te brengen. Behandel de flesjes voorzichtig en laat de flesjes wel rechtop staan zodat de gist onderin op de bodem blijft. Verder gebruik ik een trechtertje dat ik ook ontsmet. Spoel voor de start, alles, zorgvuldig met water. ENTEN Zet het trechtertje op de fles. Ontdop de 2 flesjes La Trappe. Giet voorzichtig de (bovenste) helft van de 2 flesjes bier in een glas voor consumptie. De onderste helft, met de gist op de bodem, roer je rustig in de fles om en giet het in de petfles. Giet nog een beetje suikerwater uit het pannetje in het bierflesjes, roer dan nogmaals om en giet alles in de petfles. Giet daarna de rest van het suikerwater uit het pannetje over in de petfles. Draai de dop op de fles en schud kort. Draai de dop los, blaas in de fles, dop erop en schudden. Herhaal dit 3 á 4 keer. Hiermee voeg je zuurstof toe aan de vloeistof. TEMPERATUUR tijdens het vermeerderen van de gist. Hiervoor kun je op de volgende 2 manieren te werk gaan: Je kunt de gist gewoon op kamertemperatuur opkweken dus op 20 C. Houd dan rekening dat je ongeveer 1 week vóórdat je wilt brouwen de gist opstart Manier 2 Mijn waterbed heb ik jammer genoeg niet meer, uit milieuoogpunt en vanwege toch relatief hoge stroomkosten. Maar ik vul een zwarte bouwemmer ongeveer half met water op een temperatuur van 28 C. Hierin zet ik de fles met de giststarter samen met een verwarmingselement en zorg er voor dat deze afgesteld staat tussen de 25 C en 30 C. Vul de emmer met zoveel water dat de fles niet gaat drijven en goed blijft staan. Dek het geheel toe met een deken of laken om een zo stabiel mogelijke temperatuur te behouden. Voor deze methode moet je 3 á 4 dagen tijd rekenen. Opmerking Je kunt beter te vroeg beginnen en als je voldoende gist hebt opgekweekt en de suiker in de vloeistof opgebruikt is, zet je de fles met de giststarter in de koelkast totdat je gaat brouwen. Deze gist blijft weken goed in de koelkast. Gebruik alles wat in de fles zit om toe te voegen aan je brouwsel. Eerst natuurlijk goed omschudden zodat je de gist op de bodem meeneemt. BELUCHTEN Belucht de fles ongeveer 3 á 4 keren per dag. Draai de dop eraf, blaas in de fles, dop erop en schud kort om zuurstof toe te voegen en koolzuur te laten ontsnappen. Doe dit een aantal keren achter elkaar. De zuurstof wordt héél snel door de vloeistof opgenomen dus even schudden is voldoende. Als het goed is merk je na 1 á 2 dagen dat de gist actief is en er schuim en koolzuur ontwikkeld. Als het goed is merk je na 1 á 2 dagen dat de gist actief is en er schuim en koolzuur ontwikkeld. Na een week (manier1) of na 4 dagen(manier 2) is de gist voldoende vermeerderd en is de suikervoeding ook opgebruikt. Je ziet de gist op de bodem van de fles en de giststarter is bij het schudden niet meer echt actief. Mocht je twijfelen of je genoeg gist in de starter hebt dan kun je nog wat suikerwater koken en toevoegen waarop de gist doorgaat met vermeerderen. Anders zet je de fles in de koelkast.Het is goed om de dag vóór het brouwen de starter uit de koelkast te halen en langzaam op kamer temperatuur te laten komen voordat je deze toevoegt aan de wort. Het lijkt omslachtig maar je zult merken dat als je dit eenmaal gedaan heb het reuze meevalt. Misschien heb je nog een zakje oude korrelgist die toch echt over datum is en die je niet meer gebruikt. Of vries wat gist in van eerdere brouwsels. Voeg een half afgestreken theelepeltje van deze gist toe aan het pannetje met suikerwater en laat het 10 minuten meekoken. Daarmee kookt je de gistcellen stuk en vallen deze uit elkaar. Dit zijn natuurlijk ideale voedingsstoffen voor de giststarter die je gaat maken. Uit ervaring weet ik dat dit het proces niet alleen versneld maar dat er ongeveer een dubbele hoeveelheid “nieuwe” gist gevormd wordt. Je kunt natuurlijk de overtollige gist tijdens het brouwen hiervoor gebruiken. Doe de gist in een ijsblokjeshouder in de diepvries. Ook aan te bevelen om dit tijdens de kook aan je brouwsel toe te voegen zodat je daarmee ook gistvoeding voor je brouwsel toevoegt. Natuurlijk wel aan het begin van de kook toevoegen zodat de gistcel uit elkaar valt en als voeding kan dienen. Omdat de publicatie van het artikel toch op zich liet wachten kunnen wij ook het resultaat van de vergisting laten zien. Wij hebben 80 liter Quadrupel gebrouwen. De helft dus 40 liter is ingezaaid met de korrelgist US5. De andere 40 liter hebben we met de opgekweekte La Trappe gist ingezaaid. Hieronder zie je op de foto”s het verschil in schuim m.b.t. de 2 batches. Wat smaakverschil betreft zullen we nog enig geduld moeten hebben want het bier moet nog gelagerd worden, gebotteld worden en natuurlijk rijpen op fles voordat we het resultaat kunnen vergelijken. Echter het verschil in vergisting is overduidelijk. Natuurlijk sta ik open voor vragen, ervaringen, opmerkingen en zeker voor verbeteringen van dit proces! Ik wens jullie heel veel succes als je het zelf eens wilt proberen Ger Daverveld |
|
| Terug naar overzicht | |
Hoe houd je vergisting koel? |
maart 2007 |
Door: Frits Haen |
|
HOE HOUD JE DE VERGISTING KOEL?Het is al moeilijk genoeg om jezelf koel te houden in de zomer, hoe moet het dan met het gistingsvat. Warmte kan leiden tot problemen bij de vergisting, omdat een te warme omgeving kan leiden tot slechte smaak, slechte geur of nog erger foezelalcohol. Foezelalcohol verschilt van de gewone alcohol die ontstaat tijdens de vergisting (dit is ethyl alcohol of ethanol) doordat het meer koolstofatomen bevat. In bier ruikt het meestal als nagellak of andere oplosmiddelen. Je lichaam reageert er anders op dan op ethanol en veroorzaakt hoofdpijn, sterke katers en andere ongunstige bijwerkingen. Je kunt natuurlijk ook ophouden met brouwen in de zomer. Toch zijn hier een aantal tips om je gistvat koel te houden. Vergeet je handdoek nietDe truc met de natte handdoek is misschien wel de meest toegepaste methode om een te warme vergisting te voorkomen. Het is eenvoudig en werkt volgens het principe dat als water verdampt van een oppervlak de temperatuur van het water dat achterblijft lager wordt. Daarom koelt een mensenlichaam ook af als het nat wordt. Om een vat te koelen volgens het verdampingsprincipe is het enige wat je nodig hebt een handdoek, een bak en een stuk touw om de handdoek op zijn plaats te houden. Zoek een bak (badkuip, grote koelbox, vuilnisvat), vul het met 10 centimeter water en zet het vat erin. Maak de handdoek nat, wikkel het om het vat en zet het stevig vast met het touw. Je kunt natuurlijk ook een oud T-shirt of sweatshirt gebruiken. Zorg dat de onderkant van de handdoek in het water hangt zodat aan de onderkant water opgezogen kan worden als het aan de bovenkant verdampt. Geloof het of niet, maar dit trucje kan je gistvat 3-5 °C koelen, afhankelijk van de vochtigheid en ventilatie over verdampende, koelende oppervlak (de handdoek). Je moet de handdoek wel elke paar dagen vervangen om schimmel te voorkomen. Als je geen dieren of kleine kinderen hebt die er van kunnen drinken, mag je ook wat bleekwater in het bad gooien. De handdoek zal verbleken, dus gebruik geen nieuwe handdoeken. IJsbadAls je vat diep genoeg is kun je een ijsbad maken waarbij het gistvat nagenoeg helemaal in het water staat. Door regelmatig ijs of bevroren koelelementen toe te voegen zal het vat koel blijven. Dit is een eenvoudige manier, maar je moet zelf uittesten hoe vaak je ijs moet toevoegen om de gewenste temperatuur te krijgen. Als je de ijsbad-methode” toepast let er dan wel op dat je niet al te grote temperatuurschommelingen krijgt. Het is verstandiger een paar graden boven de gewenste temperatuur te blijven dan de vergisting volgens een thermische achtbaan te laten verlopen. De mate waarin je het wort op deze manier kunt koelen hangt natuurlijk ook af van de hoeveelheid ijs die je ter beschikking hebt.. IJskistDe ijskist is een oude uitvinding die stamt van voor de elektriciteit. Je hoeft geen antieke ijskist te gaan zoeken, maar je kunt het idee pikken en er zelf een maken. Er zijn maar twee dingen nodig voor deze uitvinding: ijs en een kist. De kist moet worden geïsoleerd om de koude lucht van de ijsblokken (melkpakken of frisdrankflessen gevuld met water en dan bevroren) vast te houden. Je kunt de kist maken van karton of van triplex en isoleren met tempex of steenwol. Het hangt er van af hoeveel tijd, energie en geld je er in wilt investeren. Als je de kist hebt gemaakt zet er dan je gistvat en de ijsblokken in en kijk elke paar uur hoe de temperatuur zich houdt. Dan heb je een idee hoe dikwijls je de ijsblokken moet vernieuwen. Je moet er ook een bak onderzetten om het condenswater van de bevroren blokken op te vangen en regelmatig controleren op stof en schimmelvorming. Ventilator en airconditioningAls je een airco-unit hebt kun je gemakkelijk de temperatuur van je gistvat met 5 °C of meer verlagen. Zorg dat de lucht van de airco-unit rechtstreeks langs het gistvat gaat. Dit kun je bereiken door provisorische schotten te maken om de koude lucht te geleiden. Je kunt ook de koude luchtstroom geleiden met een ventilator om de temperatuur nog beter te laten dalen. Garrett HeaneyBron: Brew Your Own, juli/augustus 2006, vertaald en bewerkt door Frits Haen |
|
| Terug naar overzicht | |
Hoe kies je de beste gist? |
juni 2019 |
Door: Frits Haen |
|
|
HOE KIES JE DE BESTE GIST? Als brouwers houden we veel rekening met het selecteren van de ingrediënten die we gebruiken voor onze recepten, omdat het recept bepaalt welk bier we maken. Het recept ontwikkelen en bepalen welke ingrediënten het best in een bier passen, is het meest creatieve en belonende aspect van het brouwen en het resultaat is de handtekening van de brouwer. Uitvlokking Smaak en aroma Vergistingsbijproducten Mate van vergisting Snelheid van vergisting Stijl en beleving Bron: Brew Your Own Vertaald en bewerkt door Frits Haen |
|
| Terug naar overzicht | |
Hoeveelheid gist voor amateurbrouwers |
november 2019 |
Door: Frits Haen |
|
|
HOEVEELHEID GIST VOOR AMATEURBROUWERS
Let op: Het is al eerder gezegd, maar het moet worden herhaald: wanneer de meeste thuisbrouwers praten over het aantal cellen, is dit een schatting van het aantal cellen, en geen daadwerkelijke telling van onze gist. Professionele brouwers en laboratoriumtypen gebruiken hemacytometers en een microscoop om een nauwkeurigere telling van hun hoeveelheid gist te krijgen, maar voor onze doeleinden als thuisbrouwers benaderen de geschatte celtellingen nog steeds geweldig bier op. (Het gebruik van een hemocytometer is trouwens ook geen echte telling, maar het is beter dan gissen!) |
|
| Terug naar overzicht | |
Hop creep |
januari 2023 |
Door: Fons Michielsen |
|
|
Hop Creep En wat moet je nu in een brouwerij? |
|
| Terug naar overzicht | |
Hoparoma gistrassen |
oktober 2019 |
Door: Jacques Bertens |
|
|
HOPAROMA GISTRASSEN
Jacques Bertens |
|
| Terug naar overzicht | |
Invloed hoeveelheid gist op de smaak van je bier |
december 2021 |
Door: Jacques Bertens |
|
|
INVLOED HOEVEELHEID GIST OP DE SMAAK VAN JE BIER In het vorige clubblad heb ik een artikel geschreven over de hoeveelheid gist dat je hoort te enten. Zeer recent (op 15 september 2021) heeft Fermentis een webinar gegeven over gistmanagement waarbij de onder andere de hoeveelheid gist dat je ent in verband werd gebracht met een viertal smaakafwijkingen. Hieronder geef ik een korte samenvatting. H2S (rotte eieren/riool/zwavelachtig) Acethaldehyde (groene appel/grasachtig) - Zorg voor voldoende vitale gist (vermeerder de hoeveelheid gist) Diacetyl (boterachtig/butterscotch) Autolyse (gistachtig/vleesachtig/zwavelachtig) Jacques Bertens
|
|
| Terug naar overzicht | |
Is mijn bier voldoende uitgegist (I) |
oktober 2023 |
Door: Huub Soemers |
|
|
IS MIJN BIER VOLDOENDE UITGEGIST? (Deel I) Vele bieren van hobbybrouwers bereiken een eind-densiteit van rond de SG=1014 of zelfs richting SG=1020. Zelden lager dan 1010. De meeste “betere” Belgische bieren bereiken een eind-densiteit rond SG=1010 en lager. Enkele voorbeelden uit de hieronder staande tabel-1 maken dit duidelijk: Uit tabel-1 is duidelijk dat voor de betere Belgische bieren geldt dat:
In wat verder volgt zullen we enkele aspecten belichten waarom dat zo is. Orval heeft de laagste eind-densiteit en het laagste restextract omdat Orval een tweede “wilde” gist gebruikt die ook dextrines kan vergisten. Meer daarover later.
Stamwort, stamwort-extract en gistingsproces MW= 180 MW = 92 (= 2* 46) MW = 88 (=2 * 44 ) Hierbij zet de gist 10 gram suiker (glucose) in ongeveer 5,1 gram alcohol en 4,9 gram CO2. Voor de familie van bovengisten (“Ale” gisten) duurt het gistingsproces ongeveer 3 tot 5 dagen, waarbij de densiteit zal dalen tot een welbepaald minimum omdat:
Samengevat: Kunze zijn samenvatting:
Uit dit laatste punt 3 volgt dat de laagst mogelijke einddensiteit ook reeds vastligt voordat de gisting begint…omdat zelfs met de beste gist je nooit meer dan alle vergistbare suikers kan omzetten. Enkel “wilde” gisten zijn in staat om ook de dextrines aanwezig in het stamwort extract om te zetten naar alcohol en CO2. Daarom zal een verse Orval van 1 maand oud anders smaken dan een Orval van 1 jaar omdat de gebruikte tweede “wilde” gist met de tijd alle dextrines nog aanwezig in het restextract zal omzetten. Daarom is de SG (densiteit) van een 6 maanden oude Orval zo laag (SG=1003). Er is een “nagenoeg” lineaire relatie tussen toename van het stamwort extract in gram/liter en de stijging van SG (densiteit).
Restextract van bier: Wat is dat? Werkelijk Restextract in bier = Stamwort * % Niet-vergistbaar extract Dus als de densiteit van het stamwort stijgt van 1050 naar 1080, dan zal het restextract van het bier ook automatisch stijgen van 53 gram/liter naar 78 gram/liter. En dat laatste (78 gram/liter) zal “zwaar” op de maag liggen bij de meeste proevers. Dit wordt ook weergegeven in figuur 3 hieronder, waarbij het werkelijk restextract van het bier wordt weergegeven in functie van SG-densiteit stamwort uit mout. Enkele opmerkingen over resultaten in tabel 1 en tabel 2 met figuur 3:
Vergistingsgraad Werkelijke Vergistingsgraad, WVG, = Begin extract – Werkelijk Eind extract Helaas, voor een hobbybrouwer, zonder een Anton Paar apparaat, is de meting van het werkelijk eindextract niet mogelijk omdat de gevormde alcohol de SG meting extra zal doen dalen omdat alcohol een lagere densiteit heeft dan water. Vanwege dit storende alcohol effect spreken we daarom van schijnbaar restextract en schijnbare vergistingsgraad, SVG. We noemen dit “schijnbaar” omdat alle gegevens in de tabel van Plato en Goldiner-Klemann en Brix (brekingsindex) niet geldig zijn voor mengsels van water en alcohol. Omdat alcohol zowel de meting van SG als van brekingsindex verstoort. Het goede nieuws is dat men dankzij het werk van Balling (formule van Balling) een goede benadering heeft om de schijnbare en werkelijke vergistingsgraad te bepalen aan de hand van slechts 2 SG metingen: SG van stamwort en SG van bier na einde gisting. Voorbeeld
Voorbeeld
Dan volgt:
In volgende tabel3 is deze eenvoudige berekening gedaan voor een stamwort gaande van 11°P (SG = 1044) tot 20 °P (SG = 1083). We veronderstellen dat het bekomen stamwort een extract samenstelling heeft met WVG = 63% op basis van een “normaal” maischschema met 100% gerstemout. De berekening in tabel 4 toont het laagst mogelijk haalbare schijnbaar eind-SG voor een wort met een gemiddelde samenstelling van 63% vergistbare suikers en een perfecte giststam die ALLE vergistbare suikers daadwerkelijk omzet. Afhankelijk van de gebruikte giststam moet dit WVG % worden aangepast om een juiste voorspelling te doen voor het laagst mogelijk haalbare schijnbaar eind-SG. In de praktijk kan dit enkel een hoger eind-SG opleveren. Conclusie:
Dit is deel I. Het vervolg leest u in het volgende clubblad. Huub Soemers |
|
| Terug naar overzicht | |
Is mijn bier voldoende uitvergist (II) |
november 2023 |
Door: Huub Soemers |
|
|
IS MIJN BIER VOLDOENDE UITGEGIST? (DEEL II) Giststam en “probleem” suiker maltotriose Vele gisten zijn niet in staat zijn om alle vergistbare suikers daadwerkelijk allemaal om te zetten in alcohol en CO2. Vele giststammen hebben namelijk een probleem met de omzetting van maltotriose dat ongeveer voor 11-13 % aanwezig is in het stamwort extract. Fermentis (2009) geeft hiervoor de volgende nuttige informatie, zie Fig-2 hieronder, over de omzetting van de verschillende suikers in de loop van 6 dagen gistingsproces: In Figuur 2: de verticale as geeft de hoeveelheid weer van de verschillende vergistbare suikers en de niet-vergistbare dextrines aanwezig in een stamwort van ongeveer 15,5 °Pt (SG = 1,063). De horizontale as is de tijdsduur van het gistingsproces in uren. De 3 “simpele” vergistbare suikers glucose-fructose-maltose zijn al na 3 dagen volledig omgezet. De gist begint pas aan de “moeilijke” vergistbare suiker maltotriose op de 3e dag. In Figuur 2 ziet men duidelijk dat: Schijnbare vergistingsgraad van enkele gisten: Conclusie: Tijdens het gistingsproces kan er ook nog van alles misgaan (tekort aan zuurstof, FAN, zink, enz.) zodat de gist niet voldoende presteert. Vele gisten laten het ook afweten als het %vol alcohol boven de 6-7% stijgt. FAN=Free Amino Nitrogen. Hoe brouw ik een bier met schijnbaar eind-SG van SG=1,010 of lager?
Tabel-4: Recept Tripel 9° voor eind-SG van ongeveer SG=1010 (of lager) De werkelijke vergistingsgraad van dit Stamwort van 17,5 °Pt is: Conclusie: Dr. Ing. Ferdinand Meeus. |
|
| Terug naar overzicht | |
Korrelgist |
oktober 2023 |
Door: Fons Michielsen |
|
|
KORRELGIST |
|
| Terug naar overzicht | |
Koud vergiste Ales |
september 2012 |
Door: Frits Haen |
|
KOUD VERGISTTE ALES
|
|
| Terug naar overzicht | |
Moordzuchtige gist |
december 2022 |
Door: Huub Soemers |
|
|
MOORDZUCHTIGE GIST Tot voor kort werd gedacht dat gist slechts een eenvoudig eencellig micro-organisme was. Maar wanneer het trek heeft, verandert het in een sluwe, competitieve moordenaar. Al duizenden jaren is gist, een kleine, levende schimmel, een vast onderdeel van ons dieet. Dankzij gist kunnen we genieten van luchtig brood, zoete wijn en schuimig bier. Maar gist is niet het eenvoudige, eencellige micro-organisme dat we ooit dachten dat het was, zo toont een nieuwe studie aan. Want Japanse onderzoekers hebben ontdekt dat wanneer de schimmel in het nauw komt, het een vrij duistere kant van zichzelf laat zien. Wreed organisme.
Kennis.
Bronmateriaal: |
|
| Terug naar overzicht | |
Nieuwe gisten van WHC-lab |
juni 2024 |
Door: Huub Soemers |
|
|
NIEUWE GISTEN VAN WHC-LAB De afgelopen maanden is er weer een aantal nieuwe (gedroogde) gistsoorten op de Nederlandse markt verschenen. Opvallend daarbij zijn de gisten van de Ierse firma WHC-Lab. Meest in het oog springende zijn de “High Voltage” en “Mango Madness”. Dit zijn thermotolerante gistsoorten waarover hieronder door de fabrikant nog wat meer informatie wordt gegeven. Ikzelf heb onlangs de “Banana Split” en de “Saturated” gisten gekocht en met de eerste al een heerlijke Weizen gebrouwen. Met de “Saturated” gist ga ik binnenkort een stevige NEIPA brouwen. Ik hoop dat het resultaat van hetzelfde niveau is als van mijn Weizen. Uiteraard hou ik jullie hierover op de hoogte! • Herkomst: Weihenstephan, bekend om zijn brouwers erfgoed. • Diastatische status: Niet-diastatisch. • Smaakprofiel: Banaan met evenwichtige aroma's van appel, kruidnagel en pruim. • Temperatuurgevoeligheid: Esters dominanter bij hogere temperaturen en lagere hoeveelheid gist gift. • Afdronk: Fris, met de mogelijkheid om de bananen tonen te versterken door de temperatuur te regelen. Ontdek met WHC Banana Split een onderscheidende Hefeweizen giststam die zich onderscheidt van andere op de markt. Onze giststam is niet-diastatisch en biedt brouwers een uniek profiel met een hoog gehalte aan isoamylacetaat, wat zorgt voor een uitgesproken bananensmaak aangevuld met subtiele tonen van appel, kruidnagel en pruim. De esters zijn vooral prominent bij hogere temperaturen en een lagere pitch hoeveelheid, wat zorgt voor een knapperige afdronk die geaccentueerd kan worden voor meer banaan karakter door de temperatuur tijdens de gisting te verhogen. De belangrijkste kenmerken van de “Saturated” zijn:• Herkomst: Boddingtons Brouwerij, Manchester, Engeland. • Ester-Profiel: Esters van tropisch fruit, voor een complexere smaak. • Biotransformatie: Zorgt voor de biotransformatie met hop voor verbeterd aroma en smaak. • Haze stabiliteit: Zorgt voor een goede en kenmerkende troebelheid stabiliteit voor NEIPA's. Deze Boddingtons Origin gist onderscheidt zich als een NEIPA-krachtpatser met Engelse roots, afkomstig van de iconische Boddingtons brouwerij in Manchester. Deze Ale-gist, gemaakt voor hoge gisting, levert een ester-profiel van tropisch fruit en induceert vakkundig biotransformatie met hop voor een ware smaakexplosie. Ze zorgt met name voor een goede Haze stabiliteit, waardoor ze een perfecte keuze is voor je Hazy brouwsels. Thermotolerante gist en efficiënte gistingsoplossingen Onderzoek naar thermotolerantie bij gist High Voltage, thermo-tolerante droge gist Mango Madness, thermo-tolerante IPA-gist
|
|
| Terug naar overzicht | |
Optimaliseren van droge gist |
maart 2020 |
Door: Frits Haen |
|
|
OPTIMALISEREN VAN DROGE GIST
Hoe er vroeger over werd gedacht
Soortgelijke informatie wordt gepresenteerd in het boek Yeast: The Practical Guide to Beer Fermentation van Chris White & Jamil Zainasheff: "Als de droge gist niet goed wordt gedehydrateerd, gaat ongeveer de helft van de cellen dood." Dr. Clayton Cone, Dr. Chris White en Jamil Zainasheff lijken er zeker van te zijn dat significante gistceldood kan optreden als de gist niet goed wordt gedehydrateerd. Ik denk dat ik genoeg voorbeelden heb aangeboden, maar vertrouw me als ik zeg dat veel andere boeken over thuisbrouwen vergelijkbaar advies bevatten over het belang van dehydratatie, maar wat zeggen de gistfabrikanten? Gegevensbladen van de fabrikant van droge gist Lallemand (LalBrew)
Fermentis SafAle US-05 Gist Rechtstreeks van de fabrikanten Lallemand (LalBrew) “We zien wel enkele soortspecifieke verschillen in lagfase, vergisting en smaak, maar deze verschillen zijn over het algemeen vrij klein en moeten geen enkele brouwer ervan weerhouden om droog toe te voegen. In sommige gevallen geeft droog toevoegen betere prestaties en we raden nu aan om onze New England en BRY-97 soorten droog toe te voegen, aangezien recente laboratoriumproeven kortere vertragingsfasen en een betere vergisting hebben aangetoond. Deze tests zijn aan de gang terwijl we droge gist toevoegen in verschillende soorten wort (hoog soortelijk gewicht, zuur, enz.). " Eric voegde eraan toe dat Lallemand soortspecifieke aanbevelingen zal doen voor een bepaald bier op basis van hun meest recente onderzoek. Fermentis Jack Horzempa |
|
| Terug naar overzicht | |
pH daling tijdens vergisting |
april 2024 | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Door: Jacques Bertens |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
pH-DALING TIJDENS DE VERGISTING In het afgelopen clubblad stond een artikel over de verlaging van de pH tijdens de vergisting van wort. Nee, ik noem geen namen 😊. In het artikel wordt de opmerking van mij tijdens het vragenhalfuurtje van november 2023 dat de daling van de pH vooral komt door de vorming van organische zuren bestreden. Meten is weten De resultaten zijn als volgt:
Deze resultaten komen overeen met de verschillen die Scott Janish laat zien in zijn artikel A Look at pH in Hoppy Beers (http://scottjanish.com/a-look-at-ph-in-hoppy-beers/). Ook als je kijkt naar gemiddelde pH-waarden en koolzuurgehalten van bierstijlen zie je geen correlatie tussen de pH en het koolzuurgehalte.
Tja, ik kan toch niet anders dan tot de conclusie komen dat koolzuur in bier van ondergeschikte invloed is op de pH waarde… Wat is dan wel de reden van de daling van de pH?
Eerst dalen en daarna stijgen Jacques Bertens |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Terug naar overzicht | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Proefvergisting |
april 2022 |
Door: Fons Michielsen |
|
|
PROEFVERGISTING Ik zet de thermostaat bij bovengisten op 28 ⁰C en bij ondergisten op 26 ⁰C. Dat is op gevoel, niet wetenschappelijk onderbouwd. In de grafiek zie je dat je meestal na één dag bij de proefvergisting op dezelfde waarde zit als na 4 dagen bij je product; en na 2, 3 en 4 dagen proef op de eindwaarde van de vergisting zit. Soms zakt je proefvergisting één of twee punten lager dan je bier, maar dat zou kunnen doordat de gist bij die hoge temperatuur gewoon iets meer suikers kan omzetten (een iets andere stofwisseling heeft). Wat mij betreft: onmisbaar en heel makkelijk. |
|
| Terug naar overzicht | |
Refractie en dichtheid tijdens vergisten |
juni 2021 |
Door: Fons Michielsen |
|
|
Refractie en dichtheid tijdens vergisting Als je wort aan het vergisten bent wil je graag weten hoe ver de vergisting is gevorderd. Er zijn verschillende methoden voor: je kunt het aantal belletjes tellen dat uit je waterslot komt, je kunt je vat wegen om de gewichtsvermindering vast te stellen, je kunt de dichtheid bepalen en je kunt de refractie of lichtbreking meten. Over die laatste twee methoden wil ik wat vertellen.
Duidelijk is te zien dat de relatie tussen dichtheid (op de Y-as) en refractie (op de X-as) een rechte lijn is. Met andere woorden: de refractie daalt even snel als de dichtheid (of omgekeerd natuurlijk) en daarmee is de meting van het verloop van de vergisting met refractie net zo betrouwbaar als met de dichtheid.
Een enkele scepticus kan de wenkbrauwen optrekken en zeggen dat zo’n Excel-bestandje wel lekker gemakkelijk is, maar dat is geen bewijs. Ahwel, daartoe heb ik mezelf een experiment aangedaan. Ik heb moutextract opgelost tot een dichtheid van 1054, gist toegevoegd en het wort verdeeld over 13 flesjes van 0,5 liter. Alles in de klimaatkast en regelmatig een monster getrokken. Dat wil zeggen: steeds een andere fles genomen en daarvan dichtheid en refractie gemeten. Zie onderstaande tabel.
Het is een aardig resultaat waarvoor ik graag even wat meer ruimte inruim. Zoals te zien in grafiek 3 is de relatie tussen refractie en dichtheid in de praktijk ook een rechte lijn, net zo fraai als in de grafiekjes hierboven die zijn gemaakt met behulp van een Excelbestandje.
Zeker zo aardig is het verloop in de tijd. Daar zitten wel rare bochtjes in maar je moet bedenken dat de metingen steeds in andere flesjes zijn gedaan. Zie grafiek 4 en 5.
In beide grafiekjes hierboven is goed te zien dat de curve afvlakt aan het einde: de vergisting is blijkbaar afgelopen. De curves verlopen op dezelfde manier: blijkbaar geven refractie en dichtheid dezelfde en gelijkwaardige informatie. Eigenlijk zijn het gewoon heel aardige resultaten in heel aardige grafiekjes.
De laatste vraag: als je nou die gemeten waarden van de refractie invult in het Excelbestand, krijg je dan dezelfde waarden van de dichtheid? In de tabel hierboven staan in de eerste kolom de gemeten waarden van de refractie, in de tweede de gemeten waarden van de dichtheid en in de derde kolom de berekende waarden van de dichtheid. Je ziet dat er nauwelijks verschil tussen zit. Alleen bij de lagere waarden van de gemeten refractie scheelt de dichtheid 2 punten. Dat is niet heel weinig maar ook niet slecht vind ik. Ik heb beide ook grafisch uitgezet in het grafiekje hierboven. Oftewel: je kunt gerust de vergisting volgen met refractie. Dat scheelt een hoop wort/bier en je hebt wat minder kans op infectie (je hebt maar een druppeltje nodig). Oh ja, een refractometer is zo’n ding als hiernaast. Ze kosten zo’n €36 en zijn heel erg handig. Fons Michielsen
|
|
| Terug naar overzicht | |
Vergisten, op welke temperatuur moet dat |
november 2022 |
Door: Fons Michielsen |
|
|
VERGISTING: OP WELKE TEMPERATUUR MOET DAT?
Aroma Zwavel Optimaal ![]() Goede lagers hoeven niet vergist te worden bij 8 – 12 C en lagers gaan niet fruitig smaken als ze bij een hogere temperatuur worden vergist. Ik ben een voorstander van het KISS principe (keep it simple, stupid) bij brouwen: houdt alles zo eenvoudig mogelijk. En dat werkt eigenlijk altijd voor mij. In dit geval: als je in huis een plek hebt met een mooie, constante temperatuur, zoek dan brouwsels die bij die temperatuur goed vergist kunnen worden. Maar als je denkt dat het beter zou zijn om aan de onderkant van het aanbevolen temperatuur-traject te vergisten, haal dan ergens een koeler vandaan zodat je iets meer temperatuurbereik hebt bij je vergisting; je hebt dan iets meer armslag. Maar: doe zo weinig mogelijk aanpassingen. Dit alles is misschien een wat lang antwoord op een eenvoudige vraag, maar ik hoop dat de extra informatie nuttig is. Ashton Lewis |
|
| Terug naar overzicht | |
Vergisting sturen en volgen |
november 2019 |
Door: Jacques Bertens |
|
|
Vergisting sturen en volgen
Sinds kort is er een nieuwe elektronische hydrometer: Brewbrain Float. Deze hydrometer heb ik aangeschaft. De meter bevalt goed ondanks een valse start. Elk kwartier wordt de SG-waarde en temperatuur doorgegeven. De eerste dagen kwamen die onregelmatig door. Door de aanschaf van een wifiboosterset via de stroomdraden in huis was dit probleem snel opgelost. Echter kort daarna ging de server waar de data van Float wordt opgeslagen plat. Tsja, als de gegevens niet verwerkt worden heb je aan de meter niet zo veel. Gelukkig was de storing van de server na een dag verholpen en sindsdien werkt het allemaal perfect. Het SG wordt heel erg precies bepaald tot twee cijfers achter de komma (bijvoorbeeld 1025,08). Ook de temperatuur wordt heel precies gemonitord en komt nagenoeg overeen met die van de Inkbird app. Een nadeel van de Float is dat deze voorzien is van een schroefdeksel en dat onder de rand gist zich kan afzetten. Dit vereist een zorgvuldige verwijdering om latere infecties te voorkomen. Dat is wel een punt van aandacht. Uiteraard dien je te voorkomen dat er vloeistoffen in de Float kunnen stromen tijdens het reinigen en desinfecteren. Gelukkig kan het plastic tegen alcohol zodat een doekje gedrenkt in alcohol uitkomst kan bieden. |
|
| Terug naar overzicht | |
Waarom daalt de pH tijdens vergisting |
maart 2024 |
Door: Fons Michielsen |
|
|
WAAROM DAALT DE pH VAN BIER TIJDENS VERGISTING?
(Bron: https://atlas-scientific.com/blog/ph-of-beer/)
|
|
| Terug naar overzicht | |
Wanneer moet je bottelen |
december 2022 |
Door: Fons Michielsen |
|
|
WANNEER MOET JE BOTTELEN Iedere keer als ik heb gebrouwen doe ik een proefvergisting. En als mijn bier dan ongeveer de dichtheid heeft van de proefvergisting denk ik dat ik kan gaan bottelen. Maar . . . . is dat wel zo? Is het verstandiger om het bier toch nog even warm te laten staan, moet je dan nog een paar dagen koelen? Na al die jaren ben ik er nog steeds niet helemaal uit. Dus ging ik weer eens op zoek en zag een leuk artikel in Brew Your Own van Christopher Wood, al moet ik zeggen dat het wel weer 6 jaar geleden is. Maar het sprak me aan. Maar ik moet vooraf wel even een opmerking maken. Wood gebruikt een paar begrippen door elkaar en dat is wat verwarrend.
Vanuit de brouwer Vanuit het bier Elke keer als ik heb gebrouwen en het bier zit in het gistvat betrap ik mezelf erop dat ik minutenlang gefascineerd kan blijven kijken naar het waterslot. Tijdens de hoofdgisting vind ik die snel opvolgende blupjes zo razend leuk. En dan denk ik aan wat er te zien zou zijn als ik het gistvat zou openen: heel veel beweging, koolzuurbelletjes die opstijgen en onopgelost eiwit en hopresten doen wervelen in het jongbier. Miljarden gistcellen zijn aan het werk. En ze zetten niet alleen suikers om in alcohol en koolzuur (voor de goede orde: CO2 en niet CO2, zoals we tegenwoordig in de krant kunnen lezen, F.M.), maar er vinden talloze andere chemische reacties plaats die allemaal bijdragen aan het karakteristieke aroma van het toekomstige bier. Dit alles vindt plaats dankzij de activiteit van de gist Saccharomyces cerevisiae en over die activiteiten wil ik het hier hebben. In het begin van de 18e eeuw zag de Nederlandse wetenschapper Antonie van Leeuwenhoek voor het eerst gistcellen. De man kon lenzen slijpen en dat ging steeds beter. Hij kon steeds kleinere deeltjes zien en uiteindelijk was hij de eerste die (een soort van) microscoop ontwikkelde en gebruikte. En hij zag dan wel gistdeeltjes, maar hij had geen idee dat het levende organismen waren die suiker konden omzetten in alcohol en CO2. Het zou nog tot 1856 duren voordat de Franse wetenschapper Louis Pasteur er van overtuigd was dat deze gistcellen in staat waren om suikers om te zetten. Tegenwoordig weten we wel dat gist niet alleen koolzuur en alcohol maakt, maar véél meer. Je kunt 3 stappen onderscheiden in het vergistingsproces: hoofdgisting, nagisting en rijping of lagering (zowel in het vat als op fles/fust). Laten we bij iedere stap eens gaan kijken welke chemische processen er plaats vinden.
(hmmm, die laatste is duidelijk geen groeifase). Tijdens het grootste deel van de vergisting vindt groei plaats, maar deze fasen vinden ná elkaar plaats. Eerste de ene, dan de volgende Zie ook afbeelding hiernaast. Aanpassingsfase Exponentiële groeifase Nagisting Stationaire fase Rijpen Bottelen/afvullen op fust Ten slotte Christopher Wood |
|
| Terug naar overzicht | |
Wat kun je toevoegen aan je gistvat |
juni 2019 |
Door: Frits Haen |
|
|
WAT KUN JE TOEVOEGEN AAN JE GISTVAT? Het toevoegen van ingrediënten aan je gistvat is een gangbare praktijk bij het brouwen (bijvoorbeeld droge hop of cacaonibs) en er zijn enkele algemene richtlijnen die brouwers moeten volgen wanneer dergelijke toevoegingen worden gedaan. De twee belangrijkste factoren die brouwers moeten benadrukken zijn sanitaire voorzieningen en oxidatie. Factor 1: Hygiëne Factor 2: Oxidatie Toevoeging type 1: Droge hopbellen Toevoeging type 2: Fruit Toevoeging type 3: Kruiden Toevoeging type 4: Suiker Bron: Brew Your Own Vertaald en bewerkt door Frits Haen |
|
| Terug naar overzicht | |
Wie de vergisting beheerst, beheerst het bier |
november 2019 |
| Door: anoniem | |
|
Wie gist beheerst, beheerst de toekomst van bier Vondsten van wetenschappers die zich bezighouden met modificatie zullen voorlopig vooral indirect hun weg naar het bierglas vinden. De brouwers zijn namelijk ook zeer geïnteresseerd in manieren om de aanpassingen met crispr-cas met traditionele veredelingsmethodes te reproduceren, bijvoorbeeld met nieuwe kruisingen of selectie van (min of meer) spontante mutaties. Maar eenvoudig is dat niet. Gist leidt zijn eigen leven, en veelbelovende stammen blijken soms toch vreemd gedrag te vertonen, vies te ruiken of raar te smaken. Het cliché blijft dus nog wel even waar: brouwers maken wort, gist maakt het bier. En gist doet wat het wil. |
|
| Terug naar overzicht | |
Door: Frits Haen 
Door: Jacques Bertens 


Door: Manus van Bommel
Door: Marc Vriens 


Door: Fons Michielsen 



Door: Huub Soemers 





Door: Ger Daverveld 






















































